Bestemmingsplan Sinnebuorren te Akkrum
Bestemmingsplan - gemeente Heerenveen
Vastgesteld op 23-03-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
1.2 bestemmingsplan:
1.3 aanduiding:
1.4 aanduidingsgrens:
1.5 aan-huis-verbonden beroep:
1.6 bebouwing:
1.7 bestemmingsgrens:
1.8 bestemmingsvlak:
1.9 bijbehorend bouwwerk:
1.10 bouwen:
1.11 bouwgrens:
1.12 bouwperceel:
1.13 bouwperceelgrens:
1.14 bouwvlak:
1.15 bouwwerk:
1.16 dak:
1.17 detailhandel:
1.18 erotisch getinte vermaaksfunctie:
1.19 gebouw:
1.20 hoofdgebouw:
1.21 huishouding:
1.22 kampeermiddel:
1.23 kap:
1.24 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
1.25 mantelzorg:
1.26 nutsvoorzieningen:
1.27 overkapping:
1.28 peil:
1.29 prostitutie:
1.30 seksinrichting:
1.31 wooneenheid:
1.1 plan:
het Bestemmingsplan Sinnebuorren te Akkrum met identificatienummer NL.IMRO.0074.BPSbuorrenAkkrum-VG01 van de gemeente Heerenveen;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep:
een in debijlage genoemd beroep, dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de beroepsuitoefening aan huis gebonden medewerker en dat is gericht op het verlenen van diensten;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.8 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.9 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.10 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.11 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.12 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.13 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.14 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.15 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.16 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.17 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.18 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.19 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.20 hoofdgebouw:
een of meer gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.21 huishouding:
een zelfstandig persoon, dan wel samenwonend persoon of personen die in een zekere continue samenstelling met elkaar wonen en binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen zoals keuken, sanitaire voorzieningen en entree, én tussen wie een zekere mate van verbondenheid bestaat;
1.22 kampeermiddel:
tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens of voertuigen, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.23 kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
1.24 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in de bijlagegenoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan de bedrijvigheid bij woningen gebonden medewerker;
1.25 mantelzorg:
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak,
1.26 nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.27 overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
1.28 peil:
-
indien op het land wordt gebouwd:
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd:
-
de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.29 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
1.30 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.31 wooneenheid:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.2 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
3.3 Nadere eisen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen;
-
speelvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
-
tuinen en erven;
-
wegen en paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
sloten en bermen;
-
nutsvoorzieningen,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen en overkappingen
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
4.3 Nadere eisen
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ontsluitingswegen;
-
paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
met daaraan ondergeschikt:
-
tuinen en erven;
-
groenvoorzieningen;
-
sloten en bermen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen.
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen en overkappingen
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
5.3 Nadere eisen
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woonstraten;
-
paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
bruggen, dammen en/of duikers, en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
met daaraan ondergeschikt:
-
tuinen en erven;
-
groenvoorzieningen;
-
sloten en bermen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor een verkooppunt van motorbrandstoffen.
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
6.3 Nadere eisen
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijken
6.4.2 Toetsingscriteria
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Afwijken
6.6.2 Toetsingscriteria
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
-
een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
-
tuinen, erven en terreinen;
-
bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
en de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde,
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
sloten en bermen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
-
detailhandel;
-
recreatieve bewoning;
-
een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
-
het gebruik van de gronden voor meer dan één wooneenheid per bouwperceel.
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Wonen - Uit Te Werken
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Uitwerkingsregels
7.3 Bouwregels
7.3.1 Hoofdgebouwen
7.3.2 Bijbehorende bouwwerken en overkappingen
7.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
7.3.4 Bijzondere regel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woongebouwen en woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
-
tuinen, erven en terreinen;
-
bijbehorende bouwwerken en overkappingen;
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
met daaraan ondergeschikt:
-
wegen en paden;
-
parkeervoorzieningen;
-
groenvoorzieningen;
-
sloten en bermen;
-
speelvoorzieningen;
-
nutsvoorzieningen.
7.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en Wethouders werken, overeenkomstig artikel 3.6. lid 1. sub b. van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 7.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
-
er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
-
er zal geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan mogelijke archeologische en ecologische waarden;
-
er dient voldaan te worden aan de normen met betrekking tot externe veiligheid;
-
er dient voldaan te worden aan de normen met betrekking tot de Wet geluidhinder;
-
er zullen ten hoogste 32 wooneenheden worden gebouwd;
-
bij de uitwerking kunnen Burgemeester en wethouders binnen de grenzen van de bestemming en de uitwerkingsregels afwijkingsregels opnemen ten aanzien van in het uitwerkingsplan opgenomen bouw- en gebruiksregels.
7.3 Bouwregels
Artikel 8 Waarde - Archeologie
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
8.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen:
-
het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
-
het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
-
het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
-
het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
8.3.2 Het bepaalde in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
-
in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie;
-
niet dieper gaan dan 0,40 m beneden het maaiveld.
8.3.3 De in lid 8.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
8.3.4 Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin, naar het oordeel van het bevoegd gezag:
-
de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld, en:
-
in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
8.3.5 Indien uit het in lid 8.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
-
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
-
de verplichting tot het doen van opgravingen;
-
de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
8.3.6 Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de vergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 8.3.5, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de verbeelding en de bestemmingen in deze regels, uitsluitend worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
-
de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
-
de hoogte van erkers, serres, entreeportalen e.d. niet meer bedraagt dan 4,00 m;
-
de breedte van erkers, serres, entreeportalen in een gevel niet meer bedraagt dan 40 % van die gevel;
-
andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 meter.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
-
het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
-
het storten van puin en/of afval;
-
de stalling en/of opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar-, en/of vliegtuigen;
-
het kennelijk ten verkoop stallen en opslaan van bruikbare en niet aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar en/of vliegtuigen anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten verkoop;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
-
de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10 m;
-
de bestemmingsregels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
-
deze vergroting niet meer dan 10 m² per plaatselijke verhoging zal bedragen;
-
de gezamenlijke oppervlakte van de verhogingen ten hoogste 50% van het dakvlak zal bedragen;
-
de verhoging leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 125% van de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
-
Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
regels van het Bestemmingsplan Sinnebuorren te Akkrum.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de herstructurering van het woongebied Sinnebuorren in Akkrum. Het gebied is weergegeven op de kaart voorafgaand aan deze toelichting. | LIGGING VAN HET PLANGEBIED | |
De voormalige gemeente Boarnsterhim heeft reeds geruime tijd gewerkt aan plannen voor het gebied Sinnebuorren. De economische crisis van de afgelopen jaren en, als gevolg daarvan, de perikelen op de woningmarkt, hebben echter ook gevolgen gehad voor de ontwikkeling van Sinnebuorren. Eind 2013 is daarom een nieuwe start met het project gemaakt. Hierbij zijn de financiële randvoorwaarden en het woningbouwprogramma aangepast aan het realisme van de huidige tijd. Per 1 januari 2014 maakt Akkrum deel uit van de gemeente Heerenveen. Begin 2014 is daarom gestart met het opstellen van een (nieuw) stedenbouwkundig plan. De ambitie, om van Sinnebuorren een mooie, frisse buurt met een prettig woonklimaat te maken, staat nog steeds voorop, echter wel binnen de kaders ‘sober en doelmatig en duurzaam’. | VOORGESCHIEDENIS EN DOEL VAN HET PLAN | |
Het geldende bestemmingsplan is het plan Akkrum – Nes, dat sinds 9 februari 2011 onherroepelijk is. | VIGERENDE BESTEMMINGSPLAN | |
Deze toelichting is vormgegeven als een “toelichting nieuwe stijl”. Dit houdt in ‘to the point’, kort en bondig en waarbij zo veel mogelijk wordt verwezen naar de bron. Via een link zijn de specialistische rapporten, zoals beleidsstukken en milieukundige verantwoordingen ontsloten. | TOELICHTING NIEUWE STIJL | |
Na dit hoofdstuk is in hoofdstuk 2 de planbeschrijving gegeven met een verwijzing naar het ”Deelproject Herontwikkeling Akkrum Sinnebuorren Stedenbouwkundig plan”. Vervolgens is in hoofdstuk 3 het relevante beleid aangegeven met de verwijzingen naar de bronnen. In hoofdstuk 4 worden de diverse omgevingsaspecten opgesomd, met een koppeling naar de betreffende onderzoeksrapporten. Een juridische beschrijving van het plan is gegeven in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de diverse bestemmingen. Ten slotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. | LEESWIJZER |
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Aan de zuidwestzijde van Akkrum, in het buurtje tussen de Trigreppel en de Ulbe Twijnstrawei, zal de komende jaren grootschalige herstructurering plaatsvinden. De straat Sinnebuorren is het hart van dit buurtje. Stapsgewijs zullen ruim 100 woningen worden gesloopt en vervangen door een kleine 100 nieuwe woningen. Daarbij wordt ook het openbaar gebied aangepakt. In veel straten wordt de riolering vervangen en de straat heringericht. Het deel van de huurwoningen dat reeds eerder is gerenoveerd, blijft bestaan. Het project Sinnebuorren wordt ontwikkeld in samenwerking tussen woningcorporatie Elkien en de Gemeente Heerenveen. | DE BEOOGDE ONTWIKKELING | |
De herontwikkeling van het buurtje rond de Sinnebuorren hangt samen met de realisatie van de zogenaamde Randweg. Momenteel is de route via de Buorren, door het (historisch) centrum van Akkrum, de enige route voor doorgaand verkeer. Doel van de randweg is het ontlasten van deze route van met name doorgaand vrachtverkeer en landbouwverkeer. De Randweg wordt in principe aangelegd op het tracé van de huidige Ulbe Twijnstrawei. Hiermee past de Randweg binnen de kaders van het geldende bestemmingsplan Akkrum-Nes en valt buiten het onderhavige bestemmingsplangebied. | SAMENHANG MET DEELPROJECT RANDWEG | |
De gemeente Heerenveen heeft de analyse van het plangebied Sinnebuorren in Akkrum, de uitgangspunten voor het plan en de uitwerking daarvan vastgelegd in het rapport ”Deelproject Herontwikkeling Akkrum Sinnebuorren Stedenbouwkundig plan”. Het deelrapport heeft ter inzage gelegen, de binnengekomen reacties zijn beoordeeld en verwerkt, vervolgens is het plan vastgesteld door de raad, zodat het de status van beleidsstuk heeft. | STEDENBOUWKUNDIG PLAN | |
Dit bestemmingsplan maakt de in het stedenbouwkundig plan opgenomen ruimtelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk. Voor het gebied is tevens een beeldkwaliteitsplanopgesteld, dat tegelijk met het bestemmingsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. | BESTEMMINGSPLAN EN BEELDKWALITEITSPLAN |
Hoofdstuk 3 Beleid
Het plan voor herstructurering van het plangebied is getoetst aan een aantal beleidsstukken:
| ||
Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid. De herstructurering van een woongebied zoals in Akkrum hoort niet bij de focus van het rijk. | CONCLUSIE RIJKSBELEID | |
Die onderwerpen die de provincie “van provinciaal belang” acht, zijn opgenomen in het Streekplan, dat in de verordening is vertaald naar regels. In de verordening worden “bestaand stedelijk gebied” en “landelijk gebied” onderscheiden. Op de kaarten ‘Begrenzing bestaand stedelijk gebied’ zijn voor de Friese kernen de grenzen van het bestaand stedelijk gebied aangegeven. Behalve de aangegeven gebieden wordt tot bestaand stedelijk gebied ook gerekend de gebieden die daaraan grenzen en sinds 1 januari 2010 zijn opgenomen in een onherroepelijk ruimtelijk plan voor nieuwe stedelijke functies. Het plangebied ligt binnen het bestaand stedelijk gebied en komt daarmee overeen met het provinciale beleid. De beoogde appartementen vallen buiten de invloedsfeer van de vaarwegenverordening van de Provincie, waardoor er geen beperkingen uit voortkomen. | CONCLUSIE PROVINCIAAL BELEID | |
Het plangebied ligt in het bestemmingsplan Akkrum-Nes van de voormalige gemeente Boarnsterhim en is voorzien van een wijzigingsbevoegdheid I. De gronden binnen de wijzigingsgrens kunnen worden gewijzigd in de bestemmingen Wonen, Woongebouw, Tuin, Groen, Verkeer en/of Water. De gemeente Heerenveen kiest er voor om een nieuw bestemmingsplan op te stellen, zodat de systematiek overeenkomt met de andere plannen binnen de gemeente. Ook heeft een bestemmingsplan in juridische zin een grotere toekomstwaarde dan een wijzigingsplan. Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, is het rapport “Deelproject Herontwikkeling Akkrum Sinnebuorren Stedenbouwkundig plan” door de raad van de gemeente Heerenveen vastgesteld en daarmee een beleidsstuk. Dit stuk is de basis van het onderhavige bestemmingsplan. Voor het plangebied is eveneens een beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat tegelijk met het bestemmingsplan ter vaststelling aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Dit bestemmingsplan past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid. | CONCLUSIE GEMEENTELIJK BELEID |
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
Om duidelijk te maken dat een plan uitvoerbaar is, moet volgens de wet een aantal onderzoeken worden uitgevoerd. Op 11 maart 2014 is door de gemeente Heerenveen een milieuadvies opgesteld. In dit advies zijn de aspecten geluid, lucht (fijn stof, stikstofoxide, stof, geur), externe veiligheid, bodem, licht en straling beoordeeld. Op 4 augustus 2014 heeft de gemeente Heerenveen een wateradvies opgesteld, dat op 4 september in een korte email positief is beoordeeld door Wetterskip Fryslân. In aanvulling op het milieuadvies zijn de volgende separate onderzoeken uitgevoerd:
Om de uitvoerbaarheid van het plan te waarborgen, zijn de volgende maatregelen nodig: | ||
Binnen de wettelijke geluidszone van het industrieterrein Spikerboor dient voor de nieuwbouwwoningen en appartementen (al dan niet na gebruikmaking van de uitwerkingsregels) een hogere waarde te worden vastgesteld. Op basis van de vast te stellen hogere waarde van 55 dB(A) zijn verder geen extra maatregelen nodig in het kader van industrielawaai om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van het bouwbesluit. | VASTSTELLEN HOGERE GELUIDSWAARDE | |
Uit het Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek komt naar voren dat voor een deel van het plangebied een nader onderzoek noodzakelijk is. Voorts wordt opgemerkt dat heien gewoonlijk is vrijgesteld van archeologisch onderzoek omdat slechts een gering percentage van de bodem wordt verstoord. Bij vindplaatsen genieten schroefpalen de voorkeur, omdat die eruit kunnen worden geschroefd, wat de bodem minder verstoord dan heipalen uittrekken. Uit het Waarderend Archeologisch Veldonderzoek komt naar voren dat bij huisnummers Sinnebuorren 10, 11, 12 en 13 een terp ligt. De terp heeft een doorsnede van circa vijftig meter, waardoor sprake lijkt van een huisterp. De top van de terplaag is aangetroffen op dieptes tussen 45 en 115 centimeter beneden maaiveld. Gezien de vondsten lijkt de terp bewoond te zijn geweest tijdens zowel de periode late ijzertijd tot midden romeinse tijd als tijdens de middeleeuwen. Van het grootste deel van de terp lijkt de terpzool nog aanwezig. Geadviseerd wordt om ter plaatse van de terp geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan 40 centimeter beneden maaiveld. Op delen waar toch diepere ingrepen nodig zijn, wordt geadviseerd nader archeologisch onderzoek te plegen. Geadviseerd wordt verder ter plaatse van het braakliggende terrein zuidwestelijk van de weg Sinnebuorren nader onderzoek uit te voeren met behulp van proefsleuven. Ter plaatse van de rest van de terp waar de straat, huizen en leidingen liggen, is een proefsleufonderzoek niet mogelijk. Als daar eventueel graafwerk gepland is, wordt geadviseerd dit te laten uitvoeren onder archeologische begeleiding. Er is inmiddels opdracht gegeven voor een proefsleuvenonderzoek. | UITVOEREN NADER ONDERZOEK ARCHEOLOGIE | |
Voor het plangebied is ecologisch onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat in het plangebied huismussen, vleermuizen (gewone en ruige dwergvleermuizen, laatvliegers) en gierzwaluwen voorkomen. Voor deze soorten wordt bij de herstructurering van Sinnebuorren volgens een soortenstandaard gewerkt, behalve voor de laatvlieger. Voor deze laatste soort wordt ontheffing ingevolge de Flora- en faunawet aangevraagd. Waarschijnlijk huizen in bomen in of nabij het plangebied ransuilen. Door het slopen van de nabij gelegen huizen zal de nestplaats vermoedelijk niet worden aangetast. Wel kan er verstoring van de nestplaats optreden. Door het dichte bladerdak is de exacte nestplaats niet vastgesteld. In de wintermaanden wordt dit nader onderzocht. Na het vaststellen van de exacte nestlocatie worden, indien nodig, te nemen maatregelen bepaald. | UITKOMST ECOLOGISCH ONDERZOEK | |
De m.e.r.-beoordeling houdt in dat nagegaan moet worden of er activiteiten plaatsvinden die negatieve effecten op het milieu kunnen hebben. De grond-slag hiervoor is enerzijds het Besluit m.e.r. en anderzijds de hiervoor aangegeven milieuonderzoeken. De herstructurering overschrijdt geen drempelwaarde uit bijlage D van het Besluit m.e.r. Op basis van de resultaten van de voor dit plan uitgevoerde onderzoeken worden (mogelijk na het uitvoeren van maatregelen) onaanvaardbare milieueffecten niet verwacht. | VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING | |
In de omgeving van het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig die beperkingen opleggen aan de met het bestemmingsplan beoogde herstructurering. | INRICHTINGEN IN NABIJHEID PLANGEBIED | |
Binnen het plangebied zijn geen ernstige bodemverontreinigingen of verdachte locaties bekend. De bodemsituatie legt derhalve in algemene zin geen beperkingen op aan de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Bij de voorbereiding van omgevingsvergunningen, ter uitvoering van het bestemmingsplan, behoeven enkele aspecten nadere aandacht:
Bij de aan/afvoer van grond en bouwstoffen zijn de vereisten uit het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Ten aanzien van grondstromen wordt, waar mogelijk, gebruik gemaakt van de gemeentelijke bodemkwaliteitskaarten of, zo nodig, individuele partijkeuringen. | BODEM |
Hoofdstuk 5 Juridische Toelichting
In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. | ||
Groen In plangebied was voor de herstructurering niet veel groen aanwezig. Op de plek waar voorheen de school stond (nu gesloopt) wordt een groene ruimte ingericht. Deze is bestemd als ‘Groen’. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Verkeer De Ulbe Twijnstrawei zelf valt buiten de grens van dit bestemmingsplan, omdat herinrichting van deze weg tot randweg mogelijk is binnen de kaders van het vigerend bestemmingsplan Akkrum-Nes. Langs de weg zullen parkeerstroken, groen en een voetpad worden aangelegd. De zone, waarbinnen deze inrichting plaatsvindt, is opgenomen in het onderhavig bestemmingsplan en is bestemd als ‘Verkeer’. Deze bestemming is afgestemd op de mogelijkheden die het plan Akkrum-Nes biedt. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Verkeer - Verblijfsgebied De overige wegen in het plangebied zijn straten met een beperkte verkeersfunctie in combinatie met een (openbare) verblijfsfunctie (parkeren, groen en dergelijke). Daarom zijn deze wegen bestemd als ‘Verkeer - Verblijfsgebied’. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wonen De woningen in de eerste fases van de herstructurering vallen onder de bestemming ‘Wonen’. Binnen deze bestemmingen is een grote mate van flexibiliteit nagestreefd. De woningen moeten worden gebouwd in een bouwvlak, maar er hoeft niet in de voorste bouwgrens te worden gebouwd. Voor de woningen aan de weg Sinnebuorren, het gedeelte tussen het Dwerspaed en het Boerepaed, geldt dat gestreefd wordt naar een verruiming van het profiel in het middengedeelte. Enige verspringing van de voorgevels ten opzichte van elkaar is wenselijk. In het beeldkwaliteitsplan is dit verder uitgewerkt. Per bouwvlak is een maximaal aantal aaneen te bouwen woningen aangegeven. Aan de Ulbe Twijnstrawei mogen maximaal 6 woningen aaneen worden gebouwd, terwijl aan de Sinnebuorren maximaal 4 woningen en voor een reeds vernieuwd rijtje maximaal 5 woningen aaneen mogen worden gebouwd. Dit is een maximum aantal en het betekent ook dat enkele dubbele of vrijstaande woningen mogen worden gebouwd. In het beeldkwaliteitsplan is dit verder uitgewerkt. Per bouwvlak geldt ook een maximum aantal woningen. De goothoogte van een woning is op de verbeelding aangegeven. Langs de Ulbe Twijnstrawei mag deze maximaal 6 meter bedragen en langs de Sinnebuorren veelal maximaal 4 meter. Voor de reeds vernieuwde woningen geldt een goothoogte van maximaal 6 meter. De dakhelling van woningen moet tussen 30 en 60 graden liggen. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een woning verschilt per type woning en bedraagt maximaal 100 m² bij een vrijstaande woning, twee-onder-één-kap- of hoekwoning en maximaal 50 m² bij een tussenwoning. Wonen - Uit te werken De woningen in de laatste fase van de herstructurering van het plangebied dienen door middel van een uitwerkingsplicht in de bestemming ‘Wonen - uit te werken’ onder voorwaarden gerealiseerd worden. Wanneer duidelijkheid is over de concrete invulling van het gebied, kan op basis van de uit te werken bestemming een uitwerkingsplan worden opgesteld. Er mogen zowel appartementen als grondgebonden woningen worden gebouwd tot een aantal van ten hoogste 32. Indien appartementen in de vorm van een woongebouw zullen worden gebouwd, mag de bouwhoogte ten hoogste 16 m bedragen. Indien grondgebonden woningen worden gerealiseerd, mag de goothoogte ten hoogste 6 meter bedragen. De bebouwingsregeling en de inrichting van het openbaar gebied wordt afgestemd op de mogelijkheden in de rest van het plan. Ook voor dit gedeelte zal te zijner tijd een beeldkwaliteitsplan worden opgesteld. |
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
Het plan wordt ontwikkeld door de gemeente Heerenveen en woningcorporatie Elkien. Voor het plan is een anterieure overeenkomst gesloten, waaruit de financiële uitvoerbaarheid blijkt. | ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID | |
Dit bestemmingsplan is gebaseerd op het rapport “Deelproject Herontwikkeling Akkrum Sinnebuorren Stedenbouwkundig plan”. Het stedenbouwkundig plan is uitvoerig met de bewoners van de wijk en de omgeving besproken. De antwoordnota van de inspraak op het stedenbouwkundig plan is als bijlage bij dit bestemmingsplan opgenomen. | MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID | |
Het plan is in het kader van artikel 3.1.1 Bro voorgelegd aan de Brandweer Fryslân en de provincie Fryslân. Brandweer Fryslân De Brandweer Fryslân constateert dat geen problemen spelen met betrekking tot het aspect externe veiligheid. Mocht de randweg in de toekomst een rol gaan spelen in het vervoer van gevaarlijke stoffen, dan moet dit besluit correct worden voorbereid. De bereikbaarheid van het plangebied verbetert door de beoogde randweg. Uitgaande van handhaving van het stratenpatroon, zal het plangebied voldoende toegankelijk zijn voor de brandweer. De brandweer zou t.z.t. graag het stratenplan beoordelen. De brandweer wil graag bij de uitvoering van het bestemmingplan worden betrokken, om tot een acceptabele dekking van bluswatervoorzieningen te komen. Ten aanzien van opkomsttijden en zelfredzaamheid worden geen knelpunten voorzien. De brandweer vraagt betrokken te worden bij bouwplantoetsing, ter uitvoering van het bestemmingsplan. Reactie De reactie van de Brandweer Fryslân geeft geen aanleiding tot aanpassingen van het bestemmingsplan. De opmerkingen van de Brandweer Fryslân worden betrokken bij relevante technische aspecten bij de uitvoering van het bestemmingsplan. GS van Fryslân GS vragen de uitkomsten van de archeologische onderzoeken op te nemen in het ontwerp-bestemmingsplan en, indien nodig, een regeling in het bestemmingsplan op te nemen, waarmee de archeologische waarden worden beschermd. Verder wijzen GS erop dat bij het ontwerp-bestemmingsplan duidelijk moet zijn of de ontheffing van de Flora- en faunawet verleenbaar is. Ten aanzien van de beoogde woningen binnen de geluidszone van het industrieterrein Spikerboar wijzen GS erop, dat tegelijk met de ter inzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan een ontwerp-besluit hogere waarden Wet geluidhinder (Wgh) ter inzage gelegd moet worden. Reactie In het ontwerp-bestemmingsplan is een regeling opgenomen, waarmee de archeologische waarden worden beschermd die zijn geconstateerd in het waarderend onderzoek. De uitkomsten van het proefsleuvenonderzoek waren niet tijdig beschikbaar voor verwerking in het ontwerp-bestemmingsplan. Dit betreft een relatief gering deel van het plangebied. De uitkomsten van het proefsleuvenonderzoek worden voor of bij vaststelling in het bestemmingsplan verwerkt. De aanvraag ontheffing Flora- en faunawet wordt voorbereid door woningcorporatie Elkien. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan zal voldoende inzicht bestaan in de verleenbaar van de ontheffing. Het ontwerp-besluit hogere waarde Wgh wordt tegelijk met het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage gelegd. | OVERLEG EX. ARTIKEL 3.1.1 BRO |