bestemmingsplan Abe Lenstra stadion
Bestemmingsplan - Gemeente Heerenveen
Vastgesteld op 28-03-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1 plan:
het bestemmingsplan Abe Lenstrastadion van de gemeente Heerenveen;
2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0074.BPNALenstrastadion-VG01 met de bijbehorende regels;
3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5 amusementshal:
een bedrijf gericht op de exploitatie van speel- en gokapparatuur, zoals een flipperkasten- en fruitautomatenhal, een snookergelegenheid of een casino;
6 autonoom nachthorecabedrijf:
een horecabedrijf dat vooral is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van dranken aan op het bedrijf zelf afkomende bezoekers, zoals een bar-dancing, een discotheek en een naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
8 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van ruimtes binnen een gebouw ten behoeve van een in het bestemmingsplan benoemde vorm van gebruik;
9 besloten feest:
een niet-openbare samenkomst van personen;
10 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
11 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
12 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
13 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
14 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
15 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
16 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
17 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
18 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
19 café:
een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende de dag en een hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt;
20 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
21 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
22 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
23 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
24 horecabedrijf en/of instelling:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie c.q. prostitutie;
25 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
26 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
27 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
28 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
29 persoonlijke dienstverlening:
dienstverlening gericht op het persoonlijk welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals een kappersbedrijf en/of een schoonheidssalon;
30 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
31 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. doeleinden van sport en recreatie;
- 2. sociaal / medische doeleinden;
- 3. onderwijsdoeleinden;
- 4. persoonlijke dienstverlening;
- 5. culturele doeleinden;
- 6. congressen, beurzen, besloten feesten en vergelijkbare bijeenkomsten;
- 7. kantoren ten behoeve van en ondergeschikt aan de in sub a onder 1,2, 3, 4 en 5 genoemde doeleinden;
- 8. horecadoeleinden ten behoeve van en ondergeschikt aan de in sub a onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 genoemde doeleinden, niet zijnde autonome nachthorecabedrijven;
- 9. zelfstandige restaurants;
- 10. detailhandel ten behoeve van en ondergeschikt aan de in sub a onder 1 en 2 genoemde doeleinden;
- 11. geautomatiseerde gegevensverwerking;
met de daarbijbehorende:
- b. terreinen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. waterlopen en waterpartijen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.2.2 sub b in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 20,00 m.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van detailhandel zoals bedoeld in lid 3.1 sub a onder 10;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel ten behoeve van en ondergeschikt aan doeleinden van sport en recreatie, over een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 350 m²;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel ten behoeve van en ondergeschikt aan sociaal-medische doeleinden, over een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 300 m²;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, met uitzondering van horeca zoals bedoeld in lid 3.1 sub a onder 8 en 9;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige restaurants, over een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 750 m²;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van kantoren over een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 7500 m²;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van cafés die niet ten dienste staan van de in lid 3.1. sub 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 genoemde doeleinden;
- h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van amusementshallen;
- i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geautomatiseerde gegevensverwerking met een gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 1500 m².
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en fietspaden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water(lopen);
- e. uitstekende bouwlagen, behorende bij de binnen de bestemming 'Gemengd' gebouwde gebouwen, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitstekende bouwlagen';
met de daarbijbehorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonstraten;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
- f. bruggen, dammen en/of duikers en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. gebouwen ten behoeve van een trappenhuis en/of een liftschacht, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - trappenhuis';
- j. uitstekende bouwlagen, behorende bij de binnen de aangrenzende bestemming 'Gemengd' gebouwde gebouwen, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitstekende bouwlagen';
met de daarbijbehorende:
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van de toegankelijkheid van de openbare ruimte, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het plan en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- b. het storten van puin en/of afvalstoffen;
- c. de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- e. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de inhouds- en oppervlaktematen voor de hoofdgebouwen;
- b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- c. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
- 1. deze vergroting niet meer dan 10 m² per plaatselijke verhoging zal bedragen;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak zal bedragen;
- 3. de vergroting leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geenbouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.2 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Abe Lenstrastadion,
van de gemeente Heerenveen.
Behorend bij het besluit van 28 maart 2011
Bijlage 1 Verkeer En Parkeren
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 3 Onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 4 Onderzoek Externe Veiligheid Sportstad Heerenveen
Bijlage 4 Onderzoek externe veiligheid Sportstad Heerenveen
Bijlage 5 Aanvullend Onderzoek Externe Veiligheid Abe Lenstrastadion
Bijlage 5 Aanvullend onderzoek externe veiligheid Abe Lenstrastadion
Bijlage 6 Risicoberekening Gasunie Sportstad Heerenveen
Bijlage 6 Risicoberekening Gasunie Sportstad Heerenveen
Bijlage 7 Risicoberekening Gasunie Abe Lenstrastadion
Bijlage 7 Risicoberekening Gasunie Abe Lenstrastadion
Bijlage 8 Advies Van De Brandweer Sportstad Heerenveen
Bijlage 8 Advies van de brandweer Sportstad Heerenveen
Bijlage 9 Advies Van De Brandweer Abe Lenstrastadion
Bijlage 9 Advies van de brandweer Abe Lenstrastadion
Bijlage 10 Ecologisch Onderzoek
Bijlage 10 Ecologisch onderzoek
Bijlage 11 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 11 Archeologisch onderzoek