KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
Artikel 10 Bos
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
Artikel 12 Detailhandel
Artikel 13 Horeca
Artikel 14 Kantoor
Artikel 15 Landhuis
Artikel 16 Maatschappelijk
Artikel 17 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 18 Natuur
Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 22 Recreatie - Volkstuinen
Artikel 23 Sport
Artikel 24 Verkeer
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
Artikel 26 Water
Artikel 27 Wonen
Artikel 28 Leiding - Gas
Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 30 Leiding - Water
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
Artikel 33 Waarde - Archeologie 5
Artikel 34 Waarde - Archeologie 6
Artikel 35 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Artikel 36 Waterstaat - Waterkering
Artikel 37 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 38 Anti-dubbeltelregel
Artikel 39 Algemene Gebruiksregels
Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 42 Algemene Procedureregels
Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 44 Overige Regels
Artikel 45 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 46 Overgangsrecht
Artikel 47 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
1.2 Aanleiding
1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte
1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Rijksbeleid
2.2 Water
2.3 Natuur
2.4 Provinciaal Beleid
2.5 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Onderzoeken
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
4.2 Opgenomen Initiatieven
4.3 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten En Tracébesluit
4.4 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen
4.5 Actualisering Delen Buitengebied Grenzend Aan Kernen
4.6 Vellen Houtopstanden (Verbrede Reikwijdte)
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
7.1 Overleg
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Bijlage 1 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Bijlage 4 Beschikking Hogere Grenswaarde Woning Blikman Kikkertweg Naast Nr 13
Bijlage 5 Landschappelijk Inpassingsplan Statumweg 1 En 4/4a
Bijlage 6 Landschaps- En Beeldkwaliteitsplan Landgoed Mataram
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan- En Schets Hagenweg 20
Bijlage 9 Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a
Bijlage 10 Inrichtingsplan Kortersweg 9
Bijlage 11 Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4 - 6
Bijlage 12 Beeldkwaliteit Hoevendwarsweg 4-6
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5 - 7
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Schapendrift 7a
Bijlage 17 Percelen Intensieve Veehouderij
Bijlage 18 Horecalijst
Bijlage 19 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 20 Recreatiewoningen Met Objectgebonden Gedoogbeschikking
Bijlage 21 Functies En Waterwinning
Bijlage 22 Erfinrichtingsschets Millingersteeg 1
Bijlage 23 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1a
Bijlage 24 Erfinrichtingsschets Grensweg 13
Bijlage 25 Erfinrichtingsschets Venneweg 4
Bijlage 26 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6
Bijlage 27 Erfinrichtingsschets Het Lage Veld 4
Bijlage 28 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Korenweg 1
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 En 8
Bijlage 34 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1
Bijlage 35 Lanschapsplan Ankummer Es 1
Bijlage 36 Materialisatieplan Ankummer Es 1
Bijlage 37 Beplantingsplan Ankummer Es 1
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91
Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11a
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4
Bijlage 42 Erfinrichtingsplan Hammerweg 10
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Statumweg 1 En 4, Blikman Kikkertweg 17a En Naast Nr. 13
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing, Vilstersestraat 36
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Landgoed Mataram
Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Hagenweg 20
Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a
Bijlage 7 Ruimtelijke Onderbouwing Kortersweg 9
Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing Hoevendwarsweg 4 - 6
Bijlage 9 Projectafwijkingsbesluit Kemminckhorstweg 2
Bijlage 10 Projectafwijkingsbesluit Marshoekersteeg 5 - 7
Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Schapendrift 7a
Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen En Kennisgeving

Chw bestemmingsplan 3e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen

Bestemmingsplan - gemeente Dalfsen

Vastgesteld op 26-06-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan 3e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen met identificatienummer NL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01van de gemeente Dalfsen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Op deze herziening zijn van overeenkomstige toepassing de regels en verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013 en voorzover sindsdien herzien en inclusief enkele wijzigingen in nummering en technische aanpassingen, waarbij de regels worden aangevuld en gewijzigd volgens de teksten die geel gearceerd in dit plan zijn opgenomen.

1.3 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aanhuisverbonden beroep:

Het uitoefenen van een beroep, dat in of bij een (bedrijfs)woning en of daarbij behorende gebouwen door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in de (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende gebouwen door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen vergunning nodig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, of waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder het aanhuisverbonden beroep worden tevens gerekend internetwinkels en webshops.

1.6 afwijken:

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.

1.7 agrarisch bedrijf:

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een pelsdierhouderij.

1.8 agrarisch medegebruik:

Agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan.

1.9 ambachtelijk bedrijf:

Een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsmede - in rechtstreeks verband daarmee en als ondergeschikte nevenactiviteit - detailhandel en dat door dienstverlening en/of afzet in hoge mate gebonden is aan zijn directe omgeving.

1.10 ander-werk:

Een werk, geen bouwwerk zijnde.

1.11 bebouwing:

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.12 bebouwingspercentage:

De bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.

1.13 bed & breakfast:

Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de (bedrijfs)woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.

1.14 bedrijf:

Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.15 bedrijfsgebouw:

Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.16 bedrijfswoning/dienstwoning:

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.17 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 belemmeringenstrook:

een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen;

1.19 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:

De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.20 bestaand

  • Met betrekking tot bebouwing:
    legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning.
  • Met betrekking tot gebruik:
    het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.

1.21 bestemmingsgrens:

De grens van een bestemmingsvlak.

1.22 bestemmingsvlak:

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.23 Bevi-inrichting:

Inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1

  1. 1. Bij bedrijven die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen, is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein de letter R vermeld. Deze aanduiding is indicatief. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of het betreffende bedrijf onder de werking van het Bevi valt (zie ook bijlage 1). Het is niet uitgesloten dat, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen, ook andere bedrijven dan opgenomen in de lijsten 1 en 2 (met index R)\ onder het Bevi vallen of gaan vallen.

1.24 bijbehorend bouwwerk:

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.25 boom

een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

1.26 boomkwekerij

een bedrijf dat is gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters

1.27 boomwaarde

de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

1.28 bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.29 bouwlaag:

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.30 bouwperceel:

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.31 bouwperceelgrens:

Een grens van een bouwperceel.

1.32 bouwvlak:

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.33 bouwwerk:

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.34 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:

Een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter (zoals stacaravan, trekkershut, tenthuisje)

1.35 buitengebied gebonden bedrijf:

Een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:

  • het leveren van diensten aan agrarische bedrijven, zoals agrarische loon- en grondverzet bedrijven en agrarische hulpbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven en veehandelsbedrijven;
  • bewerking, verwerking, distributie en opslag van agrarische producten;
  • bijenteelt en hoveniersbedrijf.

1.36 carport:

Een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden.

1.37 consumentenvuurwerk:

Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.38 cultuurhistorische waarde:

De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.

1.39 dagbesteding en logeren

Het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 40 aantal gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 12 gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners.

1.40 dagrecreatieve voorzieningen:

Dagrecreatie welke zich, in principe, afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Onder dagrecreatieve voorzieningen vallen verschillende vormen van buitengebiedgebonden recreatie. Hieronder vallen onder andere routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme, recreatieterreinen en visvijvers etc.

1.41 dak:

Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.42 detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.43 detailhandel in volumineuze goederen:

Detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.

1.44 dienstverlening:

Het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.

1.45 dierenactiviteiten

Een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.

1.46 discotheek:

Een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.

1.47 duurzame recreatiewoning

een recreatiewoning uitgevoerd met een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) volgens NEN 7120 van ten hoogste 0.2.

1.48 eerste bouwlaag:

De bouwlaag op de begane grond.

1.49 eerste verdieping:

De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.

1.50 erker:

Een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.

1.51 extensieve dagrecreatie:

Extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte.

1.52 gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.53 geluidsgevoelige gebouwen:

Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.54 geluidsbelasting:

De geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.

1.55 glastuinbouwbedrijf:

Een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).

1.56 groepsacommodatie

Een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 350 m2 bedraagt en het aantal slaapplaatsen ten hoogste 50 bedraagt;

1.57 halfvrijstaande woning:

Twee-aaneengebouwde woningen.

1.58 hoofdgebouw:

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.59 horeca(bedrijf):

Een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:

  1. a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
  2. b. het verstrekken van nachtverblijf;
  3. c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.

Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.

1.60 houtopstand

één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met een minimale dwarsdoornsnede van 30 centimeter, op 1,3 meter hoogte boven maaiveld.

1.61 inkoopstation:

Afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van windenergie vanaf het windmolenpark op het openbaar net plaatsvindt.

1.62 internetwinkel/webshop:

Een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.

1.63 kampeerboerderij

Een bedrijfsgebouw of gedeelte daarvan van een als zodanig functionerend agrarisch bedrijf dat geschikt is gemaakt door veelal tijdelijke voorzieningen voor recreatief (nacht-)verblijf gedurende een beperkte periode per jaar;

1.64 kinderdagverblijf:

Het kleinschalig bedrijfsmatig (ondergeschikt aan de hoofdfunctie) of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint (kinderopvang) en de opvang van kinderen tot 13 jaar voor of na schooltijd of tijdens schoolvakanties (buitenschoolse opvang) op een locatie waar deze kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, waarbij het maximum aantal kindplaatsen wordt gesteld op 35 voor kinderopvang en 20 voor buitenschoolse opvang;

1.65 (mobiel) kampeermiddel:

Een onderkomen dat naar de aard en inirchting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter (zoals tent, caravan, camper).

1.66 kantoor:

Een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.

1.67 kas:

Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.

1.68 kleinschalig kampeerterrein:

Een kampeerterrein ten behoeve van het al dan niet jaarrond kleinschalig kamperen.

1.69 kwetsbaar object:

Een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.70 landschappelijke waarde:

De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.

1.71 LPG-doorzet:

De afzet van LPG in m³ per jaar.

1.72 maaiveld:

De gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.

1.73 maatschappelijke voorzieningen:

Educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, expositieruimten: al dan niet in samenhang met en gebruik als groepsaccommodatie, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.74 manege:

Bedrijf bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen dat uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het managebedrijf.

1.75 nadere eis:

Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.

1.76 natuur(wetenschappelijke) waarde:

De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.

1.77 NGE:

Nederlandse Grootte Eenheid: een rekeneenheid die wordt gehanteerd voor de vaststelling van de omvang van een agrarisch bedrijf, op basis van productiewaarde van oppervlakte, gewassen en dieren;

1.78 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:

Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.

1.79 ondergeschikte (bijbehorende) horeca

Een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol op het perceel Hammerweg 10) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan

1.80 onderkomens:

Voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.

1.81 paardenbak:

Niet-overdekte rijbaan voorzien van natuurlijk bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 40 m bij 20 m;

1.82 paardenhouderij:

  • Productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden.
  • Gebruiksgericht: een op de verbeelding aangegeven paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde een manege.

1.83 passantenhaven:

Gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.

1.84 peil:

  1. 1. De kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
  2. 2. De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
  3. 3. Indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.

1.85 permanente bewoning:

Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.

1.86 plattelandswoning

Een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), inclusief aanhuisverbonden beroep.

1.87 productiegebonden detailhandel:

Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.88 professioneel vuurwerk:

Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.

1.89 prostitutie:

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.

1.90 relatie:

Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen.

1.91 recreatiewoning:

Een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.92 seksinrichting:

De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.93 Staat van Bedrijfsactiviteiten:

De Bijlage 19 Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.

1.94 stacaravan:

Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.

1.95 sterlocatie intensieve veehouderij:

een bestaand agrarisch bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', waar:

  1. a. een perspectiefvol agrarisch bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd dat over voldoende omgevingsgruimte beschikt om door te groeien tot een omvang van minimaal 175 Nederlandse grootte eenheid (nge) of,
  2. b. een perspectiefvol gemengd agrarisch bedrijf is gevestigd dat kan doorgroeien tot een omvang van minimaal 175 NGE en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 NGE kan groeien.

1.96 sportkantine:

Een verblijfslocatie waarin verstrekking van drank- en etenswaren gericht is op gebruikers van de sportvoorziening.

1.97 tenthuisje:

Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een grondplaat een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden van hout en/of tentdoek en een dak van tentdoek.

1.98 trekkershut:

Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten.

1.99 turbine:

Schoepenrad dat in beweging wordt gebracht door de kracht van luchtstroom, van stoom of vallend water.

1.100 uitbouw:

Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.

1.101 vellen

rooien; kappen; verplanten; snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.

1.102 verkoopvloeroppervlakte:

De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).

1.103 volkstuin:

Een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.

1.104 voorgevel:

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, of niet aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.

1.105 vrijstaande woning:

Een op zichzelf staande woning.

1.106 vuurwerkbedrijf:

Inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 Kg consumentenvuurwerk aanwezig is.

1.107 wellness-camperplaatsen

Recreatief nachtverblijf waarbij maximaal sprake is van 15 camperplaatsen voor mobiele campeerauto's, met wellness- en/of andere recreatieve voorzieningen;

1.108 Wgh-inrichting:

Een inrichting als bedoeld in artikel artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.

1.109 windenergie:

Energie uit een windturbine.

1.110 windturbine:

Door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt.

1.111 winkel:

Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.

1.112 woning:

Een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.113 woongebouw:

Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

1.114 woonhuis:

Een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.

1.115 zoekgebied

het gebied, dat groter is dan het eigenlijke bouwperceel, en waarbinnen de agrarische bebouwing moet worden opgericht; het zoekgebied heeft een oppervlakte van circa 30.000 m2 terwijl het eigenlijke bouwperceel een oppervlakte bij recht heeft van 10.000 of 15.000 m2, afhankelijk van het gebied waarin het agrarisch bedrijf is gelegen.

1.116 zorgboerderij

Het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot zorg aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, in de vorm van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard.

1.117 zorgwonen

bewoning van gebouwen door en/of verzorging van ouderen en/of mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking met een maximum van 8 personen en het aanbieden van dagbesteding voor mensen met een zorg of hulpvraag.

1.118 zweefvliegsport

Het recreatief zweefvliegen met zweefvliegtuigen waaronder zelfstartende zweefvliegtuigen, vliegtuigen die noodzakelijk zijn voor het doen opstijgen van de zweefvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en TMG's (Touring Motor Glider).

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  1. a. voor lengten in meters (m);
  2. b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  3. c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  4. d. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

2.4 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in Bijlage 17Percelen intensieve veehouderij;
  2. b. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  3. c. pelsdierhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pelsdierhouderij;
  4. d. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
  5. e. gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
  6. f. schaapskooi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi';
  7. g. ijsbaan ten behoeve van de recreatieve beoefening van de schaatssport, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
  8. h. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
  9. i. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
  10. j. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast;
  11. k. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop af boerderij, rondleidingen, zelfpluk (met een maximale oppervlakte van 50 m2);
  12. l. nevenactiviteiten ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee de nevenactiviteit van het desbetreffende agrarisch bedrijf is aangegeven:
Functieaanduiding
Nevenactiviteit
'agrarisch loonbedrijf' Agrarisch loonbedrijf
'caravanstalling' Caravanstalling
'hovenier' Hoveniersbedrijf
'jeugdopvang' Jeugdopvang
'kampeerboerderij' Kampeerboerderij
'kampeerterrein' Kleinschalig kampeerterrein
'opslag' Opslag
'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin' Mestbassin
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' Veehandelsbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' Rietdekkersbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' Transportbedrijf
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers
'specifieke vorm van recreatie - atelier en hobbyruimte' atelier en hobbyruimte
  1. m. bestaande infrastructurele voorzieningen;
  2. n. de waterhuishouding;
  3. o. extensieve dagrecreatie;
  4. p. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
  5. q. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
  6. r. paardenbak, met dien verstande dat:
    1. 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
    2. 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan;
  7. s. het behoud van natuur- en landschapswaarden,
  8. t. het aanleggen onderhouden en in stand houden van een hoogstam fruitgaard in overeenstemming met Bijlage 29 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- landschappelijke fruitgaard'.
  9. u. het aanleggen en onderhouden en in standhouden van een groensingel in overeenstemming met Bijlage 2 ter plaatse van de aanduiding "groen"

met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.

Onder het doel 'behoud van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • perceels- en erfbeplantingen;
  • kleinschaligheid alsmede de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes) afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement';
  • verkavelingsstructuur zoals deze tot uitdrukking komt in het verkavelingspatroon en de dat patroon ondersteunende landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur';
  • openheid, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement'.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.3 Nadere eisen

  1. a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 3.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
    1. 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
    2. 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
      teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van glastuinbouwbedrijven;
  2. b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast;
  3. c. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop af boerderij, rondleidingen, zelfpluk etc. (met een maximale oppervlakte van 50 m2);
  4. d. de waterhuishouding;
  5. e. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel,

met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische gronden.

Het maximaal aantal glastuinbouwbedrijven mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijven'.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Nadere eisen

  1. a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 4.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
    1. 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
    2. 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
      teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in bijlage 'Bijlage 17 Percelen intensieve veehouderij';
  2. b. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
  3. c. landschapstuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
  4. d. ooievaarsnest op paal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ooievaarsnest';
  5. e. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
  6. f. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor de bestaande wegen en (fiets-)paden;
  7. g. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
  8. h. minigolf als nevenactiviteit bij een tuincentrum, met maximaal 10 bezoekers tegelijkertijd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minigolf';
  9. i. agrarisch gebonden natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch gebonden natuurwaarden';
  10. j. kinderdagverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf';
  11. k. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  12. l. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast;
  13. m. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop af boerderij, rondleidingen, zelfpluk etc. (met een maximale oppervlakte van 50 m2);
  14. n. behoud van een historische moestuinmuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - moestuinschuur';
  15. o. nevenactiviteiten ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende agrarisch bedrijf is aangegeven:
Functieaanduiding Nevenactiviteit
'agrarisch loonbedrijf' Agrarisch loonbedrijf
'caravanstalling' Caravanstalling
'kampeerterrein' Kleinschalig kampeerterrein
'hovenier' Hoveniersbedrijf
'jeugdopvang' Jeugdopvang
'opslag' Opslag
'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatie en constructie' Mechanisatie en constructie activiteiten
'specifieke vorm van bedrijf - bandenhandel' Bandenhandel
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers
'specifieke vorm van recreatie - luxe boerderijkamers' Luxe boerderijkamers
  1. p. de waterhuishouding;
  2. q. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
  3. r. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
  4. s. extensieve dagrecreatie;
  5. t. paardenbak, met dien verstande dat:
    1. 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
    2. 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan;
  6. u. behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden;
  7. v. behoud van openheid;
  8. w. behoud van reliëf;
  9. x. behoud van de verkavelingsstructuur,

met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.

Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • kleinschalig, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes, tussen de Vecht en de N340;
  • perceels- en erfbeplanting;
  • afwisseling tussen besloten gebieden, bossen, heidevelden en open plekken in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg;

Onder het doel 'behoud van openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
  • de open gaten tussen de bebouwing in het lint;
  • de grootschalige openheid.

Onder het doel 'behoud van reliëf' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • relatief grote hoogteverschillen, essen en steilranden in het gebied tussen de Vecht en de N340;
  • steilranden en microreliëf in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg.

Onder het doel 'behoud van de verkavelingsstructuur' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:

  • onregelmatige blokverkavelingen:
    1. 1. in het gebied tussen de Vecht en de N340,
    2. 2. ten zuiden, zuidoosten en zuidwesten van Lemelerveld
    3. 3. ten westen van Hoonhorst;
  • verkaveling in visgraatstructuur in het westen van het plangebied (Marshoek).

5.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

  1. a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 5.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
    1. 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
    2. 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
      teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met dien verstande dat:

  1. a. uitsluitend zijn toegestaan:
    1. 1. ambachtelijke en buitengebied gebonden bedrijven, alsmede bedrijven in van categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten met dien verstande dat op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperkte aanwezigheid' alleen bedrijven gevestigd mogen worden waar tevens sprake is van geen of minimaal verblijf van personeel en bezoekers;
    2. 2. bedrijven ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
      Functieaanduiding Bedrijf
      'caravanstalling' Caravanstalling
      'specifieke vorm van bedrijf – houtbe- en verwerkingsbedrijf' Houtbe- en verwerkingsbedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf – houthandel' Houthandel
      'specifieke vorm van bedrijf - groenrecycling' Groenrecycling
      'opslag' Opslag
      'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' Bouwbedrijf / Aannemersbedrijf / Montagebedrijf
      'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' Tankstation met lpg
      'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' Tankstation zonder lpg
      'specifieke vorm van bedrijf - diervoerbedrijf' Diervoeder
      'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' Auto- en motorbedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - caravancentrum' Caravancentrum
      'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialenhandel' Bouwmaterialen / Handel in bestratingsmateriaal
      'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf' Verhuurbedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' Transportbedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - antennebedrijf' Antennebedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' Installatiebedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - sloopbedrijf' Sloop- en handelsbedrijf
      'specifieke vorm van bedrijf - composteerplaat' Composteerplaat
      'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij Veehouderijbedrijf
      'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' (Boom)kwekerij
  2. b. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  3. c. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  4. d. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  5. e. detailhandel, niet zijnde productie gebonden, niet is toegestaan,
  6. f. de gronden zijn bestemd voor de aanleg en behoud van een hakhoutsingel ter plaatse van de aanduiding 'hakhoutsingel' waarbij binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas geen diepwortelende beplanting aangelegd mag worden;

met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Nadere eisen

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    1. 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. een goede milieusituatie;
    3. 3. de verkeersveiligheid
    4. 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    5. 5. de externe veiligheid.
    6. 6. de ruimtelijke kwaliteit
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut zoals een rioolwaterzuivering en een telefooncentrale;
  2. b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  3. c. gasontvangstation, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation'

met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.

7.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Waterwinning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen in casu de winning, bewerking en productie van drinkwater, en in samenhang daarmee een educatief centrum;
  2. b. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor zover het betreft bestaande wegen en (fiets-)paden;
  3. c. de extensieve recreatie (recreatieve voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid), dit in afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde onder b;
  4. d. groenvoorzieningen en beplantingen ten behoeve van een natuurlijke inrichting en de landschappelijke inpassing van het terrein;
  5. e. voorzieningen ten behoeve van de berging en -retentie van afstromend hemelwater;

met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken en terreinen.

8.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.3 Nadere eisen

  1. a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 8.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
  1. 1. omvang en situering van de bebouwing;
  2. 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  3. 3. de landschappelijke inpassing.
  1. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

Artikel 9 Bedrijf - Windturbine

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de opwekking en de levering van windenergie;
  2. b. agrarische gronden voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  3. c. kraanopstelplaatsen;
  4. d. inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net

met daarbij behorende bebouwing, erven en terreinen

9.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.4 Nadere eisen

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
  1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. 2. de milieusituatie;
  3. 3. de verkeersveiligheid;
  4. 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  5. 5. de sociale veiligheid;
  6. 6. de externe veiligheid.
  1. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 10 Bos

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (hoog)opgaande (afschermende) beplanting;
  2. b. bos en bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie;
  3. c. eendenkooi, ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
  4. d. water en waterhuishouding;
  5. e. extensieve dagrecreatie,

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen, paden en voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
  2. b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Cultuur En Ontspanning

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
  2. b. seksinrichting met bijbehorende horeca, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';

met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 12 Detailhandel

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor een tuincentrum, zoals ook is aangeduid als 'tuincentrum'; met daarbij ondergeschikte en daarbij behorende:

  1. 1. dienstverlening;
  2. 2. horeca;
  3. 3. extensieve dagrecreatie.

met de daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 18 bij deze regels is gevoegd;
  2. b. een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst, die als Bijlage 18 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';

met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 14 Kantoor

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren,

met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 15 Landhuis

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen gesitueerd in een parkachtige aanleg;
  2. b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en/of bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
  3. c. educatieve en culturele en maatschappelijke activiteiten, kantoor en ondergeschikte horeca ten dienste van de activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
  4. d. appartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - appartementen';
  5. e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
  7. g. specifiek op het perceel Poppenallee 33: de activiteiten zoals aangegeven onder lid b. (wonen) en c. (gemengd) en voor recreatie en andere functies van vergelijkbare aard waarbij geen strijd ontstaat met de regelgeving voor monumenten, met ondergeschikte bijbehorende horeca ten dienste van de activiteiten.

15.2 Bouwregels

Op de voor 'Landhuis' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.3 Afwijken van de bouwregels

15.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 16 Maatschappelijk

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molen';
  3. c. dierenbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats',
  4. d. dagbesteding en logeren, ter plaatse van de aanduiding 'dagbesteding en logeren'

met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 17 Maatschappelijk - Begraafplaats

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een begraafplaats;

met daarbij behorende bebouwing, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 18 Natuur

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van:
    1. 1. de natuurlijke waarden, zoals deze vooral tot uitdrukking komen in de vegetatie en de fauna;
    2. 2. de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid, kleinschaligheid, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes en het (micro)reliëf;
    3. 3. de geo(morfo)logische en bodemkundige waarden;
  2. b. agrarisch medegebruik;
  3. c. houtoogst;
  4. d. schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
  5. e. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
  6. f. verblijfrecreatief terrein met maximaal 12 kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  7. g. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
  8. h. extensieve dagrecreatie;
  9. i. water en waterhuishouding,

met daarbij behorende bebouwing, andere-werken en voorzieningen.

18.2 Bouwregels

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

18.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
  2. b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
  3. c. het gebruik van de gronden als sport- en/of wedstrijdterrein;
  4. d. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve voorzieningen;
  2. b. scouting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';
  3. c. motorclub, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorclub',

met daarbij behorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.

19.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

19.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
  2. b. bos;
  3. c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
  4. d. nutsvoorzieningen;

waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;

met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.

20.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

20.3 Nadere eisen

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    1. 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. een goede woonsituatie;
    3. 3. landschappelijke inpassing
    4. 4. de milieusituatie
    5. 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
    6. 6. de verkeersveiligheid;
    7. 7. de sociale veiligheid.
    8. 8. de externe veiligheid
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

20.4 Afwijken van de bouwregels

20.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 20; .

Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kampeerterreinen alsmede natuurcampings;
  2. b. gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen niet genoemd onder d en e;
    met daaraan ondergeschikt:
    1. 1. detailhandel;
    2. 2. dienstverlening;
    3. 3. horeca;
  3. c. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen;
  4. d. (mobiele) kampeermiddelen;
  5. e. bouwwerken voor recreatief nachtverblijf in de vorm van stacaravans, trekkershutten en tenthuisjes;

met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

21.3 Afwijken van de bouwregels

21.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten/ tenthuisjes voor permanente bewoning.

Artikel 22 Recreatie - Volkstuinen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen voor de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby-)tuinbouw;
  2. b. gebouwen ten behoeve van de volkstuinen;

met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.

22.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 23 Sport

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
  2. b. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  3. c. motorcrossterrein, ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein';
  4. d. modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
  5. e. vliegveld ten behoeve van de zweefvliegsport met daarbij behorende bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegveld';
  6. f. schietsportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietsportvereniging',

met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

23.2 Bouwregels

Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

23.3 Afwijken van de bouwregels

23.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 24 Verkeer

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden, met dien verstande dat niet meer dan het bestaande aantal rijstroken is toegestaan;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. geluidwerende voorzieningen,

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen.

24.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 25 Verkeer - Railverkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen, waaronder begrepen de (ongelijkvloerse) kruisingen met wegen en watergangen, alsmede voorzieningen ter reducering van het spoorweglawaai;
  2. b. uitsluitend station met voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation';
  3. c. uitsluitend parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein',

met daarbij bebouwing, erven, terreinen, water en groenvoorzieningen.

25.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 26 Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen;
  4. d. scheepvaart;

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. oeververbindingen;
  2. f. groenvoorzieningen;
  3. g. openbare nutsvoorzieningen;
  4. h. infrastructurele voorzieningen;
  5. i. extensieve dagrecreatie,

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.

26.2 Bouwregels

Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

26.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 27 Wonen

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep;
  2. b. bed & breakfast;
  3. c. de waterhuishouding;
  4. d. cultuurhistorische waarden;
  5. e. activiteiten tot de bestaande oppervlakte, ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding Activiteit
'atelier' Atelier
'caravanstalling' Caravanstalling
'detailhandel' Detailhandel
'hovenier' Hoveniersbedrijf
'jeugdopvang' Jeugdopvang
'kampeerboerderij' Kampeerboerderij
'kampeerterrein' Kleinschalig kampeerterrein
'kantoor' Kantoor en reclamebureau
'maatschappelijk' Educatie en sociaal-maatschappelijke instelling
'museum' Museum
'opslag' Opslag
'verblijfsrecreatie' Verblijfsrecreatie
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' (Boom)kwekerij
'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag' Mestopslag
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' Veehandelsbedrijf
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' Veehouderij
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension' Dierenpension
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' Installatiebedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' Schildersbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' Rietdekkersbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats' Timmerwerkplaats en - bedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - autouitdeukerij' Autouitdeukerij
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' Machineverhuur, reparatie en verkoop
'specifieke vorm van bedrijf - metselbedrijf' Metselbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking' Metaalbewerkingsbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf' Opslag en handelsbedrijf
'specifieke vorm van bedrijf - opslag van bouwmaterialen' Bouwmaterialen opslag
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers
'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein' Recreatieterrein
'specifieke vorm van recreatie- wellness-camperplaatsen' wellness-camperplaatsen
'specifieke vorm van bedrijf - dierenactiviteiten' Dierenactiviteiten
'zorgwonen' zorgwonen
'bedrijf' aannemersbedrijf

met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven.

Per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.

27.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

27.3 Nadere eisen

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    1. 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. een goede woonsituatie;
    3. 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
    4. 4. de verkeersveiligheid;
    5. 5. de sociale veiligheid.
  2. b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

27.4 Afwijken van de bouwregels

27.5 Specifieke gebruiksregels

27.6 Afwijken van de gebruiksregels

27.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Leiding - Gas

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. het ondergrondse transport van gas door een midden-en hogedruk gastransportleiding;
  2. b. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

28.2 Bouwregels

28.3 Afwijken van de bouwregels

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsverbinding

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit;
  2. b. (een) ondergronse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - ondergrondse verbinding';
  3. c. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

29.2 Bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid29.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 30 Leiding - Water

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  1. a. het ondergrondse transport van water door een (hoofd)waterleiding;

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Waarde - Archeologie 1

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 31.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
      • de verplichting tot het doen van opgravingen; of
      • de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 0 m2;
    3. 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.

31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 32 Waarde - Archeologie 2

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
      • de verplichting tot het doen van opgravingen; of
      • de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;
    3. 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.

32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Waarde - Archeologie 5

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.

33.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
      • de verplichting tot het doen van opgravingen; of
      • de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
    3. 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.

33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Waarde - Archeologie 6

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
      • de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
      • de verplichting tot het doen van opgravingen; of
      • de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5000 m2;
    3. 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.

34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Waterstaat - Waterbergingsgebied

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

35.2 Bouwregels

  1. c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bedraagt ten hoogste 1 m;
  2. d. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  3. e. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.

35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 35.2. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens het gebruikmaken van de bevoegdheid tot afwijken wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

Artikel 36 Waterstaat - Waterkering

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

36.2 Bouwregels

36.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 37 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de hoogwaterbescherming;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van de verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
  4. d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
  5. e. uiterwaarden;
  6. f. verkeer te water.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

37.2 Bouwregels

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
  2. b. het aanbrengen en instandhouden van beplanting hoger dan 2,5 m.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 38 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 39 Algemene Gebruiksregels

39.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.

Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, uitgezonderd voor zover in de regels toegestaan.

39.2 Uitzondering strijdig gebruik

Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.

Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels

40.1 Bomenteelt

Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan.

40.2 Geluidzone - industrie

40.3 Landschapselement

Ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf.

40.4 Luchtverkeer

Ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer' geldt dat er, in verband met de veiligheid, beperkingen gelden voor het bouwen in verband met de aanwezigheid van een zweefvliegveld.

40.5 Luchtvaartverkeerzone

40.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied

40.7 Milieuzone - intrekgebied

40.8 Milieuzone - waterwingebied

40.9 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.

40.10 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.

40.11 Veiligheidszone - bedrijven

40.12 Veiligheidszone - lpg

40.13 Verkavelingsstructuur

Ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur' is een verkavelingspatroon aanwezig met ruimtelijke kenmerken, zoals omschreven in lid 3.1 van de bestemming Agrarisch.

40.14 Vrijwaringszone - molenbiotoop

Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels

41.1 Afwijkingsbevoegdheid

Artikel 42 Algemene Procedureregels

42.1 Nadere eis

Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:

  1. a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
  4. d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels

43.1 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 44 Overige Regels

44.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.

44.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  3. c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en los mogelijkheden;
  5. e. de ruimte tussen bouwwerken.

Artikel 45 Overige Regels

45.1 Kapverbod

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen, een uitzondering op dit verbod geldt voor:

  1. 1. Coniferen, dennen, ceders, larixen, niet geknotte wilgen, niet geknotte populieren, lijsterbessen, sierkersen, sierappels, sierperen;
  2. 2. Berken, elzen en meidoorns voor zover ze deel uitmaken van een rijbeplanting van minder dan zes bomen of singelbeplanting van maximaal 2,5 meter breed en 5 meter lang;
  3. 3. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
  4. 4. Naaldbomen, niet ouder dan 20 jaar, die als kerstboom worden geteeld
  5. 5. Kweekgoed;
  6. 6. Houtopstanden die bij wijze van dunning geveld moeten worden.
  7. 7. Houtopstanden die liggen binnen de bebouwde kom volgens de volgen artikel 4.1 sub a Wet natuurbescherming (voorheen boswet) vastgestelde grenzen en de houtopstand niet is aangemerkt als waardevolle boom/houtopstand volgens de door het college hiervoor vastgestelde beleidsregels: Grenzen en waardevolle bomen per kern;
  8. 8. Houtopstanden waarvan instandhouding volgens boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade en/of de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziekenwet, mits hiervoor toestemming is gegeven door het college van burgemeester en wethouders;

deze uitzondering niet geldt niet voor houtopstanden die in het kader van de in lid 45.2 opgenomen herplantplicht of andere (private) overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.

45.2 Herplantplicht

Het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 45.1 en de toestemming als bedoeld in artikel 45.1 sub 8 een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde volgens de hiervoor vastgestelde beleidsregels opleggen hierbij geldt dat:

  1. 1. de herplantplicht of de Boomwaarde door het college van burgemeester en wethouders wordt toegepast volgens de beleidsregels zoals deze gelden op het moment van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning of moment van toestemming volgens artikel 45.1.sub 8 of uitvoering van het vellen van de houtopstand;
  2. 2. Deze herplant- of vergoedingsverplichting kan ook worden gesteld als het vellen al zonder de benodigde vergunning en/of toestemming volgens artikel 45.1 sub 8 is uitgevoerd.

45.3 Afwegingskader omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning als bedoeld in Artikel 45 1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

  1. 1. Natuur- en milieuwaarden;
  2. 2. Landschappelijke waarden;
  3. 3. Cultuurhistorische en archeologische waarden;
  4. 4. Waarden van stads- en dorpsschoon;
  5. 5. Waarden voor recreatie en leefbaarheid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 46 Overgangsrecht

46.1 Overgangsrecht bouwwerken

46.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 47 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het bestemmingsplanChw bestemmingsplan 3e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen".

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Algemeen

Het Chw bestemmingsplan 3e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is een herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.

1.2 Aanleiding

1.2.1 Verzamelplannen

De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de derde ronde voor het verzamelplan.

Tot en met 25 mei 2016 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:

  1. 1. Juni 2016 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
  2. 2. Juli – september 2016 Het college onderzoekt of uw plan haalbaar is.
  3. 3. Oktober 2016 – januari 2017 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
  4. 4. Voorjaar 2017 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
  5. 5. Juni 2017 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.

Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een project afwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 3e verzamelplan zijn de tussen 1 december 2015 en 1 december 2016 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.

1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan

De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:

  1. 1. Oosterveen 56/De Stouwe 27 en Oosteinde 70, sloop landschapsontsierende bebouwing en herinrichting percelen Oosteinde 70 en Oosterveen 56 en daarmee VAB opslag in nieuwe schuur De Stouwe 27 toestaan.
  2. 2. Statumweg 1 en 4 en Blikman Kikkertweg 17a, sloop schuren Blikman Kikkertweg 17a en woning Statumweg 1. Herbouw woningen aan de Blikman Kikkertweg en uitbreiding bestaande loon- en grondverzetbedrijf aan de Statumweg 4
  3. 3. Vilstersestraat 36, zorgboerderijfunctie in voormalige agrarische bebouwing
  4. 4. Landgoed Mataram, toepassen Rood voor Groen en VAB waarbij de mogelijkheden worden opgenomen om direct één woning mogelijk te maken in de VAB en twee extra woningen door middel van een wijziging van het bestemmingsplan.
  5. 5. Hagenweg 20, herontwikkeling voormalig agrarisch erf met dagbesteding en hondenschool.
  6. 6. De Weidemars 2/2a - Hessenweg 66, sloop landschapsontsierende bebouwing Hessenweg 66 en planologisch splitsen bestaande woning De Weidemars 2 en 2a in twee aaneengebouwde woningen.
  7. 7. Kortersweg 9, toepassen rood voor rood en het verplaatsen van een woning
  8. 8. Hoevendwarsweg 4-6, toepassen rood voor rood

1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten en Tracébesluit die zijn opgenomen in dit verzamelplan

Na de opstelling van het bestemmingsplan 2e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 1 december 2015 en 1 december 2016 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:

  • Kemminckhorstweg 2, het vervangen van een schuur met daarin luxe boerderijkamers.
  • Marshoekersteeg 5-7, het splitsen van een monumentale boerderij in twee bedrijfswoningen.
  • Schapendrift 7a, het uitbreiden van een varkenshouderij.

Tracébesluit N35 Zwolle-Wijthmen.

Het verkeer op de N35 Zwolle-Wijthmen is toegenomen en de weg heeft tijdens de spits onvoldoende capaciteit om het verkeer goed te verwerken. Daarom wordt de weg verbreed naar 2x2 rijstroken en kan de maximumsnelheid omhoog naar 100 km/h. Ter hoogte van Wijthmen komt een nieuw tracé dat bij de Koelmansstraat weer aansluit op de bestaande weg richting Heino. De Kroesenallee wordt via een viaduct met op- en afritten op de N35 aangesloten.

Het oorspronkelijke tracébesluit is op 15 juni 2015 vastgesteld door de minister van Infrastructuur en Milieu. Tegen dit tracébesluit (2015) zijn 13 beroepen ingediend. Op 24 februari 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan. Hierin is de mogelijkheid geboden om het tracébesluit op één punt aan te passen. Dit heeft geleid tot wijziging van het tracébesluit N35 Zwolle – Wijthmen op 10 juni 2016. Het Tracébesluit is inmiddels geheel onherroepelijk geworden en moet daarom over worden genomen in het bestemmingsplan.

1.2.4 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen

Na de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen zijn er door concrete (aan) vragen een aantal fouten en andere wijzigingen geconstateerd waar aanpassingen voor nodig zijn. Ook deze worden in dit verzamelplan meegenomen het gaat om:

Dommelerdijk 23 - bestemming Wonen ligt niet op de woning ( met voorheen artikel 19 lid 2 van de Wet op de ruimtelijke ordening vergund) niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied.

Dommelerdijk 137a - aanduiding hobbymatige houtbewerking en atelier opnemen in agrarische bestemming. Deze gebouwen worden los van de aanliggen de woonbestemmingen gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan het feitelijke gebruik.

Heideparkweg 10 Het perceel had in het verleden onder de gemeente Ommen dus de bestemming “Bedrijfsdoeleinden” met de nadere aanduiding bouw- / aannemingsbedrijf. Het bedrijf is altijd aanwezig geweest en wordt daarom weer bestemd met een aanduiding binnen de bestemming Wonen.

Hessenweg 60 De mogelijkheid om op dit perceel weer een bedrijfswoning te realiseren wordt weer in dit plan opgenomen. De mogelijkheid voor een bedrijfswoning was wel in het vorige bestemmingsplan opgenomen. Via dit plan wordt een redelijke termijn gegeven om van deze rechten alsnog gebruik te maken. De eigenaar (of diens rechtsopvolger) wordt in de gelegenheid gesteld om binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van dit 3e verzamelplan een omgevingsvergunning aan te vragen voor de bouw van een bedrijfswoning en drie jaar na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning om daarvan gebruik te maken.

Knuvendijk 1 Met het vaststellen van de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Lemerlerveld zijn hier 8 zorgwoningen toegestaan en gerealiseerd en in gebruik. Dit is echter niet overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen. In dit verzamelplan wordt alsnog de aanduiding zorgwonen voor dit perceel opgenomen.

Oosterkampen 5A Op dit perceel is in 1977 een schapenstal vergund , onder verwijzing naar een in voorbereiding zijnde vrijstellingsregeling voor het bouwen van 'schutstallen' in agrarisch gebied binnen het toenmalige bestemmingsplan buitengebied. De stal is ook nog aanwezig. In het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen is deze schuilstal echter niet aangeduid. Met dit verzamelplan wordt daarom de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - schuilstal" voor de vergunde stal opgenomen.

Wijzigingen in de regels:

Opnemen afwijkingsbevoegdheid om inwoning in de bedrijfswoning bij een Agrarisch-glastuinbouw bedrijf mogelijk te maken, zoals dit ook bij de andere agrarische bestemmingen mogelijk is.

1.2.5 Actualisering delen buitengebied grenzend aan kernen

Voor de kernen in de gemeente Dalfsen is een actualisering in voorbereiding. Deze actualisering betreft de huidige bestemmingsplannen voor de kernen. Voor de begrenzing van deze plannen is een logische grens rond de bebouwde kom genomen. Dit komt in een aantal gevallen niet overeen met de begrenzing van de voorheen geldende plannen voor de kernen. Metname bij Nieuwleusen en Lemelerveld zijn delen die niet meer in het bestemmingsplan voor de kern worden opgenomen. Om ook voor deze gebieden weer een actueel bestemmingsplan te hebben nemen we deze gebieden mee als uitbreiding van het plangebied bij dit 3e verzamelplan buitengebied. Op de hierna weergegeven kaartjes zijn deze gebieden in wit aangegeven.

Kaart 1 Oostrand Lemelerveld

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01_0001.jpg"

Kaart 2. Oost en zuidrand Nieuwleusen

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01_0002.jpg"

Kaart 3 Rand Hoonhorst

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01_0003.jpg"

De bestemming is in deze gebieden conserverend dat wil zeggen dat er geen nieuwe ontwikkelingen worden bestemd anders dan bij de ontwikkelingen in paragraaf 1.2.2 of ambtshalve wijzigingen in paragraaf 1.2.4 zijn opgenomen. Wel kan het zijn dat er enige wijziging is omdat de plansystematiek van bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen nu wordt toegepast.

1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte

De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:

  1. 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
  2. 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
  3. 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
  4. 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
  5. 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
  6. 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
  7. 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
  8. 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
  9. 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
  10. 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
  11. 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
  12. 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.

Experiment - vellen van houtopstanden en bomen

Het vellen van houtopstanden is op dit moment op drie plekken geregeld:

In de APV hoofdstuk 4 - In de bestemmingsplannen waar voor werken en werkzaamheden geen bouwwerken zijnde een omgevingsvergunning kan worden gevraagd (de zogenaamde aanlegvergunning) en ook de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) geeft regels over het vellen van houtopstanden. Al deze regelingen hebben als doel: "het beschermen van waardevolle bomen en andere houtopstanden". Dit om het ruimtelijke beeld, de ecologische waarde, de landschappelijke en de cultuurhistorische waarde van de fysieke leefomgeving in stand te houden.

Met dit doel als uitgangspunt is gekeken hoe de bestaande regelingen opgenomen zouden kunnen worden in één regeling in een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Bij de inventarisatie van de bestaande regelingen kwam al snel naar voren dat er zowel in wetgeving, de provinciale omgevingsverordening en het gemeentelijke beleid een verschil is tussen houtopstanden binnen de bebouwde kom en houtopstanden buiten de bebouwde kom.

Omdat dit onderscheid ook in de verschillende bestemmingsplannen te maken is, kan dit goed op twee verschillende manieren in de bestemmingsplannen opgenomen worden. In dit 3e verzamelplan van het bestemmingsplan Buitengebied is daarom alleen de regeling voor het buitengebied opgenomen.

In dit 3e verzamelplan wordt daarmee gebruik gemaakt van de mogelijkheid op basis van artikel 7g lid 4 van het Besluit Crisis en Herstelwet voor het toevoegen van een (deel) van de lokale APV in het bestemmingsplan en daarbij ook gebruik te maken van lid 5 met een verwijzing naar een beleidsregels en daarmee de reikwijdte van dit bestemmingsplan te verbreden.

1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken

Het Chw bestemmingsplan 3e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsenbestaat uit de volgende stukken:

  1. a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
  2. b. Verbeelding met identificatienummerNL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01 ;
  3. c. Regels.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

De MIRT-regio Oost-Nederland bestaat uit de provincies Overijssel en Gelderland. Opgaven van nationaal belang in dit gebied zijn:

  • Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (wegen, spoorwegen en vaarwegen) die door Oost-Nederland lopen. Dit onder andere voor de Mainports Rotterdam en Schiphol. Hiervoor wordt onder meer een MIRT-onderzoek naar het goederenvervoer over spoor op de lange termijn uitgevoerd, evenals het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;
  • Versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma) en het samen met decentrale overheden uitvoeren van het gebiedsgerichte deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma voor het formuleren van een integrale strategie voor het rivierengebied. In Oost-Nederland gaat het deelprogramma Rivieren over de Waal, Neder-Rijn, Lek, IJssel en IJssel-Vechtdelta;
  • Het samenwerken met decentrale overheden in de generieke deelprogramma's Veiligheid, Zoet water en Nieuwbouw en Herstructurering van het Deltaprogramma;
  • Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden;
  • Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet en het buisleidingennetwerk.

Oost-Nederland omvat veel natuurgebieden en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan het (inter)nationale natuurnetwerk voor biodiversiteit. Daarnaast kent de regio belangrijke cultuurhistorische waarden. Tegelijkertijd zijn er in Oost-Nederland een aantal gebieden waar de effecten van bevolkingsdaling nu al voelbaar zijn en gebieden waar deze effecten nu nog niet voelbaar zijn, maar naar verwachting op termijn wel (zogenaamde anticipeergebieden).

In de ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting wordt per onderdeel aangegeven hoe dit in het rijksbeleid past.

2.2 Water

2.2.1 Kaderrichtlijn Water

De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.


Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.

2.2.2 Nationaal Waterplan

De Vierde Nota Waterhuishouding is op 22 december 2009 vervangen door het Nationaal Waterplan. Dit is de nieuwe planvorm op Rijksniveau op basis van de nieuwe Waterwet. Het Nationaal Waterplan vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding, waarbij veel van het ingezette beleid uit deze nota's wordt voortgezet. Het Nationaal Waterplan heeft de status van een structuurvisie voor de ruimtelijke aspecten op basis van de Wet ruimtelijke ordening. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Er komen nieuwe normen op basis van overstromingskansen die per dijkringgebied zullen worden vastgesteld.

2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw

Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:

- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.


De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.

In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.

2.3 Natuur

2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn

Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.

2.3.2 Wet natuurbescherming

Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.

2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)

Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.

Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?

In het Natuurnetwerk Nederland liggen:

  • bestaande natuurgebieden, waaronder de 20 Nationale Parken;
  • gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
  • landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer;
  • ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
  • alle Natura 2000-gebieden.

Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.

De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.

2.4 Provinciaal Beleid

Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel

De Omgevingsvisie Overijssel is het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De geactualiseerde omgevingsvisie is op 3 juli 2013 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 september 2013 in werking getreden. De hoofdambitie van de Omgevingsvisie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden.

Het provinciaal beleid voorziet primair in de ontwikkeling van woningbouw in bebouwd gebied of in aansluiting op de kernen. De rust en de ruimte van het buitengebied bieden echter ook andere aantrekkelijke woonmilieus, waar mensen goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst. De ambitie van de provincie met betrekking tot de invulling van de woonomgeving is gericht op: Aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus die voorzien in de woonvraag.

2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn in de Omgevingsvisie Overijssel geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving.

Om de ambities van de provincie waar te maken, bevat de Omgevingsvisie een uitvoeringsmodel. Dit model is gebaseerd op drie niveaus, te weten:

  1. 1. generieke beleidskeuzes;
  2. 2. ontwikkelingsperspectieven;
  3. 3. gebiedskenmerken.

Aan de hand van de drie genoemde niveaus kan worden bekeken of een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk is en er behoefte aan is, waar het past in de ontwikkelingsvisie en hoe het uitgevoerd kan worden.

Afbeelding 3 geeft dit schematisch weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.3eVerzamelplanBG-vs01_0004.png"

Afbeelding 3: Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: Provincie Overijssel)

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen worden de concrete ontwikkelingen per ontwikkeling getoetst aan het Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel.

2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid

De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.4.4 Omgevingsverordening Overijssel

De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.

Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.

2.4.5 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan

In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.

2.5 Gemeentelijk Beleid

2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen

De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.

In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.

Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld.

2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen

In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Rood voor rood (RVR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)

Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Onderzoeken

Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.

De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.

In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.

3.1.1 Archeologie

Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.

3.1.2 Bodemkwaliteit

Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.

In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.

Op basis van de bodemkwaliteitskaart is grondverzet zonder bodemonderzoek mogelijk. De spelregels hiervoor zijn opgenomen in de Nota Bodembeheer regio IJsselvecht.

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.

3.1.3 Duurzaamheid

3.1.4 Externe veiligheid

3.1.5 Geluid

De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.

Voor de ontwikkeling Statumweg 1/4/4a en Blikman Kikkertweg 17a en naast nr. 13 is voor de oostelijke van de twee woningen op het perceel naast Blikman Kikkertweg 13 een Hogere Waarde op basis van de wet geluidhinder noodzakelijk. Het ontwerp van deze hogerewaarde beschikking is bij dit ontwerp bestemmingsplan gevoegd. Zie Bijlage 4 Beschikking HogereGrenswaarde woning Blikman Kikkertweg naast nr 13 bij de regels

Voor de overige ontwikkelingen is in de ruimtelijke onderbouwing nader ingegaan op het aspect geluid.

3.1.6 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.

Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:

  1. a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
  2. b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  3. c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
  4. d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.

3.1.7 Politiekeurmerk Veilig Wonen

3.1.8 Water

In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Algemeen

In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.

4.2 Opgenomen Initiatieven

4.2.1 Oosterveen 56/De Stouwe 27 en Oosteinde 70

Sloop landschapsontsierende bebouwing en herinrichting percelen Oosteinde 70 en Oosterveen 56 en daarmee VAB opslag in nieuwe schuur De Stouwe 27 toestaan, zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Oosterveen 56 - De Stouwe 27- Oosteinde 70

4.2.2 Statumweg 1 en 4 en Blikman Kikkertweg 17a

Sloop van de schuren Blikman Kikkertweg 17a en woning Statumweg 1. Herbouw woningen aan de Blikman Kikkertweg en uitbreiding bestaande loon- en grondverzetbedrijf aan de Statumweg 4 zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 2 Ruimtelijke OnderbouwingStatumweg 1 en 4, Blikman Kikkertweg 17A en naast nr. 13

4.2.3 Vilstersestraat 36

Zorg boerderij functie in voormalige agarische bebouwing zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing, Vilstersestraat 36

4.2.4 Landgoed Mataram

Toepassen Rood voor Groen en VAB, zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Landgoed Mataram.

4.2.5 Hagenweg 20

Herontwikkeling voormalig agrarisch erf met dagbesteding en hondenschool zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Hagenweg 20.

4.2.6 De Weidemars 2/2a en Hessenweg 66

Sloop landschapsontsierende bebouwing Hessenweg 66 en planologisch splitsen bestaande woning De Weidemars 2 en 2a in twee aaneengebouwde woningen zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Hessenweg 66 - De WeideMars 2/2A.

4.2.7 Kortersweg 9

Toepassen rood voor rood en het verplaatsen van een woning zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 7 Ruimtelijke Onderbouwing Kortersweg 9 .

4.2.8 Hoevendwarsweg 4-6

Toepassen rood voor rood zoals opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing in Bijlage 8Ruimtelijke Onderbouwing Hoevendwarsweg 4 - 6.

4.3 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten En Tracébesluit

4.3.1 Kemminckhorstweg 2

De omgevingsvergunning voor het herbouwen van een schuur in de vorm van een 'canadian barn' en het realiseren van twee luxe boerderijkamers daarin is verleend op 2 maart 2016 en onherroepelijk geworden op 14 april 2016; zie:

Bijlage 9 Projectafwijkingsbesluit Kemminckhorstweg 2

4.3.2 Marshoekersteeg 5-7

De omgevingsvergunnning voor het splitsen van de monumentale boerderij in twee bedrijfswoningenis verleend op 19 april 2016 en onherroepelijk geworden op 3 juni 2016; zie Bijlage 10 Projectafwijkingsbesluit Marshoekersteeg 5 - 7

4.3.3 Schapendrift 7A

De omgevingsvergunning is verleend voor het uitbreiden van een zeugenhouderij op het perceel Schapendrift 7A in Dalfsen op 16 augustus 2016 en onherroepelijk geworden op 30 september 2016; zie Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Schapendrift 7A

4.3.4 Tracébesluit N35 Zwolle-Wijthmen

Een klein deel van dit Tracébesluit N35 Zwolle-Wijthmen bij de Koelmansstraat ligt in de gemeente Dalfsen. Dit deel wordt nu overgenomen in het bestemmingsplan. Het gaat hierbij om de uitbreiding van de bestemming Verkeer en daarbij de mogelijkheid tot het oprichten van de in het besluit opgenomen kunstwerken, waaronder een aantal geluidsschermen. Het tracébesluit en nadere informatie over dit project is hier te raadplegen.

4.4 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen

Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven ...

Dommelerdijk 23 - bestemming Wonen ligt niet op de woning (deze woning is destijds met toepassing van voorheen artikel 19 lid 2 van de Wet op de ruimtelijke ordening vergund en verschoven) Dit is niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijke vergunde situatie.

Dommelerdijk 137a - aanduiding hobbymatige houtbewerking en atelier opnemen in agrarische bestemming. Deze gebouwen worden los van de aanliggen de woonbestemmingen gebruikt. Hiermee wordt invulling gegeven aan het feitelijke gebruik.

Heideparkweg 10 Het perceel had in het verleden onder de gemeente Ommen dus de bestemming “Bedrijfsdoeleinden” met de nadere aanduiding bouw- / aannemingsbedrijf. Het bedrijf is altijd aanwezig geweest en wordt daarom weer als zodanig bestemd met een aanduiding binnen de bestemming Wonen.

Hessenweg 60 De mogelijkheid om op dit perceel weer een bedrijfswoning te realiseren wordt weer in dit plan opgenomen. De mogelijkheid voor een bedrijfswoning was wel in het vorige bestemmingsplan opgenomen. Via dit plan wordt een redelijke termijn gegeven om van deze rechten alsnog gebruik te maken. De eigenaar (of diens rechtsopvolger) wordt in de gelegenheid gesteld om binnen twee jaar na het onherroepelijk worden van dit 3e verzamelplan een omgevingsvergunning aan te vragen voor de bouw van een bedrijfswoning en drie jaar na het onherroepelijk worden van de verleende vergunning om daarvan gebruik te maken.

Knuvendijk 1 Met het vaststellen van de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Lemerlerveld zijn hier 8 zorgwoningen toegestaan en gerealiseerd en in gebruik. Dit is echter niet overgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen. In dit verzamelplan wordt alsnog de aanduiding zorgwonen voor dit perceel opgenomen.

Oosterkampen 5A Op dit perceel is op 22 februari 1978 een schapenstal vergund en deze is ook nog aanwezig. In het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen is deze stal echter niet aangeduid. Met dit verzamelplan wordt daarom de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - schuilstal" voor de vergunde schapenstal opgenomen. Dit is zoals ook andere losse stallen in het buitengebied van de gemeente in het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen zijn opgenomen.

Verder zijn enkele administratieve aanpassingen en aanvullingen in de regels opgenomen. Ook zijn enkele bestaande regelingen verder doorgevoerd zoals:

Inwoning mogelijk maken bij Glastuinbouw: Er is een afwijkingsbevoegheid opgenomen dat ook bij Agrarisch-Glastuinbouw bewoning van de bedrijfswoning door twee huishoudens kan worden toegestaan. Dit is nu gelijk aan woningen met de agrarische bestemming en de bestemming Wonen.

4.5 Actualisering Delen Buitengebied Grenzend Aan Kernen

De bestemmingsplannen voor de kernen in de gemeente Dalfsen worden geactualiseerd. Hierbij is nader gekeken naar een logische begrenzing van de gebieden en het karakter. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal gebieden aan de randen van de kernen Lemelerveld, Hoonhorst en Nieuwleusen niet in het bestemmingsplan voor de kernen zijn opgenomen. Deze gebieden worden nu in dit 3e verzamelplan bestemd volgens de regels en systematiek van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen. Uitgangspunt hierbij is geweest om de feitelijke situatie te bestemmen. Voor een toelichting op de regels en de afwegingen die hierbij zijn gemaakt wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebiedgemeente Dalfsen.

4.6 Vellen Houtopstanden (Verbrede Reikwijdte)

Voor het buitegebied is het uitgangspunt van de regeling een algemeen verbod om een houtopstand te vellen opgenomen. Hiervan zijn een aantal boomsoorten en normale onderhoudswerkzaamheden uitgezonderd. Dit komt overeen met de regels die de APV hiervoor heeft gegeven en de regeling die hiervoor in de vergunningplicht voor werken en werkzaamheden is opgenomen. Doel van het verbod is om landschappelijk, cultuurhistorische waarden van de beplanting en daarmee ook natuur en milieu waarden, recreatieve beleving van het buitengebied te behouden.

Om een integrale en werkbare regeling te krijgen wordt voor de gebieden die liggen binnen de al vastgestelde bebouwdekom grenzen zoals aangegeven volgens de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) verwezen naar hiervoor vastgestelde waardevolle bomenlijst. In deze gebieden geldt dat als de houtopstand niet op deze lijst staat er zonder vergunning gekapt mag worden.

Ook voor noodkap is een uitzondering opgenomen. Hiervoor moet wel toestemming zijn van de gemeente.

Als houtopstanden zijn aangeplant vanwege een herplantplicht of een erfinrichtingsplan die is vastgelegd in een overeenkomst met een bestuursorgaan moet voor het vellen wel altijd een vergunning aangevraagd worden.

Daarnaast is het bij een vergunning of toestemming is ook de herplant geregeld en zijn de toetsingsvoorwaarden opgenomen. Deze stemmen overeen met de huidige APV en de toetsing voor het kader van de omgevingsvergunning werken of werkzaamheden die nu in het bestemmingsplan al waren opgenomen.

De betreffende regels vanuit de APV zullen met ingang van het in werking treden van dit 3e verzamelplan en bestemmingsplan Kernen voor de in deze plannen opgenomen gebieden niet meer gelden. Op dit moment blijven de regels aanvullend nog wel opgenomen in de APV omdat het bestemmingsplan Recreatiewoningen en -terreinen nog niet is geintegraal is opgenomen in de bestemmingsplan Buitengebied en/of Kernen. Het voornemen is om dit bij het 4e verzamelplan Buitengebied wel te doen. Daarna kunnen de bepalingen uit de APV geheel vervallen en is er sprake van een integrale regeling voor het vellen van houtopstanden in de kernen en het buitgenbied.

Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels

In dit hoofdstuk worden, voor zover noodzakelijk geacht, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.

5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen

De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.

Artikel 1: Begripsomschrijving

Voor het opnemen van een algemene regeling voor het kappen van bomen (CHW-experiment) is het nodig een aantal begrippen toe te voegen in de regels. Het gaat om:

  • Boom
  • Boomwaarde
  • Houtopstand
  • Vellen

De begrippen zijn vrijwel gelijk aan de definities zoals deze zijn opgenomen in de Algemene Plaatselijke verordening.

Voor de ontwikkeling aan de Vilstersestraat 36 is het begrip: Dagbesteding en logeren, opgenomen: Het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 25 aantal gelijktijdig aanwezige personen. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 10 gelijktijdig aanwezige personen .

Voor de ontwikkeling op het perceel Hagenweg 20 is het begrip: Dierenactiviteiten opgenomen: Een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.

Het begrip Ondergeschikte horeca is aangepast en opzichte van het begrip zoals het is opgenomen in het 2e verzamelplan. De uitsluiting van alcohol bleek te beperkend ten aanzien van bestaande voorzieningen.

Het begrip Zorgwoning is overgenomen uit de 5e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Lemelerveld en geldt voor de bestaande en destijds met die herziening gerealiseerde zorgwonen op dit perceel.

Bestemmingsregels algemeen

Omdat in artikel 45 nu een algemene regels voor het vellen van houtopstanden in de fysieke leefomgeving zijn opgenomen zijn in de regels voor Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden binnen de verschillende bestemmingen geschrapt de zin: "het beschadigen, vellen of rooien van bomen en andere houtopstanden, alsmede" of een andere regeling die het vellen van houtopstanden regelde.

Artikel 3 Agrarisch:

De mogelijkheid is opgenomen om de omvang van het agrarische bouwperceel ook specifiek op te nemen met de maatvoeringsaanduiding 'maximale oppervlakte'. Hiermee kan voor bijzondere situaties maatwerk geleverd worden. Aanleiding hiervoor is het opnemen van het onherroepelijke projectafwijkingsbesluit Schapendrift 7A.

Voor het inpassen van de woningen op het perceel naast Blikman Kikkertweg nummer 13 is een regeling opgenomen om een groensingel te realiseren en te behouden binnen de aanduiding "groen"

Verder is de realisering en instandhouding van de erfinrichting voor de percelen Schapendrift 7a, Statumweg 1 en Marshoekersteeg 5-7 als voorwaardelijke verplichting opgenomen.

Artikel 4 Agrarisch-Glastuinbouw:

Er is een afwijkingsbevoegheid opgenomen dat ook bij Agrarisch-Glastuinbouw bewoning van de bedrijfswoning door twee huishoudens kan worden toegestaan. Dit is nu gelijk aan woningen met de agrarische bestemming en de bestemming Wonen.

Artikel 5 Agrarisch met waarden:

In de regels is het behoud van de historische moestuinmuur op het Landgoed Mataram opgenomen.

Voor het realiseren en gebruiken van de grotere boerderijkamers op het perceel Kemminckhorstweg 2/2a is een specifieke regeling dat de oppervlakte per boerderijkamer hier maximaal 100 m2 mag zijn opgenomen.

Verder is de de inrichtings/sloopverplichting voor Statumweg 1 en Blikman Kikkertweg 17a en Hessenweg 66 opgenomen en de inrichtingsverplichtingen voor het perceel Kemminckhorstweg 2/2a.

Artikel 6 Bedrijf:

De inrichtingsverplichting voor het perceel Statumweg 4/4a en aanduiding hakhoutsingel ter bescherming van deze singel bij perceel zijn nieuw in deze bestemming opgenomen. Hierbij is opgenomen dat ter plaatse van de dubbelbestemming Leiding- Gas geen diepwortelende beplanting mag komen.

Ook de inrichtingsplannen voor De Stouwe 27/Oosterveen 56 zijn als voorwaardelijke verplichting in deze bestemming opgenomen.

Artikel 16 Maatschappelijk:

Voor de ontwikkeling op het perceel Vilstersestraat 36 wordt dagbesteding en logeren specifiek mogelijk gemaakt, daarbij wordt als specifiek gebruiksvoorschrift ook de uit te voeren erfinrichting vastgelegd.

Artikel 27 Wonen:

Het gebruik van de percelen Hagenweg 20, Knuvendijk 1 en Heideparkweg 10 is aan de tabel met specifieke bestemmingsaanduidingen opgenomen.

Verplichting voor landschappelijke inrichting voor de percelen Oosteinde 70, Oosterveen 56, Blikman Kikkertweg naast nummer 13 en Blikman Kikkertweg nummer 17a/18, Landgoed Mataram, Hagenweg 20, De Weidemars 2/2a, Hessenweg 66, Kortersweg 9 en Hoevendwarsweg 4-6 en Knuvendijk 1 zijn in de regels opgenomen.

Voor de Blikman Kikkertweg naast nummer 13, Landgoed Mataram en de Hoevendwarsweg 4-6 zijn tevens specifieke beeldkwaliteitbepalingen voor de nieuwe woningen en bijgebouwen als voorwaarde voor het verlenen van een vergunning opgenomen. Voor het project Landgoed Mataram is verder het gebruiken van de voormalige schuur voor bewoning zoals opgenomen in voordat de restauratie ervan is afgerond in overeenstemming met de eisen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed uitgesloten.

Voor de meest oostelijke bouwvlak op het perceel Blikman Kikkertweg naast nummer 13, mag niet gebouwd worden als er geen een hogere geluidswaardeis vastgesteld en niet wordt voldaan aan de van toepassing zijnde eisen voor de karakteristieke geluidwering uit het Bouwbesluit.

Artikel 43 Algemene wijzigingsbevoegdheid

In dit artikel is voor het uitvoeren van de rood voor groen plannen van Landgoed Mataram een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om maximaal twee woningen te realiseren, volgens het in de wijzigingsbevoegheid opgenomen voorwaarden.

Artikel 45 Overige regels - Vellen houtopstanden (kap regels)

Voor het vellen van houtopstanden is een set regels gemaakt, die gelden voor het gehele fysieke leefomgeving plangebied. Deze vervangen voor dit gebied de regeling zoals is opgenomen in hoofdstuk 4 van de APV en zijn specifiek gericht op het buitengebied van de gemeente en hebben dus een "verbrede reikwijdte" dan het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid

In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.

De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg

Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Over het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft overleg ex artikel 3.1.1. Bro met betrokken diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.

7.1 Overleg

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere wijze voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.

Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geinformeerd over hun plannen.

7.1.1 Waterschap Drents Overijsselse Delta

In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het waterschap gekomen. De uitkomsten zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.

Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens 3.1.1 Bro met het Waterschap. Op 31 januari 2017 is bevestigd dat het voorontwerp-3e verzamelplan bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen voor het Waterschap Drents Overijsselse Delta geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Deze reactie neemt de gemeente voor kennisgeving aan.

7.1.2 Veiligheidsregio IJsselland

Ter voorbereiding op het formele vooroverleg is er op 15 september en ook op 10 januari al overleg geweest over de locaties waar externe veiligheid een rol speelt.

Op 14 februari 2017 heeft de Veiligheidsregio IJsselland advies uitgebracht op het 3e verzamelplan Buitengebied.

7.1.3 Provincie Overijssel

Op 1 februari 2017 hebben de provinciale diensten van Overijssel aangegeven dat het 3e verzamelplan buitengebied gemeente Dalfsen niet in strijd is met het provinciale ruimtelijke beleid. Indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht zien zij vanuit het provinciale belang geen beletselen voor het verdere vervolg van de procedure. Daarmee is voorzover het de provinciale diensten betreft, voldaan het aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.

Deze reactie neemt de gemeente voor kennisgeving aan.

7.1.4 Gasunie

Gasunie heeft per e-mail op 20 februari 2017 aangegeven in principe geen opmerkingen te hebben over het concept 3e verzamelplan Buitengebied.

Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving

Het ontwerp bestemmingsplan heeft zes weken voor iedereen er inzage gelegen van 9 maart 2017 tot en met 19 april 2017. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er zijn vier zienswijzen binnengekomen.

In Bijlage 12 Nota van Zienswijzen en Kennisgeving zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.

Bijlage 1 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70

Bijlage 1 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70

Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13

Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13

Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13

Bijlage 3 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13

Bijlage 4 Beschikking Hogere Grenswaarde Woning Blikman Kikkertweg Naast Nr 13

Bijlage 4 Beschikking Hogere Grenswaarde woning Blikman Kikkertweg naast nr 13

Bijlage 5 Landschappelijk Inpassingsplan Statumweg 1 En 4/4a

Bijlage 5 Landschappelijk inpassingsplan Statumweg 1 en 4/4a

Bijlage 6 Landschaps- En Beeldkwaliteitsplan Landgoed Mataram

Bijlage 6 Landschaps- en beeldkwaliteitsplan Landgoed Mataram

Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36

Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36

Bijlage 8 Erfinrichtingsplan- En Schets Hagenweg 20

Bijlage 8 Erfinrichtingsplan- en schets Hagenweg 20

Bijlage 9 Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a

Bijlage 9 Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2A

Bijlage 10 Inrichtingsplan Kortersweg 9

Bijlage 10 Inrichtingsplan Kortersweg 9

Bijlage 11 Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4 - 6

Bijlage 11 Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4 - 6

Bijlage 12 Beeldkwaliteit Hoevendwarsweg 4-6

Bijlage 12 Beeldkwaliteit Hoevendwarsweg 4-6

Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1

Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1

Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2

Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2

Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5 - 7

Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5 - 7

Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Schapendrift 7a

Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Schapendrift 7A

Bijlage 17 Percelen Intensieve Veehouderij

Bijlage 17 Percelen intensieve veehouderij

Bijlage 18 Horecalijst

CATEGORIE 1:

zijn vormen van horeca:

  1. 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alsmede alcoholvrije dranken wordt verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie patisserie of een crêperie;
  2. 2. die wat betreft de exploitatievormen behoren bij en ondergeschikt zijn aan een maatschappelijke/sociaal/culturele hoofdfunctie, zoals kerkelijke centra.

Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, afval op straat.

CATEGORIE 2:

zijn vormen van horeca:

  1. 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel) van de avonduren geopend zijn en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een cafetaria, snackbar of een shoarmazaak;
  2. 2. waarin hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorbeelden zijn een café, bar, eetcafé, pub of een café-restaurant;
  3. 3. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;
  4. 4. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders, zoals pizzeria's of (afhaal)restaurants.

Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, afvalopslag.

CATEGORIE 3:

zijn vormen van horeca:

waar zaalaccommodatie ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van het organiseren van bijeenkomsten, partijen en muziekavonden, en waar als nevenactiviteit wordt voorzien in het verstrekken van etenswaren en al dan niet alcoholhoudende dranken.

Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers.

CATEGORIE 4

zijn vormen van horeca;

zoals een discotheek en een dancing met een dansvloeroppervlak groter dan 10 m².

Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vanuit de inrichting, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers, openbare orde problemen.

Bijlage 19 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 19 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 20 Recreatiewoningen Met Objectgebonden Gedoogbeschikking

Bestaande recreatiewoningen met objectgebonden gedoogbeschikking

Markeweg 10

Sterrebosweg 3

Sterrebosweg 5

Sterrebosweg 7

Tolhuisweg 17

Heinoseweg 13

Heinoseweg 21a

Bijlage 21 Functies En Waterwinning

Harmoniërende functies

Hieronder worden functies verstaan die goed samengaan met de drinkwaterwinning. Daarbij kan gedacht worden aan:

  • extensieve land- en tuinbouw, waaronder beheerslandbouw en biologische land- en tuinbouw;
  • extensieve recreatie;
  • landschaps-, natuur- en bosbouw;
  • landgoederen en buitenplaatsen.

Grote en grootschalige risicovolle functies

Hieronder wordt verstaan grote vormen van:

  • (dag- en verblijfs)recreatie;
  • woningbouw (minimaal 10 woningen);
  • stedenbouw (winkelcentra, bedrijven voor horeca, handel en dienstverlening);
  • autowegen (inclusief parkeerterreinen, transferia), spoorwegen (inclusief emplacementen) en waterwegen (inclusief havens);
  • bedrijventerreinen;
  • buisleidingen voor gas, olie(producten) of chemicaliën;
  • nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallaties en diepteontgrondingen.

Bijlage 22 Erfinrichtingsschets Millingersteeg 1

Bijlage 22 Erinrichtingsschets Millingersteeg 1

Bijlage 23 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1a

Bijlage 23 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1A

Bijlage 24 Erfinrichtingsschets Grensweg 13

Bijlage 24 Erfinrichtingsschets Grensweg 13

Bijlage 25 Erfinrichtingsschets Venneweg 4

Bijlage 25 Erfinrichtingsschets Venneweg 4

Bijlage 26 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6

Bijlage 26 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6

Bijlage 27 Erfinrichtingsschets Het Lage Veld 4

Bijlage 27 Erfinrichtingsschets Het lage veld 4

Bijlage 28 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27

Bijlage 28 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27

Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Korenweg 1

Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Korenweg 1

Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20

Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20

Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3

Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3

Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47

Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47

Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 En 8

Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 en 8

Bijlage 34 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1

Bijlage 34 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1

Bijlage 35 Lanschapsplan Ankummer Es 1

Bijlage 35 Landschapsplan Ankummer Es 1

Bijlage 36 Materialisatieplan Ankummer Es 1

Bijlage 36 Materialisatieplan Ankummer Es 1

Bijlage 37 Beplantingsplan Ankummer Es 1

Bijlage 37 Beplantingsplan Ankummer Es 1

Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33

Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33

Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91

Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91

Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11a

Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11A

Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4

Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4

Bijlage 42 Erfinrichtingsplan Hammerweg 10

Bijlage 42 Erfinrichtingsplan Hammerweg 10

Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70

Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70

Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Statumweg 1 En 4, Blikman Kikkertweg 17a En Naast Nr. 13

Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Statumweg 1 en 4, Blikman Kikkertweg 17A en naast nr. 13

Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing, Vilstersestraat 36

Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing, Vilstersestraat 36

Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Landgoed Mataram

Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Landgoed Mataram

Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Hagenweg 20

Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Hagenweg 20

Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a

Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2A

Bijlage 7 Ruimtelijke Onderbouwing Kortersweg 9

Bijlage 7 Ruimtelijke Onderbouwing Kortersweg 9

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing Hoevendwarsweg 4 - 6

Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing Hoevendwarsweg 4 - 6

Bijlage 9 Projectafwijkingsbesluit Kemminckhorstweg 2

Bijlage 9 Projectafwijkingsbesluit Kemminckhorstweg 2

Bijlage 10 Projectafwijkingsbesluit Marshoekersteeg 5 - 7

Bijlage 10 Projectafwijkingsbesluit Marshoekersteeg 5 - 7

Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Schapendrift 7a

Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Schapendrift 7A

Bijlage 12 Nota Van Zienswijzen En Kennisgeving

Bijlage 12 Nota van Zienswijzen en Kennisgeving