In deze regels wordt verstaan onder:

de De Peinder Mieden, 2e herziening met identificatienummer NL.IMRO.0090.BP2023BGB0101-0401 van de gemeente Smallingerland.

Deze herziening ziet op een aanpassing van de verbeelding. Wat betreft de overige inleidende regels en de overige algemene regels is het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401, van overeenkomstige toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied (artikel 3)', zijn de regels van artikel4 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Natuur (artikel 4)', zijn de regels van artikel 4 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Water (artikel 5)', zijn de regels van artikel 5 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen (artikel 6)', zijn de regels van artikel 6 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen - Woonboerderij (artikel 7)', zijn de regels van artikel 7 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Archeologisch/cultuurhistorisch waardevol gebied 2 (Artikel 9)', zijn de regels van artikel9 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Voor zover gronden binnen deze herziening zijn voorzien van een bestemmingsvlak met de bestemming 'Waarde - Archeologisch/cultuurhistorisch waardevol gebied 3 (Artikel 10)', zijn de regels van artikel10 van het bestemmingsplan De Peinder Mieden, vastgesteld d.d. 4 juli 2017, NL.IMRO.0090.BP2016BGB050-0401 van toepassing.

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

Regels van de partiële herziening De Peinder Mieden, 2e herziening van de gemeente Smallingerland.

Op 4 juli 2017 is het bestemmingsplan 'De Peinder Mieden' vastgesteld. In dit bestemmingsplan is een nieuw natuurgebied voorzien tussen Drachten en Opeinde, waarin 45 woonhuizen gebouwd kunnen worden. Alle 45 woonhuizen zijn op de verbeelding aangeduid binnen de natuurbestemming. Een groot deel van deze woningen is inmiddels gerealiseerd. De tweede fase van dit bouwplan was niet bij recht mogelijk. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waar met toepassing van het wijzigingsplan 'De Peinder Mieden (fase 2)' invulling aan is gegeven. Daarnaast is het bestemmingsplan eerder herzien, waarbij een aanduidingsvlak is opgesplitst op zo het gewenste aantal woningen mogelijk te maken.

Achteraf is gebleken dat de verbeelding van het oorspronkelijke plan, en daarmee ook het wijzigingsplan en de eerdere partiële herziening, niet op juiste wijze zijn ingetekend. Er zit namelijk een afwijking in, waardoor verschillende (dubbel)bestemmingen en aanduidingen een aantal meters in oostelijke richting zijn opgeschoven.

Het voornemen is nu om het plan gedeeltelijk te herzien door de verbeelding opnieuw in te tekenen en alles goed op schaal en coördinaat te leggen, zodat alle (dubbel)bestemmingen en aanduidingen op de juiste plek komen te liggen en ook aansluiten bij de feitelijk aanwezige situatie. Er worden verder geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt met deze partiële herziening en qua regelgeving wordt aangesloten bij de bestaande regeling uit het bestemmingsplan.

Figuur 1.1 Ligging van het plangebied

Het geldende bestemmingsplan Peinder Mieden ging in principe al uit van de juiste ligging van alle voorkomende (dubbel)bestemmingen en aanduidingen. In het kader van het geldende bestemmingsplan is de uitvoerbaarheid van de ontwikkeling reeds aangetoond en is het voornemen getoetst aan de relevante beleidsstukken en milieu- en omgevingsaspecten. Feitelijk gezien vinden er geen ingrepen plaats. Er wordt slechts een juridisch-planologische omissie herstelt waarbij de ligging van enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en functieaanduidingen op de juiste locaties worden gelegd.

Figuur 1.2 Ligging van het plangebied met de vigerende plannen

Figuur 1.3 Ligging van het plangebied met luchtfoto huidige situatie

Figuur 1.3 Ligging van het plangebied met FAMKE-advieskaart Steentijd-Bronstijd

Figuur 1.4 Ligging van het plangebied met FAMKE-advieskaart IJzertijd-Middeleeuwen

In deze partiële herziening worden de relevante bestaande bestemmingen, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'De Peinder Mieden' opnieuw van toepassing verklaard. Verder zijn de anti-dubbeltelbepaling en het overgangsrecht opgenomen in de regels.

Omdat het herstel van deze omissie geen gevolgen heeft voor de omgeving en de volledige bestemmingsplanprocedure over het bestemmingsplan 'De Peinder Mieden' is gevoerd is er geen aanleiding deze herziening de volledige procedure te laten doorlopen. De gemeente heeft het concept van deze herziening voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners. Er zijn reacties binnengekomen van Wetterskip Fryslan, Gasunie, Brandweer Fryslan en provincie Fryslân. De opmerkingen geven geen aanleiding tot aanpassingen.

Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens voor zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het bestemmingsplan kenbaar te maken (artikel 3.8 Wro). Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

Vaststelling

Het bestemmingsplan is vervolgens op 23 april 2024 ongewijzigd vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en het bestemmingsplan wordt zes weken ter inzage gelegd. Tijdens die periode bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen.