KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 4 Detailhandel - Supermarkt
Artikel 5 Gemengd
Artikel 6 Groen
Artikel 7 Horeca
Artikel 8 Verkeer
Artikel 9 Verkeer - Parkeren
Artikel 10 Verkeer - Railverkeer
Artikel 11 Verkeer - Verblijf
Artikel 12 Water
Artikel 13 Water - Haven
Artikel 14 Wonen
Artikel 15 Wonen - Woongebouw
Artikel 16 Wonen - Uit Te Werken
Artikel 17 Waarde - Archeologie
Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorisch En Ruimtelijk Waardevol Gebied
Artikel 19 Waterstaat - Waterkering
Artikel 20 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 22 Algemene Bouwregels
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 25 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
Artikel 27 Slotregel
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Verschillen Nieuw En Geldend Bestemmingsplan
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 3 Toelichting Bij Aanwijzingsbesluit Beschermd Stadsgezicht
Bijlage 4 Reactienota
Bijlage 5 Raadsstukken Vaststelling

Bestemmingsplan Harlingen - Havenkwartier

Bestemmingsplan - Gemeente Harlingen

Vastgesteld op 13-02-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Harlingen - Havenkwartier van de gemeente Harlingen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0072.HAVENKWARTIER-GV01 met de bijbehorende regels en bijlage;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aangebouwd bijgebouw:

een aan het hoofdgebouw aangebouwd gebouw, behorende bij dat (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;

1.6 autonoom nachthorecabedrijf:

een horecabedrijf dat vooral is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt, zoals bars, bar-dancings, discotheken en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.8 bebouwingspercentage:

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.9 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijgebouw:

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.16 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.17 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.20 complementaire daghoreca:

een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, lunch- en tearooms, en naar de aard en openingstijd daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.22 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:

een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een prostitutiebedrijf;

1.23 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.24 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

1.26 gevellijn:

de als zodanig aangegeven bouwgrens waarin gebouwd moet worden;

1.27 hoofdgebouw:

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.28 horecabedrijf en/of -instelling:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.29 hotel:

een horecabedrijf waar tegen vergoeding, naast logies ook maaltijden en dranken kunnen worden verstrekt;

1.30 kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

1.31 kantoor:

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of naar aard gelijk te stellen gebied;

1.32 kunstwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.33 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.34 normaal onderhoud:

het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;

1.35 nutsvoorziening:

een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.36 ondergronds:

beneden peil;

1.37 peil:

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.38 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.39 prostitutiebedrjjf:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht.

Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksclub, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.40 recreatieve bewoning:

de bewoning die plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.41 rijstrook:

een strook behorende bij een (hoofd)weg, niet zijnde ventwegen, rijwielpaden, voetpaden en daarmee gelijk te stellen wegen en paden;

1.42 risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.43 supermarkt:

een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel in voedings- en genotmiddelen;

1.44 vrij beroep:

het beroep van: accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect, assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandarts, tandartsspecialist, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige, dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroep, dat, in combinatie met de woonfunctie als hoofdfunctie, kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) dat is (die zijn) bestemd voor het wonen;

1.45 vrijstaand bijgebouw:

een vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en qua afmetingen ondergeschikt aan dat (hoofd)gebouw;

1.46 vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

1.47 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.48 woongebouw:

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.49 woonhuis:

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.50 woonschip:

een zich in het water bevindend, hoofdzakelijk niet voor varen maar voor wonen bedoeld object.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsvoorziening

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van nutsvoorziening;

met de daarbijbehorende:

  1. b. erven en terreinen;
  2. c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 4 Detailhandel - Supermarkt

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Supermarkt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van supermarkten;

met de daarbijbehorende:

  1. b. nutsvoorzieningen;
  2. c. tuinen, erven en terreinen;
  3. d. parkeervoorzieningen;
  4. e. groenvoorzieningen;
  5. f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan supermarkten.

Artikel 5 Gemengd

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen;
  2. b. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. maatschappelijke voorzieningen;
    2. 2. kantoren;
    3. 3. dienstverlenende bedrijven en/of een dienstverlenende instellingen;
    4. 4. bedrijven, genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, vuurwerkbedrijven en/of risicovolle inrichtingen;
    5. 5. horecabedrijven, niet zijnde autonome nachthorecabedrijven, ter plaatse van de aanduiding "horeca";
    6. 6. cafés, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - café";
    7. 7. bakkerijen, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca en/of detailhandel, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bakkerij;
  3. c. bijgebouwen bij woonhuizen;
  4. d. gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. e. nutsvoorzieningen;
  2. f. (ontsluitings)wegen, straten en paden;
  3. g. terrassen;
  4. h. parkeervoorzieningen;
  5. i. speelvoorzieningen;
  6. j. waterlopen en waterpartijen;
  7. k. groenvoorzieningen;
  8. l. tuinen, erven en terreinen;
  9. m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de sociale veiligheid;
  3. c. de verkeersveiligheid; en
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bakkerij";
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "horeca" of "specifieke vorm van bedrijf - café";
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 5.4 sub c in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    1. 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2 maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
    2. 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, vuurwerkbedrijven en/of risicovolle inrichtingen betreft.

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermen en beplanting;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. waterlopen en waterpartijen;

met de daarbijbehorende:

  1. e. nutsvoorzieningen;
  2. f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een goede milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 7 Horeca

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. een hotel, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - hotel";
    2. 2. een restaurant en/of hotel, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - restaurant en hotel";
    3. 3. een poffertjeskraam, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - poffertjeskraam";

waarbij, ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”, de instandhouding van de karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd;

met de daarbijbehorende:

  1. b. nutsvoorzieningen;
  2. c. (ontsluitings)wegen, straten en paden;
  3. d. parkeervoorzieningen;
  4. e. waterlopen en waterpartijen;
  5. f. groenvoorzieningen;
  6. g. terreinen en verhardingen;
  7. h. sloten, bermen en beplanting;
  8. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 7.2.2 sub b in die zin dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 25,00 m.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gebouwen als (bedrijfs)woning;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - poffertjeskraam" het gebruik van gronden en bouwwerken voor andere horecagelegenheden dan een poffertjeskraam.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 7.5 sub c in die zin dat ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van horeca - poffertjeskraam" de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor complementaire daghoreca.

7.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. geluidwerende voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. e. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. nutsvoorzieningen;
    2. 2. de bediening van kunstwerken;
  2. f. nutsvoorzieningen;
  3. g. groenvoorzieningen;
  4. h. waterlopen;
  5. i. bermen en beplanting;
  6. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 8.4 in die zin dat wordt afgeweken van het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel, mits hierdoor geen wezenlijke verslechtering van de geluidssituatie optreedt.

Artikel 9 Verkeer - Parkeren

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. parkeervoorzieningen;
  2. b. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel";

met de daarbijbehorende:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. groenvoorziening;
  4. f. speelvoorzieningen;
  5. g. terreinen en verhardingen;
  6. h. sloten, bermen en beplanting;
  7. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de sociale veiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 10 Verkeer - Railverkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. voetpaden;
  4. d. gebouwen ten behoeve van wachtruimten;

met de daarbijbehorende:

  1. e. nutsvoorzieningen;
  2. f. terreinen en verhardingen;
  3. g. sloten, bermen en beplanting;
  4. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de sociale veiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 11 Verkeer - Verblijf

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. straten en paden;
  2. b. gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken;

met de daarbijbehorende:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. parkeervoorzieningen;
  4. f. speelvoorzieningen;
  5. g. terreinen en verhardingen;
  6. h. sloten, bermen en beplanting;
  7. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de sociale veiligheid; en
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. grachten;
  2. b. aanleggelegenheid;

met de daarbijbehorende:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. kaden en oeverstroken;
  3. e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de sociale veiligheid;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van steigers;
  2. b. het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor woonschepen.

Artikel 13 Water - Haven

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Haven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. een jachthaven;
  3. c. bedrijfshaven;

met de daarbijbehorende:

  1. d. nutsvoorzieningen;
  2. e. kaden en oevers;
  3. f. aanlegsteigers;
  4. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een brug ter plaatse van de aanduiding "brug".

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de sociale veiligheid; en
  3. c. de cultuurhistorische waarden;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

13.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor woonschepen;
  2. b. het gebruik van de gronden voor meer dan 250 ligplaatsen.

13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een vrij beroep;
  2. b. woongebouwen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - woongebouw";
  3. c. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. kantoren, ter plaatse van de aanduiding "kantoor";
    2. 2. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk";
    3. 3. een fysiotherapiepraktijk, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding "praktijkruimte";
    4. 4. autostalling voorzover het de eerste bouwlaag betreft, een kookclub en huiswerkbegeleiding, ter plaatse van de aanduiding "gemengd";
  4. d. bijgebouwen;
  5. e. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduidingen 'onderdoorgang';

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. woonstraten en paden;
  2. g. parkeervoorzieningen;
  3. h. nutsvoorzieningen;
  4. i. waterlopen en waterpartijen;
  5. j. groenvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. k. terreinen en verhardingen;
  2. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de woonsituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

14.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 14.2.2 sub d in die zin dat de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens wordt verkleind tot ten minste 2,00 m;
  2. b. het bepaalde in lid 14.2.3 sub c en d in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per hoofdgebouw ten behoeve van de woonfunctie wordt vergroot tot 60 m², mits:
    1. 1. aantoonbaar is dat het gebruik van de uitbreiding voor langere termijn gekoppeld blijft aan de woonfunctie;
    2. 2. er sprake is van een situatie waarin de gewenste uitbreiding van een hoofdgebouw afgewezen moet worden gelet op het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. het bepaalde in lid 14.2.3 sub c en d in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen per hoofdgebouw wordt vergroot tot 100 m², mits:
    1. 1. de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep, met dien verstande dat het om een bedrijfstechnische of bedrijfseconomische noodzaak tot uitbreiding gaat.

14.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met een vrij beroep, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
    1. 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen op een perceel;
    2. 2. meer bedraagt dan 50 m²;
  2. b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
  3. c. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.

Artikel 15 Wonen - Woongebouw

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    1. 1. een vrij beroep;
    2. 2. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "parkeergarage";

met de daarbijbehorende:

  1. b. wegen en paden;
  2. c. groenvoorzieningen;
  3. d. parkeervoorzieningen;
  4. e. speelvoorzieningen;
  5. f. terreinen en verhardingen;
  6. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de woonsituatie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de milieusituatie; en
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van woningen in combinatie met een vrij beroep, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
    1. 1. meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning;
    2. 2. meer bedraagt dan 50 m².

Artikel 16 Wonen - Uit Te Werken

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van:
    1. 1. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een vrij beroep;
    2. 2. zorgwoningen dan wel woningen in combinatie met zorg op afstand/afroep;
  2. b. bijgebouwen;
  3. c. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  1. e. woonstraten en paden;
  2. f. parkeervoorzieningen;
  3. g. nutsvoorzieningen;
  4. h. waterlopen en waterpartijen;
  5. i. groenvoorzieningen;
  6. j. speelvoorzieningen;
  7. k. terreinen en verhardingen;
  8. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16.2 Uitwerkingsregels

16.3 Bouwregels

16.4 Afwijken van de bouwregels

Bij de in lid 16.2 bedoelde uitwerking kunnen Burgemeester en Wethouders binnen de grenzen van de bestemming en de uitwerkingsregels, afwijkingsregels opnemen ten aanzien van in het uitwerkingsplan opgenomen bouw- en gebruiksregels.

Artikel 17 Waarde - Archeologie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

17.2 Bouwregels

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorisch En Ruimtelijk Waardevol Gebied

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch en ruimtelijk waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende (bestemming)en, mede bestemd voor:

  • het behoud, herstel en de uitbouw van de cultuurhistorische, archeologische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden;

mits vooraf advies wordt ingewonnen van de monumentencommissie.

18.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 18.2 sub a onder 1 en 2 in die zin dat de breedte van de in de gevellijn gebouwde gevel wordt vergroot tot respectievelijk 15,00 en 20,00 m, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de monumentencommissie;
  2. b. het bepaalde in lid 18.2 sub a onder 3 in die zin dat een gebouw wordt voorzien van een plat dak, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de monumentencommissie;
  3. c. het bepaalde in lid 18.2 sub onder 4 in die zin dat de breedte van de gevelopeningen groter dan of gelijk is aan de hoogte daarvan, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de monumentencommissie.

18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

18.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 19 Waterstaat - Waterkering

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. werken ten behoeve van de waterkering;
  2. b. recreatief medegebruik;

met de daarbijbehorende:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. terreinen en verhardingen;
  4. f. water;
  5. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de waterkerende functie;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • een reserveringsstrook ten behoeve van de zeewering.

20.2 Bouwregels

de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken, zullen uitsluitend worden gebouwd, indien:

  1. a. dit geen onomkeerbare belemmering oplevert voor de versterking van de zeewering; en
  2. b. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende waterkeringbeheerder.

20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 21 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 22 Algemene Bouwregels

22.1 Aanvullende werking welstandscriteria

De door in het bestemmingsplan geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken, kan nader worden ingevuld door de in artikel 12a van de Woningwet bedoelde welstandscriteria.

22.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen mogen in afwijking van het plan en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
  2. b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.

Artikel 23 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  2. b. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
  3. c. het storten van puin en afvalstoffen;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
  5. e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkerende functie, het bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits:
    1. 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast bij incidentele gevallen, waarbij het om bouwtechnische redenen en/of redenen van doelmatigheid noodzakelijk wordt geacht en aantoonbaar is, dat in geringe mate van de gegeven maten moet worden afgeweken;
  2. b. de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 25,00 m;
  6. f. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10 m² zal bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;
  7. g. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak in die zin dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    1. 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
    2. 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
    3. 3. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m

overschrijdend.

Artikel 25 Overige Regels

25.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  5. e. de ruimte tussen bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 26 Overgangsrecht

26.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

26.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 27 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

Bestemmingsplan Harlingen - Havenkwartier,

van de gemeente Harlingen.

Behorend bij het besluit van 13 februari 2013.

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Verschillen Nieuw En Geldend Bestemmingsplan

Bijlage 1 Verschillen nieuw en geldend bestemmingsplan

Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek

Bijlage 3 Toelichting Bij Aanwijzingsbesluit Beschermd Stadsgezicht

Bijlage 3 Toelichting bij aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht

Bijlage 4 Reactienota

Bijlage 4 Reactienota

Bijlage 5 Raadsstukken Vaststelling

Bijlage 5 Raadsstukken vaststelling