Overige dorpen 2014
Beheersverordening - Gemeente Ooststellingwerf
Vastgesteld op 20-05-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 verordening
de beheersverordening Overige Dorpen 2014 van de gemeente Ooststellingwerf
1.2 verordeningsgebied
het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0085.Overigedorpen2014-VG01 met bijbehorende bestanden
1.3 aan-huis-verbonden bedrijf
het beroepsmatig verlenen van diensten dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk - niet zijnde een aan huis verbonden beroep - waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en waarbij de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin blijft behouden. Onder een aan-huis-verbonden bedrijf valt wel internetverkoop, maar geen webwinkel
1.4 aan-huis-verbonden beroep
het uitoefenen van een beroep of het verlenen van diensten op juridisch, medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig of daaraan verwant gebied, als ondergeschikt onderdeel in een woning, waarbij de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin blijft behouden. Commerciële dienstverlening als bankfilialen, uitzendbureaus en reisbureaus, alsmede detailhandel en horeca worden niet begrepen onder aan huis gebonden beroep
1.5 agrarisch bedrijf
een veehouderij, een akkerbouw- of tuinbouwbedrijf, niet zijde een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij of een gebruiksgerichte paardenhouderij (manege) of productiegerichte paardenhouderij
1.6 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde
1.7 bar
een horecabedrijf dan wel een onderdeel van een horecabedrijf waar de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van dranken, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, waarbij de bedrijvigheid zich voornamelijk binnen de lokaliteit voltrekt
1.8 bar-/dancing
een bar, waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen, en een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, zoals discotheken en nachtclubs
1.9 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde
1.10 Bed & Brochje
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt binnen bestaande gebouwen. Een Bed & Brochje is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis
1.11 bedrijf
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen
1.12 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of het terrein noodzakelijk is
1.13 bestaand
- a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken dat aanwezig is op het tijdstip van de vaststelling van de verordening of zoals dat kan worden gebruikt krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het gebruik, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening aanwezig zijn of nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- c. bestaande afmetingen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- d. bestaande bouwhoogte: bouwhoogtematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
1.14 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op het hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of andere bouwwerken met een dak, niet zijnde een overkapping
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats
1.16 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten
1.17 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel
1.18 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond
1.19 brutovloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie
1.20 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit
1.21 dienstverlening
werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden al dan niet met inbegrip van ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen, waaronder zijn begrepen reisbureaus, kapsalons, wasserettes, stomerijen, makelaarskantoren, bankfilialen, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, met uitzondering van garagebedrijven
1.22 erf
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit de kadastrale gegevens
1.23 gebruiksmogelijkheden
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende functie te gebruiken
1.24 geluidsgevoelige functies
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt
1.25 geluidsgevoelige objecten
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder
1.26 geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld
1.27 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, zoals een melkveehouderij, een akkerbouwbedrijf of een biologisch veehouderijbedrijf, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf
1.28 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op de functie het belangrijkst is
1.29 horeca
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt
1.30 houtteelt
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend het kweken van bomen ten behoeve van de houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldings- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet
1.31 internetverkoop
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, verkoop en afhaal van goederen ter plaatse, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd
1.32 intensief kwekerijbedrijf
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een champignonkwekerij, een witlofkwekerij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht
1.33 intensief veehouderijbedrijf
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen en (nagenoeg) geen weidegang
1.34 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf
1.35 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen
1.36 kas
gebouw, niet zijnde tunnelkassen, waarvan de constructie bestaat uit hout, metaal of anderszins welke met glas of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt
1.37 landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur
1.38 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, dorpshuizen, kinderopvang, alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening
1.39 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale veld, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband
1.40 milieusituatie
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling
1.41 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief kwekerijbedrijf of een intensief veehouderijbedrijf
1.42 normaal agrarisch gebruik
het gebruik dat, gelet op de functie, regelmatig noodzakelijk is voor een goede grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en grondgebonden agrarisch gebruik van de gronden
1.43 normaal onderhoud
het onderhoud, dat gelet op de functie regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende functie behoren
1.44 overkapping
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand
1.45 paardenbak
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een andere ondergrond dan gras en al dan niet voorzien van een omheining
1.46 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.47 permanente bewoning
de bewoning van een recreatiewoning als hoofdverblijf
1.48 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie
1.49 recreatiewoning
een gebouw, geen woonkeet en geen caravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een persoon, een gezin of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond. Onder recreatiewoning wordt tevens een chalet begrepen;
1.50 risicovolle inrichting
een inrichting, waarbij volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten
1.51 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.52 straat- en bebouwingsbeeld
de stedenbouwkundige waarde van een gebied die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing. De mate van samenhang wordt bepaald door de verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, de onderlinge verhouding tussen bebouwing op het gebied van bouwhoogte en -breedte en de wijze waarop bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is zich tot elkaar verhoudt op het vlak van bouwvorm en ligging
1.53 tunnelkas
elke constructie van hout, metaal of anderszins welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten
1.54 verkeersveiligheid
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers
1.55 vuurwerkbedrijf
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen
1.56 webwinkel
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en zowel per post worden geleverd als ter plaatse afgehaald worden
1.57 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dat indien deze bestaat uit meerdere personen gebruik maakt van voor bewoning gemeenschappelijke voorzieningen, zoals keuken, toilet en douche
1.58 woonsituatie
de waarde van een gebied voor de woonfunctie, die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing. Bij de bepaling van de waarde wordt in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkomen of beperken van hinder
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 de afstand tot de zijdelingse grens van het bouwperceel:
de kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens.
Overschrijding bouwgrenzen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de plaatsing van gebouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de voor de plaatsing van gebouwen geldende regeling met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Gebruiks- En Bouwregels
Artikel 3 Gebruiksregels
3.1 Bestaand gebruik
- a. De binnen het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaand gebruik;
- b. Onder bestaand gebruik wordt tevens verstaan het gebruik van bedrijfswoningen en woonhuizen en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken in combinatie met:
- 1. aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden bedrijf, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- de grondoppervlakte mag maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de woning bedraagt, met een maximum van 50 m²;
- er mag geen detailhandel plaatsvinden, tenzij het betreft productiegebonden detailhandel;
- 2. mantelzorg;
- 3. Bed & Brochje, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- maximaal 2 kamers mogen worden gebruikt voor Bed & Brochje;
- het maximum brutovloeroppervlak dat wordt gebruikt voor Bed & Brochje is maximaal 50 m²;
- in de slaapkamers mag geen keukenblok worden gerealiseerd;
- ten behoeve van Bed & Brochje mag niet een extra inrit worden gerealiseerd;
- het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
- de ontsluiting van het perceel dient kwantitatief en kwalitatief goed van aard te zijn;
- 4. paardenbakken voor hobbymatig gebruik, waarbij de volgende regels gelden:
- er is 1 paardenbak per (bedrijfs)woning toegestaan;
- de afstand tussen een paardenbak en de naastgelegen (bedrijfs)woningen van derden is minimaal 25,00 meter;
- de afstand tussen een paardenbak en de eigen perceelgrens is minimaal 5,00 meter;
- 1. aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden bedrijf, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
- c. het in sub a bepaalde is niet van toepassing op het bestaande gebruik van recreatiewoningen ten behoeve van permanente bewoning. Deze gronden mogen niet worden gebruikt voor permanente bewoning, uitsluitend voor recreatieve bewoning.
3.2 Aanvullend gebruik
- a. Ter plaatse van bestaande agrarische bedrijven met een grondgebondenagrarische bedrijfsvoering mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere agrarische bedrijven met een grondgebonden agrarischebedrijfsvoering, tenzij het de gronden betreft ter plaatse van het besluitsubvlak 'weideveebedrijf', in welk geval uitsluitend het bestaande gebruik is toegestaan.
- b. Ter plaatse van bestaande agrarische bedrijven zijn paardenbakken uitsluitend ter plaatse van het besluitsubvlak 'bouwvlak' toegestaan.
- c. Ter plaatse van bestaande bedrijven mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere bedrijven genoemd in bijlage 1 Bedrijvenlijst onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige, risicovolle en vuurwerkbedrijven.
- d. Ter plaatse van bestaande detailhandel mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere detailhandelsbedrijven.
- e. Ter plaatse van bestaande dienstverlening mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere dienstverlenende bedrijven en/of instellingen.
- f. Ter plaatse van bestaande horeca mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere horecabedrijven, met uitzondering van een bar of bar-/dancing.
- g. Ter plaatse van bestaande kantoren mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere kantoren.
- h. Ter plaatse van bestaande maatschappelijke voorzieningen mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor andere maatschappelijkevoorzieningen.
- i. Ter plaatse van de besluitsubvlakken 'gemengd 1' en 'gemengd 2' mogen de gronden en bouwwerken naast het bestaande gebruik ook worden gebruikt voor:
- 1. het wonen in de vorm van vrijstaande en tot maximaal twee aaneengebouwde woningen, met dien verstande dat bij wijziging naar wonen maximaal 1 woning per hoofdgebouw is toegestaan;
- 2. detailhandel in de vorm van winkels, met dien verstande dat ter plaatse van het besluitsubvlak 'gemengd 1' de gronden en bouwwerken alleen mogen worden gebruikt voor winkels indien de gronden ook zijn voorzien van het besluitsubvlak 'centrum';
- 3. dienstverlening;
- 4. horecabedrijven, met uitzondering van nachtbars, discotheken/bar-dancings;
- 5. andere bedrijven genoemd in bijlage 1 Bedrijvenlijst onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- 6. maatschappelijke voorzieningen.
- j. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'bedrijfswoning' mogen de gronden en bouwwerken ook worden gebruikt voor een bedrijfswoning.
- k. Ter plaatse van het besluitsubvlak 'woningbouwlocatie 1' mogen de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor 1 nieuw woonhuis.
3.3 Openbare ruimte
- a. In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 is het toegestaan om de openbare ruimte te gebruiken voor wegen, fiets- en wandelpaden, groen, parkeervoorzieningen, taluds en natuurvriendelijke oevers, fietsenstallingen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, water(berging) ten behoeve van de waterhuishouding, geluidwerende voorzieningen, kruisingen met water, reclame-uitingen en kunstwerken.
- b. In afwijking van het bepaalde onder a mag de openbare ruimte niet zodanig worden gewijzigd dat er sprake is van een reconstructie van wegen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
3.4 Parkeernormen
Bij het gebruik van gronden en bouwwerken dient te worden voldaan aan de in Bijlage 2 Parkeernormen opgenomen parkeernormen.
3.5 Afwijkingsregels gebruik
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan een omgevingsvergunning worden verleend:
- a. het bepaalde in lid 3.2 sub c. en i. in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Bedrijvenlijst onder categorieën 1 en 2, mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1 Bedrijvenlijst, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 Bedrijvenlijst onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
- 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
- b. het bepaalde in lid 3.1 in die zin dat bij bedrijven productiegebondendetailhandel wordt toegestaan.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
Artikel 4 Bouwregels
4.1 Bestaande bouwwerken
Binnen het verordeningsgebied zijn aanwezige bestaande bouwwerken toegestaan en mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen.
4.2 Vergroting van bestaande en nieuwe bouwwerken
4.3 Parkeernormen
Bij het bouwen van gebouwen dient te worden voldaan aan de in Bijlage 2Parkeernormen opgenomen parkeernormen.
Artikel 5 Archeologie
Ter plaatse van het besluitvlak 'archeologie' gelden de volgende regels.
5.1 Bouwregels
5.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Gasleiding
Ter plaatse van het besluitvlak 'gasleiding' gelden de volgende regels.
6.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
8.1 Bevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. de bestaande en de in de regels gegeven maten, afmetingen, aantallen, percentages tot maximaal 10% van die maten, afmetingen, aantallen en percentages;
- b. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte wordt vergroot tot maximaal 10,00 meter;
- c. de regels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 25,00 meter;
- d. het bepaalde in de verordening in die zin dat lichtmasten uitsluitend ten behoeve van een paardenbak mag worden gebouwd, mits:
- 1. de bouwhoogte van de lichtmasten minimaal 4,00 meter en maximaal 8,00 meter bedraagt;
- 2. de situering van de lichtmasten binnen 0,50 meter aan de rand van de paardenbak plaatsvindt;
- 3. de verlichtingstijd is beperkt tussen 7.00 uur en 22.00 uur;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het betreffende gebied;
- e. de eis dat bij een aanvraag van een omgevingsvergunning blijkt dat voldoende parkeer- of stallingsruimte moet worden gerealiseerd indien op andere wijze in de nodige parkeer- en/of stallingsruimte wordt voorzien.
8.2 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunningen zoals bedoeld in lid 8.1 kunnen slechts worden verleend indien:
- a. hierdoor geen wezenlijke afbreuk wordt gedaan aan:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de milieusituatie;
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. het gaat om incidentele gevallen waarbij de noodzaak voor het afwijken van de beheersverordening is aangetoond.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht Gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.
Artikel 10 Overgangsrecht Bouwen
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.
Artikel 11 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als:
Beheersverordening Overige Dorpen 2014
van de gemeente Ooststellingwerf.
Behorend bij het besluit van 20 mei 2014.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2013 heeft de gemeente Ooststellingwerf voor de kernen in de gemeente beheersverordeningen vastgesteld. De vaststelling van de beheersverordeningen was onderdeel van de omvangrijke actualiseringsopgave waar de gemeente voor stond. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dienen gemeenten hun bestemmingsplannen tien jaar na vaststelling te herzien. De bestemmingsplanvoorraad van ruim 55 grote en minder grote plannen is in 2013 teruggebracht tot een kleiner aantal. Eén van de uitgangspunten daarbij was om te komen tot vereenvoudiging van regelgeving en uniformiteit. In totaal zijn er voor de kernen in Ooststellingwerf vijf beheersverordeningen vastgesteld voor Appelscha, Haulerwijk, Oosterwolde en de overige dorpen en één bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen. Ook is er voor het recreatieterrein De Posthoorn een beheersverordening vastgesteld. Met de herziening in 2013 beschikt de gemeente weer over een samenhangend beleidskader voor deze gebieden.
De voorliggende beheersverordening omvat de overige dorpen: Donkerbroek, Elsloo, Fochteloo, Haule, Langedijke, Makkinga, Oldeberkoop, Ravenswoud en Waskemeer. In de volgende paragraaf wordt het instrument beheersverordening nader toegelicht. De bestaande situatie en de huidige kernkwaliteiten van het dorp en de ontwikkelingsmogelijkheden op grond van de hiervoor geldende bestemmingsplannen zijn het vertrekpunt geweest voor de beheersverordening. Nieuwe (planologisch) ruimtelijk relevante ontwikkelingen, zoals de bouw van nieuwe woningen in uitbreidings- of inbreidingsplannen, zijn hier niet in geregeld, tenzij het kleine ontwikkelingen betreft die al in het bestemmingsplan Haulerwijk waren opgenomen. Hiervoor zijn andere planologische instrumenten beschikbaar, zoals een apart bestemmingsplan of de omgevingsvergunning. Wel zijn op perceelsniveau in de beheersverordening ruimtelijk ondergeschikte ontwikkelingen mogelijk.
In het volgende figuur is de ligging van alle dorpen in de gemeente weergegeven.
Figuur 1 Ligging overige dorpen
1.2 De Beheersverordening
Een beheersverordening is een beheerregeling voor het bestaand gebruik voor een gebied met een lage dynamiek waarin geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien binnen de horizon van de verordening. Het begrip "bestaand" kan zowel "eng" als "ruim" worden uitgelegd. Bij bestaand gebruik in enge zin worden alleen de bestaande feitelijk aanwezige functies en bebouwing vastgelegd. Het gaat daarbij om gebruik en bouwen inclusief hetgeen dat op basis van verleende vergunningen is toegestaan, maar nog niet is gerealiseerd. Bij gebruik in ruime zin worden de geldende bestemmingsplannen als uitgangspunt genomen. In deze beheersverordening wordt gekozen voor de ruime variant. Er is aangesloten bij de rechten uit de vigerende bestemmingsplannen. Is daarentegen sprake van een 'ruimtelijke ontwikkeling', dan is die niet meegenomen. Daarnaast zijn zaken als erfbebouwing en beperkte uitbreidingen van de woonhuizen en bedrijfswoningen wel opgenomen. Het betreft kleine perceelsgerichte ontwikkelingen die als beheer kunnen worden aangemerkt. Wat betreft de bestaande functies wordt onder aanvullend gebruik soortgelijke functies verstaan. Dit houdt in dat naast bijvoorbeeld een bestaande bloemenwinkel ook een andere soort detailhandel is toegestaan, zoals een boekhandel of een bakkerswinkel.
Anders dan bij het bestemmingsplan bepaalt de Wro niet uit welke elementen een beheersverordening bestaat. Het is wel duidelijk dat de beheersverordening betrekking heeft op een gebied en regels geeft voor het beheer van dat gebied en voor het vastleggen van de bestaande situatie. De beheersverordening heeft een digitale component en sluit aan bij de digitale opzet van de instrumenten van de Wet ruimtelijke ordening. Dat maakt dat een beheersverordening bestaat uit:
- een object dat bestaat uit het gebied waarop de verordening betrekking heeft. Dat is op de bijbehorende verbeelding aangegeven als verordeningsgebied, met een of meer objecten binnen het gebied, die op de verbeelding zijn aangeven als besluit(sub)vlak;
- regels die gekoppeld zijn aan het gebied en/of de objecten en die kunnen gaan over gebruiken, bouwen, aanleggen en slopen, afwijken met een omgevingsvergunning en eventueel overgangsrecht.
Alhoewel de Wro dit evenmin bepaalt, is het noodzakelijk de beheersverordening vergezeld te laten gaan van een toelichting waarin de gemaakte keuzen zijn onderbouwd. De Wro bepaalt wel dat de beheersverordening de volgende elementen kan bevatten:
- een verbod om bepaalde werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder omgevingsvergunning;
- binnenplanse afwijkingsregels;
Deze elementen zijn in deze beheersverordening van toepassing.
De beheersverordening is slechts één van de beschikbare instrumenten voor het ruimtelijke beheer van de dorpen en kan niet los worden gezien van de andere instrumenten die ook voor het beheer kunnen worden benut. Het gaat daarbij om de volgende instrumenten:
- het welstandstoezicht;
- het vergunningvrij bouwen;
- de planologische kruimelgevallen;
- omgevingsvergunning voor afwijken van de beheersverordening te voorzien van een ruimtelijke onderbouwing, ook wel de planologische omgevingsvergunning genoemd.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
Met de beheersverordening voor de overige dorpen in Ooststellingwerf zijn de volgende bestemmingsplannen geheel of gedeeltelijk vervangen:
Bestemmingsplan | Vastgesteld | Goedgekeurd |
Donkerbroek 2001 | 18-12-2001 | 10-04-2002 |
Elsloo 2001 | 19-02-2002 | 11-06-2002 |
Fochteloo 2003 | 16-12-2003 | 17-03-2004 |
Haule 2003 | 16-12-2003 | 17-03-2004 |
Haule, Dorpsstraat 56 te Haule | 19-10-2010 | - |
Langedijke 2003 | 17-08-2004 | 18-01-2005 |
Makkinga | 18-04-2000 | 25-07-2000 |
Oldeberkoop 2003 | 16-03-2004 | 08-06-2004 |
Ravenswoud 2003 | 16-12-2003 | 17-03-2004 |
Achtertuinen Compagnonsweg / Meester Lokstraat te Ravenswoud | 27-10-2009 | - |
Waskemeer 2001 | 19-02-2002 | 18-02-2003 |
Op basis van deze bestemmingsplannen zijn verscheidene wijzigingsplannen en partiële herzieningen opgesteld en vrijstellingen en/of ontheffingen verleend. Deze zijn vertaald in de beheersverordening.
1.4 Leeswijzer
De beheersverordening is als volgt opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt allereerst een beschrijving gegeven van de huidige situatie in het beheersgebied. Daarna wordt in Hoofdstuk 3 het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten uiteengezet. Hoofdstuk 4 geeft een juridische toelichting op de beheersverordening en gaat in op de uitvoerbaarheid hiervan. In Hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de vaststellingsfase en de daaraan voorafgaande inspraakperiode.
Hoofdstuk 2 Huidige Situatie En Uitgangspunten
2.1 Inleiding
In alle dorpen staat de woonfunctie voorop. In alle dorpen zijn ook andere functies aanwezig zoals (agrarische) bedrijven, kantoren, horeca en detailhandel en maatschappelijke, recreatieve en sportieve voorzieningen. De mogelijkheden voor deze bedrijven en andere milieubelastende functies dient behouden te blijven en afgestemd te worden op de omgeving. Daarnaast dienen cultuurhistorische elementen en structuren behouden te blijven.
In dit hoofdstuk volgt per dorp een korte omschrijving van de huidige situatie. Ook wordt hier per dorp aangegeven op welke wijze de cultuurhistorische elementen en structuren beschermd worden.
De bestaande situatie in de dorpen is weergegeven op de in de bijlagen bij deze toelichting opgenomen functiekaarten. Een overzicht per adres is opgenomen in Bijlage 11 Overzicht bestaande functies. De luchtfoto's d.d. 30 juli 2010 zijn daarnaast een bron om te raadplegen van welke bestaande situatie is uitgegaan. Deze luchtfoto's zijn raadpleegbaar bij de gemeente. Deze bestaande situatie en de mogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen vormt het uitgangspunt voor de beheersverordening.
2.2 Donkerbroek
Het dorp Donkerbroek ligt aan de noordwestzijde van de gemeente. De G.W. Smitweg, die overgaat in de Herenweg, is de belangrijkste (doorgaande) weg in het dorp. Donkerbroek is een vrij oud, van oorsprong agrarisch dorp en kan worden gekenmerkt als een wegdorp. De gestrekte lintachtige bebouwingsvorm is in de loop der jaren nagenoeg intact gebleven. Aan het eind van de 18de eeuw is de Opsterlandse Compagnonsvaart gegraven; deze vaart doorsnijdt het dorpsgebied aan de westzijde. Vanaf het begin van de 20ste eeuw vond een geleidelijke verdichting van het bebouwingslint langs de Herenweg plaats. Na de tweede wereldoorlog ontstond een zekere kernvorming door nieuwbouw ten zuiden van de Herenweg, die zich voortzette tot aan de tachtiger jaren. Daarna is een woongebied aan de noordzijde ontwikkeld.
Het landschap rondom Donkerbroek kenmerkt zich door een opstrekkende kavelstructuur. Het gebied aan de noord- en zuidzijde van de Herenweg/G.W. Smitteweg heeft een halfopen karakter met dichte houtsingels, die in de woongebieden zorgvuldig zijn ingepast. De houtsingels dienen behouden te blijven. Voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden, zoals het vellen en rooien van houtgewas, is daarom een omgevingsvergunning vereist (zie het omgevingsvergunningenstelsel zoals opgenomen in de regels ).
In het gehele dorp is een verblijfsgebied met een maximumsnelheid van 30 km/uur van toepassing. Hier staat niet de verkeerspunt maar de verblijfsfunctie voorop.
Het oorspronkelijke dorpsgebied heeft betrekking op de bebouwingssituatie langs de Herenweg en de G.W. Smitweg en aanzetten van bebouwing langs de Opsterlandse Compagnonsvaart. In dit gebied zijn verscheidene functies aanwezig. De omgeving van de brug is te beschouwen als het centrum van het dorp met een concentratie van winkels en horeca. De oudere bebouwing langs de Herenweg en de G.W. Smitweg bepaalt in hoge mate het dorpsbeeld. Dit geldt ook voor de lintbebouwing langs de Opsterlandse Compagnonsvaart. De situering van de bebouwing in het oorspronkelijke dorpsgebied moet zoveel mogelijk intact blijven. Hier moet een zekere mate van functiemenging mogelijk blijven, met een concentratie van winkelvoorzieningen bij de brug. Hier zijn dan ook meer functies mogelijk dan in de woongebieden. In het dorp komt ook buiten dit gebied een aantal bedrijven en andere functies voor.
De woongebieden in Donkerbroek liggen ten noorden en zuiden van de Herenweg. Ook is sprake van de woonfunctie in de oude bebouwingslinten.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 1 FunctiekaartDonkerbroek gevisualiseerd.
2.3 Elsloo
Het dorp Elsloo ligt aan de zuidzijde van de gemeente. De route Noord - Bûtenweg - Hoofdweg heeft een doorgaande functie in het dorp. Elsloo is een vrij oud, van oorsprong agrarisch dorp. Het dorp heeft een langgerekte vorm. Vanaf het begin van de 20ste eeuw vond een geleidelijke verdichting van het bebouwingslint langs de Hoofdweg plaats. Na de tweede wereldoorlog ontstond een zekere kernvorming door nieuwbouw tussen de Hoofdweg en de Bûtenweg. Het meest recente woongebied ligt aan de noordzijde van de Eikenhorst. Centraal in het langgerekte dorpsgebied zijn de belangrijkste voorzieningen van het dorp gelegen.
De Bûtenweg en het Noord hebben een verkeerspunt met een maximumsnelheid van 80 km/uur. In de overige straten van het dorp is een verblijfsgebied met een maximumsnelheid van 30 km/uur van toepassing.
Het landschap rondom Elsloo kenmerkt zich door een grote mate van openheid. De doorzichten vanaf de Hoofdweg in oostelijke richting zijn van belang. Het uitzicht op het open landschap dient behouden te blijven. Op de open stukken in het dorp gelden geen bebouwingsmogelijkheden. In Elsloo zijn ook enkele houtsingels aanwezig, die bijdragen aan het karakter van het landschap. Evenals in Donkerbroek, dienen deze te worden behouden. Hiervoor geldt eenzelfde regeling.
Bij de Hoofdweg is sprake van een zeer afwisselend bebouwingsbeeld met een verscheidenheid aan functies. Het afwisselende bebouwingsbeeld langs de Hoofdweg moet zoveel mogelijk intact worden gehouden.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 2 Functiekaart Elsloo gevisualiseerd. Hierop zijn de woonfunctie en de andere functies in het dorp aangegeven.
2.4 Fochteloo
Het dorp Fochteloo ligt aan de oostzijde van de gemeente en is slechts bereikbaar via kleine binnenwegen. De Rijweg/West en het Noord- en Zuideinde zijn de belangrijkste ontsluitingswegen voor Fochteloo, dat als geheel een 30 km/uur gebied vormt. Fochteloo is van oorsprong een zeer oud wegdorp met een langgerekte structuur. Deze hoofdstructuur van het dorp is tot begin jaren '90 van de vorige eeuw in stand gebleven, vanaf dat moment werd gestart met de aanleg van een kleine woonwijk. Dit woongebied, de Stienekamp, vormt een uitzondering op de hoofdstructuur van het dorp.
Het centrale deel van Fochteloo kenmerkt zich door een grote mate van openheid. Het gebied gaat hier over in een coulisselandschap. Het uitzicht op het open landschap dient zoveel mogelijk behouden te blijven, op de open plekken zijn geen bebouwingsmogelijkheden. In het gebied rondom het dorp dat zich kenmerkt als coulisselandschap, zijn houtsingels aanwezig, die bijdragen aan het karakter van het landschap. Ook deze houtsingels dienen behouden te blijven zoals ook in andere dorpen is geregeld.
Langs alle wegen in Fochteloo staan woningen. In de oudere gebieden staan de woningen verder van elkaar af. Verspreid in het dorp komt ook een aantal bedrijven en andere functies voor.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 3 FunctiekaartFochteloo gevisualiseerd.
2.5 Haule
Het dorp Haule ligt aan de oostzijde van de gemeente en is bereikbaar via kleine binnenwegen. De Dorpsstraat en, in het verlengde daarvan, de Zwetteweg zijn de belangrijkste ontsluitingswegen voor Haule. Hier geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. Het dorp Haule is van oorsprong een nederzetting op een noord-oost/zuid-west verlopende zandrug. Haule is een typisch wegdorp, het woongebied de Mandestraat vormt hier een uitzondering op. Qua vorm is het dorp vanuit het verleden weinig veranderd. De bebouwing is geleidelijk aan verdicht.
Het dorp kent een langgerekte structuur, waarbij de bebouwing zowel verspreid langs de Dorpsstraat, als op enige afstand daarvan voorkomt. Het open karakter wordt in het dorp met name bepaald door de agrarische percelen tussen de(woon)bebouwing. Dit dient net als in de andere dorpen behouden te blijven. Het gebied rondom het dorp kenmerkt zich als coulisselandschap. De in het dorp aanwezige en behoudenswaardige houtsingels dragen hieraan bij. Hiervoor geldt een beschermende regeling.
Langs alle wegen in Haule staan woningen. In de oudere gebieden staan de woningen verder van elkaar af. Verspreid in het dorp komt ook een aantal bedrijven en andere functies voor.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 4 Functiekaart Haule gevisualiseerd.
2.6 Langedijke
Het dorp Langedijke is qua inwonertal het kleinste dorp van Ooststellingwerf en ligt aan de zuidzijde van de gemeente. De Klokhuisdijk, Steenmaatsdijk, Kloosterweg, De Bult, Stokdijk, Boekhorst en Iegepoeledijk vormen het lokale wegennetwerk dat de kern ontsluit. In het gehele dorp is een verblijfsgebied met een maximumsnelheid van 30 km/uur van toepassing. Het dorp is, net als de andere zanddorpen, vrij oud. Binnen de linten heeft in de loop der tijd een enkele inbreiding plaatsgevonden. Verder is langs de Weidedijk de eerste planmatige uitbreiding tot stand gekomen.
Langedijke heeft van oudsher een sterke band met het landelijke gebied met vele doorzichten vanuit de lintbebouwing. Het uitzicht op het open landschap dient te worden behouden, met name die aan de Stokdijk. Op de open plekken is dan ook geen bebouwing toegestaan.
In het dorp is met name lintbebouwing aanwezig. Het woongebied aan de Weidedijk vormt hierop een uitzondering. Net als in de andere dorpen, komt ook in dit dorp een aantal bedrijven en andere functies voor.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 5 FunctiekaartLangedijke gevisualiseerd.
2.7 Makkinga
Het dorp Makkinga ligt aan de westzijde van de gemeente. De belangrijkste wegen in het dorp zijn de Lyclamaweg en de Bercoperweg. In geheel Makkinga is een 30 km/uur-gebied van toepassing. De ruimtelijke structuur van Makkinga vertoont duidelijk kenmerken van een wegdorpnederzetting: opstrekkende percelen met de boerderijen langs de weg. Ook zijn er elementen die doen denken aan een esdorp. Van recentere datum zijn de woonuitbreidingen aan de Meester Bergsmastraat en in het zuidwesten van het dorp.
Kenmerkend voor het landschap in de omgeving van Makkinga is het contrast tussen openheid (aan de noordzijde) en beslotenheid (aan de zuidzijde). Onder andere de houtsingels en bosjes aan de zuidzijde van het dorp zijn kenmerkend voor de beslotenheid. Het contrast tussen de openheid en de beslotenheid van het omringende landschap moet worden gehandhaafd. Interventies in het open gebied aan de noordzijde moeten zoveel mogelijke voorkomen worden, de houtsingels en bosjes moeten worden gehandhaafd.
De Brink is te beschouwen als het centrum van het dorp. Hier, en ook langs de aansluitende delen de Bercoperweg, de Lyclamaweg en de Wemeweg, is sprake van een compacte bebouwingssituatie. In het centrum van het dorp is sprake van een zekere mate van functiemenging van wonen, winkels horeca en kantoren. De situering van de bebouwing in het oorspronkelijke dorpsgebied moet zoveel intact worden gehouden. Hier moet een zekere mate van functiemenging mogelijk blijven. In de beheersverordening geldt voor dit gebied een specifieke regeling waarmee ten opzichten van de woongebieden er ruimere functionele mogelijkheden gelden.
De woongebieden in Makkinga liggen in het zuiden van het dorp. Ook is sprake van de woonfunctie in de oude linten. De woonfunctie is één van de kernkwaliteiten van Makkinga, daarnaast komen ook bedrijven en andere functies in het dorp voor.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 6 FunctiekaartMakkinga gevisualiseerd. In Makkinga bevindt zich tevens een molen.
2.8 Oldeberkoop
Het dorp Oldeberkoop ligt in het zuidwesten van de gemeente. De belangrijkste wegen die door en langs Oldeberkoop lopen zijn de Bovenweg (N351), de Heerenveenseweg / Noordwolderweg (N353) en de oorspronkelijke doorgaande route Oosterwoldseweg / Wolvegasterweg. De noord-zuidroute Heerenveenseweg / Noordwolderweg heeft een verkeerspunt met een maximumsnelheid van 50 km/uur, in de overige straten van het dorp is een verblijfsgebied met een maximumsnelheid van 30 km/uur van toepassing. Het dorp is te karakteriseren als een wegdorp. De oorspronkelijke boerderijen staan in een lint. In de loop der tijd zijn er in het lint ook overige functies ontstaan. De tweede helft van de 20ste eeuw wordt gekenmerkt door forse woonuitbreidingen, die de historische hoofdstructuur niet hebben doorbroken maar wel sterk afwijken van het traditionele bebouwingspatroon. Een deel van het dorp is aangewezen als beschermd dorpsgezicht.
Kenmerkend voor het landschap in de omgeving van Oldeberkoop is het contrast tussen het open (aan de westzijde) en gesloten (aan de oostzijde) landschap. De kenmerkende beplanting in het dorp bestaat uit houtsingels en in het beschermd dorpsgezicht de zware, karakteristieke straatbeplanting. Interventies in het open gebied moeten zoveel mogelijke voorkomen worden, de houtsingels moeten worden gehandhaafd. In de beheersverordening is dit geregeld.
Het oorspronkelijke dorpsgebied heeft betrekking op het beschermd dorpsgezicht, tevens het dorpscentrum. Hier is sprake van een compact bebouwingsbeeld, wat ook geldt voor de aansluitende gedeelten. De situering en de hoofdvorm van de bebouwing binnen de begrenzing van het beschermd dorpsgezicht moet intact worden gehouden. Hiervoor biedt de beheersverordening een specifieke regeling die afgestemd is op de regeling in het geldende bestemmingsplan.
De woongebieden in Oldeberkoop liggen hoofdzakelijk aan de zuidoostzijde van het dorp. Ook is sprake van de woonfunctie in de oude linten. Naast de woonfunctie komen in het dorp ook bedrijven en andere functies voor.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 7 FunctiekaartOldeberkoop gevisualiseerd.
2.9 Ravenswoud
Het dorp Ravenswoud ligt aan de zuidoostzijde van de gemeente. Het dorp is slechts bereikbaar via kleine binnenwegen. De Toogwijk/Meester Lokstraat is de voornaamste ontsluitingsroute voor het dorp. Het gehele dorp is ingericht als 30 km/uur-gebied. Het dorp is ontstaan tijdens en na de vervening. Pas na de Eerste Wereldoorlog is de bebouwing behoorlijk toegenomen. In de jaren '60 van de vorige eeuw werd ten zuiden van de school woningbouw gepleegd. Ook langs de doorgaande wegen zijn sindsdien nieuwe woningen gebouwd. De laatste woninguitbreiding vond plaats in de jaren '80 en '90 langs de Veenwijksweg.
De omgeving van Ravenswoud is duidelijk gevormd door de vervening. Naar de zuid- en westkant is het landschap deels open en naar de noord- en oostkant is het landschap beslotener door de aanplant van bossen. Kenmerkend zijn ook de vaarten. Het uitzicht op het open landschap en de vaarten moet zo veel mogelijk behouden blijven. De beheersverordening legt deze bestaande en wenselijke situatie vast.
In het dorp is met name lintbebouwing aanwezig langs de drie doorgaande wegen. Het woongebied aan de Veenwijksweg vormt hierop een uitzondering. Ten noorden van Ravenswoud is een gedeelte aangewezen als beschermd dorpsgezicht vanwege het historisch-ruimtelijk karakter. Dit gebied valt echter buiten de grenzen van deze beheersverordening.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 8 FunctiekaartRavenswoud gevisualiseerd.
2.10 Waskemeer
Het dorp Waskemeer ligt aan de noordzijde van de gemeente, op de grens met de gemeente Opsterland. De belangrijkste doorgaande weg in het dorp is de route Compagnonsweg / Bakkeveensterweg (N917). Een zekere doorgaande functie hebben ook de Kruisweg en de P.W. Janssenweg-Oude Wijk-Leidijk. Het gehele dorp is een 30 km/uur-regime van toepassing De oorspronkelijke bebouwing was hoofdzakelijk gesitueerd langs de kanalen, de Haulerwijkstervaart en de Oude Wijk. Vanaf het begin van de vorige eeuw werd ook gebouwd langs andere bestaande wegen, onder andere de Kruisweg en de Bakkeveensterweg. Sindsdien is de uitbreiding van het dorp aan de zuidoostzijde en in de noordzijde van het dorp tot stand gekomen.
Het oorspronkelijke dorpsgebied heeft betrekking op de bebouwingssituatie langs de Haulerwijkstervaart en de aanzet van de Oude Wijk en de Bisschopsweg. Langs de Bisschopsweg en de Oude Wijk is de bebouwingssituatie karakteristiek. Hier komt een gebied met functiemenging voor. De situering van de bebouwing in het oorspronkelijke dorpsgebied moet zoveel intact worden gehouden. Het behoud van de karakteristieke bebouwingssituatie aan de Bisschopsweg en de Oude Wijk is uit (cultuur)historisch oogpunt van belang. De uitwisselbaarheid van functies dient hier behouden te worden. In de beheersverordening is dit geregeld door hier naast het wonen ook andere functies toe te staan.
In Waskemeer zijn verschillende woongebieden en niet-woonfuncties aanwezig.
In de bijlagen is de bestaande situatie van het dorp in Bijlage 9 FunctiekaartWaskemeer gevisualiseerd.
Hoofdstuk 3 Beleid En Milieu- En Omgevingsaspecten
3.1 Beleid
Op verschillende niveaus gelden beleidsnota's die betrekking hebben op het beheersgebied. Op rijks- en provinciaal niveau zijn dit onder andere de "Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte" en het "Streekplan Fryslân 2007", die verder zijn uitgewerkt in respectievelijk het "Besluit algemene regels ruimtelijke ordening" en de "Verordening Romte Fryslân". Deze beleidsnota's geven geen specifieke uitgangspunten voor het beheersgebied, aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd (waaronder het beschermd dorpsgezicht in Oldeberkoop) en er geen sprake is van nieuwe, ruimtelijk relevante ontwikkelingen. In algemene zin wordt gestreefd naar een voortzetting en verbetering van het bestaande kwaliteitsniveau. Dit geldt dan ook voor het beheersgebied.
Op gemeentelijk niveau zijn de volgende beleidsdocumenten relevant voor de beheersverordening:
Structuurvisie 2010-2020-2030 (de grenzeloze toekomst) | Voor de dorpen noemt de structuurvisie dat deze vitaal en leefbaar moeten blijven. De beheersverordening legt de bestaande situatie vast en doet hier geen afbreuk aan. De in de structuurvisie genoemde woningbouwmogelijkheden worden niet in de beheersverordening geregeld. Het verbeteren van de kwaliteit van woningen en de woonomgeving is binnen de kaders van de beheersverordening mogelijk. | |
Woonplan 2011-2020 | De woningbouwmogelijkheden uit het woonplan worden niet geregeld in de beheersverordening, de beheersverordening staat een kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad en woonomgeving niet in de weg. | |
Welstandsnota | In de beheersverordening zijn het grondgebruik en de bebouwingsmogelijkheden voor de dorpen geregeld. De in de welstandsnota vastgestelde richtlijnen vormen het kader voor de welstandsbeoordeling van bouwplannen. | |
Landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland (2004-2014) | Het landschapsbeleidsplan stelt dat de houtsingels belangrijk zijn voor de karakteristiek van het landschap en om deze reden behouden moeten blijven. De beheersverordening biedt hiervoor een beschermende regeling. | |
Redengevende omschrijvingen gemeentelijke monumenten Ooststellingwerf | In de dorpen zijn verscheidene panden aangemerkt als "gemeentelijk monument". Hiervoor is, net als voor Rijksmonumenten, een beschermende regeling opgenomen. | |
Milieubeleidsplan Ooststellingwerf 2010-2016 | In het milieubeleidsplan staat de duurzaamheid in de gemeente de komende jaren voorop. Energiezuinige woningbouw en een duurzame leefomgeving zijn hierin belangrijke aandachtspunten. Binnen de kaders van de beheersverordening is het mogelijk deze doelstellingen te realiseren. | |
Watervisie Ooststellingwerf | De watervisie geeft aan dat water een belangrijke rol speelt bij recreatie en toerisme. De gemeente wil duurzaam omgaan met water. Voor natuur en landbouw is het van belang dat de waterkwaliteit op peil blijft. De bestaande watergangen in de dorpen worden in de beheersverordening geregeld. | |
Memo Bed & Brochje | In deze memo geeft de gemeente beleid voor Bed & Brochje. Bij (bedrijfs)woningen wordt dit in de dorpen onder voorwaarden toegestaan. | |
Beleidsregels mantelzorg, paardenbakken en recreatiewoningen | De gemeente heeft voor de thema's mantelzorg, paardenbakken en recreatiewoningen standaardregels opgesteld die van toepassing zijn op de gehele gemeente en dus ook op de dorpen in de beheersverordening. Hoofdstuk 4 gaat hier nader op in. |
3.2 Milieu- En Omgevingsaspecten
In de beheersverordening dient rekening te worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het beheersgebied met als uitgangspunt dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen worden de milieu- en omgevingsaspecten behandeld.
3.2.1 Milieuzonering
Ten behoeve van de milieuzonering is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) het systeem "Bedrijven en milieuzonering" ontwikkeld in de vorm van een bedrijvenlijst, waarin de bedrijven zijn gecategoriseerd op hun milieueffecten. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie) kunnen veroorzaken, kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de milieuindeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden.
Aangezien de bestaande situatie wordt vastgelegd in de beheersverordening, is en blijft de bestaande milieuhygiënische situatie gehandhaafd en is een verslechtering niet mogelijk. Eventuele milieuvergunningen (of omgevingsvergunningen voor milieuactiviteiten) van de bedrijven en voorzieningen zijn afgestemd op de aanwezigheid van de woningen in het beheersgebied, waarmee ze in het beheersgebied op de huidige locaties kunnen blijven functioneren. Naast de bestaande bedrijven zijn ook andere bedrijven uit ten hoogste milieucategorie 2 toegestaan. Bij de maatschappelijke functies zijn ook andere, qua zwaarte vergelijkbare maatschappelijke functies toegestaan en binnen de gemengde gebieden is een uitwisselbaarheid van qua zwaarte vergelijkbare functies mogelijk. Deze regelingen zijn overgenomen uit de hiervoor geldende bestemmingsplannen. Vanuit milieuzonering gelden er geen belemmeringen voor het beheersgebied.
3.2.2 Geluid
De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidsgevoelige gebouwen en terreinen door drie verschillende geluidsbronnen: wegverkeer, spoorwegverkeer en industrie. In en rondom de dorpen zijn geen spoorwegen en geluidzones voor industrie aanwezig. In de Wgh is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn onder andere wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. Dit is in vele dorpen en wijken in de dorpen het geval. Voor de zoneplichtige wegen in de dorpen (dus waar een maximumsnelheid van 50 km/uur of meer geldt) biedt de beheersverordening een regeling dat het profiel van de weg niet kan veranderen en dat een geluidsgevoelig gebouw of terrein niet dichter naar een zoneplichtige weg kan worden gebouwd. Hierdoor is geluid geen belemmering voor het beheersgebied.
3.2.3 Externe veiligheid
Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de daarop gebaseerde Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) gelden bepaalde normeringsafstanden tussen risicovolle en risicogevoelige functies. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In het Bevi wordt aangegeven hoe met het plaatsgebonden risico en het groepsgebonden risico moet worden omgegaan. De risicovolle inrichtingen zijn op de risicokaart van de provincie Fryslân weergegeven.
In of buiten de dorpen zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig die beperkingen leggen op de mogelijkheden in het beheersgebied. Wel bevindt zich in het westen van Haule een hogedrukgasleiding van de Gasunie (met een maximale werkdruk van 40 bar en een uitwendige diameter van 4,50 inch) en bij Donkerbroek is de N381 een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico hiervan bedraagt in beide gevallen 0 meter. Aangezien de beheersverordening de bestaande situatie vastlegt, is er geen toename van het groepsrisico mogelijk. Aan weerszijden van de gasleiding is een beschermende regeling van 5 meter van toepassing, waar de bouw van gebouwen niet is toegestaan. Deze zone loopt voor een klein deel door Haule.
3.2.4 Luchtkwaliteit
De Wet luchtkwaliteit vormt een onderdeel van de Wet milieubeheer. In de wet zijn normen opgenomen voor de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteitseisen vormen onder andere geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of als een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt. In het beheersgebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die nader luchtkwaliteitsonderzoek vereisen. Ook zijn er in Ooststellingwerf geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen bekend.
3.2.5 Bodem
Met betrekking tot de bodem kan gemeld worden dat in het beheersgebied geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan waarvoor op voorhand bodemonderzoek noodzakelijk is. Vanuit het omgevingsaspect bodem zijn er dan ook geen belemmeringen voor het beheersgebied.
3.2.6 Water
Het beheersgebied valt onder het beheer van het Wetterskip Fryslân, dat zorg draagt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en dat de grotere boezemwateren en sloten beheert, alsmede de waterkeringen, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het beheersgebied.
Voor de watergangen en waterpartijen in het plangebied geldt dat de bestaande situatie wordt gecontinueerd. De kwaliteit- en kwantiteitsfunctie van het water in het beheersgebied is hiermee gewaarborgd.
3.2.7 Archeologie en monumenten
Voor de dorpen is op grond van de Wet op de archeologisch monumentenzorg onderzocht of er archeologische waarden aanwezig zijn. Hiervoor is de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) van de provincie Fryslân gebruikt. Op deze kaart is op basis van zowel de aanwezige archeologische monumenten als de te verwachten archeologische waarden een advies aangegeven. De FAMKE bestaat uit twee provinciedekkende advieskaarten, één voor de periode Steentijd - Bronstijd, en één voor de periode Ijzertijd - Middeleeuwen.
De gemeente Ooststellingwerf heeft op basis van de FAMKE een archeologisch bureauonderzoek verricht. Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 10 bij deze toelichting. Voor de archeologische gebieden waar bij ingrepen van meer dan 50 m2 archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd, biedt de beheersverordening een beschermende regeling. Het betreft delen van Fochteloo, Haule en Langedijke.
In de dorpen zijn verscheidene Rijksmonumenten (RM) en gemeentelijke monumenten (GML) aanwezig:
Dorp | Adres | RM | GML |
Donkerbroek | G. Wouter Smitweg 5 | x | |
Heren wal 9-12, 4 en 72 | x | ||
Schapen drift 18-28 | x | ||
Elsloo | Hoofdweg 42 | x | |
Makkinga | Brink 10 | x | |
Lyclamaweg 15 en 17 | x | ||
Lyclamaweg 124 | x | ||
Werneweg 17 | x | ||
Oldeberkoop | Delle 25-33 | x | |
Molenhoek 2, en 31 | x | ||
Molenhoek 13, en de duivenslag in huisvorm tegenover Molenhoek 2 | x | ||
Oosterwoldseweg 5, 13, 35 en 76 | x | ||
Oosterwoldseweg 10 | x | ||
Willinge Prinsstraat 2, 4, 12, 13, 15, 17 en 19 | x | ||
Willinge Prinsstraat 10 | x | ||
Wolvegasterweg 16 | x | ||
Ravenswoud | Veenwijksweg 1 en 3 | x |
De Rijksmonumenten en de gemeentelijke monumenten zijn respectievelijk op grond van de Monumentenwet en de gemeentelijke Erfgoedverordening beschermd en behoeven hierdoor geen extra regeling in de beheersverordening.
3.2.8 Ecologie
Het beheersgebied is getoetst aan de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Wat betreft de gebiedsbescherming, maakt het beheersgebied geen deel uit van een Natura 2000-gebied of een gebied dat onder het regime van de Ecologische HoofdStructuur (EHS) valt. Ook zijn er in het beheersgebied geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die negatieve gevolgen hebben voor Natura 2000- of EHS-gebieden.
Voor het beheersgebied kan worden gesteld dat het om een bestaande situatie gaat waarin geen nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen worden toegestaan. Het is en blijft voornamelijk in gebruik als woongebied. Wat betreft de soortenbescherming, zijn er daarom geen belemmeringen te verwachten.
Hoofdstuk 4 Juridische Toelichting En Uitvoerbaarheid
4.1 Juridische Toelichting
Juridische regeling
In de beheersverordening is de bestaande situatie vastgelegd door middel van een besluitgebied. Het begrip "bestaand" is gedefinieerd in de begripsbepalingen van de REGELS en de bestaande functies in de dorpen zijn opgenomen in Bijlage 11Overzicht bestaande functies . De beheersverordening maakt onderscheid in gebruiksregels en bouwregels. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten op de planologische mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen.
Bij de inventarisatie van de aanwezige functies en bouwwerken in de dorpen is gebleken dat er situaties voorkomen waarvoor in het verleden geen vergunning is verleend. Een deel hiervan kan onder de huidige wetgeving als vergunningsvrij worden beschouwd en is inmiddels dus legaal. Voor de overige gevallen geldt dat deze illegaal blijven. De uitgevoerde inventarisatie is te globaal om alle mogelijk aanwezige illegale situaties in beeld te hebben. Illegale situaties op grond van de hiervoor geldende bestemmingsplannen blijven na vaststelling van deze beheersverordening daarom ook illegaal. Op die manier wordt willekeur en rechtsongelijkheid voorkomen. Voor deze gevallen kan door de gemeente handhavend worden opgetreden.
Eventueel bestaande permanente bewoning van recreatiewoningen is specifiek als strijdig gebruik aangemerkt in de beheersverordening, overeenkomstig de regelingen zoals opgenomen in de hiervoor geldende bestemmingsplannen.
Gebruik
Voor het gebruik van de gronden betekent bovenstaande onder andere dat naast de huidige functies ook qua zwaarte vergelijkbare functies zijn toegestaan. Zo is er bij een bestaand bedrijf ook een andere bedrijf mogelijk uit ten hoogste milieucategorie 2 en is er bij een maatschappelijke voorziening (zoals een school) ook een andere maatschappelijk voorziening mogelijk (zoals een kerk). De toe te laten bedrijven zijn genoemd in de bij de regels als bijlage opgenomen bedrijvenlijst. Voor bedrijven die hier niet in zijn genoemd en voor productiegebonden detailhandel is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen in het plan. De bestaande bedrijfswoningen zijn uitgangspunt. Voor bedrijven waar nog geen bedrijfswoning aanwezig is, biedt de beheersverordening de mogelijkheid om deze op te richten indien het vigerende bestemmingsplan deze mogelijkheid ook bood. Op deze percelen is het besluitsubvlak "bedrijfswoning" van toepassing.
In Donkerbroek, Makkinga en Waskemeer worden iets ruimere functionele mogelijkheden geboden in het oorspronkelijke dorpsgebied. Deze functiemenging is ook in de vigerende bestemmingsplannen mogelijk. Door middel van besluitsubvlakken zijn hier gemengde gebieden aangegeven waarin verscheidene functies zijn toegestaan. In het centrum van Donkerbroek zijn binnen het besluitsubvlak "gemengd 1" bovenop de mogelijkheden voor het gemengde gebied nog winkels toegestaan in het gebied dat is aangegeven met het besluitsubvlak "centrum". Binnen deze gebieden mag bij de functiewijziging naar wonen maximaal 1 woning per hoofdgebouw worden gerealiseerd.
Openbare ruimte
Binnen de openbare ruimte mogen de functies groen, verblijfsgebied, parkeren en water in beperkte mate onderling worden uitgewisseld. De beheersverordening biedt hiermee een basis voor eventuele herinrichting van het openbare gebied. Voorwaarde is wel dat de openbare ruimte niet zodanig mag worden aangepast, zodat sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder.
Houtsingels en landschappelijke en natuurlijke waarden
Voor de houtsingels in de dorpen is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen conform de aanlegvergunning in de vigerende bestemmingsplannen. Ter behoud en bescherming van landschappelijke en natuurlijk waarden in agrarische gebieden in Fochteloo, Makkinga, Ravenswoud en Langedijke biedt de beheersverordening een beschermende regeling, ook door middel van een omgevingsvergunningstelsel.
Bouwen
De bouwregels van de beheersverordening zijn grotendeels afgestemd op de geldende bestemmingsplannen. Dit betekent dat woningen kunnen worden gebouwd met een maximale goothoogte van 3,5 meter, tenzij de bestaande goothoogte hoger is.
Voor de niet-woonfuncties zijn waar van toepassing de bebouwingsmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. In deze bouwvlakken zijn hier de maximale goothoogten aangegeven. Bij woonhuizen en bedrijfswoningen is afhankelijk van de oppervlakte van het bouwperceel een maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken toegestaan. Hoe groter de oppervlakte van het bouwperceel, hoe groter de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag zijn. Voor grotere percelen geldt dus dat meer oppervlakte is toegestaan. Voor overkappingen en andere bouwwerken (zoals erf- en terreinafscheidingen) op de percelen gelden specifieke bouwregels.
Voor de sportvoorzieningen, recreatiewoningen, begraafplaatsen, jachthavens en paardenbakken gelden specifieke bouwregels die afgestemd zijn op de geldende bestemmingsplannen en/of het gemeentelijke beleid.
Parkeernormen
Binnen de gemeente gelden parkeernormen waaraan voldaan moet worden. Deze zijn onderdeel gemaakt van de beheersverordening en opgenomen in een bijlage bij de regels.
Gasleiding
Voor de gasleiding in Haule is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen ter bescherming van de leiding. De betreffende werken en werkzaamheden kunnen slechts worden toegestaan met een omgevingsvergunning indien blijkt dat de leiding ook dan nog goed kan functioneren.
Specifieke regelingen naar aanleiding van gemeentelijk beleid
Daarnaast is in de juridische regeling aangesloten bij de (beleids)standaarden van de gemeente. Dit houdt in dat er bij (bedrijfs)woningen mogelijkheden worden geboden voor aan-huis-verbonden beroepen/bedrijven, mantelzorg, Bed&Brochje en paardenbakken. Voor paardenbakken is onderscheid gemaakt tussen paardenbakken bij agrarische bedrijven en paardenbakken bij (bedrijfs)woningen. Paardenbakken bij agrarische bedrijven dienen in het bouwvlak gerealiseerd te worden. Voor hobbymatige paardenbakken bij (bedrijfs)woningen is een regeling getroffen waarbij deze alleen zijn toegestaan vanaf 5 meter van de perceelsgrens en 25 meter vanaf derden.
Beschermd dorpsgezicht Olderberkoop
Een belangrijk element in de bouwregels is de regeling voor het beschermd dorpsgezicht in Oldeberkoop. De regeling is afgestemd op de regeling van het geldende bestemmingsplan en is bedoeld voor het behoud van de ruimtelijke karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht. De hoofdgebouwen mogen hier niet worden uitgebreid tenzij er binnen het beschermde dorpsgezicht een bouwvlak aanwezig is. De te bebouwen erven zijn hier specifiek aangegeven. Dit wijkt af van de standaard bebouwingsregeling in de andere gebieden van de overige dorpen.
Archeologische waarden
Voor de archeologisch waardevolle gebieden in Fochteloo, Haule en Langedijke biedt de beheersverordening een beschermende regeling. Bodemingrepen (waaronder ook ophogingen) die de archeologische waarden kunnen aantasten, zijn alleen toegestaan met een omgevingsvergunning. Indien de bodemingreep een groter oppervlak beslaat dan 50 m2, is tevens archeologisch onderzoek vereist. Ook kunnen er in bepaalde gevallen voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden.
Procedure beheersverordening
De Wro kent geen voorbereidingsprocedure voor de beheersverordening. Op grond van de gemeentelijke Inspraakverordening is gelegenheid geboden tot inspraak. De inspraakreactie is verwerkt in de beheersverordening. De beheersverordening is vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad. Hierop is hoofdstuk 3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Tegen het besluit tot vaststellen van een beheersverordening kon geen beroep worden aangetekend.
De herziening van de beheersverordening is niet opnieuw in procedure gebracht, omdat het hier gaat om minimale wijzigingen ten opzichte van de vorige versie van de beheersverordening. Inspraak op deze verordening is dus niet mogelijk, beroep evenmin.
4.2 Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
De verruimingen die de beheersverordening ten opzichte van de voorheen geldende bestemmingsplannen mogelijk maakt zijn perceelsgebonden van aard en kleinschalig van karakter. Deze zijn echter ruimtelijke ondergeschikt. De beheersverordening voorziet niet in ingrijpende veranderingen waarbij particuliere belangen geschaad zouden kunnen worden. De situatie uit het geldende bestemmingsplan wordt grotendeels voortgezet. De maatschappelijke uitvoerbaarheid is hiermee gewaarborgd.
Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wro en het Bro beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Het is niet mogelijk een exploitatieplan te koppelen aan een beheersverordening. Aangezien de beheersverordening het bestaande gebruik regelt, zijn aan de uitvoering hiervan ook geen kosten verbonden die ten laste komen van de gemeente. Bovendien staat de beheersverordening geen bouwplannen toe waar het verhalen van kosten mogelijk is. Om deze reden is ook het weergeven van de economische uitvoerbaarheid ten behoeve van de inzet van gemeentelijke middelen niet relevant.
Hoofdstuk 5 Vaststelling
5.1 Inspraak
De ontwerp-beheersverordening 'Overige Dorpen' heeft vanaf 22 november 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Op 4 en 10 december zijn hiervoor inloopavonden gehouden. Deze inloopavonden zijn in totaal door drie personen bezocht. Tijdens de termijn van terinzagelegging en tijdens de inloopavonden is een ieder in de gelegenheid gesteld om een inspraakreactie op de ontwerp-verordening te geven. De inspraakreacties die zijn ingediend, zijn hieronder van een gemeentelijke reactie voorzien. De inspraakreacties zijn als bijlage 12 bij deze beheersverordening opgenomen.
1. V.o.f. Kwekerij 'de Horst', M. en M.R. Piekeboer
Inspraakreactie
De locatie van Kwekerij 'De Horst' is in de ontwerp-beheersverordening niet vermeld in Bijlage 11. Op de plankaart wordt wel onderscheid gemaakt tussen Hoofdweg 4 'wonen', en Hoofdweg 4 achter 'bedrijven'. Bij de vaststelling van bestemmingsplan Elsloo 2001 is er in het definitieve bestemmingsplan ook geen juiste bestemming aan het perceel toegekend, ondanks het destijds toegekende bezwaar van inspreker op het ontwerpbestemmingsplan. Dit is ook erkend door de gemeente. Inspreker verzoekt dan ook om dit alsnog aan te passen in de ontwerp-beheersverordening.
Reactie gemeente
In bijlage 11 is een lijst opgenomen van de bestaande functies in de dorpen. Deze lijst is in het geval van kwekerij 'de Horst' niet compleet. Bijlage 11 zal op dit punt worden aangepast.
In de beheersverordening wordt op de verbeelding geen onderscheid gemaakt tussen woningen en bedrijvigheid. In het vigerende bestemmingsplan Elsloo 2001 is voor de woning aan de Hoofdweg 4 een woonbestemming toegekend. Het perceel achter deze woning (kwekerij de Horst) heeft de bestemming Agrarisch gebied met een bouwvlak, waar binnen de bebouwing moet worden opgericht. In de beheersverordening is dit bouwvlak overgenomen. Hiermee worden de bestaande rechten op het perceel gewaarborgd, overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan.
De gemaakte opmerking leidt tot aanpassing van bijlage 11 (overzicht bestaande functies) van de beheersverordening. Kwekerij 'de Horst' wordt aan de lijst toegevoegd.
2. Dhr. en mevr. Menger, namens Buurtbewoners Posthuisweg te Donkerbroek
Inspraakreactie
De insprekers hebben geconstateerd dat het bestemmingsplan voor hun buurt, de Posthuisweg, gedateerd is. Een aantal gezinnen heeft in 2011 grond gekocht, grenzend aan het eigen perceel. Dit is gekocht als erfuitbreiding. In de beheersverordening wordt dit perceel echter nog als Agrarisch bestemd. Insprekers verzoeken deze bestemming te wijzigen, zodat het als erfgrond (tuin) wordt beschreven.
Reactie gemeente
De percelen grenzend aan de Posthuisweg 7, 9, 11 en 13, die als agrarisch gebied zijn bestemd, zijn niet meegenomen in de beheersverordening 'Overige Dorpen'. Op de kadastrale kaart blijkt dat de percelen, waar de bestemming agrarisch gebied ligt, zijn verdeeld in kleinere percelen. Inmiddels zijn de percelen verkocht aan de bewoners en in gebruik als erf. De percelen worden aan de beheersverordening toegevoegd, zodat dezelfde regeling gaat gelden als voor de naastliggende woonpercelen.
De beheersverordening wordt in die zin aangepast, dat de genoemde percelen in de beheersverordening 'Overige Dorpen' worden opgenomen door het beheersgebied uit te breiden.
3. Dhr. en mevr. Menger
Inspraakreactie
Deze inspraakreactie is gelijkluidend aan nr. 2.
Reactie gemeente
Verwezen wordt naar de reactie onder nr. 2.
4. Van der Velde/ Nuwolt
Inspraakreactie
Insprekers verzoeken het college een wijziging aan te brengen met betrekking tot het perceel 911 sectie E, zodat het van agrarisch grond in erfgrond wordt beschreven.
Reactie gemeente
Verwezen wordt naar de reactie onder nr. 2.
5. Bouwbedrijf Doornenbal en Louwes bv, A. Doornenbal
Inspraakreactie
Inspreker is van mening dat de artikelen 4.2.c, 4.2.d, 4.2.e. onder 2, 4.2.f, 4.2.3, 4.2.7.b, 4.2.8.a en 4.2.8.c te veel beperkingen ten aanzien van bouw- en gebruiksmogelijkheden in de dorpen geven. Inspreker vreest dat aspirant kopers dit er van zal weerhouden om in de dorpen te gaan wonen. Als de gemeente hoogwaardige industrie of ondernemingen binnen wil halen, moet afgevraagd worden of deze beperkingen wel wenselijk zijn. Er moet dan ook kwaliteit aan woningen worden geboden.
Reactie gemeente
De regeling die in de beheersverordening 'Overige dorpen' is opgenomen, gaat in beginsel uit van bestaande bouwwerken en functies. In de vigerende bestemmingsplannen biedt de regeling voor bestaande bouwwerken, de mogelijkheid om bouwwerken uit te breiden en niet gerealiseerde bouwwerken op te richten. De regeling voor het uitbreiden van bouwwerken en het oprichten van nieuwe bouwwerken is afgestemd op gemeentelijk beleid en de vigerende bestemmingsplannen. In de beheersverordening is onder andere een verruimde erfbebouwingsregeling bij woonhuizen opgenomen.
Deze regeling maakt het mogelijk dat deze vergroot mogen worden tot 150 m2. Daarnaast mogen ook nog vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden opgericht. Afhankelijk van de grootte van het perceel mag dit 100, 125 of 150 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van overkappingen bij een woonhuis mag maximaal 30 m2bedragen. De regeling biedt dus voldoende mogelijkheden om bouwwerken uit te breiden en te vergroten. Voor de vestiging van nieuwe woningen en/of hoogwaardige industrie of ondernemingen, die kunnen worden aangemerkt als ruimtelijke ontwikkelingen, is de beheersverordening niet het juiste instrument. De beheersverordening gaat namelijk uit van de bestaande situatie. Indien nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zich voordoen, kan dit met een ander instrument, zoals een omgevingsvergunning of bestemmingsplan, worden gerealiseerd.
7. Karus Architectuur en Stedenbouw, L. Siegersma
Inspraakreactie
De horecabestemming ontbreekt op perceel Herenweg 66 te Donkerbroek. Hier is een cafetaria gevestigd.
Reactie gemeente
In de beheersverordening 'Overige Dorpen' is op de verbeelding van Donkerbroek, op het perceel Herenweg 66 het besluitsubvlak 'gemengd 1' aangegeven. De gronden en gebouwen met dit besluitsubvlak mogen worden gebruikt voor onder andere horecabedrijven, met uitzondering van nachtbars, discotheken/bar-dancings. De genoemde cafetaria past binnen deze regeling en is op dit perceel toegestaan.
Als bijlage in de beheersverordening is een functiekaart opgenomen met de verschillende functies in de dorpen. Er is geconstateerd dat op dit perceel geen functie is toegekend. De functie cafetaria (horeca) zal op de functiekaart worden toegevoegd.
De functiekaart van de beheersverordening Donkerboek wordt in die zin aangepast, dat aan het genoemde perceel de functie horeca wordt toegevoegd.
5.2 Vaststelling
De beheersverordening Overige dorpen is op 21 mei 2013 door de gemeenteraad vastgesteld.
5.3 Herziening Beheersverordening 2014
Na de vaststelling van de beheersverordening in 2013 bleek dat enkele mogelijkheden uit de hiervoor geldende bestemmingsplannen niet correct waren overgenomen. Daarnaast heeft de gemeente al werkende weg nog wat verbeterpunten geconstateerd. Met de herziening van de beheersverordening zijn deze onderdelen in de beheersverordening aangepast.
De beheersverordening is op enkele onderdelen aangepast, de overige regelingen zijn ongewijzigd. De toelichting is geactualiseerd. Wel wordt de hele beheersverordening opnieuw vastgesteld, zodat een integrale versie op internet te raadplegen is. Omdat het hier gaat om kleine aanpassingen is de nieuwe versie van de verordening niet opnieuw in het kader van de Inspraak ter inzage gelegd. Het betreft kleine aanpassingen die bijna allemaal op grond van de hiervoor geldende bestemmingsplannen ook al mogelijk waren. Met de wijziging zijn geen ruimtelijke ontwikkelingen in de beheersverordening opgenomen.
Het betreft de volgende wijzigingen:
- De mogelijkheden uit het hiervoor geldende bestemmingsplan voor enkele nieuwe nog niet gebouwde woonhuizen is alsnog in de beheersverordening opgenomen. Het betreft hier rechten waarvan nog geen gebruik was gemaakt, maar wel waren toegestaan op grond van het bestemmingsplan. De locaties zijn voorzien van een besluitsubvlak. In de beheersverordening is hier een regeling (gebruik en maatvoering) voor opgenomen. In de vorige versie van de beheersverordening waren deze mogelijkheden per abuis niet opgenomen.
- De bestemmingsplannen 'Woningbouw Kloosterweg/Hoofdweg te Elsloo' en 'Woningbouw Langedijke 2012' zijn inmiddels vastgesteld. De grens van deze beheersverordening is in de dorpen Elsloo en Langedijke op de begrenzing van die bestemmingsplannen afgestemd.
- Voor uitbreidingen van woonhuizen geldt dat voor wat betreft de hoogte mag worden aangesloten op de goot- en bouwhoogte van het bestaande woonhuis, dan wel de hoogte die op grond van de regels is toegestaan.
- De regeling voor erf- en terreinafscheidingen is aangepast in die zin dat ook in hoeksituaties een bouwhoogte van 2 meter is toegestaan. Bij het bouwen voor de voorgevel is er sprake van een vergunningplicht. Hierbij moet voldaan worden aan de eisen die op grond van de welstandsnota gelden. Vanuit die eisen is bepaald dat 90% open (gaas of latwerk) wordt uitgevoerd dan wel volledig in (begroeid) gaas- of latwerk.
- Enkele tekstuele onjuistheden zijn met deze wijziging gerepareerd.
- De meest recente ondergrond (GBKN) is gebruikt.
Met inachtneming van deze wijzigingen is de herziening van de beheersverordening op 20 mei 2014 vastgesteld.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 2 Parkeernormen
Bijlage 1 Functiekaart Donkerbroek
Bijlage 1 Functiekaart Donkerbroek
Bijlage 2 Functiekaart Elsloo
Bijlage 3 Functiekaart Fochteloo
Bijlage 3 Functiekaart Fochteloo
Bijlage 4 Functiekaart Haule
Bijlage 5 Functiekaart Langedijke
Bijlage 5 Functiekaart Langedijke
Bijlage 6 Functiekaart Makkinga
Bijlage 6 Functiekaart Makkinga
Bijlage 7 Functiekaart Oldeberkoop
Bijlage 7 Functiekaart Oldeberkoop
Bijlage 8 Functiekaart Ravenswoud
Bijlage 8 Functiekaart Ravenswoud
Bijlage 9 Functiekaart Waskemeer
Bijlage 9 Functiekaart Waskemeer
Bijlage 10 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 10 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 11 Overzicht Bestaande Functies
Bijlage 11 Overzicht bestaande functies