Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

het bestemmingsplan Almere Poort Oost en Duin met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP4ABCDEG01-vg01 gemeente Almere;

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daar bijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;

onderzoek naar archeologische waarden, uitgevoerd conform de geldende Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie;

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;

of

een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven;

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, horeca, bedrijf of andere gebouwde voorziening inclusief de eventueel daartoe behorende magazijnen, overige dienstruimten en technische ruimten maar exclusief parkeergarages.

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1. a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
2. b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

de grens van een bestemmingsvlak;

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

een begroeiing die voornamelijk uit bomen in een dominante boomlaag bestaat met daarbij een ondergroei van kruiden en struiken;

danwel

volgens de Wet natuurbescherming indien het bos buiten de bebouwde kom als bedoeld in deze wet is gelegen: 10 are (1000 vierkante meter) bomen, of bij een rijbeplanting (één of meer rijen) van ten minste 21 bomen;

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

de grens van een bouwvlak;

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen;

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

een grens van een bouwperceel;

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

de oppervlakte van alle afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld, buitenwerks gemeten.

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, danwel een hernieuwde uitgave van deze publicatie;

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowling centrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksbedrijf en detailhandelsbedrijven;

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied;

recreatie gedurende de dag, zonder overnachting,

een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dans onderricht, zonder verhuur van zalen of regulier gebruik ten behoeve van het geven van feesten en niet bij het dans onderricht behorende muziek- en dans evenementen;

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt;

detailhandel in auto's, boten, motoren en caravans;

detailhandel in de categorieën levensmiddelen en/of artikelen ten behoeve van persoonlijke verzorging.

detailhandel, niet zijnde detailhandel in dagelijkse artikelen.

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek;

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1. a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte;

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse en het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is dat de bestemming van deze inrichting niet verbiedt;

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw;

voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen, feesten, braderieën en dergelijke;

een gebied dat is bestemd voor laad- en losvoorzieningen ten behoeve van het op de aangrenzende gronden toegelaten gebruik;

detailhandel in niet-dagelijkse artikelen, waarbij de detailhandelsfunctie de leisure-,recreatie-, of maatschappelijke functie binnen het plangebied versterkt of ondersteunt, waaronder in elk geval moeten worden begrepen: aan 'outdoor', (water-)sport en strandbezoek gerelateerde detailhandel.

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond;

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld;

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

een evenement waarbij de geluidproductie van het gehele evenement hoger is dan 120 dB(A) bronvermogen en waarbij deze geluidproductie langer duurt dan 4 uur of geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in de avond (19:00 - 23:00 uur) of nacht (23:00 - 7:00 uur). Een bronvermogen hoger dan 120 dB(A) wil zeggen dat het geluidsdrukniveau (LAr,LT) van de muziekinstallatie gemeten op 10 meter afstand van het front van de luidsprekers meer mag bedragen dan 90 dB(A).

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

1. a. woningen;
2. b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
   1. 1. onderwijsgebouwen;
   2. 2. ziekenhuizen;
   3. 3. verpleeghuizen;
   4. 4. verzorgingshuizen;
   5. 5. psychiatrische inrichtingen;
   6. 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

3. c. geluidsgevoelige terreinen:

1. 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
2. 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen;

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

zie begrip 1.128 voorgevelrooilijn

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

een vestiging van detailhandel, met een minimum verkoop vloeroppervlak van 1.000 m² per vestiging. Onder grootschalige detailhandel wordt niet verstaan de branches food, warenhuizen en perifere detailhandel;

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

een inrichting, gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

1. a. het verstrekken van nachtverblijf;
2. b. het verstrekken of bereiden van drank of etenswaren voor consumptie;
3. c. het exploiteren van zaalaccommodatie;

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse;

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen alsmede op het leveren van gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen dan wel het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van tuinen voor derden met dien verstande dat detailhandel niet is toegestaan, tenzij ondergeschikt;

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van consumptie-ijs voor de consumptie ter plaatse;

1. a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan;

die worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen;

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholvrije dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren;

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

voorzieningen die zijn gericht op ontspanning, amusement, vrijetijdsbesteding, recreatie, vermaak, cultuur, actieve en passieve sportbeoefening, evenementen met de daarmee samenhangende en ondergeschikte detailhandels- en horecavoorzieningen en dienstverlening;

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide of bewerkte etenswaren al dan niet voor de consumptie ter plaatse;

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;

woningen, ziekenhuizen, scholen, kinderdagverblijven en verblijfsrecreatie;

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderling verband;

de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde ten tijde van het inwerking treden van dit plan;

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende het zomerseizoen;

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan een zomerseizoen;

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, elektrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen;

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging, een en ander met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie;

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning;

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het gelegenheid geven voor feesten en party's, al dan niet met het ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken, etenswaren of maaltijden voor de consumptie ter plaatse;

1. a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. b. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van hetoorspronkelijk, aansluitend afgewerkte maaiveldter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
3. c. voor bouwwerken in of op het water en drijvende bouwwerken inclusief vaartuigen: de waterlijn.
4. d. voor bruggen en viaducten: de gemiddelde hoogte van het wegdek van de brug of het viaduct.
5. e. in alle andere gevallen: de hoogte van het oorspronkelijk, aansluitend afgewerkte maaiveld.

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

1. a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
2. b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
3. c. tuincentra;
4. d. bouwmarkten;

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan twee derde van het grondvlak van het gebouw beslaat;

elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank;

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen;

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksbedrijf, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven;

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken.

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, onderdeel van een seksbedrijf;

de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van erotisch-pornografische aard in een seksinrichting tegen betaling. Voorbeelden zijn een, seksclub, erotische massagesalon, sekstheater, seksbioscoop en peepshow;

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd;

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's;

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten;

Een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Tuinartikelen zijn artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen. Onder volledig assortiment wordt begrepen:

• basisassortiment: direct voor de aanleg, inrichting en onderhoud van tuinen benodigde artikelen;
• rand assortiment: indirect voor de aanleg, inrichting en onderhoud van huis en tuin benodigde artikelen, alsmede dieren, dieren benodigdheden en –voeding, decoratie en woonaccessoires binnenshuis, dierenservice (trimmogelijkheid, medische- en preventieve zorg, advies), tuin- en waxkleding, buitenspeelgoed, 'buitenkoken' en accessoires, streekproducten zoals appels, peren, honing e.d.;
• gelegenheidsassortiment: artikelen ten behoeve van bepaalde festiviteiten, zoals bijvoorbeeld Pasen en Kerstmis.

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals erfafscheidingen, pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen en schommels;

gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen zoals beschreven in het Bouwbesluit 2012;

recreatie met nachtverblijf in kampeermiddelen, zoals bijvoorbeeld tenten, caravans, stacaravans, recreatiewoningen en was- en toiletgebouwen en gebouwen ten behoeve van receptie, kantine en andere groepsruimten.

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

• leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
• onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
• onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
• theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
• ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

een perceel grond dat in de agrarische recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het telen van groente of fruit en het kweken van siergewassen, ten behoeve van eigen gebruik;

een terrein waarop zich twee of meer volkstuinen bevinden.

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

de denkbeeldig doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

elk vaartuig of drijvend voorwerp, niet zijnde een pleziervaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;

een gebouw met woon- en werkfunctie, waarbij er een functionele relatie is tussen woon- en werkgedeelte.

object waar groepen personen verblijven met een beperkte zelfredzaamheid, zoals minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, bijvoorbeeld ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra.

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangst antennes;

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken;

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

bij het meten van deze hoogte blijven plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen, verlagingen of verzakkingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing;

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren).

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

HAT VAT

De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven en dienstverlening behorende tot en met maximaal categorie 3.2 van de Staat vanBedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief ondergeschikte workshops;
2. b. een brandweerkazerne;
3. c. detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit;
4. d. ondergeschikte horeca behorende tot categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
5. e. horeca behorende tot categorie 3 van de Staat van Horeca-activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 150 m² per vestiging en een totaal bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van maximaal 300 m²;
6. f. ter plaatse van de aanduiding 'sport' tevens voor sportvoorzieningen met bijbehorende ondergeschikte horeca;
7. g. ter plaatse van de aanduding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer-1' tevens voor perifere detailhandel met een maximale omvang van 5.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo) op deze gronden en op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2 en Gemengd - 4 gezamenlijk;
8. h. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor sportvoorzieningen, cultuur en ontspanning en ondergeschikte horeca;
9. i. voor opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object of geprojecteerd beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende:

10. j. wegen, fiets- en voetpaden;
11. k. parkeervoorzieningen en verblijfsgebied;
12. l. toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
13. m. water en groenvoorzieningen, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
14. n. straatmeubilair;
15. o. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

16. p. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
17. q. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
18. r. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag worden gebruikt ten behoeve van bij het bedrijf behorende niet-zelfstandige kantooractiviteiten;

onder voorwaarde dat

19. s. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
20. t. bij het wijzigen van het bestaande legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

21. u. de in lid s. en t. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. de bouwhoogte bedraagt 15 meter;
2. b. het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage 70% per bouwperceel bedraagt;
3. c. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de voorgevels van de gebouwen met ten minste 40% van de voorgevel in deze lijn dienen te worden gebouwd;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

5. e. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
6. f. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
7. g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
8. h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
9. i. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
10. j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
11. k. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
12. l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in 3.2 onder a. voor het toestaan van een grotere bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer-1' , mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en met dien verstande dat toegestane bouwhoogte van 15 m mag worden verhoogd naar 30m;
2. b. van het bepaalde in lid 3.2 onder c. teneinde een percentage van minimaal 30% toe te staan dat in de voorgevel dient te worden gebouwd, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden ;
3. c. van het bepaalde in 3.2 onder d voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50 m²;
4. d. van het bepaalde in 3.2 onder g. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gronden voor de opslag van goederen, die niet tot de functionele werkvoorraad behoren;
2. b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf;

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in lid 3.1 onder a. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in maximaal twee categoriën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat vanBedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009;
2. b. van het bepaalde in 3.1 onder c. teneinde detailhandel in ABC-goederen of een kringloopwinkel toe te laten, onder de voorwaarde dat het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en voldoende ruimte voor laden en lossen;
3. c. van het bepaalde in 3.1 onder e. teneinde horecafuncties toe te laten die niet in de Staat vanHoreca-activiteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat vanHoreca-activiteiten;
4. d. van het bepaalde in 3.1 onder e. teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar is of die niet in de Staat vanHoreca-activiteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat vanHoreca-activiteiten;
5. e. van het bepaalde in 3.1 onder r. voor het toestaan van zelfstandige kantoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer-1';
6. f. van het bepaalde in lid 3.1 onder s. en t.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
7. g. van het bepaalde in lid 3.1 onder u. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

1. a. de bestemming Bedrijventerrein - 1 te wijzigen in de bestemming cultuur en ontspanning en daarbij de functie-aanduiding 'seksinrichting' aan te brengen ten einde de vestiging mogelijk te maken van ten hoogste één privé-huis, één erotische massagesalon of één parenclub, onder de volgende voorwaarden:
   1. 1. Er wordt maximaal één seksinrichting toegestaan;
   2. 2. De vestiging heeft geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast in de directe omgeving van de seksinrichting tot gevolg;
   3. 3. De omvang van de seksinrichting bedraagt niet meer dan 500 m² bruto vloeroppervlak;
   4. 4. Een privé-huis en een erotische massagesalon omvatten niet meer dan vier werkruimtes;
   5. 5. De afstand tot de dichtsbijzijnde woning buiten het bedrijventerrein bedraagt minimaal 50 meter, met dien verstande dat een kortere afstand alleen is toegestaan indien daardoor niet vaststaat of niet met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting, de woonomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, het gebied in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren;
2. b. burgemeester en wethouders maken geen gebruik van de wijzigingsbevoegdheid onder a., indien vaststaat of met reden te vrezen is dat door handelingen door, ten behoeve van of samenhangende met de seksinrichting of de daaraan verwante detailhandel, de werkomstandigheden in, dan wel het uiterlijk aanzien van, de voor Bedrijventerrein - 1 aangewezen gronden in meer dan ondergeschikte mate zullen verslechteren;
3. c. een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicvolle inrichting mogelijk te maken, mits:
   1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen-1, Groen - 2 of 'Water';
   2. 2. het groepsrisico is verantwoord.
   3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven en dienstverlening behorende tot en met maximaal categorie 3.2 van de Staat vanBedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief ondergeschikte workshops;
2. b. in afwijking van het bepaalde in 4.1 onder a. zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met van categorie 2' bedrijven behorende tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG2009 toegestaan;
3. c. kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van in totaal maximaal 15.000 m² op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2 en Gemengd - 4, waarvan maximaal 11.000 m2 bvo op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2, Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 4 gezamenlijk;
4. d. detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit;
5. e. perifere detailhandel met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van in totaal maximaal 5.000 m² op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2 dan wel op de gronden in de bestemming Gemengd- 4 en ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer-1' in de bestemming Bedrijventerrein - 1;
6. f. ondergeschikte horeca behorende tot categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
7. g. voor opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object of geprojecteerd beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd;

met de daarbij behorende:

8. h. wegen, fiets- en voetpaden;
9. i. parkeervoorzieningen en verblijfsgebied;
10. j. toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
11. k. water, groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
12. l. straatmeubilair;
13. m. overige functioneel met bedrijfsmatige activiteiten verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

14. n. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
15. o. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
16. p. geen woningen zijn toegestaan;
17. q. per bedrijf ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag worden gebruikt ten behoeve van niet-zelfstandige kantooractiviteiten;

onder voorwaarde dat

18. r. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
19. s. bij het wijzigen van het bestaande legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

20. t. de in lid r. en s. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. de maximale bouwhoogte 24 meter bedraagt;
2. b. het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage 70% per bouwperceel bedraagt;
3. c. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' deze lijn niet mag worden overschreden door gebouwen;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen mogen een hoogte hebben van 3,5 m en een oppervlakte van 25m2;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

5. e. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
6. f. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
7. g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
8. h. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
9. i. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
10. j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
11. k. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
12. l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2:

1. a. van het bepaalde in 4.2 onder a. voor het toestaan van een maximale bouwhoogte van 45 m op maximaal 10% van het bestemmingsvlak, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
2. b. van het bepaalde in 4.2 onder d. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
3. c. van het bepaalde in 4.2 onder g. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Tot een strijdige gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen, die niet tot de functionele werkvoorraad behoren;
2. b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in lid 4.1 onder a. en b. teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in twee categoriën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar is of die niet in de Staatvan Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009;
2. b. van het bepaalde in lid 4.1 onder f. voor het toestaan van maximaal twee horecavestigingen behorende tot categorie 3, 4, en 5 van de Staat van Horeca-activiteiten, indien het horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving toelaatbaar is en indien er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
3. c. van het bepaalde in 4.1 onder e. teneinde perifere detailhandel in de branches auto's, boten en caravans of een kringloopwinkel toe te laten, onder de voorwaarde dat het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en voldoende ruimte voor laden en lossen;
4. d. van het bepaalde in lid 4.1 onder r. en s.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
5. e. van het bepaalde in lid 4.1 onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicovolle inrichting mogelijk te maken, mits:

1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen-1, Groen - 2 of 'Water';
2. 2. het groepsrisico is verantwoord;
3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bos;
2. b. natuurontwikkeling;
3. c. recreatief medegebruik;
4. d. water en waterberging;

met de daarbij behorende:

5. e. verhardingen, voet- en fietspaden;
6. f. ontsluitingswegen;
7. g. kunstwerken en kunstobjecten;
8. h. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
9. i. overige functioneel met de bestemming Bos verbonden voorzieningen;

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken:

1. a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

2. b. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1 m;
3. c. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
   1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
   2. 2. achter de voorgevelrooilijn, en
   3. 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
4. d. speelvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 4,5 m;
5. e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
6. f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
7. g. kunstwerken: bouwhoogte 3 m;
8. h. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
2. b. Het bepaalde in lid 5.3 onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten -Functiemenging, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikteworkshops;
2. b. detailhandel, met uitzondering van grootschalige detailhandel en perifere detailhandel, inclusief ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
3. c. dienstverlening, inclusief ondergeschikte workshops, ondergeschikte detailhandel en ondergeschiktehoreca;
4. d. horeca behorende tot en met maximaal categorie B van Bijlage 9 Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging horeca;
5. e. kantoor;
6. f. leisure, voor zover het geen geluiddragende evenementen betreft;
7. g. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca en voor zover het gaat om geluidgevoelige objecten als bedoeld in de Wet Geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 6.1 onder x.;
8. h. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
9. i. (ondergrondse) en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
10. j. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het gebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met daarbij behorende

11. k. tuinen en erven;
12. l. voet- en fietspaden;
13. m. verkeers-, verblijfsgebieden, en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
14. n. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
15. o. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
16. p. groenvoorzieningen;
17. q. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
18. r. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
19. s. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
20. t. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
21. u. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

22. v. de onderstaande maximale aantallen en oppervlaktes gelden:

23. w. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
24. x. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 6.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid.

onder voorwaarde dat:

25. y. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
26. z. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld inBijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

27. aa. de in lid y en z bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden :

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen mogen een hoogte hebben van maximaal 12 meter;
2. b. hoofdgebouwen ten behoeve van gestapelde woningen mogen een hoogte hebben van maximaal 45 meter;
3. c. hoofdgebouwen ten behoeve van bedrijven, detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, horeca, kantoor en leisure mogen een hoogte hebben van maximaal 45 meter;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

5. e. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
6. f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
7. g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
8. h. in afwijking van de onder g. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
9. i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
12. l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
13. m. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
14. n. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c., de breedte is 2 m, de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
15. o. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
16. p. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
17. q. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
18. r. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
19. s. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
20. t. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is 12 m;
21. u. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in 6.2 b. en c. voor het toestaan van een hogere bouwhoogte, mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en mits kan worden voldaan aan hetgeen in 6.1 onder x. is bepaald, met dien verstande dat:
   1. 1. de bouwhoogte van 40 % van het bestemmingsvlak maximaal 60 meter mag bedragen;
   2. 2. de bouwhoogte van 5% van het bestemmingsvlak maximaal 90 meter mag bedragen;
2. b. van het bepaalde in 6.2 onder d. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
3. c. van het bepaalde in 6.2 onder p. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante verwante detailhandel;
2. b. Het gebruik van ruimten in de woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten, anders dan agrarische, dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33 % van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van de (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of niet-agrarische bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² v.v.o. met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 6.1 onder y., z. en aa.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichting en munitie en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.1: onder a. om functies toe te laten in een categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar, of die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten -Functiemenging , voor zover de betrokken functie naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten ) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 6.1 onder a. toegelaten categorieën;
2. b. lid 6.1 onder d. teneinde horecafuncties toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging horeca zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat vanBedrijfsactiviteiten- Functiemenging horeca;
3. c. lid 6.1 onder y. en z.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans op basis van de Parkeerstrategie Olympiakwartier Oost blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
4. d. lid 6.1 onder aa. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
5. e. lid 6.4 onder b. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicovolle inrichting mogelijk te maken, mits:

1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen -1, Groen- 2 of 'Water';
2. 2. het groepsrisico is verantwoord;
3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

1. a. bedrijven behorende tot en met maximaal categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten -Functiemenging, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikteworkshops;
2. b. dienstverlening, inclusief ondergeschikte workshops, ondergeschikte detailhandel;
3. c. uitsluitend grootschalige detailhandel en perifere detailhandel;
4. d. horeca behorende tot categorie 1 tot en met 5 van Staat van Horeca-activiteiten;
5. e. kantoor;
6. f. leisure voor zover het geen geluiddragende evenementen betreft;
7. g. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca en voor zover het gaat om geluidgevoelige objecten als bedoeld in de Wet Geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 7.1 onder y;
8. h. wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
9. i. één verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg inclusief ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca;
10. j. (ondergrondse) en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
11. k. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het gebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met daarbij behorende

12. l. tuinen en erven;
13. m. voet- en fietspaden;
14. n. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
15. o. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
16. p. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
17. q. groenvoorzieningen;
18. r. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
19. s. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
20. t. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
21. u. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
22. v. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

23. w. de onderstaande maximale aantallen en oppervlaktes gelden:

24. x. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
25. y. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 7.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;

onder voorwaarde dat

26. z. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
27. aa. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

28. ab. de in lid z bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 12 meter;
2. b. hoofdgebouwen ten behoeve van gestapelde woningen mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 45 meter;
3. c. hoofdgebouwen ten behoeve van bedrijven, detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, horeca, kantoor en leisure mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 45 meter;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

5. e. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
6. f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
7. g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
8. h. in afwijking van de onder g. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
9. i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
12. l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
13. m. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
14. n. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
15. o. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
16. p. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
17. q. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
18. r. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
19. s. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
20. t. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
21. u. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in 7.2 b. en c. voor het toestaan van een hogere bouwhoogte, mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en mits kan worden voldaan aan hetgeen in 7.1 onder y. is bepaald, met dien verstande dat:
   1. 1. de bouwhoogte van 40 % van het bestemmingsvlak maximaal 60 meter mag bedragen;
   2. 2. de bouwhoogte van 5% van het bestemmingsvlak maximaal 90 meter mag bedragen;
2. b. van het bepaalde in 7.2 onder d. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
3. c. van het bepaalde in 7.2 onder p. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante detailhandel;
2. b. Het gebruik van ruimten in de woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten, anders dan agrarische, dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33% van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of niet-agrarische bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² v.v.o. met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 7.1 onder z. en aa.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichting en munitie- en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.1 onder z. en aa.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans op basis van de Parkeerstrategie Olympiakwartier Oost blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in de Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. lid 7.1 onder ab. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
3. c. lid 7.4 onder b. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicovolle inrichting mogelijk te maken, mits:

1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen-1, Groen - 2 of 'Water';
2. 2. het groepsrisico is verantwoord;
3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. groenvoorzieningen;
2. b. water en waterbeheer;
3. c. leisure, voor zover het geen geluiddragende evenementen betreft;
4. d. sportvoorzieningen, inclusief ondergeschikte detailhandel;
5. e. horeca behorende tot categorie 1 tot en met 5 van de bij de regels behorende Staat vanHoreca-activiteiten;
6. f. (ondergrondse) en (on)gebouwde parkeervoorzieningen, waaronder parkeerplaatsen ten behoeve van evenementen in Olympiakwartier Oost en op het Almeerderstrand;
7. g. één verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg inclusief ondergeschikte detailhandel;
8. h. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het gebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid.

met daarbij behorende

9. i. tuinen en erven;
10. j. voet- en fietspaden;
11. k. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
12. l. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
13. m. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
14. n. groenvoorzieningen;
15. o. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
16. p. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
17. q. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
18. r. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
19. s. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

20. t. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;

onder voorwaarde dat

21. u. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
22. v. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

waarbij:

23. w. de in lid u bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. de maximale bouwhoogte 14 meter bedraagt;
2. b. het bebouwingspercentage maximaal 5% van het totale bestemmingsvlak bedraagt;
3. c. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

4. d. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
5. e. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
6. f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
7. g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
8. h. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
9. i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
10. j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is 12 m;
11. k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2:

1. a. van het bepaalde in 8.2 onder c. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
2. b. van het bepaalde in 8.2 onder f. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
3. c. van het bepaalde in 8.2 onder g. voor kunstobjecten met een grotere hoogte en een grotere omvang, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen, die niet tot de functionele werkvoorraad behoren;
2. b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf;

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1:

1. a. onder e. teneinde horecafuncties toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
2. b. onder u. en v.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in de Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
3. c. onder w. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicovolle inrichting mogelijk te maken, mits:

1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen-1, Groen - 2 of 'Water';
2. 2. het groepsrisico is verantwoord;
3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven behorende tot en met maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 inclusief ondergeschikte horeca, ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte workshops ;
2. b. maatschappelijke voorzieningen met een maximale omvang van 20.000 m² uitgeefbaar terrein;
3. c. kantoren met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van in totaal maximaal 15.000 m² op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2 en Gemengd - 4, waarvan maximaal 11.000 m2 bvo op de gronden met de bestemming Bedrijventerrein - 2, Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 4 gezamenlijk;
4. d. perifere detailhandel met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van in totaal maximaal 5.000 m² op de gronden met de bestemming Gemengd - 4 dan wel op de gronden in de bestemming Bedrijventerrein- 2 en ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-detailhandel perifeer-1' in de bestemming Bedrijventerrein - 1;
5. e. voor opslag, herverpakking of verkoop van consumentenvuurwerk en theatervuurwerk, indien de veiligheidsafstanden zoals bedoeld in art. 1.2 en 1.3 van Bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit worden aangehouden ten opzichte van een beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object of geprojecteerd beperkt kwetsbaar object of kwetsbaar object als bedoeld in het Vuurwerkbesluit en deze veiligheidsafstanden op het eigen terrein worden gerealiseerd; ;
6. f. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het gebied en de verbinding met overige gebieden, voorzover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met de daarbij behorende:

7. g. erven;
8. h. voet- en fietspaden;
9. i. verkeers- en verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
10. j. straatmeubilair en reclameobjecten;
11. k. speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen;
12. l. groen-, water-, waterhuishoudings-, nutsvoorzieningen en aanlegsteigers;
13. m. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

een en ander met dien verstande dat:

14. n. risicovolle inrichtingen, zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, niet zijn toegestaan;
15. o. inrichtingen als bedoeld in Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht zoals dit luidde ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan niet zijn toegestaan;
16. p. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 9.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;
17. q. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
18. r. bij het wijzigen van het bestaande legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

19. s. de in lid p. en q. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. de maximale bouwhoogte 24 m bedraagt;
2. b. het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage 70 % bedraagt;
3. c. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

4. d. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
5. e. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
6. f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
7. g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
8. h. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
9. i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
10. j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
11. k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 9.2:

1. a. onder c. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
2. b. onder f. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van de opslag van goederen, die niet tot de functionele werkvoorraad behoren;
2. b. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf;

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1:

1. a. onder a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in twee categorieën hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009;
2. b. onder q. en r.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
3. c. onder s. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een aanduiding op te nemen om de vestiging van een risicovolle inrichting mogelijk te maken, mits:

1. 1. de bij de risicovolle inrichting behorende plaatsgebonden risico contour van 10^-6 binnen het eigen terrein ligt of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Verkeer - verblijfsgebied', Groen-1, Groen - 2 of 'Water';
2. 2. het groepsrisico is verantwoord;
3. 3. rekening wordt gehouden met de effectafstanden uit de 'Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations' en hierover verantwoording wordt afgelegd.

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis;
2. b. dienstverlening en kantoor, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
3. c. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca en voor zover het gaat om geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 10.1 onder y.;
4. d. leisure, inclusief ondergeschikte detailhandel, voor zover het geen geluiddragende evenementen betreft;
5. e. functiegebonden detailhandel, inclusief ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops tot een maximum van 500 m² bedrijfsvloeroppervlak;
6. f. in afwijking van het onder 10.1 e. bepaalde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-duinhal' tevens voor maximaal 1.300 m²bedrijfsvloeroppervlak (bvo)detailhandel, waaronder maximaal één supermarkt en voor maximaal 2.000 m²bedrijfsvloeroppervlak (bvo)functiegebonden detailhandel, inclusief ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
7. g. horeca, behorende tot de categorieën A en B genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging horeca, inclusief ondergeschikte detailhandel;
8. h. bosgebieden;
9. i. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het gebied en de verbinding met overige gebieden, voorzover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;
10. j. (ondergrondse) en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende

11. k. strand-, duingebieden;
12. l. tuinen en erven;
13. m. voet- en fietspaden;
14. n. verkeers-, verblijfsgebieden met al dan niet ondergrondse (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
15. o. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
16. p. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
17. q. groenvoorzieningen;
18. r. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
19. s. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
20. t. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
21. u. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
22. v. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

23. w. de onderstaande maximale aantallen en oppervlaktes gelden:

24. x. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
25. y. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 10.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;

onder voorwaarde dat

26. z. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
27. aa. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

28. ab. de in lid z bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. de maximum bouwhoogte bedraagt 45 meter;
2. b. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecafunctie tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m ;
3. c. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

4. d. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
5. e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
6. f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
7. g. in afwijking van de onder e. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
8. h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

9. i. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
10. j. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
11. k. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c.., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
12. l. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
13. m. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
14. n. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
15. o. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
16. p. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
17. q. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte is 12 m;
18. r. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

1. a. 10.2 onder a., voor het toestaan van een hogere bouwhoogte, mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en mits wordt voldaan aan het bepaalde in 10.1 y. met dien verstande dat:
   1. 1. de bouwhoogte van 15% van het bestemmingsvlak mag maximaal 60 meter mag bedragen;
   2. 2. de bouwhoogte van 5% van het bestemmingsvlak mag maximaal 80 meter mag bedragen;
2. b. 10.2 onder c. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
3. c. 10.2 onder m. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante detailhandel;
2. b. Het gebruik van ruimten in de woning en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten, anders dan agrarische, dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33% van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van de woning en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of niet-agrarische bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 10.1 onder z.,aa. en ab.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichting en munitie- en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.1:

1. a. onder g. teneinde horecafuncties toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten-Functiemenging horeca zijn genoemd, indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat vanBedrijfsactiviteiten- Functiemenging horeca;
2. b. onder e. voor het toestaan van maximaal 2.500m² bvo functiegebonden detailhandel onder voorwaarde dat op basis van een marktruimte- en distributieplanologisch onderzoek wordt aangetoond dat de grotere omvang functiegebonden detailhandel naar aard en omvang past binnen de vastgestelde detailhandelsstructuur van het stadsdeel Almere Poort;
3. c. onder z. en aa.:
   1. 1. mits uit een onderbouwd plan en/of een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
4. d. onder ab. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
5. e. lid 10.4 onder b. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Link naar de toelichting op de bestemming van Muiderduin

vervallen, raadsbesluit 20 juni 2019

De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. dienstverlening in de vorm van een opleidingscentrum met bijbehorende kantoren, conferentieruimten, en trainingsruimten met een omvang van:
   1. 1. maximaal 15.000 m2 bvo in het deel waar een maximale bouwhoogte van 30 meter geldt;
   2. 2. maximaal 20.050 m2 bvo in het deel waar een maximale bouwhoogte van 45 meter geldt;
2. b. bij het opleidingscentrum behorend gastenverblijf met conferentieruimten en sportfaciliteiten, tot maximaal 22.000 m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo) in het deel waar een maximale bouwhoogte van 80 meter geldt;

met de daarbij behorende:

3. c. strand-, duin- en bosgebieden;
4. d. voet- en fietspaden;
5. e. verkeers-, verblijfsgebieden en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;
6. f. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
7. g. groenvoorzieningen;
8. h. water en waterbeheer;
9. i. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
10. j. kunstwerken;
11. k. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

onder de voorwaarde dat:

12. l. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
13. m. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

14. n. de in lid l. en m.bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de daar voorgeschreven maximale bouwhoogte geldt;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'zonder gebouwen' geen gebouwen zijn toegestaan;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

3. c. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
4. d. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
5. e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
6. f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
7. g. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
8. h. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
9. i. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
10. j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2 onder e. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante detailhandel;

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.1:

1. a. onder l. en m.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. onder n. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

De voor 'Groen -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. groenvoorzieningen;
2. b. archeologisch waardevol terrein;
3. c. bermen, bermsloten en waterpartijen;
4. d. water en waterberging;

met de daarbij behorende:

5. e. verhardingen, voet- en fietspaden;
6. f. kunstobjecten;
7. g. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
8. h. overige functioneel met de bestemming 'Groen -1' verbonden voorzieningen.

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

1. a. erf- en terreinafscheidingen grenzend aan de openbare weg: bouwhoogte 1 m;
2. b. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
3. c. masten voor beveiliging en licht- en vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
4. d. speel- en sportvoorzieningen en straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
5. e. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m²
6. f. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
2. b. Het bepaalde in lid 13.3 onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. duingebieden;
2. b. bosgebieden;
3. c. groenvoorzieningen;
4. d. water en waterberging;
5. e. recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

6. f. verhardingen, voet- en fietspaden;
7. g. bermen, bermsloten;
8. h. speel- en sportvoorzieningen;
9. i. kunstwerken en kunstobjecten;
10. j. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
11. k. overige functioneel met de bestemming 'Groen - 2' verbonden voorzieningen;

Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken, geen gebouwen zijnde met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen, worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

2. b. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
3. c. kunstwerken, speel- en sportvoorzieningen, straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
4. d. kunstobjecten: bouwhoogte 10 m, oppervlakte 10 m²;
5. e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
6. f. licht- en vlaggenmasten en masten voor beveiliging: bouwhoogte 9 m;
7. g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

1. a. Het is verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
2. b. Het bepaalde in lid 14.3 onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen;

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. horeca behorende tot categorie 3 van Bijlage 8 Staat van Horeca-activiteiten ten behoeve van een restaurant met maximaal 650 zitplaatsen;

met de daarbij behorende:

2. b. terrassen en uitstallingen;
3. c. verblijfsgebieden, voet- en fietspaden;
4. d. kunstwerken en kunstobjecten;
5. e. (on)gebouwde en (ondergrondse) parkeervoorzieningen inclusief bijbehorende in- en uitritten;
6. f. straatmeubilair en reclameobjecten;
7. g. speelvoorzieningen;
8. h. groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen,
9. i. overige functioneel met de bestemming 'Horeca' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

10. j. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

11. k. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
12. l. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

13. m. de in lid l. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
2. b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 12 meter;
3. c. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voorzover deze binnen het bouwvlak worden opgericht.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

4. d. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
5. e. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
6. f. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
7. g. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
8. h. vlaggenmasten: bouwhoogte 9 m;
9. i. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
10. j. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
11. k. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

1. a. lid 15.2 onder f. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante detailhandel.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.1:

1. a. onder a teneinde horecafuncties toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan op basis van de bestemmingsomschrijving toelaatbaar of die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd , indien en voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, zoals openingstijden, of bijzondere verschijningsvormen) geacht kan worden te behoren tot de toelaatbare categorie(ën) van de Staat van Horeca-activiteiten;
2. b. onder k. en l.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans op basis van de Parkeerstrategie Olympiakwartier Oost blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
3. c. onder m. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ook voor één bedrijfswoning;

met de daarbij behorende

3. c. erven, wegen, voet-, fietspaden;
4. d. kunstwerken;
5. e. straatmeubilair;
6. f. ongebouwde en (ondergronds) gebouwde parkeervoorzieningen inclusief bijbehorende in- en uitritten en toegangen;
7. g. speelvoorzieningen;
8. h. nutsvoorzieningen;
9. i. groenvoorzieningen;
10. j. kunstobjecten, reclameobjecten , groen-, waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
11. k. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk' verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

12. l. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
13. m. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 16.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorendeBijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid.

onder de voorwaarde dat:

14. n. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
15. o. bij het wijzigen van het bestaande legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
16. p. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' (p) wordt voorzien in tenminste 65 parkeerplaatsen;

waarbij:

17. q. de in lid n. en o. en p. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. indien er een bouwvlak is aangegeven hoofdgebouwen binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd, met dien verstande dat overschrijding van de bouwvlakgrens met ten hoogste 2 meter is toegestaan;
2. b. in afwijking van 16.2 onder a. buiten het bouwvlak bijgebouwen tot een maximale bouwhoogte van 4 meter zijn toegestaan;
3. c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
4. d. in afwijking van 16.2 onder c. mag deze hoogte worden overschreden ten behoeve van een kerktoren of minaret tot een maximale bouwhoogte van 20 m;
5. e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het voorgeschreven maximum bebouwingspercentage in acht dient te worden genomen;
6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-dove gevel' de naar de noord- en westzijde gekeerde gevels op de 4e en hogere bouwlagen dienen te worden uitgevoerd als dove gevel;
7. g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' een minimale vrije hoogte van 3 meter moet zijn, met dien verstande dat ondersteuningsconstructies zijn toegestaan;
8. h. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

9. i. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
10. j. terrasschermen: bouwhoogte 1,7 m;
11. k. speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte 5 m;
12. l. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
13. m. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
14. n. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
15. o. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
16. p. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
17. q. vrijstaande reclameobjecten: bouwhoogte 12 m;
18. r. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in

1. a. lid 16.2 onder h. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
2. b. lid 16.2 onder m. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits deze hoogte uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van een seksbedrijf en de daaraan verwante detailhandel;

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.1:

1. a. onder n. en o.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. onder q. en ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. natuurgebieden en de duurzame instandhouding daarvan;
2. b. behoud, versterking en ontwikkeling van de aan de natuurgebieden eigen zijnde natuur(lijke) en landschappelijke waarden, in samenhang met de waterhuishouding;
3. c. water en waterbeheer;

met de daarbij behorende:

4. d. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
5. e. voet- en fietspaden;
6. f. wandel- en fietsbruggen;
7. g. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
8. h. overige functioneel met de bestemming 'Natuur' verbonden voorzieningen.

Op de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de bestemmingsomschrijving worden opgericht, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

1. a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een oppervlakte van maximaal 1 m²: bouwhoogte 10 m;
2. b. fietsbruggen: bouwhoogte 5 m;
3. c. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 4 m.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen;
2. b. Het bepaalde in lid 17.3 onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming en aanduidingen.

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal' voor een sporthal met de daarbij behorende kantoren, ondergeschikte horeca en ondergeschikte detailhandel;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal' is ook leisure, toegestaan;
3. c. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad' voor een zwembad en sporthal met de daarbij behorende ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca;
4. d. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad' ook voor maatschappelijke voorzieningen, cultuur enontspanning en kantoor;

met de daarbij behorende:

5. e. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten en reclameobjecten;
6. f. groenvoorzieningen en water;
7. g. nutsvoorzieningen;
8. h. overige functioneel met de bestemming 'Sport' verbonden voorzieningen.

onder de voorwaarde dat:

9. i. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
10. j. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

11. k. de in leden i. en j. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

3. c. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
4. d. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
5. e. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
6. f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
7. g. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
8. h. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
9. i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.1:

1. a. onder i. en j.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans op basis van de Parkeerstrategie Olympiakwartier Oost blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. onder k. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. tuin, behorend bij de hoofdgebouwen die op basis van de aangrenzende bestemming mogelijk zijn;
2. b. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - carport' ook voor een overkapping;

met de daarbij behorende:

3. c. (ongebouwde) parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
4. d. groenvoorzieningen en water;
5. e. overige functioneel met de bestemming 'Tuin' verbonden voorzieningen;

1. a. Op de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 1 m;
2. b. Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - carport', als bedoeld in artikel 19.1 onder b. geldt dat de bouwhoogte van een overkapping maximaal 3 meter mag bedragen en de oppervlakte maximaal 20 m²;
3. c. Tevens zijn op de in lid 19.1 bedoelde gronden funderingen, balkons, overstekken en andere bouwonderdelen behorende tot een woning of ander gebouw ten behoeve van de bestemmingsomschrijving van een aangrenzende bestemming toegestaan, met dien verstande dat:
   1. 1. de diepte (buitenwerks gemeten) maximaal 1 m bedraagt;
   2. 2. de bouwhoogte maximaal 0,25 m bedraagt boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 5 m;
   3. 3. de breedte van het te bouwen bouwonderdeel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de bestaande voorgevel. Dit geldt niet voor funderingen en overstekken;

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wegen, busbanen, fiets- en voetpaden;
2. b. parkeerplaatsen, haltevoorzieningen, bermen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten;

met de daarbij behorende

3. c. groenvoorzieningen;
4. d. kunstobjecten en -werken;
5. e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
6. f. nutsvoorzieningen;
7. g. overige functioneel met de bestemming Verkeer verbonden voorzieningen.

Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen

1. a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m²;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

2. b. erf- en terreinscheidingen: bouwhoogte 2 m;
3. c. lichtmasten, bewegwijzeringsportalen en verkeerslichten: bouwhoogte 9 m;
4. d. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
5. e. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
6. f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
7. g. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
8. h. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
9. i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2 onder d. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 m, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

De voor Verkeer - Railverkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. spoorwegen, wegen, busbanen, fiets- en voetpaden, waterwegen;
2. b. kunstwerken, kunstobjecten, parkeerplaatsen, geluidwerende voorzieningen, reclameobjecten, lichtmasten, bermen en beplantingen;
3. c. overige functioneel met de bestemming Verkeer - Railverkeer verbonden voorzieningen.

Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

1. a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m^2;
2. b. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, bouwhoogte 15 m;
3. c. kunstobjecten, bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
4. d. erf- en terreinafscheidingen, bouwhoogte 3 m;
5. e. reclameobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
6. f. geluidscherm: bouwhoogte 10 m;
7. g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2:

1. a. onder b. (antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie) tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
2. b. onder f. voor het toestaan van een grotere hoogte van geluidschermen tot een maximum van 15 m. indien dit uit een oogpunt van maatregelen ter voorkoming van geluidoverlast noodzakelijk is en dit uit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is.

De voor 'Verkeer - verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing, bepaald door en gericht op de aangrenzende bestemmingen;
2. b. fiets- en voetpaden;
3. c. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, haltevoorzieningen, fietsenstallingen;
4. d. groen-, waterhuishoudkundige en nutsvoorzieningen

met de daarbij behorende

5. e. bermen en bermsloten;
6. f. water en waterberging;
7. g. kunstobjecten en kunstwerken;
8. h. voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen en reclameobjecten;
9. i. jongerenontmoetingsplaatsen;
10. j. speel- en sportvoorzieningen;
11. k. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
12. l. overige functioneel met de bestemming Verkeer - verblijfsgebied verbonden voorzieningen.

Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen

1. a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bouwerken, geen gebouwen zijnde

2. b. lichtmasten: bouwhoogte 9 m; antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuur: bouwhoogte 15 m;
3. c. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte: 2 m;
4. d. terrasschermen: bouwhoogte 1,7 m.;
5. e. straatmeubilair en reclameobjecten: bouwhoogte 6 m;
6. f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
7. g. kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
8. h. speel- en sportvoorzieningen: bouwhoogte 5 m;
9. i. geluidwerende voorzieningen: bouwhoogte 5 m;
10. j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 22.2:

1. a. onder a.voor een nutsgebouw tot ten hoogste 5 meter hoog en met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m², mits het gebouw uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt als ook uit oogpunt van het woongenot in de directe woonomgeving aanvaardbaar is.
2. b. voor bouwwerken ten behoeve van een jongeren ontmoetingsplaats met inachtneming van de volgende regels:
   1. 1. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 3,5 m bedragen;
   2. 2. de oppervlakte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 15 m² bedragen;
   3. 3. de afstand tussen een gebouw of overkapping en woonbebouwing moet minimaal 50 m bedragen;
   4. 4. binnen een jongeren ontmoetingsplaats zijn maximaal één gebouw en maximaal 3 overkappingen toegestaan;
   5. 5. de plaats moet uit oogpunt van sociale veiligheid een open karakter hebben.

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. water en waterberging;
2. b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke waarden;
3. c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
4. d. recreatief medegebruik;

met de daarbij behorende:

5. e. kunstwerken zoals: bruggen, sluizen, keermuren, gemalen, duikers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
6. f. oevers, taluds en aanlegsteigers, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
7. g. nutsvoorzieningen;
8. h. overige functioneel met de bestemming Water verbonden voorzieningen;

Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen èn bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

1. a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m²;
2. b. keermuren, oeverbeschoeiingen: bouwhoogte 3 m;
3. c. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
4. d. overige kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
5. e. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
6. f. vlaggen- en lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
7. g. overig straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
8. h. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
9. i. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 4 m.

Zuiderduin, Noorderduin, Duinkop Zuid

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen - 1'

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen dan wel bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'garage', tevens voor een garage;

met de daarbij behorende:

3. c. erven;
4. d. groenvoorzieningen en water;
5. e. parkeervoorzieningen;
6. f. toegangswegen, in- en uitritten;
7. g. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen.

met dien verstande dat:

8. h. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in artikel 24.1 mag niet meer bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) dan wel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid.

onder de voorwaarde dat:

9. i. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
10. j. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld inBijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

11. k. de in lid i. en j.bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van hoofdgebouwen:

1. a. alleen gebouwd mag worden binnen het bouwvlak,
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
3. c. in afwijking van de onder b. bepaalde maximale bouwhoogte mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-afwijkende bouwhoogte' de maximale bouwhoogte van 8 meter worden overschreden tot een maximale bouwhoogte van 11 meter onder voorwaarde dat:
   1. 1. de overschrijding bij hoekwoningen maximaal 66% van de oppervlakte van het dakvlak bedraagt, en dat bij linkerhoekwoningen het hoogteaccent aan de linkerzijde van de woning wordt gerealiseerd en bij rechterhoekwoningen aan de rechterzijde van de woning;
   2. 2. de overschrijding bij tussenwoningen maximaal 70% van de oppervlakte van het dakvlak bedraagt en dat het hoogteaccent aan de achterzijde van de woning wordt gerealiseerd.

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

4. d. per bouwperceel ten hoogste 50% van de buiten het bouwvlak gelegen gronden mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken,;
5. e. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, gemeten vanuit de bouwgrens, niet meer mag bedragen dan 4 m;
6. f. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum van 5 m;
7. g. in afwijking van de onder f. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
8. h. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

9. i. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1,60 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    3. 3. op de zijdelingse perceelsgrens, grenzend aan openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
    4. 4. op de achtererfgrens, grenzend aan openbaar toegankelijk gebied tot een maximum van 50% van de kavelbreedte;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn, en
    3. 3. op meer dan 1 m van openbaar toegankelijk gebied, tenzij geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn;
12. l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 meter.

1. a. Het gebruik van ruimten in de woning (het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33% van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 24.1 onder h.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

1. a. in lid 24.1 onder i. en j.:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte;
2. b. in lid 24.1 onder k. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
3. c. in lid 24.3 onder a, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke brutovloeroppervlak van de woning en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
   1. 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

Link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen'

Stadstuinen

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis;
2. b. kantoor, inclusief ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte workshops, behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
3. c. bedrijven en dienstverlening, inclusief ondergeschikte detailhandel, behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging;
4. d. maatschappelijke voorzieningen, behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat vanBedrijfsactiviteiten - Functiemenging en voor zover het gaat om geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 25.1 onder v.;
5. e. detailhandel, met uitzondering van grootschalige detailhandel, perifere detailhandel en supermarkt;
6. f. horeca behorende tot categorie 1 en 3 van de bij de regels behorende Staat van Horeca-activiteiten;
7. g. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;
8. h. in afwijking van 25.1 onder g. is ter plaatse van de aanduiding "verkeer" een verkeersverbinding voor wegverkeer, openbaar vervoer, langzaamverkeer en bijbehorende voorzieningen, met ten hoogste 2x2 rijstroken, toegestaan waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met daarbij behorende

9. i. tuinen en erven;
10. j. verkeers-, verblijfsgebieden, en parkeervoorzieningen;
11. k. fiets- en voetpaden;
12. l. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
13. m. straatmeubilair en kunstobjecten;
14. n. groenvoorzieningen;
15. o. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
16. p. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
17. q. sportvoorzieningen, speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
18. r. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
19. s. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

20. t. de onderstaande maximale aantallen en oppervlaktes gelden:

21. u. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
22. v. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 25.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorendeBijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;

onder voorwaarde dat

23. w. een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
24. x. een omgevingsvergunning voor het bouwen ten behoeve van de andere toegestane bestemmingen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
25. y. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

26. z. de in lid w., x. en y. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 25.1 bedoelde gronden, mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen: bouwhoogte 13 m;
2. b. hoofdgebouwen ten behoeve van gestapelde woningen, bedrijven, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoor en maatschappelijke voorzieningen: bouwhoogte 21 m;
3. c. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecabestemming tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

5. e. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
6. f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
7. g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
8. h. in afwijking van de onder g. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
9. i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
12. l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,7 m;
13. m. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
14. n. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
15. o. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
16. p. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
17. q. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
18. r. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
19. s. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in 25.2 b. voor het toestaan van een hogere bouwhoogte, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en kan worden voldaan aan hetgeen in 25.1 v. is bepaald en met dien verstande dat
   1. 1. de bouwhoogte van 25% van het bestemmingsvlak maximaal 30 meter mag bedragen;
   2. 2. de bouwhoogte van 5% van het bestemmingsvlak maximaal 90 meter mag bedragen;
2. b. van het bepaalde in 25.2 onder d. voor bouwwerken ten behoeve van nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn;
3. c. van het bepaalde in 25.2 onder o. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als bedoeld in 25.1 onder a. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33 % van het gezamenlijke brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33%-regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 25.1 onder t. en u.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichtingen, munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 25.1 onder w., x. en y. :
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 25.1 onder z. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
3. c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.4 onder a 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

link naar de toelichting op de bestemming 'Wonen'

Duin

De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis;
2. b. dienstverlening, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikteworkshops;
3. c. kantoor;
4. d. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca, behorende tot en met maximaal categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging en voor zover het gaat om bouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 26.1 onder w.;
5. e. horeca behorende tot categorie 1 en 3 van de bij de regels behorende Staat van Horeca-activiteiten;
6. f. bosgebieden;
7. g. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorendeBijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;
8. h. (ondergrondse) en (on)gebouwde parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende

9. i. strand-, duin- en bosgebieden;
10. j. tuinen en erven;
11. k. voet- en fietspaden;
12. l. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
13. m. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
14. n. straatmeubilair en kunstobjecten;
15. o. groenvoorzieningen;
16. p. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
17. q. water, waterbeheer en aanlegsteigers;
18. r. speelvoorzieningen, jongeren ontmoetingsplaatsen;
19. s. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
20. t. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

21. u. de onderstaande maximale aantallen en oppervlaktes gelden:

22. v. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
23. w. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 26.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid.

onder voorwaarde dat

24. x. en omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
25. y. een omgevingsvergunning voor het bouwen ten behoeve van de andere toegestane bestemmingen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
26. z. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

27. aa. de in lid x., y. en z. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 26.1 bedoelde gronden gelden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen: 12 m;
2. b. hoofdgebouwen ten behoeve van gestapelde woningen, dienstverlening, horeca, kantoor en maatschappelijk: bouwhoogte 21 m;
3. c. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecabestemming tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

5. e. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
6. f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
7. g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
8. h. in afwijking van de onder g. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
9. i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
12. l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte 1,7 m;
13. m. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.98 peil onder c., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
14. n. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
15. o. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
16. p. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
17. q. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
18. r. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m;
19. s. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
20. t. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

1. a. van het bepaalde in 26.2 onder d. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.;
2. b. van het bepaalde in 26.2 onder p. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits het bouwwerk uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt aanvaardbaar is en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als bedoeld in 26.1 onder a. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33%-regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 26.1 onder x., y. en z.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichtingen,munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.1 onder x., y. en z..:
   1. 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.1 onder aa. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
3. c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 26.4 onder a. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Olympiakwartier West

Link naar de toelichting op de bestemming 'Woongebied'

De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis, met dien verstande dat het aantal woningen maximaal 550 mag bedragen;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', uitsluitend in de eerste bouwlaag tevens voor:
   1. 1. dienstverlening, inclusief ondergeschikte detailhandel, ondergeschikte horeca en ondergeschikteworkshops;
   2. 2. maatschappelijke voorzieningen, inclusief ondergeschikte horeca, behorende tot en met maximaal categorie B van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging en voor zover het gaat om geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder geldt bovendien het bepaalde in 27.1 onder q;
   3. 3. horeca behorende tot categorie 1 en 3 van de bij de regels behorende Staat vanHoreca-activiteiten;
3. c. de onder b genoemde voorzieningen zijn toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van maximaal 200 m² per vestiging en een totaal bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van maximaal 300 m²;
4. d. wegverkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3Geluidregeling Almere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met daarbij behorende

5. e. tuinen en erven;
6. f. voet- en fietspaden;
7. g. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
8. h. terrassen, uitstallingen en standplaatsen;
9. i. straatmeubilair, reclameobjecten en kunstobjecten;
10. j. groenvoorzieningen;
11. k. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
12. l. water, waterbeheer;
13. m. speel- en sportvoorzieningen;
14. n. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
15. o. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat

16. p. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;
17. q. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 27.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;

onder voorwaarde dat

18. r. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
19. s. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld inBijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

20. t. de in lid r. en s. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

Op de in lid 27.1 bedoelde gronden, mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving uitsluitend bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen ten behoeve van grondgebonden woningen: bouwhoogte 12 meter;
2. b. in afwijking van 27.2 onder a geldt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de daar voorgeschreven maximale bouwhoogte;
3. c. overkapte permanente terrassen zijn toegestaan voor de voorgevel van een gebouw met een horecabestemming tot een diepte van 10 m en een bouwhoogte van 6 m;
4. d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een grondgebonden woning:

5. e. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
6. f. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
7. g. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
8. h. in afwijking van de onder g. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
9. i. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

10. j. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 1 m;
11. k. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m mits:
    1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
    2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
12. l. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,7 m;
13. m. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
14. n. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
15. o. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
16. p. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m²;
17. q. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
18. r. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
19. s. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

20. t. van het bepaalde in 27.2 onder d voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
21. u. van het bepaalde in 27.2 onder o voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33 % van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33%-regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 27.1 onder r en s;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichtingen, munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

1. a. lid 27.1 onder a. voor het toestaan van meer woningen tot een maximum van 570;
2. b. lid 27.1 onder r. en s. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
3. c. lid 27.1 onder r. en s. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
4. d. lid 27.1 onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
5. e. lid 27.4 onder a. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
   1. 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Link naar de toelichting op de bestemming 'Woongebied- 4

Kreekbos Zuid

De voor 'Woongebied - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bosgebied;
2. b. water en waterbeheer;
3. c. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis, waarvoor tot maximaal 2,7 ha terrein mag worden uitgegeven;
4. d. één maatschappelijke voorziening, in de vorm van een zorginstelling waar ook wonen is toegestaan, voor zover hierdoor het uitgeefbaar terrein, als bedoeld onder 28.1 onder c. niet wordt overschreden;
5. e. wegverkeer, en langzaam verkeer, al dan niet ten behoeve van de ontsluiting van het woongebied en de verbinding met overige gebieden, voor zover er niet meer dan 2 rijstroken worden geprojecteerd, waarbij de voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid gelden;

met daarbij behorende

6. f. strand-, duin- en bosgebieden;
7. g. tuinen en erven;
8. h. voet- en fietspaden;
9. i. verkeers-, verblijfsgebieden en parkeervoorzieningen;
10. j. straatmeubilair en kunstobjecten;
11. k. groenvoorzieningen;
12. l. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
13. m. aanlegsteigers;
14. n. speelvoorzieningen;
15. o. kunstwerken en geluidwerende voorzieningen;
16. p. overige functioneel met de hiervoor genoemde bestemmingen verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

17. q. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen genoemd in 28.1 en zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde Hogere Waarden d.d. 31 augustus 2018 en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage 3 GeluidregelingAlmere Poort en Bijlage 4 Borgingsregels Geluid;

onder voorwaarde dat

18. r. een omgevingsvergunning voor het bouwen slechts wordt verleend, indien wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in Bijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;
19. s. bij het wijzigen van het bestaande, legale gebruik, waardoor de parkeerbehoefte toeneemt wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld inBijlage 1 Lijstvan parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

20. t. de in lid r. en s. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen. In geval van parkeergarages en/ of afgesloten parkeerterreinen van 20 of meer parkeerplaatsen gelden de eisen uit de NEN 2443:2013nl of een vervangende meer recente regeling ten aanzien van parkeergelegenheid.

1. a. Op de in lid 28.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

ten aanzien van gebouwen:

1. a. hoofdgebouwen: bouwhoogte 12 m;
2. b. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 3,5 m, oppervlakte van 25 m²;

ten aanzien van bijbehorende bouwwerken:

3. c. ten hoogste 50% van het erf (gronden achter en naast het hoofdgebouw, gerekend vanaf de voorgevel naar het achter- of zijerf toe) mag worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m², met dien verstande dat in ieder geval 20 m² is toegestaan;
4. d. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 4 m;
5. e. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot 4 m;
6. f. in afwijking van de onder e. bepaalde maximale bouwhoogte zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1,5 en maximaal 1,8 m (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige afscherming te plaatsen);
7. g. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

8. h. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 1 m;
9. i. overige erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte 2 m mits:
   1. 1. op een erf of perceel waarop al een gebouw staat waarmee de erf- of perceelafscheiding in functionele relatie staat,
   2. 2. achter de voorgevelrooilijn;
10. j. (aanleg)steigers: bouwhoogte van de steiger is maximaal gelijk aan het aansluitend maaiveld als bedoeld in artikel 1.100 peil onder c., de breedte is 2 m. en de oppervlakte 15 m. Op of aan de steiger mag niet gebouwd worden, met uitzondering van een transparante omheining met een bouwhoogte van 1 m;
11. k. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte 2 m;
12. l. lichtmasten: bouwhoogte 9 m;
13. m. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte 15 m;
14. n. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m²;
15. o. vlaggenmasten: bouwhoogte 10 m.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

16. p. van het bepaalde in 28.2 onder b. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.
17. q. van het bepaalde in 28.2 onder m. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

1. a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken) ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten danwel detailhandel als bedoeld in 28.1 onder a. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
   1. 1. tot 33% van het gezamenlijk brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
   2. 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m² verkoopvloeroppervlak, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1 bedoelde 33% regeling;
   3. 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 28.1 onder .r.;
   4. 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
   5. 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
   6. 6. catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.1:
   1. 1. onder r. en s., mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
   2. 2. onder t. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
   3. 3. onder r. en s. voor voor functies die niet voorkomen in Bijlage 1 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
2. b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.4 onder a, onverminderd het overig bepaalde in dat lid, om tot maximaal 50% van de gezamenlijke brutovloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits het gebruik:
   1. 1. niet leidt tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
   2. 2. geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.

De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

1. a. het transport van elektriciteit door een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150kV (kilovolt);
2. b. de bijbehorende belemmeringenstrook;
3. c. overige functioneel met de bestemming Leiding - Hoogspanning verbonden voorzieningen.

Op de als 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen, zijnde ten dienste van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.

1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding -Hoogspanning' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
   1. 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
   2. 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
   3. 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
   4. 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
   5. 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend, indien de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
3. c. Het onder29.4 a. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
   1. 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
   2. 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
   3. 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
   4. 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd, of wordt gewijzigd indien nieuwe technische inzichten, verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, veranderd of verwijderd en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

1. a. het transport van electriciteit door een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 380 kV (kilovolt);
2. b. met bijbehorende belemmeringenstrook;
3. c. overige functioneel met de dubbelbestemming verbonden voorzieningen.

Op de als 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de doeleinden in lid 30.1 gebouwen en bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m, waarbij de hoogte van de hoogspanningsmasten niet meer dan 65 m mag bedragen.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.

1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding -Hoogspanningsverbinding' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
   1. 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
   2. 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
   3. 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van hoogopgaande bomen en beplantingen;
   4. 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
   5. 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan alleen worden verleend, indien de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
3. c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
   1. 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
   2. 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
   3. 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
   4. 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
2. b. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, veranderd of verwijderd en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

1. a. een ondergrondse leiding voor het transport van gas met een diameter van ten hoogste 13 inch en een druk van ten hoogste 40 bar;
2. b. andere kabels en leidingen;
3. c. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
4. d. overige functioneel met de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' verbonden voorzieningen.

Op de als 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s). Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding -Leidingstrook' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
   1. 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
   2. 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
   3. 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
   4. 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
   5. 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a kan worden verleend, mits de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).
3. c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
   1. 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
   2. 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
   3. 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
   4. 4. zijnde graafwerkzaamheden, als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten.

1. a. Het is in ieder geval verboden de gronden te gebruiken voor de opslag van goederen.
2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
   1. 1. het opslaan van stoffen die noodzakelijk zijn voor het normale onderhoud van de gronden en de daarbij behorende voorzieningen;
   2. 2. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of handhaving van de bestemming.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' te wijzigen of te verwijderen, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven en/ of de leiding zelf is verplaatst, veranderd of verwijderd en vooraf advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden.

1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde -Archeologie 6' bouwwerken te bouwen.
2. b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
   1. 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
   2. 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 25.000 m².
3. c. Een uitzondering op het verbod zoals genoemd in lid 32.2 sub b onder 2, is niet van toepassing, als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 32.2 sub b onder 2 van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten, zoals bedoeld in lid 32.4 sub a, in terreinen op een afstand van minder dan 50 m. van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m².

1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 32.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 25.000 m².
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
   1. 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
   2. 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
   3. 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
3. c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
   1. 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
   2. 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
   3. 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
   4. 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen;

1. a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
   1. 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
   2. 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
   3. 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
   4. 4. het verlagen van het waterpeil;
   5. 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
   6. 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
   7. 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
   8. 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. kan alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat:
   1. 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
   2. 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
   3. 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
3. c. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
   1. 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
   2. 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
   3. 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
   4. 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.
4. d. Het onder a. bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
   1. 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
   2. 2. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
   3. 3. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
   4. 4. die betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
   5. 5. die worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek .

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

1. a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' te wijzigen of te verwijderen op basis van archeologischonderzoek ;
2. b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' te wijzigen in de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' voor gronden, waar door middel van archeologisch onderzoek een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:

1. a. bescherming van de waterkering;
2. b. dijken;
3. c. kaden;
4. d. dijksloten;
5. e. overige voorzieningen ten behoeve van de waterkering;

met dien verstande dat:

6. f. voor de bepaling van de begrenzing van deze gronden ten opzichte van de in het gebied aanwezige damwand een afstand van 4 meter geldt ten opzichte van deze damwand en daar waar deze afstand afwijkt en niet exact 4 meter is, een afstand van 4 meter geldt.

Op de in lid 33.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten dienste van deze bestemming.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.2 voor bebouwing ten behoeve van de samenvallende bestemmingen, mits:

1. a. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad, en;
2. b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of de belangen van de waterkering onevenredig worden geschaad alsmede over eventuele voorwaarden die in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.

1. a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming Waterstaat -Waterkering de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
   1. 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van dijken en aarden wallen;
   2. 2. het planten en verwijderen van bomen en struiken;
   3. 3. het dempen en graven van waterlopen;
   4. 4. het verwijderen en aanbrengen van verhardingen, waaronder wegen en paden.
2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. kan alleen worden verleend, indien de bescherming van de waterkering niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s);
3. c. Het onder a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden:
   1. 1. ten behoeve van de dubbelbestemming;
   2. 2. die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een verleende vergunning;
   3. 3. die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' te wijzigen of te verwijderen, indien de Keur Waterschap Zuiderzeeland en de bijbehorende Legger van het Waterschap Zuiderzeeland wordt gewijzigd en vooraf advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Tenzij op grond van Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels de mogelijkheid hiervoor al is opgenomen, mogen de bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

1. a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
   overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
2. b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken, zonnepanelen, zonnecollectoren, masten en bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

1. a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
2. b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

1. a. Op de gronden gelegen binnen dit gebied is een bestemming voor of een gebruik door een laserstraal die de vliegveiligheid kan verstoren niet toegestaan.
2. b. Het bepaalde onder a geldt niet voor zover de bestemming of het gebruik rechtmatig was op de dag vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad.

1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn geen nieuwe bouwwerken toegestaan.
2. b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 37.1 onder a. voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, indien:
   1. 1. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad en
   2. 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

Milieuzone bedrijventerrein Lagekant

vervallen, raadsbesluit 20 juni 2019

vervallen, raadsbesluit 20 juni 2019

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages)en aantallen met ten hoogste 10% met dien verstande dat dit niet geldt voor de verkoopvloeroppervlakte van een supermarkt; ;
2. b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
3. c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
4. d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
5. e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
   1. 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3 m wordt overschreden;
   2. 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot, met uitzondering van het bestemmingsvlak van een supermarkt.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Lijst van parkeernormen te wijzigen, in die zin dat:

1. a. functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven.
2. b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernorm kunnen worden toegevoegd.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Staat van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten en de Staat vanBedrijfsactiviteiten- Functiemenging horeca te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 41.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

Lid 41.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 41.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

Indien het gebruik, bedoeld in lid 41.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Lid 41.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Almere Poort Oost en Duin.

vastgesteld door de raad van de gemeente Almere op

de griffier, de voorzitter.

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst gespecificeerd voor bedrijventerreinen (max cat. 4))