Parapluplan parkeernormen
Bestemmingsplan - gemeente Smallingerland
Vastgesteld op 10-01-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het Parapluplan parkeernormen van de gemeente Smallingerland;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0090.PP2016GSL005-0401 met de bijbehorende regels;
1.3 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de bebouwde oppervlakte:
de optelsom van de oppervlakte van alle bouwwerken op een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein;
2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte (b.v.o.):
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren en overige bedrijfsruimten met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten wordt opgeteld;
2.4 de breedte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels;
2.5 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9 de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
2.10 meetverschillen
Bij de toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
2.11 uitzonderingsregel
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte en de inhoud van een bouwwerk worden ten aanzien van de plaatsing ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1 meter buiten het gevel- of dakvlak uitsteken.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Niet van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Algemene Gebruiksregels
4.1 Parkeerregeling gebruik
Artikel 5 Overige Regels
5.1 Van toepassing verklaring
Het Parapluplan parkeernormen met identificatienummer NL.IMRO.0090.PP2016GSL005-0401 van de gemeente Smallingerland is op het gehele grondgebied van de gemeente van toepassing met uitzondering van de gronden die vallen binnen de bestemmingsplannen:
- Havenwei 8, te Rottevalle;
- De Singels, te Drachten;
- Folgeren- Fennepark, te Drachten;
- De Trisken-Himsterhout, te Drachten.
5.2 Parkeerregeling bouwen
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, mag niet worden gebouwd of verbouwd wanneer op het bijbehorende bouwperceel of in de directe omgeving niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien.
- b. Voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de parkeercijfers zoals opgenomen in de meest recente Parkeernormennota van de gemeente Smallingerland op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning bepaald of is voorzien in voldoende parkeergelegenheid ten behoeve van hetgeen is beschreven in de aangevraagde omgevingsvergunning.
- c. Krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning dient:
- 1. voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeergelegenheid zoals bedoeld in sub b wordt gerealiseerd;
- 2. voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeergelegenheid zoals bedoel in sub b in stand wordt gehouden.
- d. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en b en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien en in stand wordt gehouden, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Parapluplan parkeernormen van de gemeente Smallingerland".
Vastgesteld door de gemeenteraad op 10 januari 2017
Hoofdstuk 1 Inleiding
In de 'Parkeernormennota 2015' heeft de gemeente Smallingerland overwogen dat het niet wenselijk is om in ieder bestemmingsplan apart normen op te nemen voor het parkeren, maar dat het logischer is om de parkeernormering en de wijze waarop die moet worden toegepast, op te nemen in een aparte 'Parkeernormennota'. In concrete bestemmingsplannen wordt gewerkt met het begrip 'voldoende parkeergelegenheid'. De inhoud van dat begrip is uitgewerkt in de Parkeernormennota uitgewerkt. Door nu in het bestemmingsplan steeds te verwijzen naar de Parkeernormennota, wordt het parkeerbeleid in ieder bestemmingsplan afgestemd op de normen uit deze nota.
De uitwerking van deze systematiek krijgt in onderhavig bestemmingsplan vorm. In hoofdstuk 2 van deze toelichting is de parkeerregeling uitgebreider uitgewerkt. In hoofdstuk 3 is, ter afronding, ingegaan op de juridische vormgeving van dit bestemmingsplan.
Hoofdstuk 2 Regeling Parkeren
Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is een aantal keer een uitspraak gedaan in het kader van een parkeerregeling in het bestemmingsplan. Het betreft uitspraken van 11 maart 2015 respectievelijk 18 maart 2015 en 9 maart 2016.
Uit bovenstaande uitspraken blijkt dat zowel gemeentelijk parkeerbeleid als de CROW-normen van toepassing kunnen worden verklaard op basis van een bestemmingsplan. Indien van een van toepassing zijnde norm wordt afgeweken, dient dit goed gemotiveerd te worden.
De gemeente Smallingerland kiest ervoor om de CROW-normen door te vertalen in gemeentelijk parkeerbeleid, vastgelegd in de 'Parkeernormennota' en deze van toepassing te verklaren op het gemeentelijk grondgebied. Aan artikel 3.1.2 Besluit ruimtelijke ordening is een onderdeel toegevoegd waardoor 'wet-interpreterende' regels in het bestemmingsplan kunnen worden opgenomen. In een bestemmingsplan kan een regeling voor het parkeren worden opgenomen, zonder dat parkeernormen direct concreet vast zijn gelegd. Het is voldoende dat er in de regels wordt opgenomen dat er voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden ten behoeve van de nieuwe functie. De plandelen waarop het voorliggende facetbestemmingsplan parkeren van toepassing is, zijn bestemd voor de verschillende bestemmingen. Deze verschillende functies zorgen voor uiteenlopende parkeerbehoeftes. Om deze reden heeft de gemeente niet alleen een parkeerregeling voor het bouwen opgenomen, zoals dat gebruikelijk was in de Bouwverordening. Ook voor de gebruikswijziging is een parkeerregeling opgenomen. Een goede afweging op het gebied van parkeervoorzieningen acht de gemeente dan ook wenselijk.
Hoofdstuk 3 Juridische Vormgeving
Met uitzondering van de volgende bestemmingsplannen:
- a. Havenwei 8, te Rottevalle;
- b. De Singels, te Drachten;
- c. Folgeren-Fennepark, te Drachten;
- d. De Trisken-Himsterhout, te Drachten;
is het voorliggende facetbestemmingsplan parkeren van toepassing op het gemeentelijk grondgebied van de gemeente Smallingerland.
Parkeerregeling bouwen
In het artikel 'Overige regels' is een parkeerregeling opgenomen waarin is geregeld hoeveel en waar parkeerplaatsen beschikbaar moeten zijn wanneer een bouwwerk wordt gerealiseerd of veranderd.
Voorwaarde voor het toepassen van de parkeerregeling is wel dat een behoefte aan parkeergelegenheid verwacht moet worden die het gevolg is van de bouwactiviteit en op het bijbehorend bouwperceel of in de directe omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien. Het aantal en de locatie van de parkeerplaats(en) kunnen worden afgeleid uit de meest recente Parkeernormennota van de gemeente Smallingerland zoals die luidt op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning. Op grond van 3.1.2 Besluit ruimtelijke ordening mag de verwijzing naar de meest recente normen worden gemaakt, zolang het gaat om uitoefening van een bevoegdheid (het verlenen van een omgevingsvergunning). De plaats en het aantal parkeerplaatsen worden aan de omgevingsvergunning verbonden, zodat een handhavingsgrondslag is gewaarborgd.
De gemeente kan besluiten om minder parkeerplaatsen toe te staan dan uit de parkeernormennota blijkt, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse. Het betreft een uitzonderingsregel die de parkeerregeling voorziet van enige flexibiliteit.
Parkeerregeling gebruik
Door middel van een afwijkingsbevoegdheid kan door het bevoegd gezag het veranderen van gebruik van gronden en bouwwerken worden toegestaan, indien op het bijbehorend bouwperceel of in de directe omgeving daarvan in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Ook in dat geval geldt de meest recente Parkeernormennota van de gemeente Smallingerland zoals die luidt op het moment van aanvraag van de omgevingsvergunning. De plaats en het aantal parkeerplaatsen worden krachtens voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden.
Voldoende parkeergelegenheid
Bij het bepalen van het feit wanneer sprake is van 'voldoende parkeergelegenheid' dient de normering van de Parkeernormennota te worden gehanteerd. Wanneer daarin wordt uitgegaan van bandbreedtes, dan dient de gemiddelde parkeernorm voor de betreffende vorm van gebruik(functie) te worden gehanteerd. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan hier gemotiveerd door het bevoegd gezag van afgeweken worden.
Hoofdstuk 4 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het voorliggende parapluplan heeft van 17 juni 2016 tot en met 14 juli 2016 voor inspraak ter inzage gelegen. Op het parapluplan zijn geen inspraakreacties ontvangen.