KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Nutsbedrijf
Artikel 4 Bedrijf - Wonen
Artikel 5 Bedrijventerrein
Artikel 6 Groen
Artikel 7 Horeca
Artikel 8 Verkeer
Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 10 Water
Artikel 11 Wonen
Artikel 12 Leiding - Gas
Artikel 13 Leiding - Hoogspanning
Artikel 14 Leiding - Riool
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2
Artikel 16 Waarde - Archeologie 3
Artikel 17 Waarde - Archeologie 1
Artikel 18 Waarde - Archeologische Verwachting 1
Artikel 19 Waarde - Ehs
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Artikel 21 Algemene Bouwregels
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 26 Waarde - Archeologie 1
Artikel 27 Waarde - Archeologie 2
Artikel 28 Waarde - Archeologie 3
Artikel 29 Waarde - Archeologische Verwachting 1
Artikel 30 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 31 Overgangsrecht
Artikel 32 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfactiviteiten
Bijlage 1 Kwantitatieve Risicoanalyse Kwantitatieve Risicoanalyse En West
Bijlage 2 Lpg Groepsrisico Berekeningsmodule
Bijlage 3 Analyse Extrerne Veiligheid Bedrijventerrein West
Bijlage 4 Brandweer Advies Externe Veiligheid Bedrijventerrein West
Bijlage 5 Nota Van Inspraak En Overleg Bedrijventerrein West
Bijlage 6 Nota Zienswijzen Bestemmingsplan "Bedrijventerrein West", November 2012

Bedrijventerrein West

Bestemmingsplan - Gemeente Assen

Vastgesteld op 07-02-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanBedrijventerrein Assen West van de gemeente Assen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0106.08BP2011164-C001 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan huis gebonden bedrijf:

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk - niet zijnde een aan huis gebonden beroep - waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en, de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin behouden blijft en de activiteit door de bewoners wordt uitgeoefend.

1.6 aan huis gebonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbijbehorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.

1.7 ander-bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaaronder begrepen) en/of het houden van dieren.

1.9 ander-werk:

een werk, geen bouwwerk zijnde.

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bebouwingspercentage:

de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van nader aangewezen gronden.

1.12 bedrijfsgebouw:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.13 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.14 beperkt kwetsbaar object:

  1. a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
  2. b. bedrijfswoningen die niet behoren tot de bevi-inrichting;
  3. c. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder 1.43 kwetsbaar object:, vallen;
  4. d. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder 1.43 kwetsbaar object:, vallen;
  5. e. winkels, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder 1.43kwetsbaar object:, vallen;
  6. f. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  7. g. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder 1.43 kwetsbaar object: vallen;
  8. h. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder 1.43 kwetsbaar object: vallen;
  9. i. objecten die met de onder a tot en met f en h genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
  10. j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

1.15 bestaand:

bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

1.16 bestaand gebouw:

een gebouw dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat, krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning in uitvoering is of in uitvoering kan worden genomen, dan wel de omgevingsvergunning nadien moest worden verleend vanwege overschrijding van de beslistermijn voor vaststelling van het bestemmingsplan;

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd, of ander bouwwerk, met een dak.

1.20 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.23 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.27 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van in ieder geval) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is.

1.28 carport:

een overkapping in de vorm van een open constructie met minimaal 2 open wanden voor de overdekte stalling van motorvoertuigen.

1.29 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.30 ecologische waarden:

de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de aanwezigheid en samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de kernkwaliteiten EHS en de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura2000-gebieden.

1.31 erf:

de oppervlakte van het bouwperceel voorzover achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen;

1.32 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.33 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfs-ruimte wordt uitgeoefend.

1.34 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.35 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfs- of beroepsactiviteit.

1.36 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.

1.37 horeca(-bedrijf/-voorziening):

het bedrijfsmatig verschaffen c.q. verstrekken van logies, dranken, maaltijden en/of kleine eetwaren, zoals het hotelbedrijf, het restaurant bedrijf, een snackbar, een café of een combinatie van twee of meer van deze bedrijven.

1.38 horeca categorie 1:

vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt zoals café's, bars, dancings en nachtclubs.

1.39 horeca categorie 2:

vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt zoals restaurants, hotels, pensions en bodega's.

1.40 horeca categorie 3:

vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie onder omstandigheden aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grotere druk op de openbare orde met zich mee kan brengen zoals broodjeszaken, cafetaria's, fastfood, ijssalons, eethuisjes, lunchrooms, automatiek, afhaalhoreca. Met betrekking tot het karakter van de horeca-activiteiten wordt het volgende onderscheid gemaakt:

  1. a. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de reguliere horeca, een aantasting van het woon- en leefklimaat en druk op de omgeving kunnen veroorzaken;
  2. b. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de winkelactiviteiten, doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat en geen druk op de omgeving veroorzaken.

1.41 kantoor:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.

1.42 kernkwaliteiten:

de belangrijkste landschappelijke en ecologische kenmerken van de onderscheiden delen van het beschermde gebied. Het behoud van de identiteit van de onderscheiden delen is alleen mogelijk als deze kernkwaliteiten niet worden aangetast.

1.43 kwetsbaar object:

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in het begrip beperkt kwetsbaar object, onder 1.14 beperkt kwetsbaar object: onder a;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
  1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
  2. 2. scholen, of
  3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  1. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
  1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object, of
  2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  1. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.

1.44 landschapswaarde:

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur.

1.45 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.

1.46 peil:

  1. a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen, het gemiddelde van het aansluitende afwerkte maaiveld.

1.47 perifere detailhandel

detailhandel voor niet frequente doelgerichte aankopen op perifere locaties, die door brand- en explosiegevaar en door zijn volumineuze aard en omvang en voor de dagelijkse bevoorrading moeilijk inpasbaar is in bestaande winkelgebieden.

1.48 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.49 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.50 uitbouw:

de vergroting van een gebouw.

1.51 verkoopvloeroppervlakte:

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's.

1.52 vloeroppervlakte:

de gezamenlijke oppervlakte van de vloeren binnen een gebouw.

1.53 voorgevel:

de naar de weg (eventueel voetpad) gekeerde gevel, vanwaar het gebouw hoofdzakelijk toegankelijk is; indien een gebouw met meerdere zijden aan de weg grenst, geldt de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(-s).

1.54 vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de handel in vuurwerk, dan wel de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen.

1.55 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

1.56 woonhuis:

een zelfstandig gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneen gebouwd, dat slechts één woning omvat.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 ondergeschikte bouwdelen:

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,00 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Nutsbedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Nutsbedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten voor het openbaar nut;
  2. b. transformatoren, gasvoorzieningen, (riool)gemalen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;

met daarbijbehorende:

  1. c. gebouwen - een bedrijfswoning niet daaronder begrepen
  2. d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  3. e. erven;
  4. f. groenvoorzieningen;
  5. g. parkeervoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de voor "Bedrijf - Nutsbedrijf" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 4 Bedrijf - Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfactiviteiten onder de categorieën 1 en 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  2. b. het wonen;
  3. c. de bestaande (bedrijfs)woningen;
  4. d. de bestaande aan huis gebonden bedrijven;
  5. e. aan huis gebonden beroepen tot ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte en tot een maximum van 40 m²;

met dien verstande dat de volgende ingevolge het vorenstaande toelaatbare bedrijven niet toegestaan zijn:

  1. 3. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  2. 4. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  3. 5. vuurwerkbedrijven;
  4. 6. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijving in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

met de daarbijbehorende:

  1. f. wegen en paden;
  2. g. tuinen, erven en terreinen;
  3. h. parkeervoorzieningen;
  4. i. groenvoorzieningen;
  5. j. waterlopen en waterpartijen;
  6. k. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  7. l. nutsvoorzieningen;
  8. m. andere-bouwwerken.

4.2 Bouwregels

Op de tot "Bedrijf - Wonen" aangegeven gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. bedrijven anders dan genoemd in lid 4.1,sub a;
  2. b. de uitoefening van detailhandel;
  3. c. de uitoefening van een horecabedrijf.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Bedrijventerrein

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:
  1. 1. 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfactiviteitenonder de categorieën 1 en 2;
  2. 2. 'bedrijf tot en met categorie categorie 3.1': bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfactiviteiten onder de categorieën 1 tot en met 3.1;
  3. 3. 'bedrijven tot en met categorie 3.2': bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 Staat van bedrijfactiviteitenonder de categorieën 1 tot en met 3.2;
  1. b. de bestaande bedrijven die niet behoren tot de ter plaatse aangeduide categorieën zoals opgenomen in sub a onder 1 tot en met 3;
  2. c. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  3. d. detailhandel in auto's, boten, caravans (inclusief tenten) en motorfietsen met een verkoopvloeroppervlakte van ten minste 1.000 m² per bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - detailhandel perifeer 1';
  4. e. detailhandel in keukens en sanitair met een verkoopvloeroppervlakte van ten minste 500 m² per bedrijf en in woninginrichting, waaronder meubelen met een verkoopvloeroppervlakte van ten minste 1.000 m² per bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - detailhandel perifeer 2';
  5. f. detailhandel in fietsen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - fietsenzaak' met een verkoopvloeroppervlakte van ten minste 1.000 m²;
  6. g. detailhandel in grove bouwmaterialen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - grove bouwmaterialen';
  7. h. kantoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  8. i. horeca categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat de bruto vloeroppervlakte per horecabedrijf ten minste 250 m² bedraagt;
  9. j. een een kinderdagverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderdagverblijf';
  10. k. een kliniek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kliniek';
  11. l. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg', met dien verstande dat detailhandel in relatie tot de verkoop van motorbrandstoffen is beperkt tot een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 30 m²;
  12. m. een vulpunt voor lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
  13. n. daan huis gebonden bedrijven;
  14. o. aan huis gebonden beroepen tot ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte en tot een maximum van 40 m²;

met dien verstande dat de volgende ingevolge het vorenstaande toelaatbare bedrijven niet toegestaan zijn:

  1. 1. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
  2. 2. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, uitgezonderd het bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' als bedoeld in sub l;
  3. 3. vuurwerkbedrijven;
  4. 4. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijving in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.

met de daarbijbehorende:

  1. p. wegen en paden;
  2. q. tuinen, erven en terreinen;
  3. r. parkeervoorzieningen;
  4. s. groenvoorzieningen;
  5. t. waterlopen en waterpartijen;
  6. u. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  7. v. nutsvoorzieningen;
  8. w. andere-bouwwerken.

5.2 Bouwregels

Op de voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van detailhandel die op grond van lid 5.1 sub d, e, f, g en l is toegestaan;
  2. b. het gebruik van de gebouwen voor kantoor, anders dan ten dienste van het bedrijf, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten hoogste 30% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf bedraagt, met uitzondering van kantoren die op grond van lid 5.1 sub h zijn toegestaan;
  3. c. bedrijven anders dan genoemd in lid 5.1;
  4. d. buitenopslag van goederen op gronden gelegen vóór de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfsgebouwen en het verlengde van die gevel(s).

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. park;
  3. c. bermen en beplanting;
  4. d. speel- en trimvoorzieningen;
  5. e. waterlopen en waterpartijen;
  6. f. waterkeringen;

met daarbijbehorende:

  1. g. (woon)straten en pleinen;
  2. h. voet- en rijwielpaden;
  3. i. verhardingen;
  4. j. geluidwerende voorzieningen;
  5. k. andere-bouwwerken.

6.2 Bouwregels

Op de voor "Groen" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

6.4 Afwijken van de bouwregels

Artikel 7 Horeca

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca categorie 2, met inbegrip in van zaalverhuur en vergaderruimte;
  2. b. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  3. c. de bestaande aan huis gebonden bedrijven;
  4. d. aan huis gebonden beroepen tot ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte en tot een maximum van 40 m²;

met de daarbijbehorende:

  1. e. wegen en paden;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. groenvoorzieningen;
  5. i. waterlopen en waterpartijen;
  6. j. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  7. k. nutsvoorzieningen;
  8. l. andere-bouwwerken.

7.2 Bouwregels

Op de voor "Horeca" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaande verkeer;
  2. b. een dubbelbaans snelweg, per rijbaan bestaande uit ten hoogste twee rijstroken met bijbehorende vluchtstroken, bruggen, onderdoorgangen en tunnels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm van verkeer - snelweg';

met daarbijbehorende:

  1. c. andere-bouwwerken waaronder begrepen straatmeubilair;
  2. d. bruggen, tunnels;
  3. e. voet- en fietspaden;
  4. f. groenvoorzieningen;
  5. g. parkeervoorzieningen;
  6. h. nutsvoorzieningen;
  7. i. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. j. waterkeringen;
  9. k. geluidwerende voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de voor "Verkeer" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken - met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen - ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten en paden met hoofdzakelijk een ontsluitingsfunctie voor de aanliggende erven;
  2. b. verblijfsfuncties, waaronder begrepen markt en terrassen;

met daarbijbehorende:

  1. c. andere-bouwwerken waaronder begrepen straatmeubilair;
  2. d. bruggen, tunnels;
  3. e. voet- en fietspaden;
  4. f. groenvoorzieningen;
  5. g. parkeervoorzieningen;
  6. h. nutsvoorzieningen;
  7. i. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. j. waterkeringen;
  9. k. tuinen, erven en terreinen;
  10. l. geluidwerende voorzieningen;
  11. m. een vulpunt voor lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg'.

9.2 Bouwregels

Op de voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden mogen uitsluitend andere-bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de sociale veiligheid;
  6. f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. vaarten en andere waterlopen;
  2. b. oevers en kaden;

met de daarbijbehorende:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. andere-bouwwerken, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.

10.2 Bouwregels

Op de voor "Water" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de waterhuishoudkundige situatie;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen;
  2. b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  3. c. de bestaande aan huis gebonden bedrijven;
  4. d. aan huis gebonden beroepen tot ten hoogste 50% van de bebouwde oppervlakte en tot een maximum van 40 m²;

met de daarbijbehorende:

  1. e. tuinen en erven;
  2. f. andere-bouwwerken.

11.2 Bouwregels

Op de voor "Wonen" aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. externe veiligheid;
  3. c. de verkeerssituatie;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een horecabedrijf;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan in de vorm van een aan huis gebonden beroep.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 12 Leiding - Gas

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een strook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding en de daarbijbehorende veiligheidszone, alsmede het onderhoud en beheer daarvan;
  2. b. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met de daarbijbehorende:

  1. c. andere-bouwwerken.

12.2 Bouwregels

12.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen of andere-bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende nutsleiding;
  2. b. geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
  3. c. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 13 Leiding - Hoogspanning

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Hoogspanning" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een bovengrondse hoogspanningsleiding;
  2. b. het beheer en onderhoud van de hoogspanningsleiding;
  3. c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met de daarbij behorende:

  1. d. masten en/of andere-bouwwerken.

13.2 Bouwregels

13.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 14 Leiding - Riool

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een riooltransportleiding;
  2. b. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met de daarbijbehorende:

  1. c. andere-bouwwerken.

14.2 Bouwregels

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Waarde - Archeologie 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 Waarde - Archeologie 3

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Waarde - Archeologie 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

17.2 Bouwregels

17.3 Afwijken van de bouwregels

17.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 18 Waarde - Archeologische Verwachting 1

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Waarde - Ehs

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - EHS" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.

19.2 Specifieke gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 20 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 21 Algemene Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 en 3 gelden de volgende regels

21.1 Bestaande afmetingen

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

21.2 Bestaande afstanden

In die gevallen dat de bestaande afstand van een bouwwerk tot enige op de verbeelding of in de regels aangegeven lijn dan wel tot een ander bouwwerk van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn is gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

21.3 Bestaande percentages

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

21.4 Kleur- en materiaalgebruik

De in het bestemmingsplan geboden ruimte ten aanzien van de situering, de maatvoering en het kleur- en materiaalgebruik, kan nader worden ingevuld door de in artikel 12a van de Woningwet bedoelde welstandscriteria.

Artikel 22 Algemene Gebruiksregels

22.1 Gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  2. b. het gebruik van gronden voor opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
  3. c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen en ten behoeve van andere verblijfsrecreatieve doeleinden;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen en escortbedrijven.

Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels

23.1 veiligheidszone - lpg

Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels

24.1 Algemene afwijkingen

Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels

25.1 Bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 m mogen worden verschoven.

25.2 LPG-vulpunt

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verplaatsen van het LPG-vulpunt, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert.

25.3 Afwegingskader

Van het bepaalde in lid 25.1 en 25.2 kan uitsluitend worden afgeweken, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  1. a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. externe veiligheid;
  4. d. de verkeerssituatie;
  5. e. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 26 Waarde - Archeologie 1

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

26.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Waarde - Archeologie 2

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

27.2 Bouwregels

27.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Waarde - Archeologie 3

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van archeologische waarden in de bodem.

28.2 Bouwregels

28.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Waarde - Archeologische Verwachting 1

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

29.2 Bouwregels

29.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, als uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Overige Regels

30.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bevoegdheden tot het afwijken van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 31 Overgangsrecht

31.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd,mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

31.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 31.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

31.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 31.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

31.4 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

31.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 31.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

31.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 31.4, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

31.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 31.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 32 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanBedrijventerrein Assen West.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfactiviteiten

Bijlage 1 Staat van bedrijfactiviteiten

Bijlage 1 Kwantitatieve Risicoanalyse Kwantitatieve Risicoanalyse En West

Bijlage 1 Kwantitatieve Risicoanalyse Kwantitatieve Risicoanalyse en West

Bijlage 2 Lpg Groepsrisico Berekeningsmodule

Bijlage 2 LPG groepsrisico berekeningsmodule

Bijlage 3 Analyse Extrerne Veiligheid Bedrijventerrein West

Bijlage 3 Analyse extrerne veiligheid bedrijventerrein west

Bijlage 4 Brandweer Advies Externe Veiligheid Bedrijventerrein West

Bijlage 4 Brandweer advies externe veiligheid Bedrijventerrein West

Bijlage 5 Nota Van Inspraak En Overleg Bedrijventerrein West

Bijlage 5 Nota van inspraak en overleg Bedrijventerrein West

Bijlage 6 Nota Zienswijzen Bestemmingsplan "Bedrijventerrein West", November 2012

Bijlage 6 Nota zienswijzen Bestemmingsplan "Bedrijventerrein West", november 2012