Centrale Groenzone en Krachtenveld
Bestemmingsplan - gemeente Zeewolde
Vastgesteld op 27-09-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplanCentrale Groenzone en Krachtenveld van de gemeente Zeewolde.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0050.BPCGroenKrachtenve-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 andere geluidgevoelige gebouwen
onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kinderdagverblijven.
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.7 bebouwingspercentage:
het percentage tot waar het bouwvlak maximaal mag worden bebouwd.
1.8 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij de activiteiten in mate en omvang als bedrijfsmatig kunnen worden gekwalificeerd. Hieronder wordt tevens begrepen een nutsvoorziening.
1.9 bedrijfsgebouw:
gebouw bestemd voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten.
1.10 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.
1.11 bestaande bebouwing
de bebouwing als aanwezig ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, voor zover gerealiseerd in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(of de rechtsvoorganger daarvan) en voor zover niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, dan wel bebouwing die in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een vergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd.
1.12 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.13 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwgrens:
grens van een bouwvlak.
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.17 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.18 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan.
1.19 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal welke die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.20 bijgebouw:
een vrijstaand, dan wel aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee niet direct in verbinding staat en strekt tot een vergroting van het met de bestemming overeenstemmend (woon-)genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.21 dagrecreatie:
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij niet in overnachtingsmogelijkheden wordt voorzien.
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af-)leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.23 druiplijn:
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft.
1.24 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 horeca:
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot horecabedrijven worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.26 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.27 kantoor:
het bedrijfsmatig uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden.
1.28 internetverkoop:
specifieke vorm van detailhandel waarbij:
- a. transactie via internet tot stand komt;
- b. ter plaatse alleen opslag en distributie plaatsvinden;
- c. afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt.
1.29 maatschappelijke voorzieningen:
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of, zorg- en welzijn en/of, jeugd/kinderopvang en/of, onderwijs en/of, religie en/of, openbare dienstverlening en/of, verenigingsleven.
1.30 nutsvoorziening:
een gebouwde voorziening voor het algemeen nut.
1.31 overkapping:
een bouwwerk met een dak met maximaal twee wanden, al dan niet tot de constructie zelf behorend.
1.32 peil:
- a. indien op het land wordt gebouwd:
- 1. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de voet van het bouwwerk direct aan de weg grenst: het door of namens Burgemeester en wethouders vastgesteld peil;
- 2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de voet van het bouwwerk niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die voet van het bouwwerk bij voltooiing van de bouw.
- b. indien op of over het water wordt gebouwd: het door of namens Burgemeester en wethouder vastgestelde peil.
1.33 persoonlijke dienstverlening:
dienstverlening gericht op het persoonlijk welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals een kappersbedrijf, schoonheidssalon, pedicure en/of een (para-)medische praktijk.
1.34 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.35 publieksgerichte dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden waarbij er rechtstreeks contact is met het publiek ter plaatse van de vestigingslocatie, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf.
1.36 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke volgens het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
1.37 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch /pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
1.38 standplaatsen voor ambulante handel:
locaties op de openbare weg waar tijdelijk een kraam of wagen geplaatst mag worden voor de verkoop van goederen, spijzen, dranken of kerstbomen zoals bijvoorbeeld een viskraam, loempiawagen of bloemenstal.
1.39 tribune
bebouwing met zitplaatsen voor het publiek, eventueel in combinatie met kleedkamers in de onderbouw.
1.40 verblijfsrecreatie:
vormen van vrijetijdsbesteding waarbij tevens in overnachtingsmogelijkheden is voorzien.
1.41 voorgevel:
de naar de openbare ruimte (weg, voet-/fietspad) toegekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de openbare ruimte grenst, de als zodanig door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gevel(s).
1.42 zakelijke dienstverlening:
- a. het verlenen van diensten in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureau's en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
- b. het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Meetregels
- a. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
- b. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Ondergeschikte bouwonderdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend;
- c. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
- d. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
- e. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2 ondergeschikte bouwdelen en bestaande overschrijdingen
- a. de grenzen van het bouwblak c.q. bestemmingsvlak mogen naar de buitenzijde tot 0,50 m worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen zoals, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken;
- b. bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en de situering van de gebouwen gelden de bebouwings bepalingen, zoals die onder de bestemmingen zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit uitwerkingsplan, met dien verstande dat deze overschrijding destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', een nutsvoorziening;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangst-installatie', een zend- en ontvangst-installatie.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
- b. maximale bouwhoogte 3 meter, ter plaatse van de aanduiding 'zend- en ontvangstinstallatie', geldt een maximale bouwhoogte van 50 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Bedrijf aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor andere bedrijvigheid dan de bedrijven die in het eerste lid zijn aangeduid.
Artikel 4 Cultuur En Ontspanning
4.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor een multifunctionele ruimte met culturele en maatschappelijke voorzieningen zoals nader beschreven in lid 4.3;
- b. met de daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. Onder de in 4.1 bedoelde culturele en maatschappelijke voorzieningen worden begrepen:
- 1. atelier, creativiteitscentrum, dansschool, muziekschool, muziektheater en theater;
- 2. jeugdopvang, naschoolse opvang, openbare dienstverlening, welzijnsinstelling en verenigingsleven;
- 3. jongeren ontmoetingsplaats.
- b. bij een wijziging van het gebruik dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de parkeernormen uit de 'Notitie toepassing parkeernormen'.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van de gebruiksregels voor het toestaan van culturele en maatschappelijke voorzieningen, die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de rechtstreeks toegelaten voorzieningen.
Artikel 5 Gemengd - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten zoals nader beschreven in 5.4;
- b. zakelijke dienstverlening met een maximale bruto vloeroppervlakte van 800 m² per bedrijfsvestiging;
- c. publieksgerichte en persoonlijke dienstverlening;
- d. maatschappelijke voorzieningen;
- e. een bedrijfswoning;
- f. met de daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;
alsmede voor:
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-lijstenmakerij', een lijstenmakerij;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-caravanhandel', een caravanhandel;
met dien verstande dat:
- i. risicovolle inrichtingen niet zijn toegelaten.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van de bouwregels en:
- a. bebouwing tot in de zijdelingse perceelsgrens toestaan, mits de bebouwing aan tenminste 1 zijde op 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens is gesitueerd;
- b. een vrijstaande bedrijfswoning toestaan, mits een visuele relatie met de bedrijfsgebouwen aanwezig blijft;
- c. bedrijfsgebouwen toestaan zonder samenhang met een bedrijfswoning, mits sprake is van de splitsing van reeds bestaande bedrijfsgebouwen ten behoeve van de huisvesting van twee of meer bedrijven;
- d. binnen het bouwvlak bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan, met een bouwhoogte van maximaal 10 meter, mits het gebruik van de aangrenzende percelen daardoor niet wordt belemmerd;
- e. voor de voorgevel erfafscheidingen toestaan tot een hoogte van maximaal 2 meter, mits deze hekwerken bestaan uit een open constructie en dienen ter afsluiting van het perceel.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
- a. Onder het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in 5.1 zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- b. bij een wijziging van het gebruik dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de parkeernormen uit de 'Notitie toepassing parkeernormen';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel' is buitenopslag uitsluitend achter de voorgevel en binnen het bouwvlak toegestaan tot een maximale hoogte van 3 meter;
- d. een woning mag worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis, mits:
- 1. niet meer dan 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor wordt aangewend met een maximum van 100 m²;
- 2. het beroep- of bedrijf aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
- 3. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- 4. er geen detailhandel plaatsvindt;
- 5. per beroeps- of bedrijfsuitoefening maximaal 1 reclame- en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel is toegestaan van maximaal 0,25 meter;
- 6. er geen buitenopslag plaatsvindt.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van de gebruiksregels, en bedrijfsactiviteiten toestaan die niet zijn genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, of daarin zijn genoemd in een naast hogere categorie, maar die naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de rechtstreeks toelaatbare bedrijfsactiviteiten.
Artikel 6 Gemengd - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen:
- b. kantoren met een maximale bruto vloeroppervlakte van 800 m² per bedrijfsvestiging;
- c. publieksgerichte dienstverlening;
- d. openbare nutsvoorzieningen;
- e. met daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen (waaronder begrepen fiets- en voetpaden, toegangswegen en -paden naar percelen, water en waterberging, taluds) en/of
- b. plantsoenen en/of
- c. steigers en verhardingen en/of
- d. beplanting en/of
- e. speelvoorzieningen en/of;
- f. ontmoetingsplek;
alsmede voor:
- g. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', een evenemententerrein;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan', een natuurijsbaan;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'skeelerbaan', een skeeler en skatebaan;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - bijentuin', een bijentuin.
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels en een gebouwde ontmoetingsplek voor jongeren toestaan met een bouwhoogte van maximaal 4 meter en een inhoud van maximaal 100 m³.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' zijn evenementen toegestaan, mits ondergeschikt aan de groenfunctie en de duur van een evenement niet meer dan 21 aaneengesloten dagen per evenement bedraagt, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement.
Artikel 8 Recreatie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie met bijbehorende bebouwing en (parkeer)voorzieningen, zoals heemtuinen, bijen- of vlindertuinen, schooltuinen;
alsmede voor:
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dierenweiden', dierenweiden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen', volkstuinen.
8.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
8.3 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
De voor Recreatie aangewezen gronden mogen niet worden gebruikt voor verblijfsrecreatie zoals kamperen.
Artikel 9 Sport
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport- en speelvelden, met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen zoals parkeren en verkeer, clubgebouwen, kantines, bergingen, ballenvangers, lichtmasten, tribunes en dug-outs;
- b. 'het medegebruik van de sportaccommodatie door maatschappelijke voorzieningen' zoals buitenschoolse opvang;
alsmede voor:
- c. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', een sporthal.
9.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat buiten het bouwvlak tribunes zijn toegestaan tot een maximale oppervlakte van 250 m² en een maximale bouwhoogte van 5 meter, en dug-outs;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag de hoeveelheid bebouwing binnen het bouwvlak, het aangeduide percentage niet overschrijden;
- c. ter plaatse van de aanduiding ''maximale bouwhoogte' mag de aangeduide hoogte niet worden overschreden;
- d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
bouwwerk geen gebouw | maximale bouwhoogte |
vlaggenmasten | 8 meter |
lichtmasten | 20 meter |
andere verlichting | 5 meter |
sportvoorzieningen (ballenvangers e.d.) | 8 meter |
andere bouwwerken geen gebouwen kleiner dan 1 m² | 12 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen | 4 meter |
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels, voor:
- a. het bouwen van bergingen buiten het bouwvlak tot een maximale oppervlakte van 50 m² en een maximale bouwhoogte van 3 meter.
- b. het bouwen van tribunes buiten het bouwvlak met een maximaal oppervlak van 500 m² en een maximale bouwhoogte van 7 meter.
Artikel 10 Verkeer - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, straten, paden, parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde (zoals bruggen), water en groenvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de tot Verkeer - 1 bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 10 meter mag bedragen.
Artikel 11 Verkeer - 2
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten, paden, en pleinen met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie, parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden, bermen, beplanting en straatmeubilair, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde (zoals bruggen), water en groenvoorzieningen;
alsmede voor;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-standplaats ambulante handel', een standplaats voor ambulante handel;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - recycling' containers voor inzameling van papier.
11.2 Bouwregels
Op de tot bestemde Verkeer - 2 ronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 9 meter mag bedragen.
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen;
- b. waterhuishouding (waaronder begrepen groene en/of natuurlijke oevers en groen);
- c. en de daarbij behorende oeververbindingen, duikers, kunstwerken en andere voorzieningen.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels
Op de voor Water aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.
Artikel 13 Leiding - Gas
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding met de daarbij behorende beschermingszone, waarbij de bestemming Leiding - Gas voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
13.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het verbod in 13.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de gasleiding en de leidingbeheerder daarover heeft geadviseerd.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Waarde - Archeologie - 3
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming heeft voorrang op de andere daar voorkomende dubbelbestemming(en).
14.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan op de volgende wijze te wijzigen:
- a. de bestemming Waarde - Archeologie - 3 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
- b. de aanduiding 'archeologische waarden' toe te voegen wanneer uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse sprake is van grond die op grond van de Monumentenwet moeten worden beschermd.
Artikel 15 Waarde - Archeologie - 4
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie - 4 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden;
Deze bestemming heeft voorrang op de andere daar voorkomende dubbelbestemming(en).
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan op de volgende wijze te wijzigen:
- a. de bestemming Waarde-Archeologie 4 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, indien op basis van een archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
- b. de aanduiding 'archeologische waarden' toe te voegen wanneer uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse sprake is van grond die op grond van de Monumentenwet moeten worden beschermd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 16 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 17 Algemene Bouwregels
17.1 Ondergeschikte bouwonderdelen
De grenzen van het bebouwingsvlak en/of de bestemmingsgrens mogen naar de buitenzijde tot 0,50 meter worden overschreden door ondergeschikte bouwonderdelen zoals, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken, lichtkoepels.
17.2 Bestaande en afwijkende maatvoering/situering
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bebouwingsbepalingen zoals die onder de bestemmingen zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze bestond ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingplan, met dien verstande dat deze overschrijding destijds in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet is gerealiseerd.
Artikel 18 Algemene Gebruiksregels
18.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep en bedrijfs-uitoefening aan huis;
- c. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
- d. prostitutie;
- e. andere doeleinden dan waarvoor het bevoegd gezag een besluit tot afwijking hebben verleend;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de parkeernormen overeenkomstig de bijlage 'Notitie toepassing parkeernormen'.
18.2 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 onder f, indien in de nabije omgeving voldoende parkeerplaatsen zijn of kunnen worden gerealiseerd, overeenkomstig de regels ten aanzien van parkeren zoals opgenomen in de bijlage 'Notitie toepassing parkeernormen'.
18.3 Uitsluiten aanvullende werking bouwverordening voor parkeren
De voorschriften van de bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren, artikel 2.5.30, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2 van de Woningwet buiten toepassing.
Artikel 19 Algemene Aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg' zijn geen nieuwe 'andere geluidgevoelige gebouwen' toegestaan, zoals beschreven in artikel 1.5 van deze regels.
Artikel 20 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig artikel 2.12 sub 1 onder a onder 1°, van de Wabo afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding:
- a. ten aanzien van de voorgeschreven bouw- en goothoogte en het voorgeschreven bebouwingspercentage, danwel oppervlak, met dien verstande dat de afwijkingen niet meer dan 10% bedragen van de in de regels genoemde, danwel op de afbeelding aangegeven afmetingen en/of percentages;
- b. ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor openbare en semi openbare diensten, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toilletgebouwtjes en de naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes met dien verstande dat:
- 1. de inhoud ten hoogste bedraagt 100 m3;
- 2. de hoogte niet meer bedraagt dan 4 meter;
- c. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak en/of de bestemmingsgrens naar de buitenzijde wordt overschreden door bouwwerken zoals (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel en kroonlijsten en overstekende daken, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
- d. voor het bouwen van sculpturen en andere kunstzinnige bouwwerken tot een hoogte van 15 meter.
Artikel 21 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden met de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' gedeeltelijk te wijzigen in die zin dat daarbinnen de uitoefening van buitensporten wordt toegestaan, mits niet meer dan 600 m² bebouwing ten behoeve van deze sportdoeleinden wordt opgericht, met een maximale bouwhoogte van 4 meter.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 22 Overgangsrecht
22.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
22.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Artikel 23 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplanCentrale Groenzone en Krachtenveld
van de gemeente Zeewolde.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Berekening Geluid Wegverkeer
Bijlage 1 Berekening geluid wegverkeer
Bijlage 2 Externe Veiligheid
Bijlage 3 Verantwoording Groepsrisico
Bijlage 3 Verantwoording groepsrisico