In deze regels wordt verstaan onder:

het Partiële herziening beheersverordeningen gemeente Harlingen met identificatienummer NL.IMRO.0072.PHBVHarlingen- VA01 van de gemeente Harlingen;

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

Deze beheersverordening is van toepassing op de beheersverordeningen, zoals opgenomen in onderstaande tabel.

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Aan de beheersverordeningen die zijn opgenomen in de eerste kolom van onderstaande tabel wordt een nieuw artikel toegevoegd, welke is opgenomen in de tweede kolom, met de tekst zoals opgenomen in lid 5.2.

Artikel: Overige regels

Voldoende parkeergelegenheid

1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
2. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.

1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
3. c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.

Deze verordening wordt aangehaald als:

Regels van de Partiële herziening beheersverordeningen gemeente Harlingen.

Behorend bij het besluit van 21 februari 2018.

De laatste tijd heeft zich een aantal landelijke en lokale ontwikkelingen voorgedaan waarbij bleek dat de huidige beheersverordeningen in de gemeente Harlingen niet helemaal meer voldoen qua regeling. Het is mogelijk om beheersverordeningen op één of meerdere punten te wijzigen zodat ze weer zijn voorzien van een goede regeling. Dit kan in de vorm van een partiële herziening, waarbij op een aantal onderdelen de beheersverordeningen worden aangepast. Omdat de regeling de beheersverordening op slechts een aantal onderdelen herziet, wordt het een partiële herziening genoemd.

Tegelijkertijd worden voor dezelfde onderwerpen ook een aantal bestemmingsplannen in één keer herzien. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor een groot aantal bestemmingsplannen wordt het een paraplubestemmingsplan genoemd.

Dat parapluplan heeft hetzelfde doel, maar kan juridisch gezien geen deel uitmaken van een herziening van beheersverordeningen, omdat het gaat om verschillende ruimtelijke instrumenten met elk een eigen procedure.

Deze juridisch-planologische regeling voorziet in een partiële herziening van een drietal beheersverordeningen voor de onderwerpen die zijn opgenomen in paragraaf 1.2 en uitgewerkt in hoofdstuk 2.

Deze partiële herziening herziet een drietal beheersverordeningen op de volgende onderwerpen:

1. 1. de parkeerbepalingen (zie paragraaf 2.1)
2. 2. het uitsluiten van het bedrijfsmatig stallen / parkeren van auto's (zie paragraaf 2.2).

De beheersverordeningen waarop deze partiële herziening betrekking heeft, zijn opgenomen in de toepassingsbepaling van artikel 2 van de regels.

Hoofdstuk 2 bevat de toelichting op de te herziene onderdelen van de betreffende beheersverordeningen. In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd op welke wijze de juridische regeling in elkaar zit en ten slotte wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

Eind 2014 is de Woningwet gewijzigd waarbij is bepaald dat een groot deel van de bouwverordening uiterlijk op 1 juli 2018 van rechtswege komt te vervallen. Het gaat dan onder andere om de stedenbouwkundige bepalingen waaronder de parkeernormbepaling. Vóór 1 juli 2018 moeten alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen op dit onderdeel zijn aangepast. Er kan dan niet meer verwezen worden naar stedenbouwkundige bepalingen. Dit geldt met name voor de parkeernormen.

In alle bestemmingsplannen en beheersverordeningen van de gemeente Harlingen moet hiervoor dan ook een bepaling worden opgenomen. Vanaf begin 2015 gebeurt dit al bij alle nieuwe bestemmingsplannen en beheersverordeningen maar omdat vóór 1 juli 2018 niet alle plannen zijn herzien moet dus in elk bestemmingsplan en elke beheersverordening het parkeerbeleid worden geregeld.

Om uitvoering te geven aan het door de gemeenteraad vastgestelde Nota Parkeerbeleid Harlingen 2016 is het noodzakelijk dat niet alleen het bedrijfsmatig stallen, maar ook het bedrijfsmatig gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het (langdurig) parkeren van auto's wordt geweerd. Deze nota stelt als doel om groepen eilandbezoekers/toeristen/evenementen op de juiste wijze te faciliteren waarbij de overlast voor de omgeving tot een minimum beperkt wordt. Het parkeren voor deze doelgroep moet aan de noordzijde van het Van Harinxmakanaal plaatsvinden en het eilandparkeren moet zoveel mogelijk op één locatie geconcentreerd worden, zoals in de huidige situatie aan de Harlingerstraatweg het geval is. Om de overlast in de rest van de gemeente tot het minimum te beperken, worden geen mogelijkheden geboden voor nieuwe autostallingsbedrijven c.q. parkeerbedrijven. De voorliggende partiële herziening voorziet in een regeling hiervoor. In een aantal bestemmingsplannen en beheersverordeningen is voor het beperken van autostallingen al een regeling opgenomen maar met deze partiële herziening en het paraplubestemmingsplan wordt de regeling gemeentebreed qua planologisch regime en omschrijving van autostallingen gelijk getrokken. Voor de bestaande c.q. vergunde autostallingsbedrijven is, voor zover ze niet onder het overgangsrecht vallen, een uitzonderingsregeling opgesteld.

Deze partiële herziening bevat een aantal artikelen waarin de twee onderwerpen als het ware worden ingepast in de geldende regelingen. Omdat de regeling de beheersverordening op slechts een aantal onderdelen herziet, wordt het een partiële herziening genoemd.

Per onderwerp is een bepaling opgenomen op welke wijze de regeling in de betreffende beheersverordening is verwerkt en welke beheersverordeningen en artikelen c.q. leden en/of subleden zijn aangepast, toegevoegd of geschrapt.

In artikel 2 is een toepassingsbepaling opgenomen waarin is bepaald welke beheersverordeningen worden herzien. Zoals in paragraaf 1.1 ook al is aangegeven, worden de voor de gemeente Harlingen geldende bestemmingsplannen op dezelfde onderwerpen herzien.

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. Volgens de gemeentelijke inspraakverordening is gelegenheid geboden tot inspraak. De beheersverordening is daarna door de gemeenteraad op 21 februari 2018 ongewijzigd vastgesteld. Hierop is hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kan geen bezwaar of beroep worden aangetekend.