KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Tuin
Artikel 5 Verkeer - 1
Artikel 6 Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Wet- En Regelgeving
1.3 Opbouw Toelichting
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Hoofdstuk 3 Gebiedsvisie
3.1 Huidige Situatie In Het Plangebied
3.2 Toekomstige Situatie
3.3 Beeldkwaliteit
Hoofdstuk 4 Milieu En Omgevingsaspecten
4.1 Waterparagraaf
4.2 Wegverkeerslawaai
Hoofdstuk 5 Planbeschrijving
5.1 Opzet
5.2 Groen
5.3 Tuin
5.4 Verkeer - 1
5.5 Water
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijven Aan Huis
Bijlage 2 Parkeernormen

Polderwijk - Noord (woonarken Ossenkampweg fase 1)

Uitwerkingsplan - gemeente Zeewolde

Ontwerp op 28-07-2014 - in voorbereiding

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan:

het uitwerkingsplan Polderwijk - Noord (woonarken Ossenkampweg fase 1) van de gemeente Zeewolde;

1.2 aanbouw / uitbouw:

een aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee direct in verbinding staat en strekt tot vergroting van met de bestemming overeenstemmend (woon)genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.3 aan-huis-verbonden beroep:

het uitoefenen van een beroep aan huis of de beroepsmatige verlening van diensten aan huis op administratief, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen terrein - prostitutie uitgezonderd -waarbij de aard en omvang van de beroepsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.7 bebouwingspercentage:

een ter plaatse of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.8 bedrijfsuitoefening aan huis:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het uitoefenen van een kleinschalig en/of ambachtelijk bedrijf aan huis, zoals opgenomen in Bijlage 1, waarbij de aard en omvang van de beroepsuitoefening met de woonfunctie verenigbaar is;

1.9 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsplan:

het bestemmingsplan 'Polderwijk - Noord' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0050.BPPolderwijkNoord-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.13 bijgebouw:

een vrijstaand, dan wel aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat daarmee niet in verbinding staat en strekt tot vergroting van met de bestemming overeenstemmend (woon)genot van dat hoofdgebouw en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.16 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.17 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.20 carport:

een overkapping bedoeld als stallingsruimte voor auto's;

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.22 druiplijn:

de lijn die van onderen het dak begrenst;

1.23 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.24 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.25 kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.26 overkapping:

een bouwwerk met maximaal 2 wanden, al dan niet tot de constructie zelf behorend;

1.27 peil:

  1. a. indien op land wordt gebouwd:
    1. 1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de door of namens het bevoegd gezag vastgestelde hoogte;
    2. 2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  2. b. indien op of over het water wordt gebouwd: het door of namens het bevoegd gezag vastgestelde peil

1.28 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.29 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.30 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.31 woning of wooneenheid:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en/of bestemd voor de huisvesting van één huishouden.

1.32 woonark:

een zich op het water bevindend bouwwerk met een plaatsgebonden karakter en dat dient als woning, niet zijnde een woonboot.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de diepte van een bouwwerk:

loodrecht vanaf de buitenzijde van de naar de weg gekeerde gevel;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk:

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. in- en uitritten;
  4. d. openbare nutsvoorzieningen;
  5. e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. f. bermen en beplanting;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. voortuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonarken;
  2. b. in- en uitritten;
  3. c. openbare nutsvoorzieningen;
  4. d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. e. bermen en beplanting;

met de daarbijbehorende:

  1. f. bijgebouwen en overkappingen;
  2. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen loopbruggen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – loopbrug'.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Verkeer - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en pleinen;
  2. b. b. voet- en rijwielpaden;

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;

  1. c. parkeervoorzieningen;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. openbare nutsvoorzieningen;
  4. f. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen en waterpartijen;
  2. b. oevers, wallen en kades;
  3. c. bermen en beplanting;
  4. d. woonarken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – woonark';
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen:
    1. 1. loopbruggen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – loopbrug';
    2. 2. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden anders dan ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, tenzij:
    1. 1. het gebruik uitsluitend is toegestaan aan de bewoner(s) van de woning;
    2. 2. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
    3. 3. er geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
    4. 4. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, met dien verstande dat ten hoogste 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woonark tot een maximum van 50 m² mag worden aangewend ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep;
    5. 5. per bedrijfsuitoefening één reclame- en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel is toegestaan van ten hoogste 0,5 m²;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en/of kappersbedrijven;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  5. e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.3 sub b en toestaan dat de gebouwen worden gebruikt ten behoeve van bedrijfsuitoefening aan huis welke zijn genoemd in bijlage 1, met dien verstande dat:

  1. a. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woonark, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;
  2. b. de bedrijfsuitoefening aan huis uitsluitend is toegestaan aan de bewoner(s) van de woonark;
  3. c. er geen afbreuk mag worden gedaan aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
  4. d. het gebruik geen onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
  5. e. per bedrijfsuitoefening één reclame- en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel is toegestaan van ten hoogste 0,5 m²;
  6. f. detailhandelsactiviteiten niet zijn toegestaan, met uitzondering van productiegebonden detailhandel.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Ondergeschikte bouwdelen

De grenzen van het bouwvlak en/of de bestemmingsgrens mogen naar de buitenzijde tot 0,50 meter worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen zoals, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken.

8.2 Bestaande afwijkingen

Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte, oppervlakte of afstand tot een ander gebouw of een grenslijn in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte, oppervlakte of afstand, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosie gevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
  2. b. het gebruik van een bijgebouw voor zelfstandige bewoning;
  3. c. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor een aan huis verbonden beroep en bedrijfsuitoefening aan huis;
  4. d. het gebruik of laten gebruiken van de gebouwen voor een seksinrichting;
  5. e. prostitutie;
  6. f. andere doeleinden dan waarvoor het bevoegd gezag een omgevingsvergunning heeft verleend;
  7. g. het gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de parkeernormen overeenkomstig bijlage 3 (Notitie toepassing parkeernormen).

9.2 Afwijken van de gebruiksregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 sub g in die zin dat de gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt in strijd met de parkeernormen zoals opgenomen in bijlage 3 mits in de nabije omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn of kunnen worden gerealiseerd, overeenkomstig de regels ten aanzien van parkeren zoals opgenomen in bijlage 2.

Artikel 10 Overige Regels

10.1 Uitsluiten aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening (onderwerpen van stedenbouwkundige aard) met betrekking tot parkeren, artikel 2.5.30 blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
  3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

Regels deel uitmakende van het

Uitwerkingsplan Polderwijk - Noord (woonarken Ossenkampweg fase 1),

van de gemeente Zeewolde.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

Burgemeester en Wethouders d.d. ...... 2014.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de noordzijde van Zeewolde wordt de wijk Polderwijk gerealiseerd. In de Polderwijk is ruimte voor ongeveer 2.950 woningen. De woonwijk wordt gefaseerd gerealiseerd. Ten behoeve hiervan is het bestemmingsplan “Polderwijk” (2004) opgesteld waarin de woonwijk via een uitwerkingsregeling kan worden ontwikkeld. Inmiddels is het eerste deel, het Parkkwartier, nagenoeg ontwikkeld.

Voor de nog te ontwikkelen delen (delen van het Bergkwartier, Waterkwartier en Havenkwartier) zijn de uitgangspunten door nieuwe stedenbouwkundige inzichten gewijzigd. Deze passen niet meer binnen de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Polderwijk. Om die reden is op 26 april 2012 het bestemmingsplan "Polderwijk - Noord" vastgesteld. Ook dit bestemmingsplan kent een uit te werken bestemming (Gemengd) waarbinnen met inachtneming van de uitwerkingsregels (gefaseerde) woningbouw mag plaatsvinden.

Dit uitwerkingsplan maakt de ontwikkeling van een zevental woonarken mogelijk aan de Ossenkampweg. Deze ontwikkeling past binnen de uitwerkingsregels, zoals die in het bestemmingsplan Polderwijk - Noord zijn opgenomen. Het voorliggende uitwerkingsplan voorziet in een concrete planologische regeling voor de beoogde 'woningbouw'.

1.2 Wet- En Regelgeving

In het onderhavige uitwerkingsplan wordt ervan uitgegaan dat er sprake is van het realiseren van woonarken die als bouwwerk zijn aan te merken en dus omgevingsvergunningplichtig zijn. Uit de meest recente jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (16 april 2014, 201306684/1/A1) blijkt dat een woonark onder de definitie ‘bouwwerk’ valt als deze is bedoeld om ter plaatse als woning te functioneren. Niet bepalend is hoe de verbondenheid fysiek is vormgegeven, maar doorslaggevend is dat een woonark is bedoeld om ter plaatse als woning te functioneren.

Het gaat hier om woonarken die bedoeld zijn om als (plaatsgebonden) woning te functioneren en er dus sprake is van een bouwwerk.

1.3 Opbouw Toelichting

De juridisch-planologische regeling van dit uitwerkingsplan wordt in de navolgende hoofdstukken nader toegelicht en gemotiveerd. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 een korte toelichting gegeven op het beleidskader voor het waterwonen. In hoofdstuk 3 komt het plan aan de orde en het beeldkwaliteitskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de voor het plangebied relevante milieu- en omgevingsaspecten besproken. Hoofdstuk 5 beschrijft de juridische aspecten van het uitwerkingsplan en in hoofdstuk 6 tot slot wordt een weergave gegeven van de economische uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Het beleid voor het waterwonen in Zeewolde is vertaald in de op 26 november 2013 vastgestelde nota Waterwonen in Zeewolde - Beleidskader voor woonvormen op het water. In deze notitie komt het beleid aan de orde voor alle vormen van wonen op het water (woonboot, woonark of watervilla).

In deze notitie is aangegeven dat op basis van de Structuurvisie Zeewolde 2022 en de Stedenbouwkundige uitwerking Polderwijk (december 2012) de locatie Ossenkampweg in aanmerking komt voor deze vorm van wonen. Beleidsuitgangspunt is dat de waterwoningen op deze locatie aan de buitenkant van de vaarroute worden gesitueerd. Hierdoor krijgen ze een landschappelijke ligging aan de dorpsrand. Voor de openheid van deze rand is een 6-tal clusters met in totaal 21 waterwoningen uitgangspunt.

Verder wordt beleid gehanteerd dat er een rustig beeld moet ontstaan waarbij de vorm en beleving van de hoofdwatergang bepalend is. De waterwoningen dienen buiten de watergang in aparte aanleghavens te liggen en is zodanig gepositioneerd dat zicht op de polder beleefbaar blijft. Door de verdeling van de ligplaatsen is variatie tussen woonboten en woonarken of watervilla’s geen bezwaar. De rietzones langs de oevers zijn beeldbepalend en moeten in stand gehouden worden.

Uit het volgende hoofdstuk zal blijken dat het onderhavige initiatief past binnen voornoemde beleidsuitgangspunten. Het ontwikkelen van 7 woonarken voorziet in de eerste fase van het ingezette beleid voor waterwoningen aan de Ossenkampweg.

Hoofdstuk 3 Gebiedsvisie

3.1 Huidige Situatie In Het Plangebied

Het plangebied maakt op dit moment deel uit van het polderlandschap van zuidelijk Flevoland en is in gebruik als landbouwgrond ten behoeve van akkerbouw. Aan de noordwestzijde van het plangebied loopt de Ossenkampweg, een smalle landbouwweg. Langs deze weg bevinden zich verschillende akkerbouwbedrijven. De waterhuishouding in het plangebied maakt deel uit van het poldersysteem. Het huidige maaiveld ligt tussen de -3,00 en -3,50 NAP. Het zomerpeil van het Wolderwijd ligt op dit moment op circa -0,10 NAP

Figuur 1 geeft de ligging van Polderwijk met daarbinnen het grotendeels gerealiseerde Parkkwartier weer. Het gebied waarop de voorliggende uitwerkingsbevoegdheid betrekking heeft, ligt ten noordwesten van de Waterlinie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0050.UPWoonarkenfase1-ON01_0001.jpg"

Figuur 1. Luchtfoto van het plangebied

3.2 Toekomstige Situatie

Met dit uitwerkingsplan wordt de realisatie van 7 woonarken aan de Ossenkampweg mogelijk gemaakt. De 7 kavels worden in een tweetal clusters aan de Blauwe Diamant ontwikkeld, waarbij de kavels worden ontsloten vanaf de Ossenkampweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0050.UPWoonarkenfase1-ON01_0002.png"

Figuur 2. Toekomstige situatie

De Ossenkampweg behoudt de huidige functie voor de ontsluiting van het buitengebied en wordt de ontsluitingsroute voor de noordwestelijke woonbuurten (circa 500 woningen) in het Waterkwartier via de aan de oostzijde gelegen bestaande brug.

3.3 Beeldkwaliteit

Voor de locatie aan de Ossenkampweg wordt door de karakteristiek van de kavels en beeldkwaliteit van de bebouwing gestreefd naar een rustig in het landschap van de dorpsrand ingepast beeld.

Voor de kavels zijn de vorm en beleving van de hoofdwatergang van de Blauwe Diamant (verbinding tussen Wolderwijd en de Hoge Vaart) uitgangspunt. De kavels en de ligplaatsen voor de woonarken liggen buiten de bevaarbare profiel van de Blauwe Diamant in aparte ‘woon’-havens. Door deze positie blijft het profiel van de Blauwe Diamant vrij van bebouwing. Door de clustering van de kavels in twee ‘woon’-havens blijven het zicht op en beleefbaarheid van het buitengebied behouden.

Uitgangspunt is om in één cluster vier woonarken te realiseren met een oppervlakte van maximaal 144 m² (18 x 8), waarbij de onderlinge afstand minimaal 4 meter moet zijn. De drie oostelijk gelegen kavels voor woonarken staan iets ruimere woonarken toe, tot maximaal 160 m² (20 x 8) met eveneens een onderlinge afstand (5 meter).

Binnen de kavels is ruimte voor aanleggelegenheid en de ten behoeve daarvan te realiseren gebouwde constructies (steigers, vlonders).

Gezien de ligging in de dorpsrand en de vorm van de kavels, is uitgangspunt dat de woonarken een heldere hoofdvorm van een rechthoek of een samenstelling van meerdere hoekige vormen krijgen in 1 tot maximaal 1,5 bouwlaag. De afdekking kan plat zijn, een kap een flauwe helling hebben of lichte ronding zijn die de rechthoekige hoofdvorm versterken.

Bij elke woonark wordt kleinschalige oeverbebouwing toegestaan (30 m² per kavel). De oeverbebouwing dient als bijgebouw voor opslag, berging en stalling bij de woonarken. De bebouwing dient in samenhang (detaillering, kleur en materiaalgebruik) met de woonarken worden vormgegeven. (rechthoekige hoofdvorm met een platte afdekking, flauwe kap of ronding).

Kleur- en materiaalgebruik

De boventoon van het kleur- en materiaalgebruik dient te bestaan uit natuurlijke materialen en kleuren, grijstinten en zwart.

Inrichting kavel (land)

Voor de inrichting van het perceel op de wal dient rekening te worden gehouden met:

  • erfafscheidingen in vorm van beplanting en hagen, geen gebouwde erfafscheidingen;
  • parkeren op eigen terrein voor minimaal 2 auto’s.

Hoofdstuk 4 Milieu En Omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke manier rekening is gehouden met de milieu- en omgevingsaspecten die in het uitwerkingsplan een rol spelen. Het gaat hierbij om het minimaliseren van de invloeden vanuit het plangebied op de omgeving en omgekeerd. Met betrekking tot de milieu- en omgevingsaspecten in het plangebied, zijn de aspecten water en wegverkeerslawaai nader toegelicht. Voor de overige aspecten wordt verwezen naar de bestemmingsplannen Polderwijk (2004) en Polderwijk - Noord (2012).

4.1 Waterparagraaf

Dit plan is een uitwerking van het bestemmingsplan "Polderwijk - Noord". Waterhuishoudkundig zijn er geen wijzigingen ten opzichte van dat bestemmingsplan. Er is dan ook geen uitgebreid onderzoek gedaan. Deze paragraaf is gebaseerd op de het bestemmingsplan Polderwijk. In deze paragraaf zijn alleen de voor dit uitwerkingsplan relevante en specifieke "water"-zaken beschreven.

Op elk ruimtelijk plan is de watertoets van toepassing zoals beschreven in het rapport "De watertoets toegepast in Flevoland", van 3 september 2003 en in het rapport "Waterkader" van januari 2007 van waterschap Zuiderzeeland. Het plangebied maakt deel uit van het bestemmingsplan Polderwijk - Noord, waarvoor in kader van die procedure een watertoets is gevoerd.

Het plangebied heeft een bruto oppervlak van circa 17.400 m², waarbinnen 7.000 m2 water aanwezig is. 4.000 m2 betreft het tracé van de bestaande weg. 4.600 m2 betreft een groenzone tussen de weg en de kavels. Het overig deel (circa 1.800 m2) is oever waar deels oeverbebouwing kan plaatsvinden en dus verhard kan worden (parkeren en bergingen). De eventuele verharding op de oever wordt voldoende gecompenseerd met de aanleg van het water ten behoeve van de ligplaatsen. Dit past binnen de watertoets die is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan.

Het uitwerkingsplan wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.

4.2 Wegverkeerslawaai

Voor de realisering van de woonarken is de geluidsbelasting vanwege de Ossenkampweg van belang. De Ossenkampweg heeft de huidige functie voor de ontsluiting van het buitengebied en wordt uiteindelijk de ontsluitingsroute voor de noordwestelijke woonbuurten (circa 500 woningen) in het Waterkwartier via de aan de oostzijde gelegen bestaande brug.

In het kader van de planMER die is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan Polderwijk - Noord is geluidsonderzoek verricht. In dat kader is de geluidsbelasting voor een aantal wegen in beeld gebracht voor het jaar 2021 (plansituatie). De overige wegen, waaronder de Ossenkampweg, zullen deel uitmaken van een 30 km-zone en vanwege de relatief lage verkeersintensiteit slechts een beperkte geluidsbelasting kennen. Nader onderzoek naar deze wegen is, zoals uit de planMER, blijkt, niet aan de orde.

Het uitwerkingsplan wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving

5.1 Opzet

Dit uitwerkingsplan bestaat uit een nadere uitwerking van de regels en de bestemmingen van het vigerende bestemmingsplan Polderwijk - Noord. In het plan voor Polderwijk is een uitwerkingsplicht ex artikel 3.6, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening opgenomen om de bestemming “Gemengd - Uit te werken" (artikel 7) binnen de in het betreffende artikel genoemde uitwerkingsregels uit te werken. De gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden die in dit uitwerkingsplan zijn opgenomen, passen binnen de kaders die in het bestemmingsplan Polderwijk - Noord zijn bepaald.

5.2 Groen

De bestemming 'Groen' is gelegd op het openbare deel van het gebied dat is gelegen tussen de Ossenkampweg en de woonkavels. Deze bestemming fungeert als overgang tussen het bebouwde en onbebouwde gebied. Binnen deze bestemming zijn voet- en fietspaden mogelijk en is mede voorzien in de realisering van de toegangen naar de kavels afzonderlijk).

5.3 Tuin

De bestemming “Tuin” is gelegd op de tuinen op de oever, behorende bij de woonarken. Binnen deze bestemming wordt in beperkte mate oeverbebouwing ten behoeve van de woonarken toegestaan. Binnen deze bestemming zijn eveneens de gestelde eisen ten aanzien van het parkeren (2 per woonkavel) vertaald in een gebruiksregeling.

Gelet op de voorwaarden in het beeldkwaliteitskader is de bouwhoogte van bijvoorbeeld erf- en terreinafscheidingen beperkt tot hetgeen vergunningvrij mogelijk is (maximaal 1 meter hoog).

5.4 Verkeer - 1

De bestemming 'Verkeer - 1' heeft betrekking op de Ossenkampweg die voornamelijk een ontsluitingsfunctie heeft voor het buitengebied. Tevens wordt dit de ontsluitingsroute voor de noordwestelijke woonbuurten in het Waterkwartier.

5.5 Water

De insteekhaven ten behoeve van de aanlegplaatsen voor de woonarken is als "Water" bestemd. Voor het gebied waar de woonarken met de daarbijbehorende steigers e.d. mogen komen te liggen, zijn specifieke aanduidingen opgenomen. De bouw- en gebruiksregels zijn zoveel mogelijk afgestemd op het wenselijke beeldkwaliteitskader. (zie paragraaf 3.3). Dit heeft zich vertaald in een maximale oppervlakte per woonark en een aantal hoogtebepalingen. Ook wordt de openheid gegarandeerd door een minimale onderlinge afstand die tussen de 'gebouwen' moet worden aangehouden.

Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid

Polderwijk heeft sinds 2004 een vastgestelde grondexploitatie. Deze grondexploitatie wordt minimaal eens in de 2 jaar geactualiseerd. De laatste actualisatie heeft plaats gevonden in 2013. Het resultaat is positief en in het bestemmingsplan Polderwijk - Noord is de verwachting uitgesproken dat het resultaat positief zal blijven.

De gemeente bezit alle grond van de nog uit te werken delen van het plangebied. Alle te maken kosten in het plangebied worden verhaald door de verkoop van de bouwkavels. Met de grondexploitatie is de economische uitvoerbaarheid van de nog uit te werken en realiseren bestemmingen aangetoond.

Gelet op het feit dat de grond voor de te ontwikkelen locaties in eigendom is van de gemeente, is het niet verplicht een exploitatieplan te koppelen aan de vaststelling van dit uitwerkingsplan, omdat het kostenverhaal anderszins verzekerd is.

Bijlage 1 Lijst Van Bedrijven Aan Huis

Bijlage 1 Lijst van bedrijven aan huis

Bijlage 2 Parkeernormen

Bijlage 2 Parkeernormen