Bestemmingsplan Binnenstad
Bestemmingsplan - Gemeente Leeuwarden
Vastgesteld op 17-12-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 : Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1. het plan:
het Bestemmingsplan Binnenstad van de gemeente Leeuwarden;
2. bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0080.02002BP00-VG01 met bijbehorende regels;
3. aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps*)- of bedrijfsactiviteit waarvan de activiteiten niet onevenredig publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning en/of de daarbijbehorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
*) betreft de (voormalige) vrije beroepen
4. aanbouw / uitbouw:
een gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting c.q. uitbreiding van het hoofdgebouw vormt die in directe verbinding staat met dat hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
5. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
6. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
7. afgeknot schilddak:
een schilddak met deels een platte afdekking, zoals hiernaast is afgebeeld;
8. archeologisch waardevol gebied:
een gebied waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden;
9. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
10. bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
11. bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
12. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten, en dergelijke;
13. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
14. bestaand:
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het plan;
- b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het plan;
15. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
16. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
17. bijgebouw:
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw zonder directe verbinding met het hoofdgebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
18. bijzondere woonvorm:
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten;
19. binnentuin:
een tuin omsloten door bebouwing en die door de situering, de omvang en de ligging als cultuurhistorisch van belang beschouwd kan worden;
20. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
21. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
22. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
23. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
24. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
25. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
26. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
27. cultuurhistorische waarden:
waarden ontstaan door het gebruik (van bepaalde gronden) in de loop van de geschiedenis door de mens;
28. dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
29. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
30. dienstverlening:
werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden al dan niet met inbegrip van ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van garagebedrijven;
31. eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
32. erf:
de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw;
33. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
34. evenement:
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
35. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
36. geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg;
37. geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
38. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
39. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
40. gevellijn:
de in een bouwvlak als zodanig aangegeven bouwgrens;
41. hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
42. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel in ruimtelijk als in functioneel opzicht als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
43. horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
44. horecabedrijf categorie 1:
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, lunch- en tearooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;
45. horecabedrijf categorie 2:
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden, zoals restaurants;
46. horecabedrijf categorie 3:
een horecabedrijf dat zowel is gericht op het verstrekken van etenswaren als dranken of een combinatie van beiden, zoals cafetaria's, snackbars, automatieken en shoarmazaken;
47. horecabedrijf categorie 4:
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken, zoals cafés, bars en discotheken;
48. horecabedrijf categorie 5:
een bedrijfsactiviteit waarbij de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en dranken;
49. horecaterras:
een al dan niet overdekt terras, behorende bij een zelfstandig horecabedrijf;
50. horecavloeroppervlakte:
de oppervlakte van de ruimte binnen een horecabedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten, e.d.;
51. horizontale diepte van een gebouw:
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
52. kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
53. kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
54. kap:
een dak met een zekere helling;
55. maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, (sociaal-)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van overheidsdienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
56. maatvoeringsgrens:
de grens van een maatvoeringsvlak;
57. maatvoeringsvlak:
een aangegeven vlak, voorzien van een maatvoeringsaanduiding;
58. ondergeschikte detailhandel:
een niet zelfstandige detailhandelsfunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
59. ondergeschikte horeca:
een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie, welke binnen de bestemming is toegestaan;
60. ondergronds:
beneden peil;
61. pand:
een (hoofd)gebouw of een deel van een (hoofd)gebouw op een zodanige wijze gebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in de parcellering, goothoogte, dakvorm en/of gevelindeling;
62. peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor het bouwen van bouwwerken in, op of over het water: het NAP -0,52 m (het Fries Zomerpeil);
63. prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
64. publiekgerichte dienstverlening:
aan detailhandel verwante dienstverlening, zoals reis- en uitzendbureaus, videotheken, kap- en schoonheidssalons, zonnestudio's, hypotheekwinkels, baliefuncties van banken en van andere kantoren, en andere vormen van dienstverlening met overwegend een baliefunctie;
65. rijstrook:
een strook van de rijbaan van een weg, welke voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, of, indien door middel van markering een bredere strook als rijstrook is aangegeven, die strook;
66. risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
67. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
68. schilddak:
een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit vier vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten;
69. supermarkt:
een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak die vanwege de grootschaligheid van het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling;
70. verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
71. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
72. vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
73. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden c.q. een groep van personen, die gebruik maken van voor bewoning gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en douche;
74. woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
75. woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
76. woonschip:
een zich in het water bevindend, hoofdzakelijk niet voor varen maar voor wonen bedoeld object;
77. zadeldak:
een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit twee vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten.
Artikel 2 : Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1. bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
3. goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
4. inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
5. oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het object.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 : Bedrijf - Nutsvoorziening
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorzieningen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. erven en terreinen;
- c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2. Bouwregels
3.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 4 : Centrum - 1
4.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel, niet zijnde supermarkten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca;
- 2. publiekgerichte dienstverlening;
- 3. bed and breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- 4. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 5. cultuur en ontspanning ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
- 6. horecabedrijven categorie 1 voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- 7. horecabedrijven categorie 1 en/of 2 voorzover het de eerste bouwlaag betreft ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- 8. horecabedrijven categorie 1, 2 en/of 3 voorzover het de eerste bouwlaag betreft ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- 9. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- 10. parkeervoorzieningen, voorzover het de derde bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw als woning, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van de aangegeven categorie-aanduiding;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' voor bed and breakfast, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. er meer dan vier slaapplaatsen in meer dan twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;
- 3. de exploitant geen hoofdbewoner is;
- 4. de kamers geen deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;
- 5. ten aanzien van reclame-uitingen meer dan één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m² in de vorm van niet uitstekende gevelreclame aanwezig is. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- 6. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 7. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 8. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- 9. het ruimtebeslag van de functie leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels
4.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 : Centrum - 2
5.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel, niet zijnde supermarkten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. publiekgerichte dienstverlening, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 3. overige dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 4. cultuur en ontspanning ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
- 5. horecabedrijven, voorzover deze per gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 4' corresponderen met de categorieën en de aantallen van de in bijlage 2 opgenomen tabellen dan wel, indien geen horecagebied is aangegeven:
- a. horecabedrijven categorie 1, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- b. horecabedrijven categorie 1 en/of 2, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- c. horecabedrijven categorie 1, 2 en/of 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- d. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- 6. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 7. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie woningen aanwezig zijn, in welk geval de bestaande woningen zijn toegestaan;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2. Bouwregels
5.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw als woning, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 5.1 sub a onder 1 en 2 genoemde functies;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van:
- 1. het aantal horecapanden dat in bijlage 2 is opgenomen, voorzover van toepassing op een gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 4';
- 2. de aangegeven aanduiding 'horeca van categorie 1', 'horeca tot en met horecacategorie 2' of 'horeca tot en met horecacategorie 3' indien de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 4' niet van toepassing is;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen.
5.5. Afwijken van de gebruiksregels
5.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 : Centrum - 3
6.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel, niet zijnde supermarkten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. detailhandel met inbegrip van supermarkten, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- 3. publiekgerichte dienstverlening, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 4. bed and breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- 5. horecabedrijven, voorzover deze per gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer corresponderen met de categorieën en de aantallen van de in bijlage 2 opgenomen tabellen dan wel, indien geen horecagebied is aangegeven:
- a. horecabedrijven categorie 1, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- b. horecabedrijven categorie 1 en/of 2, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- c. horecabedrijven categorie 1, 2 en/of 3, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- d. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- 6. fietsenstallingen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- fietsenstalling';
- 7. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 8. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- 9. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor de in lid 6.1 sub a onder 1 en 2 genoemde functies over meer dan één pand, tenzij het bestaande gebruik over meerdere panden plaatsvindt, in welk geval het gebruik mag plaatsvinden over maximaal het bestaande aantal panden;
- b. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw als woning, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- c. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 6.1 sub a onder 1 tot en met 3 genoemde functies;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van:
- 1. het aantal horecapanden dat in bijlage 2 is opgenomen, voorzover van toepassing op een gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer;
- 2. de aangegeven aanduiding 'horeca van categorie 1', 'horeca tot en met horecacategorie 2', 'horeca tot en met horecacategorie 3' of 'horeca tot en met horecacategorie 4', indien geen aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer van toepassing is;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' voor bed and breakfast, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. er meer dan vier slaapplaatsen in meer dan twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;
- 3. de exploitant geen hoofdbewoner is;
- 4. de kamers geen deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;
- 5. ten aanzien van reclame-uitingen meer dan één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m² in de vorm van niet uitstekende gevelreclame aanwezig is. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- 6. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 7. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 8. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- 9. het ruimtebeslag van de functie leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.
6.5. Afwijken van de gebruiksregels
6.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 : Centrum - 4
7.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel, niet zijnde supermarkten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. dienstverlening, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 3. cultuur en ontspanning, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 4. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 5. horecabedrijven categorie 1, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- 6. horecabedrijven categorie 1 en/of 2, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- 7. horecabedrijven categorie 1, 2 en/of 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- 8. erotische massagesalons, ter plaatse van de aanduiding 'prostitutie';
- 9. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij:
- a. in de bestaande situatie woningen in de eerste bouwlaag aanwezig zijn, in welk geval de bestaande woningen zijn toegestaan;
- b. de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'wonen uitgesloten', in welk geval wonen niet is toegestaan;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2. Bouwregels
7.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw als woning, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 7.1 sub a onder 1 tot en met 4 genoemde functies;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van de aangegeven aanduiding 'horeca van categorie 1', 'horeca tot en met horecacategorie 2' of 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, alsmede voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
7.5. Afwijken van de gebruiksregels
7.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 : Centrum - 5
8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, niet zijnde supermarkten, alsmede voor publiekgerichte dienstverlening, voorzover het de eerste en tweede bouwlaag betreft;
- 2. horecabedrijven categorie 1, voorzover het de ondergrondse, de eerste en de tweede bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- 3. horecabedrijven categorie 1 en 2, voorzover het de eerste en tweede bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- 4. een museum en een filmhuis, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
- 5. dienstverlening, voorzover ten dienste van het museum c.q. het filmhuis;
- 6. woningen, voorzover het de tweede en/of hogere bouwlaag betreft, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - wonen vanaf derde bouwlaag', wonen vanaf de derde bouwlaag is toegestaan;
- 7. een ondergrondse parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. erven en terreinen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een overkapping, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping'.
8.2. Bouwregels
8.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-publiekgerichte dienstverlening;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van publiekgerichte dienstverlening zodanig dat de oppervlakte die wordt gebruikt voor publiekgerichte dienstverlening, meer bedraagt dan 20% van de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van de eerste en tweede bouwlaag binnen deze bestemming;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', zodanig dat aan de zijde van het Wilhelminaplein minder dan 25% van de gezamenlijke lengte van de bouwvlakken met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - pleinwand' wordt gebruikt ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', zodanig dat aan de zijde van het Wilhelminaplein meer dan 50% van de gezamenlijke lengte van de bouwvlakken met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - pleinwand' wordt gebruikt ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', zodanig dat aan de zijde van het Ruiterkwartier meer dan 25% van de gezamenlijke lengte van de bouwvlakken met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - pleinwand' wordt gebruikt ten behoeve van horecabedrijven categorie 1 en/of 2;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer dan drie horecabedrijven tot een maximum van 10% van de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van de ondergrondse, de eerste en de tweede bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- g. het gebruik van de gebouwen voor dienstverlening ten behoeve van het museum c.q. het filmhuis buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'cultuur en ontspanning' over een oppervlakte van meer dan 100 m².
Artikel 9 : Cultuur En Ontspanning
9.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. culturele doeleinden al dan niet in combinatie met ondergeschikte detailhandel;
- 2. (bedrijfs)woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2. Bouwregels
9.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per instelling meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de instelling 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de instelling meer dan 1500 m² bedraagt.
Artikel 10 : Detailhandel
10.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van detailhandel;
- b. gebouwen ten behoeve van detailhandel al dan niet in combinatie met dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
met de daarbijbehorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2. Bouwregels
10.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden.
Artikel 11 : Gemengd - 1
11.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 3. cultuur en ontspanning, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
- 4. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, niet zijnde supermarkten, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 5. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 6. speelautomatenhallen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal';
- 7. opslagdoeleinden ten dienste van de onder 1 tot en met 4 genoemde functies, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 8. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- 9. horecabedrijven, voorzover deze per gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met volgnummer corresponderen met de categorieën en de aantallen van de in bijlage 2 opgenomen tabellen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 15', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 17', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 18', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 19' of 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 20', in welk geval horeca eveneens in de tweede en hogere bouwlagen is toegestaan;
- 10. seksinrichtingen en horecabedrijven met een erotische vermaaksfunctie, ter plaatse van de aanduiding 'prostitutie';
- 11. woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie woningen in de eerste bouwlaag aanwezig zijn, in welk geval de bestaande woningen zijn toegestaan;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2. Bouwregels
11.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
- b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 11.1 sub a onder 1 tot en met 8 genoemde functies, met uitzondering van horeca in de gebieden ter plaatse aangeduid als 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 3', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 15', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 17', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 18', 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 19' of 'specifieke vorm van horeca - horecagebied 20'
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van het aantal horecapanden dat in bijlage 2 is opgenomen, voorzover van toepassing op een gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen met uitzondering van de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - speelautomatenhal';
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, alsmede voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
11.5. Afwijken van de gebruiksregels
11.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 12 : Gemengd - 2
12.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. culturele doeleinden, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 3. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 4. bed and breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- 5. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, niet zijnde supermarkten, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 6. opslagdoeleinden ten dienste van de onder 1 tot en met 5 genoemde functies, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;
- 7. horecabedrijven, voorzover deze per gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer corresponderen met de categorieën en de aantallen van de in bijlage 2 opgenomen tabellen dan wel, indien geen horecagebied is aangegeven:
- a. horecabedrijven categorie 1, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- b. horecabedrijven categorie 1 en/of 2, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- c. horecabedrijven categorie 1, 2 en/of 3, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 3';
- d. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- 8. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 9. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'prostitutie';
- 10. sportdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'sport';
- 11. woningen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen uitgesloten';
- 12. bijzondere woonvormen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bijzondere woonvorm';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie', de bescherming van de daar mogelijke geluidsgevoelige functies tevens uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2. Bouwregels
12.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor een in lid 12.1 sub a onder 1 tot en met 5 genoemde functies over meer dan één pand, tenzij het bestaande gebruik over meerdere panden plaatsvindt, in welk geval het gebruik mag plaatsvinden over maximaal het bestaande aantal panden;
- b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 12.1 sub a onder 1 tot en met 6 genoemde functies, met uitzondering van horecabedrijven categorie 5;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van:
- 1. het aantal horecapanden dat in bijlage 2 is opgenomen, voorzover van toepassing op een gebied dat ter plaatse is voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer;
- 2. de aangegeven aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2' of 'horeca tot en met horecacategorie 4', , indien geen aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horecagebied' met bijbehorend volgnummer van toepassing is;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, alsmede voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' voor bed and breakfast, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. er meer dan vier slaapplaatsen in meer dan twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;
- 3. de exploitant geen hoofdbewoner is;
- 4. de kamers geen deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;
- 5. ten aanzien van reclame-uitingen meer dan één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m² in de vorm van niet uitstekende gevelreclame aanwezig is. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- 6. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 7. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 8. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- 9. het ruimtebeslag van de functie leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.
12.5. Afwijken van de gebruiksregels
12.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 : Gemengd - Wonen
13.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van woningen al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet bedoeld bed and breakfast, alsmede met ruimte in de eerste bouwlaag voor:
- 1. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, niet zijnde supermarkten, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 2. culturele doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- 3. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- 4. opslagdoeleinden, voorzover het betreft ten dienste van de onder 1 tot en met 3 genoemde functies, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- 5. horecabedrijven categorie 1 of 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- 6. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en/of 4, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- 7. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie', de bescherming van de daar mogelijke geluidsgevoelige functies tevens uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. stegen en paden, waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2. Bouwregels
13.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
13.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw ten behoeve van de in lid 13.1 sub a onder 1 tot en met 6 genoemde functies;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit ter plaatse van de gronden die niet zijn voorzien van de aanduiding 'detailhandel' of 'gemengd', zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. de activiteit niet (mede) wordt uitgeoefend door de eigenaar of één van de bewoners van de betreffende woning;
- 3. het totale aantal werkenden bij een beroepsuitoefening meer dan drie bedraagt en bij een bedrijfsuitoefening meer dan twee;
- 4. de activiteiten vergunningplichtig of meldingsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer / Wabo;
- 5. er detailhandel plaatsvindt, tenzij er sprake is van de verkoop van ter plaatse vervaardigde non-food goederen of de verkoop van direct aan de activiteit verwante artikelen, met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;
- 6. er horeca plaatsvindt, tenzij het horecabeleid anders aangeeft;
- 7. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 8. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 9. het uiterlijk aanzien van de woning wordt aangetast. Uitsluitend niet uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
- 10. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, niet bedoeld ondergeschikte horeca, in afwijking van de aangegeven aanduidingen 'horeca van categorie 1', 'horeca tot en met horecacategorie 2' en 'horeca tot en met horecacategorie 4';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per winkel meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de winkel meer dan 1500 m² bedraagt;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van speelautomatenhallen;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen.
13.5. Afwijking van de gebruiksregels
13.6. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 14 : Groen
14.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. speelvoorzieningen;
- d. waterlopen en waterpartijen;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- e. verhardingen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten.
14.2. Bouwregels
14.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de verkeerssituatie;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 15 : Horeca
15.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. horecabedrijven categorie 1 en/of 2 al dan niet in combinatie met een congrescentrum, ter plaatse van de aanduiding 'congrescentrum';
- 2. horecabedrijven categorie 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
al dan niet in combinatie met:
- 1. ondergeschikte detailhandel;
- 2. (bedrijfs)woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlagen betreft, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2. Bouwregels
15.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
15.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel.
Artikel 16 : Kantoor
16.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. kantoren al dan niet in combinatie met:
- 1. (bedrijfs)woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- 2. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2. Bouwregels
16.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
16.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen';
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel'.
16.5. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 17 : Maatschappelijk
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen al dan niet in combinatie met:
- 1. ondergeschikte detailhandel;
- 2. woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie', de bescherming van de daar mogelijke geluidsgevoelige functies tevens uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2. Bouwregels
17.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
17.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, anders dan ondergeschikte detailhandel;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte per instelling meer bedraagt dan:
- 1. 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 150 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de instelling 1500 m² of minder bedraagt;
- 2. 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 450 m², indien de bedrijfsvloeroppervlakte van de instelling meer dan 1500 m² bedraagt;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen'.
Artikel 18 : Tuin - Binnentuin
18.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin - Binnentuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. binnentuinen;
- b. gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
met de daarbijbehorende:
- c. gebouwen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is.
18.2. Bouwregels
18.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
18.4. Afwijken van de bouwregels
Artikel 19 : Verkeer
19.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. ondergrondse parkeervoorzieningen met de daarbijbehorende in- en uitritten, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer en waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
19.2. Bouwregels
19.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de verkeerssituatie;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
19.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.
Artikel 20 : Verkeer - Parkeergarage
20.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeergarage' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van (ondergronds) parkeren;
- b. gebouwen ten behoeve van parkeren al dan niet in combinatie met ruimte voor grootschalige detailhandel in voedings- en genotmiddelen, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'milieuzone - leeflaag', deze leeflaag beschermd wordt tegen de daaronder aanwezige, doch afgeschermde bodemverontreiniging;
met de daarbijbehorende:
- c. ontsluitingswegen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
20.2. Bouwregels
20.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 21 : Verkeer - Parkeerterrein
21.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeerterrein;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. ontsluitingswegen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
21.2. Bouwregels
21.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de verkeerssituatie;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
21.4. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 : Verkeer - Verblijfsgebied
22.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (woon)straten en pleinen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. kaden en oevers;
- f. ondergrondse gebouwen ten behoeve van:
- 1. parkeervoorzieningen met de daarbijbehorende in- en uitritten, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- 2. horecabedrijven categorie 1 of 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2';
- 3. gemengde functies als genoemd in de bestemming 'Gemengd - 2', ter plaatse van de aanduiding 'tunnel';
- g. gebouwen ten behoeve van:
- 1. de bediening van kunstwerken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gebouw';
- 2. ondergrondse parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- h. standplaatsen voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - standplaats';
- i. horecaterrassen;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'milieuzone - leeflaag', deze leeflaag beschermd wordt tegen de daaronder aanwezige, doch afgeschermde bodemverontreiniging;
met de daarbijbehorende:
- j. nutsvoorzieningen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder:
- 1. kunstobjecten;
- 2. lucht- en ventilatieconstructies ten behoeve van (ondergrondse) parkeergarages;
- 3. overkappingen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping'.
22.2. Bouwregels
22.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de verkeerssituatie;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
22.4. Afwijken van de bouwregels
22.5. Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 23 : Water
23.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grachten en andere waterlopen;
- b. oevers en kaden;
- c. ligplaatsen voor:
- 1. woonschepen, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- 2. vaartuigen waarop een horecabedrijf categorie 2 mag worden uitgeoefend, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- 3. vaartuigen waarop detailhandel mag worden uitgeoefend, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder:
- 1. bruggen, ter plaatse van de aanduiding 'brug';
- 2. steigers, vlonders, plankieren en daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'steiger'.
23.2. Bouwregels
23.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de waterstructuur en de waterhuishoudkundige situatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.4. Afwijken van de bouwregels
23.5. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.6. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het wijzigen en/of dempen van grachten en andere waterlopen;
- b. het gebruik van de gronden als ligplaats voor schepen, al dan niet bewoond, die niet langer de kenmerken dragen van een binnenvaartschip, tenzij de gronden op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'woonschepenligplaats'.
Artikel 24 : Wonen
24.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met:
- 1. ruimte voor een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet bedoeld bed and breakfast;
- 2. bed and breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
- 3. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- 4. detailhandel voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 5. dienstverlening voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie', de bescherming van de daar mogelijke geluidsgevoelige functies tevens uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- c. stegen en paden, , waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - steeg', het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle steeg uitgangspunt is;
- d. tuinen en erven;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
24.2. Bouwregels
24.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
24.4. Afwijken van de bouwregels
24.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een horecabedrijf;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'bed & breakfast', 'bedrijf', 'detailhandel' of 'dienstverlening';
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. de activiteit niet (mede) wordt uitgeoefend door de eigenaar of één van de bewoners van de betreffende woning;
- 3. het totale aantal werkenden bij een beroepsuitoefening meer dan drie bedraagt en bij een bedrijfsuitoefening meer dan twee;
- 4. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 5. er detailhandel plaatsvindt, tenzij er sprake is van de verkoop van ter plaatse vervaardigde non-food goederen of de verkoop van direct aan de activiteit verwante artikelen, met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;
- 6. er horeca plaatsvindt, tenzij het horecabeleid anders aangeeft;
- 7. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 8. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 9. het uiterlijk aanzien van de woning wordt aangetast. Er mag niet meer dan één reclame-uiting worden aangebracht. De reclame-uiting mag ten hoogste één naamsaanduiding of logo bevatten en is uitsluitend toegestaan in de vorm van uitstekende gevelreclame. De lengte van de reclame-uiting mag niet meer bedragen dan 1,00 m en mag geen grotere oppervlakte hebben van meer dan 0,50 m². Die reclame mag niet worden verlicht. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- 10. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' voor bed and breakfast, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. er meer dan vier slaapplaatsen in meer dan twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;
- 3. de exploitant geen hoofdbewoner is;
- 4. de kamers geen deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;
- 5. ten aanzien van reclame-uitingen meer dan één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m² in de vorm van niet uitstekende gevelreclame aanwezig is. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- 6. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 7. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 8. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert;
- 9. het ruimtebeslag van de functie leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning;
- h. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
24.6. Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 25 : Wonen - Wooncentrum
25.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen al dan niet in combinatie met zorgvoorzieningen;
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
25.2. Bouwregels
25.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 26 : Wonen - Woongebouw
26.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van het wonen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet bedoeld bed and breakfast;
- 2. detailhandel, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 3. dienstverlening, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, te plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 4. een atelier, ter plaatse van de aanduiding 'atelier';
- 5. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
waarbij het behoud van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht uitgangspunt is en waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsgevoelige functie', de bescherming van de daar mogelijke geluidsgevoelige functies tevens uitgangspunt is;
met de daarbijbehorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
26.2. Bouwregels
26.3. Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
26.4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'detailhandel';
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'dienstverlening';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke vloeroppervlakte van de betreffende woning in het woongebouw, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per woning in het woongebouw ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. de activiteit niet (mede) wordt uitgeoefend door de eigenaar of één van de bewoners van de betreffende woning in het woongebouw;
- 3. het totale aantal werkenden bij een beroepsuitoefening meer dan drie bedraagt en bij een bedrijfsuitoefening meer dan twee;
- 4. de activiteiten meldingsplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer respectievelijk de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- 5. er detailhandel plaatsvindt, tenzij er sprake is van de verkoop van ter plaatse vervaardigde non-food goederen of de verkoop van direct aan de activiteit verwante artikelen, met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de bedrijfsvloeroppervlakte mag bedragen;
- 6. er horeca plaatsvindt, tenzij het horecabeleid anders aangeeft;
- 7. de activiteit leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- 8. de activiteit leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- 9. de activiteit hinder voor het woonmilieu oplevert.
Artikel 27 : Cultuur En Ontspanning - Uit Te Werken
27.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning en maatschappelijk al dan niet in combinatie met horecabedrijven tot en met categorie 4;
met de daarbijbehorende:
- b. straten, stegen en paden;
- c. erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
27.2. Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de in lid 27.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
- a. voor de inrichting van het gebied is een goede beeldkwaliteit uitgangspunt, waarbij ruimtelijk een samenhang wordt nagestreefd tussen dit gebied en het Nieuw Zaailand;
- b. bij de uitwerking wordt rekening gehouden met de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- c. voor wat betreft bouwmassa en bouwhoogte zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht met de omliggende bebouwing.
27.3. Bouwregels
27.4. Afwijken van de bouwregels
Bij de in lid 27.2 bedoelde uitwerking kunnen binnen de grenzen van de bestemming en de uitwerkingsregels, afwijkingsregels worden opgenomen ten aanzien van in het uitwerkingsplan opgenomen bouw- en gebruiksregels.
27.5. Bijzondere regel
Zo lang en voor zover de in lid 27.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd, mits het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan.
Artikel 28 : Waarde - Archeologie 1
28.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
28.2. Bouwregels
28.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 : Waarde - Archeologie 2
29.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
29.2. Bouwregels
29.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 : Waarde - Archeologie 3
30.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
30.2. Bouwregels
30.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 : Waarde - Archeologisch Gemeentelijk Monument
31.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch gemeentelijk monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
31.2. Bouwregels
31.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 : Waarde - Beschermd Stadsgezicht
32.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud, herstel en de uitbouw van de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
32.2. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 : Waarde - Monumentale Bomen
33.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Monumentale bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- de bescherming van monumentale bomen.
33.2. Bouwregels
33.3. Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 33.2.1 in die zin dat een op grond van de basisbestemming toelaatbaar nieuw gebouw of de uitbreiding van een bestaand gebouw, wordt gebouwd mits hierdoor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom niet wordt aangetast;
- b. het bepaalde in lid 33.2.2 in die zin dat een op grond van de basisbestemming toelaatbaar nieuw bouwwerk, geen gebouw zijnde, of de uitbreiding van een bestaand bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt gebouwd mits hierdoor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom niet wordt aangetast.
33.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
33.5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het bevestigen van voorwerpen aan of in de betreffende monumentale boom;
- b. het plaatsen van schaftketen, toiletten, betonmolens of andere voertuigen, machines of bouwsels.
33.6. Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.5 in die zin dat het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig deze regels wordt toegestaan, mits deze werken geen ernstige gevolgen hebben voor de conditie, levensverwachting, groeiplaats en ruimtelijke kwaliteit van de betreffende monumentale boom.
33.7. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Monumentale bomen' wordt verwijderd, indien:
- a. de bescherming van de betreffende monumentale boom niet langer noodzakelijk is, omdat de boom is verplaatst dan wel niet meer aanwezig is; of
- b. de levensverwachting van de betreffende monumentale boom door ziekte of door ouderdom minder dan 10 jaar bedraagt; of
- c. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 34 : Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 35 : Algemene Gebruiksregels
35.1. Gebruiksregels
35.2. Uitzonderingsregels
Tot een gebruik, strijdig met deze gebruiksregels, wordt niet gerekend:
- het tijdelijk, al dan niet periodiek gebruik van de gronden voor evenementen.
35.3. Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 35.1 sub c in die zin dat woningen worden gebruikt ten behoeve van bed and breakfast, mits:
- a. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte per bouwperceel ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- b. er ten hoogste vier slaapplaatsen in ten hoogste twee van elkaar afgescheiden ruimten voor nachtverblijf aanwezig zijn;
- c. de exploitant hoofdbewoner is en er daadwerkelijk woont;
- d. de kamers deel uitmaken van het hoofdgebouw of van een daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouw;
- e. reclame wordt beperkt in die zin dat één naamsaanduiding of logo met een lengte van niet meer dan 1,00 m en een oppervlakte van niet meer dan 0,50 m² in de vorm van niet uitstekende gevelreclame is toegestaan. Die reclame mag niet verlicht zijn. In andere gebieden dan specifiek woongebieden kan van deze regel worden afgeweken, mits de beleidsnota "Oog op reclame" daarin voorziet;
- f. de activiteit niet leidt tot parkeer- en verkeersoverlast;
- g. de activiteit niet leidt tot overlast door een publieksaantrekkende werking;
- h. de activiteit geen hinder voor het woonmilieu oplevert;
- i. het ruimtebeslag van de functie niet leidt tot te weinig bergruimte in of bij de woning.
Artikel 36 : Algemene Aanduidingsregels
36.1. milieuzone - geluidsgevoelige functie
36.2. milieuzone - leeflaag
Artikel 37 : Algemene Afwijkingsregels
37.1. Afwijkingsregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 30,00 m;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie op of aan een bouwwerk, wordt vergroot tot ten hoogste 5,00 m gemeten vanaf de voet van de antenne-installatie;
- f. de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien:
- 1. dit wenselijk of noodzakelijk is in verband met een doelmatige verkaveling van de gronden dan wel een rationele uitvoering van het plan betreft en de afwijking niet meer bedraagt dan 3,00 m, voor zover het nieuwbouwplannen betreft;
- 2. een meetverschil daartoe aanleiding geeft in andere gevallen;
- g. de bestemmingsregels in die zin dat gebouwen als telefooncellen en toiletgebouwtjes, gebouwen ten behoeve van het openbaar vervoer of het trein- water- of wegverkeer, zoals wachthuisjes, alsmede kleinschalige openbare voorzieningen ten behoeve van detailhandel, sport, recreatie of cultuur, zoals kleedgebouwtjes, dug-outs, paviljoens, kiosken, dierenverblijven en kunstobjecten worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;
- 2. een gebouw uit ten hoogste één bouwlaag bestaat;
- 3. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 5,00 m bedraagt;
- h. de bestemmingsregels in die zin dat gebouwen ten behoeve van de openbare nutsvoorziening en/of de telecommunicatie worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 100 m² bedraagt;
- 2. een gebouw uit ten hoogste één bouwlaag bestaat;
- 3. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 5,00 m bedraagt;
- i. de bestemmingsregels in die zin dat mag worden afgeweken van de regels ten aanzien van de minimale of van de maximale dakhelling van 0° tot en met 80°;
- j. de bestemmingsbepalingen in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag worden vergroot of verkleind, met dien verstande dat:
- 1. de onderlinge goot- en bouwhoogte van naast elkaar gelegen gebouwen ten minste 0,20 m van elkaar verschillen;
- 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de bouwhoogte van het naastgelegen gebouw bedraagt plus 0,20 m;
- k. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouwvlak, bestemmingsvlak c.q. maatvoeringsvlak in die zin dat de grenzen van het bouwvlak, bestemmingsvlak c.q. maatvoeringsvlak naar de buitenzijde met ten hoogste 1,50 m worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. erkers over maximaal 80% van de breedte van de gevel van het woonhuis waaraan wordt gebouwd;
- 4. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
- l. de bestemmingsregels in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' de gevellijn van een bouwperceel of een onderdeel van een bouwperceel mag worden aangepast indien dit passend is in de gevellijn van het bouwvlak waarvan het betreffende bouwperceel deel uitmaakt.
37.2. Toetsingscriteria
De in lid 37.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 38 : Algemene Wijzigingsregels
38.1. Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- a. bouw- en/of bestemmingsgrenzen mogen worden gewijzigd, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 5 meter wordt overschreden;
- b. het bouwvlak binnen een bestemmingsvlak wordt vergroot met maximaal 20% van de oppervlakte van het bouwvlak;
- c. antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie of andere zend- ontvangst- en sirenemasten worden gebouwd met een bouwhoogte tot ten hoogste 50,00 m;
- d. de bestemming 'Cultuur en ontspanning', 'Horeca', 'Kantoor' of 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' en/of 'Wonen -Woongebouw', mits:
- 1. de wijzigingsbevoegdheid hoofdzakelijk wordt toegepast als gebruikswijziging in die zin dat de bebouwing en de cultuurhistorische waarden van de betreffende gebouwen in stand blijft. Indien dit niet mogelijk is, mag herinvulling onder stringente stedenbouwkundige voorwaarden plaatsvinden;
- 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van respectievelijk artikel 24 en/of 26 van toepassing zijn;
- e. de bestemming 'Cultuur en ontspanning', 'Horeca', 'Kantoor' of 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd naar detailhandel, mits:
- 1. de wijzigingsbevoegdheid hoofdzakelijk wordt toegepast als gebruikswijziging in die zin dat de bebouwing en de cultuurhistorische waarden van de betreffende gebouwen in stand blijft. Indien dit niet mogelijk is, mag herinvulling onder stringente stedenbouwkundige voorwaarden plaatsvinden;
- 2. het wijzigingsplan in overeenstemming is met het gemeentelijk detailhandelsbeleid;
- f. de bestemming 'Cultuur en ontspanning', 'Horeca', 'Kantoor' of 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd naar dienstverlening, mits de wijzigingsbevoegdheid hoofdzakelijk wordt toegepast als gebruikswijziging in die zin dat de bebouwing en de cultuurhistorische waarden van de betreffende gebouwen in stand blijft. Indien dit niet mogelijk is, mag herinvulling onder stringente stedenbouwkundige voorwaarden plaatsvinden;
- 1. de bestemmingen 'Cultuur en ontspanning' en 'Maatschappelijk' onderling worden gewijzigd, mits de wijzigingsbevoegdheid hoofdzakelijk wordt toegepast als gebruikswijziging in die zin dat de bebouwing en de cultuurhistorische waarden van de betreffende gebouwen in stand blijft. Indien dit niet mogelijk is, mag herinvulling onder stringente stedenbouwkundige voorwaarden plaatsvinden;
- g. binnen de bestemming 'Centrum - 1', 'Centrum - 2', 'Centrum - 3', 'Centrum -4', 'Centrum - 5', 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2', of 'Gemengd - Wonen', bouwvlakken of maatvoeringsvlakken worden vergroot en/of nieuwe maatvoeringen in een bouw- of maatvoeringsvlak worden aangebracht, mits een goede beeldkwaliteit wordt nagestreefd bij herinvulling van de betreffende locatie.
38.2. Toetsingscriteria
De in lid 38.1 genoemde wijzigingsbevoegdheden kunnen uitsluitend worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de in hoofdstuk 3 en bijlage 2 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische, ruimtelijke en archeologische waarden van het beschermd stadsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 39 : Overgangsrecht
39.1. Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
39.2. Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 40 : Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan Binnenstad
van de gemeente Leeuwarden.
Behorend bij het besluit van 17 december 2012.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 2 Lijst Met Toegestane Horecapanden Per Horecagebied
Bijlage 2 Lijst met toegestane horecapanden per horecagebied
Bijlage 1 Overzicht Vigerende Bestemmingsplannen
Bijlage 1 Overzicht vigerende bestemmingsplannen
Bijlage 2 Aanwijzing En Toelichting Beschermd Stadsgezicht Leeuwarden (Binnenstad)
Bijlage 2 Aanwijzing en toelichting Beschermd Stadsgezicht Leeuwarden (Binnenstad)
Bijlage 3 Ruimtelijke Kwaliteitskaart
Bijlage 3 Ruimtelijke kwaliteitskaart
Bijlage 4 Overzicht Rijksmonumenten
Bijlage 4 Overzicht rijksmonumenten
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek
Bijlage 6 Digitale Veiligheidstoets
Bijlage 6 Digitale veiligheidstoets
Bijlage 7 Reactienota Overleg En Inspraak
Bijlage 7 Reactienota Overleg en Inspraak
Bijlage 8 Vaststellingsbesluit
Bijlage 8 Vaststellingsbesluit