Stadskanaal Kern - Hoofdkade 9
Wijzigingsplan - gemeente Stadskanaal
Vastgesteld op 27-10-2009 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
1.1 het plan:
het wijzigingsplan Stadskanaal Kern - Hoofdkade 9 van de gemeente Stadskanaal;
1.2 de verbeelding
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
1.3 aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 appartement:
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk ingerichte woon- of verblijfseenheid in een groter appartementengebouw;
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.6 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd ;
1.7 begane grond:
de bouwlaag of verdiepingsvloer van een gebouw ter hoogte van het peil ;
1.8 beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis:
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.9 bestaand:
- a. ten aanzien van bouwwerken, werken geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden:
- bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; - b. ten aanzien van het overige gebruik:
- bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
1.10 bestemmingsgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak ;
1.11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.12 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.13 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.14 bouwgrens:
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
1.15 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten ;
1.17 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.18 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.19 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.20 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.21 erf:
het binnen de (woon)bestemming gelegen gedeelte van het bouwperceel, met uitzondering van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel;
1.22 erker:
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;
1.23 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.24 gebruiksmogelijkheden:
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
1.25 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.26 kantoor:
een gebouw zonder of met een ondergeschikte publieksgerichte functie, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen dienstverlenende bedrijven en instellingen;
1.27 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; - b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.28 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.29 straat- en bebouwingsbeeld:
de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin, die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede hoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is ;
1.30 uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.31 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel daarvan die door de ligging, de situatie ter plaatse en de indeling van het gebouw het sterkst op de weg gericht is;
1.32 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.33 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.34 woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.35 woonsituatie:
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
2.1 de afstand tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens:
vanaf enig punt van een (hoofd)gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens ;
2.2 de bouwhoogte/de nokhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil c.q. de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend;
2.3 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil c.q. de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de verticale projectie van de buitenomtrek van de overkapping c.q. van de opgaande scheidingsconstructies inclusief de overstekken.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen ten hoogste 0,5 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
Artikel 3 Tuin
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
3.1 Bestemmingsomschrijving
De op de kaart voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voortuinen en zijtuinen, geen erven zijnde, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. erkers;
- c. overkappingen;
met daaraan ondergeschikt:
- d. water;
- e. groenvoorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Wonen - 3
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
4.1 Bestemmingsomschrijving
De op de kaart voor "Wonen - 3" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis zoals genoemd in bijlage 1;
- b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
- c. het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- d. tuinen en erven;
- e. verhardingen;
- f. water;
- g. groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- k. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning, afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 4.2.2 sub c en toestaan dat de voorgevel van een hoofdgebouw achter de naar de weg gekeerde bestemmingsgrens wordt gebouwd, mits:
- 1. rekening wordt gehouden met de oppervlakte, de ligging en de afmetingen van de hoofdgebouwen op de aangrenzende bouwpercelen;
- b. het bepaalde in lid 4.2.2 sub d en toestaan dat de oppervlakte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot 250 m2, mits:
- 1. het uitsluitend vrijstaande woningen betreft;
- 2. de oppervlakte van een bouwperceel en daarbij behorende tuin tenminste 800 m2 bedraagt;
- 3. een afstand tot de grens van het bouwperceel van tenminste 5 meter in acht wordt genomen, tenzij de bestaande afstand kleiner is dan 5 meter, in welk geval aan de betreffende zijde de bestaande afstand mag worden aangehouden;
- c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub h en toestaan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd c.q. dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
- d. het bepaalde in lid 4.2.4 sub b en toestaan dat antennemasten kunnen worden gebouwd tot een hoogte van 8 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
Artikel 5 Antidubbeltelregel
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
6.1 Aanvullende werking welstandscriteria
De door de kaart en de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de in artikel 12a van de Woningwet bedoelde welstandscriteria
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid
- 4. de milieusituatie
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
met omgevingsvergunning afwijken van :
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10 m, met dien verstande dat de hoogte van reclamemasten ten hoogste 6 m mag bedragen;
- e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en voor zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40 m, mits geen afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
Artikel 8 Overgangsrecht
NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
ontwerp: 27 augustus 2009
vastgesteld: 27 oktober 2009
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
Bouwwerken, welke ten tijde van de eerste ter inzage legging van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het gestelde bij of krachtens de Woningwet en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaan de afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen 2 jaar na het tenietgaan.
8.2 Afwijken
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 8.1:
- a. voor een eenmalige vergroting van de inhoud van de in lid 8.1 toegelaten bouwwerken met ten hoogste 10%;
- b. voor het geheel vernieuwen van de in lid 8.1 genoemde bouwwerken in situaties waarin geen sprake is van een calamiteit als bedoeld onder b van dat lid, indien de overschrijding van de in het plan toegestane bebouwde oppervlakte met minimaal 50% wordt verminderd, een en ander met inachtneming van de overige bouwregels.
8.3 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond ten tijde van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.
8.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Lid 8.3 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakendvan het
het wijzigingsplan "Stadskanaal Kern - Hoofdkade 9" met imro-idn NL.IMRO.0037.WZ0907-vs01
Bijlage 1 Beroeps- En Bedrijfsmatige Activiteiten Aan Huis
Bijlage 1 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis