Holwert-Zuid
Bestemmingsplan - Gemeente Coevorden
Vastgesteld op 11-12-2012 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan Holwert-Zuid van de gemeente Coevorden;
bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0109.001BP00000-0003 met bijbehorende regels;
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, en dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is;
afhankelijke woonruimte
woonruimte die door inrichting en bestemming niet geschikt is voor zelfstandige woonruimte;
afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, kantoor of maatschappelijke voorziening;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
beperkt kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden, zoals:
- a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare en dienst- en bedrijfswoningen van derden;
- b. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder a, vallen;
- c. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object',
onder a, vallen; - d. winkels, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder a, vallen;
- e. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
- f. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object' onder b, vallen;
- g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip 'kwetsbaar object', onder a, vallen;
- h. objecten die met het onder a tot en met g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
- i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen, die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van het van kracht worden is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
bruto vloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur, spel, vermaak en ontspanning, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
erker
kleine toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan de gevel van een gebouw, op de begane grond om het (woon)oppervlak te vergroten;
erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
externe veiligheid
kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
grenswaarde
grenswaarde als bedoeld in artikel 5.1, lid 3 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico;
groepsrisico
cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bedrijfsmiddel betrokken is;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
invloedsgebied
gebied waarin volgens bij regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gestelde regels personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico;
kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstel-lingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden, zoals:
- a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij het begrip 'beperkt kwetsbaar object', onder a;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardentehuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen, of;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels, met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object; of
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
- d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
mantelzorg
het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,50 m boven het peil is gelegen;
overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
plaatsgebonden risico
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;
plaatsgebonden risicocontour 10-6/jaar
de risicocontour 10-6/jaar volgens de artikelen 6, 7 en 8, lid 1 en 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft aan waar er een bepaalde effectkans van één op één miljoen is op een incident met één of meer dodelijke slachtoffers;
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
QRA
een Quantitative Risk Analysis (kwantitatieve risicoanalyse) voor activiteiten met gevaarlijke stoffen;
richtwaarde
richtwaarde als bedoeld in artikel 5.1, lid 3 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico;
risicovolle inrichting
een richting, waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico, c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
rooilijn
richtlijn waarin gebouwen worden geplaatst en die de grens aangeeft met de openbare weg;
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
sport
lichamelijke bezigheid ter ontspanning of als beroep met spel- of wedstrijdelement waarbij conditie en vaardigheid vereist zijn, respectievelijk. bevorderd worden en waarvoor bepaalde regels gelden;
staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
uitwerking
een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
verdieping
een bouwlaag boven de eerste bouwlaag;
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
winkel
een gebouw dat dient voor de uitoefening van detailhandel;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
zware horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een bar-dancing, discotheek of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de hoogte van een bouwlaag
vanaf de bovenzijde van de vloer tot de bovenzijde van de bovenliggende vloer;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
2.2
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als dakkapellen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3
De plaats van de risicocontouren en de grootte van het groepsrisico moeten worden vastgesteld conform het gestelde in het Bevi.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - 1
3.1 bestemmingsomschrijving
3.2 bouwregels
3.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. parkeervoorzieningen;
worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 sub d met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt.
3.4 specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, voor zover niet toegestaan op basis van artikel 3.1;
- c. het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumenten verkoop;
- d. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijvingen in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
3.5 afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:
- a. het bestaande bedrijf geen nutsvoorziening is;
- b. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
- c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.6 wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bedrijf - 2
4.1 bestemmingsomschrijving
4.2 bouwregels
4.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- b. het bebouwingsbeeld;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. parkeervoorzieningen;
worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2.1 sub d met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 m bedraagt.
4.4 specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, voor zover niet toegestaan op basis van artikel 4.1;
- c. het vervaardigen en/of de opslag van vuurwerk, anders dan ten behoeve van consumenten verkoop;
- d. bedrijven die voldoen aan de activiteitomschrijvingen in kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
4.5 afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, mits:
- a. het bestaande bedrijf geen nutsvoorziening is;
- b. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de betreffende categorie;
- c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.6 wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Detailhandel
5.1 bestemmingsomschrijving
5.2 bouwregels
5.3 specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel in doe het zelf artikelen.
5.4 afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van voorzieningen voor sport, cultuur en ontspanning met dien verstande dat:
- a. de behoefte is aangetoond;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld zoals weergegeven in het voor het gebied geldende stedenbouwkundig ontwerp en het beeldkwaliteitplan niet onevenredig worden geschaad;
- c. er afdoende parkeergelegenheid is.
Artikel 6 Gemengd
6.1 bestemmingsomschrijving
De voor “Gemengd” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. horeca, met uitzondering van zware horeca;
- c. woningen;
- d. kantoor;
- e. cultuur en ontspanning;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
6.2 bouwregels
Artikel 7 Verkeer
7.1 bestemmingsomschrijving
De voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. bushokjes;
- f. bergbezinkbassins;
- g. rioolputten;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 bouwregels
Artikel 8 Water
8.1 bestemmingsomschrijving
De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen, groenvoorzieningen en paden met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
8.2 bouwregels
Artikel 9 Woongebied
9.1 bestemmingsomschrijving
De voor “Woongebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. rijwoningen, geschakelde woningen en gestapelde woningen;
- b. aan huis verbonden beroepen, mits afdoende parkeergelegenheid;
- c. parkeren, op zowel maaiveld, ondergronds als op het dak;
- d. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- e. groen-, speel- en nutsvoorzieningen;
- f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, groenvoorzieningen, tuinen en erven.
9.2 bouwregels
9.3 nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en afmetingen van bouwwerken en voorzieningen in verband met de verkeersveiligheid.
9.4 afwijken van de bouwregels
9.5 afwijken van de gebruiksregels
Artikel 10 Gemengd - Uit Te Werken
10.1 bestemmingsomschrijving
De voor “Gemengd - Uit te werken” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. horeca, met uitzondering van zware horeca;
- c. sport;
- d. cultuur en ontspanning;
- e. detailhandel, met een bruto vloeroppervlak vanaf 500 m2;
- f. dienstverlening;
- g. wegen, straten, wandel- en fietspaden;
- h. parkeer-, groen-, speel- en nutsvoorzieningen;
- i. waterlopen en voorzieningen voor de waterhuishouding;
- j. beeldbepalend gebouw;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
10.2 uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de bouwhoogte van de gebouwen is maximaal 20 m;
- b. de goothoogte van gebouwen is maximaal 15 m;
- c. het groepsrisico van het lpg-station mag de oriënterende waarde niet overschrijden door de ontwikkeling van dit bestemmingsplan;
- d. aangetoond dient te worden dat er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
- e. het karakter van het beeldbepalende bouwwerk moet behouden en versterkt worden;
- f. het uitwerkingsplan moet voldoen aan de regelgeving op het gebied van externe veiligheid;
- g. risicovolle inrichtingen, met een plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar buiten de perceelsgrens, zijn niet toegestaan.
10.3 bouwverbod
Zolang de in artikel 10.2 bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mag niet worden gebouwd.
10.4 afwijken van het bouwverbod
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.3, mits het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp van de uitwerking.
10.5 afwijken risicovolle inrichtingen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 geluidzone - industrie
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en worden toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en worden toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
- d. de regels en worden toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m;
- e. het bepaalde in het plan en worden toestaan dat het beloop of het profiel van wegen onderling tot een maximum van 5,00 meter wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geven;
- f. de regels en toestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van evenementen.
14.2
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
14.3
In aanvulling op het bepaalde in artikel 14.2 kan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.1 onder b slechts worden verleend voor zover er geen belemmeringen zijn vanuit de Wet geluidhinder.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
15.1
in de vorm van het aanbrengen van veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 7,5 m worden verschoven;
- b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
15.2
ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' ten behoeve van het mogelijk maken van maximaal 23 woningen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet worden aangetoond;
- b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Het aantal woningen kan in het wijzigingsplan worden vergroot indien wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 17.2.2.
Artikel 16 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
16.1 omgevingsvergunningplichtige werken
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 100 m2 en dieper dan 40 cm;
- b. het graven of dempen van watergangen;
- c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 40 cm;
- d. het rooien van bomen en het slechten van houtwallen;
- e. het verlagen van het waterpeil.
16.2 voorwaarden
Een vergunning als bedoeld in artikel 16.1 wordt slechts verleend indien:
- a. op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, of;
- b. op basis van een inventariserend veldonderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de bouwactiviteiten niet in tegenspraak zijn met het streven naar behoud van de contouren en rooilijnen van wal- en grachtresten en -relicten. Leidraad bij de beoordeling zal de in de toelichting gegeven omschrijving van de archeologische en cultuurhistorische waarden zijn, of;
- c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord:
- 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of;
- 2. een verplichting tot het doen van een opgraving, of;
- 3. een verplichting tot de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Indien bevoegd gezag voornemens zijn om aan de vergunning voorwaarden te verbinden kan een terzake deskundige instantie om advies worden gevraagd.
16.3 uitzonderingen
Het verbod als bedoeld in artikel 16.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
- a. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
- b. het normale onderhoud betreffen;
- c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning.
16.4 wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het verwijderen van de omgevingsvergunningplicht als bedoeld in artikel 16.1, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 17 Algemene Regels Ten Aanzien Van Woningen
17.1 aantal woningen
17.2 afwijken
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 overgangsrecht bouwwerken
18.2 overgangsrecht gebruik
Artikel 19 Slotregel
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als bestemmingsplan Holwert-Zuid van de gemeente Coevorden.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 11 december 2012.
De voorzitter, | De griffier, |
……………… | ……………… |
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Khandekar (Oktober 2012), Masterplan Holwert-zuid
Bijlage 1 Khandekar (oktober 2012), Masterplan Holwert-Zuid
Bijlage 2 Grontmij Parkconsult Bv (12 November 2009), Parkeeradvies Coevorden Holwert
Bijlage 2 Grontmij Parkconsult BV (12 november 2009), Parkeeradvies Coevorden Holwert
Bijlage 3 Gemeente Coevorden (17 September 2012), Memo Parkeren Holwert-zuid
Bijlage 3 Gemeente Coevorden (17 september 2012), memo parkeren Holwert-Zuid
Bijlage 4 Kardol (Oktober 2008), Onderbouwing Ruimte Voor Detailhandel
Bijlage 4 Kardol (oktober 2008), onderbouwing ruimte voor detailhandel
Bijlage 5 Dhv (December 2010), Industrieterrein Holwert-zuid Te Coevorden, Actualisatie En Afperkend Bodemonderzoek
Bijlage 6 Sab (Oktober 2012), Akoestisch Onderzoek Holwert-zuid, 60934
Bijlage 6 SAB (oktober 2012), Akoestisch onderzoek Holwert-Zuid, 60934
Bijlage 7 Stroop Raadgevende Ingenieurs B.v. (15 Juni 2009), Notitie Zonevoorstel Leeuwerikenveld I
Bijlage 7 Stroop Raadgevende Ingenieurs B.V. (15 juni 2009), notitie Zonevoorstel Leeuwerikenveld I
Bijlage 8 Sab Arnhem B.v. (1 Oktober 2012), Onderzoek Milieuzonering Holwert-zuid, 60934 Met Bijlagen
Bijlage 9 Dgmr (17 December 2008), Rapport I.2008.1111.00.r001 Akoestisch Onderzoek Wm, Emplacement Coevorden
Bijlage 10 Sab Arnhem B.v. (December 2007), Onderzoek Luchtkwaliteit Holwert-zuid, 60934
Bijlage 10 SAB Arnhem B.V. (december 2007), Onderzoek luchtkwaliteit Holwert-Zuid, 60934
Bijlage 11 Steunpunt Externe Veiligheid Drenthe (28 Juni 2012), Onderzoek Externe Veiligheid Bestemmingsplan Holwert Zuid Met Bijlagen
Bijlage 12 Sab Arnhem B.v. (November 2006), Quick Scan Flora En Fauna Herinrichting Industrieterrein Holwert-zuid Te Coevorden, Projectnummer 60934
Bijlage 13 Sab Arnhem B.v. (Juli 2008), Flora En Fauna Onderzoek Herinrichting Industrieterrein Holwert-zuid Te Coevorden, Projectnummer 60934
Bijlage 14 Raap (Januari 2004), Cultuurhistorische Inventarisatie Centrum Coevorden, Ken-merk Raap-rapport 968
Bijlage 15 Gemeente Coevorden (12 April 2007), Bureauonderzoek De Holwert Te Coevor-den, Kenmerk Mwa/uit/sad/p0501901
Bijlage 16 Grontmij (21 September 2012), Verkeersafwikkeling De Holwert-zuid
Bijlage 16 Grontmij (21 september 2012), verkeersafwikkeling De Holwert-Zuid