Bestemmingsplan Witte Menweg 4b, Geesbrug (Gasterij het Geeserveld)
Bestemmingsplan - Gemeente Coevorden
Vastgesteld op 18-09-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan:
het bestemmingsplanWitte Menweg 4B, Geesbrug (Gasterij Het Geeserveld) van de gemeente Coevorden;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0109.100BP00014-0006 met bijbehorende regels;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is aangebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en daarmee functioneel is verbonden, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.6 achtergrondmuziek
muziek, waarvan het geluidniveau het aanwezige stemgeluid niet overstijgt;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.9 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.10 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.11 bijgebouw:
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.12 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.13 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.14 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.15 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.16 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.17 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.18 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.19 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.20 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.21 kampeermiddel:
- een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.22 overkapping:
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet met meer dan één wand is uitgevoerd;
1.23 peil:
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein;
1.24 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.25 restaurant:
een bedrijf gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken;
1.26 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.27 uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.28 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het object.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Horeca
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Horeca” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. een restaurant,
- 2. dagrecreatie, ten behoeve van het nabijgelegen recreatieterrein;
- 3. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
- b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning;
- c. terrassen, ter plaatse van de aanduiding "terras";
met de daarbijbehorende:
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein" ;
- f. wegen, straten en paden;
- g. water;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
- i. tuinen, erven en terreinen;
- j. speeltuin, ter plaatse van de aanduiding "speeltuin";
- k. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder speeltoestellen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeers- en parkeersituatie;
- b. een goede landschappelijke inpassing;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeers- en parkeersituatie en de gebruiksmogelijkheden aan de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.2.1 sub a in die zin dat ten behoeve van de uitbreiding van het restaurant, gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - ontheffingsgebied 1”;
- 2. de goothoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 3,50 m mag bedragen;
- 3. de bouwhoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 6,00 m mag bedragen;
- 4. een goede landschappelijke inpassing wordt gegarandeerd;
- 5. voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor een terras, anders dan ter plaatse van de aanduiding "terras";
- b. het gebruik van de gronden voor parkeervoorzieningen, anders dan ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein";
- c. het gebruik van de gronden voor een speeltuin, anders dan ter plaatse van de aanduiding "speeltuin";
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor emballage, anders dan in een gebouw;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het hebben van gasten tussen 23.00 uur en 7.00 uur;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het in gebouwen ten gehore brengen van muziek, anders dan achtergrondmuziek;
- g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor het buiten gebouwen ten gehore brengen van muziek of versterkte spraak.
Artikel 4 Verkeer - Parkeren
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- b. groenvoorzieningen;
- c. ontsluitingswegen en paden;
- d. openbare nutsvoorzieningen;
- e. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeers- en parkeersituatie;
- b. een goede landschappelijke inpassing;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
7.1 Bevoegdheid
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsregels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- d. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatie-kanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.
7.2 Toepassingsregel
De in lid 7.1 genoemde omgevingsvergunningen worden uitsluitend verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. een goede landschappelijke inpassing;
- b. de verkeers- en parkeersituatie;
- c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 8 Overige Regels
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- c. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels van het
bestemmingsplanWitte Menweg 4B, Geesbrug (Gasterij Het Geeserveld)
van de gemeente Coevorden.
Behorend bij het besluit van 18 september 2012.
Bijlage 1 Wateradvies
Bijlage 2 Overleg- En Inspraakreacties 2008
Bijlage 2 Overleg- en inspraakreacties 2008
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Gasterij Het Geeserveld
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Gasterij Het Geeserveld