KadastraleKaart.com

Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan:
1.2 Bestemmingsplan:
1.3 Aan Huisgebonden Kleinschalige Beroep- Of Bedrijfsactiviteiten:
1.4 Aanduiding:
1.5 Aanduidingsgrens:
1.6 Agrarisch Bedrijf:
1.7 Agrarische Gronden/ Agrarisch Grondgebruik:
1.8 Ander(e) Bouwwerk(en):
1.9 Andere Werk(en):
1.10 Bebouwing:
1.11 Bebouwingsgrens:
1.12 Bedrijf:
1.13 Bedrijfsgebouw:
1.14 Bedrijfswoning:
1.15 Bestaand:
1.16 Bestaande Bebouwing:
1.17 Bestemmingsgrens:
1.18 Bestemmingsvlak:
1.19 Bijgebouw:
1.20 Bouwen:
1.21 Bouwgrens:
1.22 Bouwperceel:
1.23 Bouwperceelgrens:
1.24 Bouwvlak:
1.25 Bouwwerk:
1.26 Erf:
1.27 Gebouw:
1.28 Geometrische Plaatsbepaling:
1.29 Gevel:
1.30 Gevellijn:
1.31 Groenvoorziening:
1.32 Hoofdgebouw:
1.33 Landschappelijke Waarden:
1.34 Mestopslagplaats:
1.35 Paardenpension
1.36 Perceelsgrens:
1.37 Straat- En Bebouwingsbeeld:
1.38 Waterhuishoudkundige Voorzieningen:
1.39 Woning:
1.40 Zijerf:
1.41 Zijerfscheiding:
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 De Afstand Tot De Zij- C.q. Achtererfscheiding:
2.2 De Bebouwing Op De Verbeelding:
2.3 De Bouwhoogte Van Een Bouwwerk:
2.4 De Dakhelling:
2.5 De Goothoogte Van Een Bouwwerk:
2.6 De Oppervlakte Van Een Bouwwerk:
2.7 Het Peil:
1.1 Aanleiding Tot Nieuw Bestemmingsplan
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Huidige Planologische Regelingen
1.4 Opzet Bestemmingsplan
1.5 Overzicht Verricht Onderzoek

Erica, Ericasestraat 46 (Paardenpension)

Bestemmingsplan - gemeente Emmen

Vastgesteld op 30-09-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan:

het bestemmingsplan Erica, Ericasestraat 46 (paardenpension) van de gemeente Emmen;

1.2 Bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML- bestand NL.IMRO.0114.2010010-0003 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen afhankelijk van het plan);

1.3 Aan Huisgebonden Kleinschalige Beroep- Of Bedrijfsactiviteiten:

het, met behoud van de woonfunctie, gebruik van een gedeelte van een woning of een daarbij behorend bijgebouw voor het verrichten van werkzaamheden van dienstverlenende en/of ambachtelijke aard met als doel daaruit hoofd- of neveninkomsten te betrekken of het zelfstandig en onder eigen naam uitoefenen van een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied door een daarvoor specifiek opgeleid persoon. De ruimtelijke uitwerking of uitstraling van het aan huisgebonden bedrijf of beroep moet met de woonfunctie in overeenstemming zijn. en mag geen hogere milieucategorie dan milieucategorie 1 bedragen; zoals aangegeven in de van deze voorschriften deel uitmakende "staat van bedrijven" en van de VNG brochure "Bedrijven en milieuzonering";

1.4 Aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 Aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 Agrarisch Bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

1.7 Agrarische Gronden/ Agrarisch Grondgebruik:

gronden welke gebruikt worden voor het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

1.8 Ander(e) Bouwwerk(en):

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.9 Andere Werk(en):

een werk, geen bouwwerk zijnde;

1.10 Bebouwing:

één of meer gebouwen en/ of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 Bebouwingsgrens:

een op de verbeelding aangegeven grens die, door gebouwen niet mag worden overschreden, behoudens overschrijdingen die krachtens deze voorschriften zijn toegestaan;

1.12 Bedrijf:

een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid;

1.13 Bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.14 Bedrijfswoning:

een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) personen, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.15 Bestaand:

bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.16 Bestaande Bebouwing:

bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;

1.17 Bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 Bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 Bijgebouw:

een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals een aan- of uitbouw en aangebouwd en/of vrijstaand bijgebouw;

1.20 Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 Bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.22 Bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.23 Bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.24 Bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.25 Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.26 Erf:

het binnen de (woon)bestemming gelegen gedeelte van het bouwperceel;

1.27 Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.28 Geometrische Plaatsbepaling:

locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;

1.29 Gevel:

een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.30 Gevellijn:

de lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde met het vooraanzicht vanaf de weg, niet mag worden overschreden;

1.31 Groenvoorziening:

een (openbaar)gebied, dat is ingericht als berm, park, groenstrook, beplantingsstrook, grasveld, plantsoen, sport- en speelveldjes en dergelijke, welke voor het gehele jaar of een groot deel van het jaar voor het publiek algemeen toegankelijk moet zijn;

1.32 Hoofdgebouw:

gebouw dat op een perceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.33 Landschappelijke Waarden:

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak (geomorfologisch, hydrologisch, ecologisch, cultuurhistorisch en landschappelijk-esthetische);

1.34 Mestopslagplaats:

een constructie van beton, hout of staal, dan wel een aarden put bekleed met folie of beton, dan wel een gemetselde constructie die geheel of gedeeltelijk is ingegraven en wordt omgeven door een grondwal voor de opslag van drijfmest; Onder een mestopslagplaats wordt niet inbegrepen een mestkelder, zijnde een volledige bak, die is gecombineerd met een gebouw;

1.35 Paardenpension

een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland, het verzorgen van paarden en de mogelijkheid voor derden om hun ter plaatse gestalde paarden te berijden. Onder een paardenpension wordt geen manege verstaan.

1.36 Perceelsgrens:

de lijn, welke de scheiding vormt tussen twee bouwpercelen of tussen een bouwperceel en een aangrenzend terrein;

1.37 Straat- En Bebouwingsbeeld:

de waarde van een gebied in stedenbouwkundige zin, die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede hoogte- en breedte verhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

1.38 Waterhuishoudkundige Voorzieningen:

voorzieningen ten dienste van de waterhuishouding waaronder wadi's, waterlopen, waterpartijen, watergangen, dammen, sluizen, duikers, retentiebekkens, vijvers;

1.39 Woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.40 Zijerf:

gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het (hoofd)gebouw gelegen is;

1.41 Zijerfscheiding:

een scheiding tussen twee bouwpercelen of tussen een bouwperceel en een daarop aansluitende bestemming, met dien verstande dat wanneer daarvoor volgens het plan meerdere zijden in aanmerking kunnen komen, burgemeester en wethouders bepalen welke zijde als zijerfscheiding dient te worden aangehouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 De Afstand Tot De Zij- C.q. Achtererfscheiding:

de kortste afstand gemeten tussen een bouwwerk en de zij- c.q. achtererfscheiding;

2.2 De Bebouwing Op De Verbeelding:

de op de verbeelding aangegeven (kadastrale) bebouwing wordt als illustratief beschouwd;

2.3 De Bouwhoogte Van Een Bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 De Dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 De Goothoogte Van Een Bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 De Oppervlakte Van Een Bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 Het Peil:

het peil overeenkomstig de bouwverordening, danwel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de hoogte van het afgewerkte bouwterrein, indien in of op het water wordt gebouwd, dan het Normaal Amsterdams Peil of een ander plaatselijk waterpeil aan te houden;

1.1 Aanleiding Tot Nieuw Bestemmingsplan

Bij de gemeente Emmen is begin 2008 een verzoek binnengekomen van dhr. Heineke voor de uitbreiding van een paardentrainingshal aan Ericasestraat 46 te Erica. Op deze locatie houdt men sinds 2004 pensionpaarden en opfokpaarden. De bebouwing is voorzien op de percelen, kadastraal bekend "Gemeente Emmen, sectie G nummer 11580 (ged) en 11582 (ged.)".

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van het bestemmingsplan "Erica, linten Ericasestraat / Kerkweg / Verlengde Vaart" om het plan planologisch mogelijk te maken.

1.2 Ligging Plangebied

Het plangebied ligt ten noorden van de kern Erica. Het wordt globaal begrensd door de Ericasestraat in het westen en verder omringd door percelen weidegrond. Achter het bedrijf ligt het grootschalige Veenkoloniale landschap dat voornamelijk in gebruik is als akkerbouwland of weidegrond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.2010010-0003_0001.jpg"
Figuur 1: De indicatieve ligging van het plangebied

1.3 Huidige Planologische Regelingen

Het bedrijf heeft binnen het bestemmingsplan "Erica, linten Ericasestraat / Kerkweg / Verlengde Vaart " (vastgesteld 28-04-94, goedgekeurd 29-11-94) de bestemming "Agrarische doeleinden A (grondgebonden en niet-grondgebonden)". Het naastgelegen terrein waar de uitbreiding plaatsvindt heeft de bestemming "Agrarische doeleinden (zonder bouwperceel)".

De paardenpension-activiteiten zijn niet passend binnen de bestemming "Agrarische doeleinden A (grondgebonden en niet-grondgebonden)". Daarnaast staat het bestemmingsplan geen bebouwing toe binnen de bestemming "Agrarische doeleinden (zonder bouwperceel)".

Het voorliggende plan is bedoeld om de bedrijfsactiviteiten te legaliseren en de uitbreiding planologisch mogelijk te maken. Het plan vervangt één bestemmingsplan gedeeltelijk:

  • Bestemminsplan Erica, linten Ericasestraat / Kerkweg / Verlengde Vaart (vastgesteld 28-04-94, goedgekeurd 29-11-94)

1.4 Opzet Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Op de verbeelding worden de percelen in het gebied aangegeven met een bestemming dan wel een aanduiding. In de regels worden de bouw- en gebruiksmogelijkheden van het plangebied geregeld. In de plantoelichting wordt een verantwoording gegeven van de in het plan gemaakte keuzes.

1.5 Overzicht Verricht Onderzoek

Ter voorbereiding van het bestemmingsplan zijn diverse onderzoeken verricht. De conclusies uit de onderzoeken zijn verwerkt in de toelichting. Verrichte onderzoeken:

  • Bedrijfsplan (april 2009, LTO Noord);
  • Ecologische beoordeling uitbreiding rijhal Erica (december 2009, A&W Ecologisch onderzoek);
  • Archeologisch Inventariserend veldonderzoek (december 2009, De Steekproef)
  • Verkennend milieukundig bodemonderzoek (december 2009, Sigma Bouw & Milieu).