Chw bestemmingsplan 4e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Bestemmingsplan - gemeente Dalfsen
Vastgesteld op 21-06-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan 4e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen met identificatienummer NL.IMRO.0148.4eVerzamelplanBG-vs02 van de gemeente Dalfsen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Op deze herziening zijn van overeenkomstige toepassing de regels en verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013 en voorzover sindsdien herzien en inclusief enkele wijzigingen in nummering en technische aanpassingen, waarbij de regels worden aangevuld en gewijzigd volgens de teksten die geel gearceerd in dit plan zijn opgenomen en de doorgehaaldeteksten vervallen.
1.3 aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanhuisverbonden beroep en bedrijf:
Het uitoefenen van een beroep, dat inof bij een (bedrijfs)woning en of daarbij behorende gebouwen door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in de (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende gebouwen door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen vergunning nodig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, en ofwaarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder het aanhuisverbonden beroep worden tevens gerekend internetwinkels en webshops.
1.6 afwijken:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.7 agrarisch aanverwante nevenfunctie
een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten naast een agrarisch bedrijf die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag en stalling van agrarische producten.
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een pelsdierhouderij.
1.9 agrarisch medegebruik:
Agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan.
1.10 ambachtelijk bedrijf:
Een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsmede - in rechtstreeks verband daarmee en als ondergeschikte nevenactiviteit - detailhandel en dat door dienstverlening en/of afzet in hoge mate gebonden is aan zijn directe omgeving.
1.11 ander-werk:
Een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.12 bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bebouwingspercentage:
De bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.
1.14 bed & breakfast:
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de (bedrijfs)woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
1.15 bedrijf:
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfsgebouw:
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 bedrijfswoning/dienstwoning:
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.18 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.19 beleidsregel
onderdeel van een door het College van B&W en/of de gemeenteraad vastgesteld beleidsdocument.
1.20 belemmeringenstrook:
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen;
1.21 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.22 bestaand
- Met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, met uitzondering van die bebouwing die is ingezet volgens de beleidsregels “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied”. - Met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.
1.23 bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
1.24 bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.25 Bevi-inrichting:
Inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1
- 1. Bij bedrijven die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen, is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein de letter R vermeld. Deze aanduiding is indicatief. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of het betreffende bedrijf onder de werking van het Bevi valt (zie ook bijlage 1). Het is niet uitgesloten dat, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen, ook andere bedrijven dan opgenomen in de lijsten 1 en 2 (met index R)\ onder het Bevi vallen of gaan vallen.
1.26 bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.27 boom
een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
1.28 boomkwekerij
een bedrijf dat is gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters
1.29 boomwaarde
de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
1.30 bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.31 bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.32 bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.33 bouwperceelgrens:
Een grens van een bouwperceel.
1.34 bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.35 bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.36 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
Een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter (zoals stacaravan, trekkershut, tenthuisje)
1.37 buitengebied gebonden bedrijf:
Een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:
- het leveren van diensten aan agrarische bedrijven, zoals agrarische loon- en grondverzet bedrijven en agrarische hulpbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven en veehandelsbedrijven;
- bewerking, verwerking, distributie en opslag van agrarische producten;
- bijenteelt en hoveniersbedrijf.
1.38 carport:
Een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden.
1.39 consumentenvuurwerk:
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.40 cultuurhistorische waarde:
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.41 dagbesteding en logeren
Het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 40 aantal gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 12 gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners.
1.42 dagrecreatieve voorzieningen:
Dagrecreatie welke zich, in principe, afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Onder dagrecreatieve voorzieningen vallen verschillende vormen van buitengebiedgebonden recreatie. Hieronder vallen onder andere routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme, recreatieterreinen en visvijvers etc.
1.43 dak:
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.44 detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.45 detailhandel in volumineuze goederen:
Detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.
1.46 dienstverlening:
Het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.47 dierenactiviteiten
Een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.
1.48 discotheek:
Een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.
1.49 duurzame recreatiewoning
een recreatiewoning uitgevoerd met een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) volgens NEN 7120 van ten hoogste 0.2.
1.50 eerste bouwlaag:
De bouwlaag op de begane grond.
1.51 eerste verdieping:
De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.52 erker:
Een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.
1.53 extensieve dagrecreatie:
Extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte.
1.54 gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.55 geluidsgevoelige gebouwen:
Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.56 geluidsbelasting:
De geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.57 glastuinbouwbedrijf:
Een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).
1.58 groepsacommodatie
Een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 350 m2 bedraagt en het aantal slaapplaatsen ten hoogste 50 bedraagt;
1.59 halfvrijstaande woning:
Twee-aaneengebouwde woningen.
1.60 hoofdgebouw:
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.61 horeca(bedrijf):
Een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.62 houtopstand
één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met een minimale dwarsdoornsnede van 30 centimeter, op 1,3 meter hoogte boven maaiveld.
1.63 inkoopstation:
Afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van windenergie vanaf het windmolenpark op het openbaar net plaatsvindt.
1.64 internetwinkel/webshop:
Een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.
1.65 jeugdopvang en wonen
Het opvangen en laten logeren en wonen van kinderen en jongvolwassenen in semi-gezinsverband danwel in en maximaal 5 semi-zelfstandige woonruimten binnen de bestaande bebouwing
1.66 kampeerboerderij
Een bedrijfsgebouw of gedeelte daarvan van een als zodanig functionerend agrarisch bedrijf dat geschikt is gemaakt door veelal tijdelijke voorzieningen voor recreatief (nacht-)verblijf gedurende een beperkte periode per jaar;
1.67 kinderdagverblijf:
Het kleinschalig bedrijfsmatig (ondergeschikt aan de hoofdfunctie) of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint (kinderopvang) en de opvang van kinderen tot 13 jaar voor of na schooltijd of tijdens schoolvakanties (buitenschoolse opvang) op een locatie waar deze kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, waarbij het maximum aantal kindplaatsen wordt gesteld op 35 voor kinderopvang en 20 voor buitenschoolse opvang;
1.68 (mobiel) kampeermiddel:
Een onderkomen dat naar de aard en inirchting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter (zoals tent, caravan, camper).
1.69 kantoor:
Een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
1.70 kas:
Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
1.71 kleinschalig kampeerterrein:
Een kampeerterrein ten behoeve van het al dan niet jaarrond kleinschalig kamperen.
1.72 kwetsbaar object:
Een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.73 landschappelijke waarde:
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.74 LPG-doorzet:
De afzet van LPG in m³ per jaar.
1.75 maaiveld:
De gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.
1.76 maatschappelijke voorzieningen:
Educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, expositieruimten: al dan niet in samenhang met en gebruik als groepsaccommodatie, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.77 manege:
Bedrijf bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen dat uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het managebedrijf.
1.78 nadere eis:
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.79 natuur(wetenschappelijke) waarde:
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
1.80 NGE:
Nederlandse Grootte Eenheid: een rekeneenheid die wordt gehanteerd voor de vaststelling van de omvang van een agrarisch bedrijf, op basis van productiewaarde van oppervlakte, gewassen en dieren;
1.81 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
1.82 ondergeschikte (bijbehorende) horeca
Een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol op het perceel Hammerweg 10) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan.
1.83 onderkomens:
Voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.
1.84 paardenbak:
Niet-overdekte rijbaan voorzien van natuurlijk bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 60 m bij 20 m;
1.85 paardenhouderij:
- Productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden.
- Gebruiksgericht: een op de verbeelding aangegeven paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde een manege.
1.86 passantenhaven:
Gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.
1.87 peil:
- 1. De kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
- 2. De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
- 3. Indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.
1.88 permanente bewoning:
Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.89 plattelandswoning
Een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), inclusief aanhuisverbonden beroep.
1.90 productiegebonden detailhandel:
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.91 professioneel vuurwerk:
Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.92 prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
1.93 relatie:
Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen.
1.94 recreatiewoning:
Een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.95 seksinrichting:
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.96 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
De Bijlage 18 Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.97 stacaravan:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.98 sterlocatie intensieve veehouderij:
een bestaand agrarisch bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', waar:
- a. een perspectiefvol agrarisch bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd dat over voldoende omgevingsgruimte beschikt om door te groeien tot een omvang van minimaal 175 Nederlandse grootte eenheid (nge) of,
- b. een perspectiefvol gemengd agrarisch bedrijf is gevestigd dat kan doorgroeien tot een omvang van minimaal 175 NGE en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 NGE kan groeien.
1.99 sportkantine:
Een verblijfslocatie waarin verstrekking van drank- en etenswaren gericht is op gebruikers van de sportvoorziening.
1.100 tenthuisje:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een grondplaat een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden van hout en/of tentdoek en een dak van tentdoek.
1.101 trekkershut:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten.
1.102 turbine:
Schoepenrad dat in beweging wordt gebracht door de kracht van luchtstroom, van stoom of vallend water.
1.103 uitbouw:
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
1.104 vakantie- en groepsaccomodatie
gebouw of gebouwen die geschikt is voor recreatief verblijf in de vorm van groepsaccomodatie en boerderijkamers voor totaal maximaal 24 personen en de daarbij behorende buitenruimte.
1.105 vellen
rooien; kappen; verplanten; snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.
1.106 verkoopvloeroppervlakte:
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).
1.107 volkstuin:
Een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
1.108 voorgevel:
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, of niet aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.109 vrijstaande woning:
Een op zichzelf staande woning.
1.110 vuurwerkbedrijf:
Inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 Kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.111 wellness-camperplaatsen
Recreatief nachtverblijf waarbij maximaal sprake is van 15 camperplaatsen voor mobiele campeerauto's, met wellness- en/of andere recreatieve voorzieningen;
1.112 Wgh-inrichting:
Een inrichting als bedoeld in artikel artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.
1.113 windenergie:
Energie uit een windturbine.
1.114 windturbine:
Door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt.
1.115 winkel:
Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
1.116 woning:
Een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.117 woongebouw:
Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.118 woonhuis:
Een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
1.119 zoekgebied
het gebied, dat groter is dan het eigenlijke bouwperceel, en waarbinnen de agrarische bebouwing moet worden opgericht; het zoekgebied heeft een oppervlakte van circa 30.000 m2 terwijl het eigenlijke bouwperceel een oppervlakte bij recht heeft van 10.000 of 15.000 m2, afhankelijk van het gebied waarin het agrarisch bedrijf is gelegen.
1.120 zorgboerderij
Het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot zorg aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, in de vorm van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard.
1.121 zorgwonen
bewoning van gebouwen door en/of verzorging van ouderen en/of mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking met een maximum van 8 personen en het aanbieden van dagbesteding voor mensen met een zorg of hulpvraag.
1.122 zweefvliegsport
Het recreatief zweefvliegen met zweefvliegtuigen waaronder zelfstartende zweefvliegtuigen, vliegtuigen die noodzakelijk zijn voor het doen opstijgen van de zweefvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en TMG's (Touring Motor Glider).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in Bijlage 17Percelen intensieve veehouderij;
- b. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- c. pelsdierhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pelsdierhouderij;
- d. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- e. gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
- f. schaapskooi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi';
- g. ijsbaan ten behoeve van de recreatieve beoefening van de schaatssport, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- h. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- i. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- j. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed &breakfast; - k.
dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop afboerderij, rondleidingen, zelfpluk (met een maximale oppervlakte van 50 m2); - l. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties
nevenactiviteiten ter plaatse van deaanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee de nevenactiviteit van hetdesbetreffende agrarisch bedrijf is aangegeven:
Tabel 3.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding'opslag' Opslag | * | * |
'ter plaatse van de aanduiding'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin' een Mestbassin | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' een veehandelsbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' een Rietdekkersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' een transportbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - atelier en hobbyruimte' een atelier en hobbyruimte | * | * |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding
- m. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- n. de waterhuishouding;
- o. extensieve dagrecreatie;
- p. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- q. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
- r. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- s. het behoud van natuur- en landschapswaarden,
- t. het aanleggen onderhouden en in stand houden van een hoogstam fruitgaard in overeenstemming met Bijlage 45 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- landschappelijke fruitgaard'.
- u. het aanleggen en onderhouden en in standhouden van een groensingel in overeenstemming met Bijlage 23 ter plaatse van de aanduiding "groen"
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- perceels- en erfbeplantingen;
- kleinschaligheid alsmede de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes) afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement';
- verkavelingsstructuur zoals deze tot uitdrukking komt in het verkavelingspatroon en de dat patroon ondersteunende landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur';
- openheid, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement'.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 3.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van glastuinbouwbedrijven;
- b. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed &breakfast; - c.
dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop afboerderij, rondleidingen, zelfpluk etc. (met een maximale oppervlakte van 50 m2); - d. de waterhuishouding;
- e. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel,
- f. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische gronden.Het maximaal aantal glastuinbouwbedrijven mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijven'.
Tabel 4.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast |
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 4.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in 'Bijlage 17Percelen intensieve veehouderij';
- b. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- c. landschapstuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
- d. ooievaarsnest op paal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ooievaarsnest';
- e. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- f. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor de bestaande wegen en (fiets-)paden;
- g. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- h. minigolf als nevenactiviteit bij een tuincentrum, met maximaal 10 bezoekers tegelijkertijd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minigolf';
- i. agrarisch gebonden natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch gebonden natuurwaarden';
- j. kinderdagverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf';
- k. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- l. aanhuisverbonden beroep en bedrijf
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed &breakfast; - m. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop af boerderij, rondleidingen, zelfpluk etc. (met een maximale oppervlakte van 50 m2);
- n. behoud van een historische moestuinmuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - moestuinschuur';
- o. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
nevenactiviteiten ter plaatse van deaanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende agrarischbedrijf is aangegeven:
Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatie en constructie' mechanisatie en constructie activiteiten | * | * |
ter plaatse van de aanduing 'specifieke vorm van bedrijf - bandenhandel' een bandenhandel | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - luxe boerderijkamers' luxe boerderijkamers | * | * |
'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdopvang en wonen Jeugdopvang en jeugd wonen | * | * |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding
- p. de waterhuishouding;
- q. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- r. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
- s. extensieve dagrecreatie;
- t. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- u. behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden;
- v. behoud van openheid;
- w. behoud van reliëf;
- x. behoud van de verkavelingsstructuur,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- kleinschalig, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes, tussen de Vecht en de N340;
- perceels- en erfbeplanting;
- afwisseling tussen besloten gebieden, bossen, heidevelden en open plekken in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg;
Onder het doel 'behoud van openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in het lint;
- de grootschalige openheid.
Onder het doel 'behoud van reliëf' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- relatief grote hoogteverschillen, essen en steilranden in het gebied tussen de Vecht en de N340;
- steilranden en microreliëf in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg.
Onder het doel 'behoud van de verkavelingsstructuur' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- onregelmatige blokverkavelingen:
- 1. in het gebied tussen de Vecht en de N340,
- 2. ten zuiden, zuidoosten en zuidwesten van Lemelerveld
- 3. ten westen van Hoonhorst;
- verkaveling in visgraatstructuur in het westen van het plangebied (Marshoek).
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 5.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met dien verstande dat:
- a. uitsluitend zijn toegestaan:
- 1. ambachtelijke en buitengebied gebonden bedrijven, alsmede bedrijven in van categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten met dien verstande dat op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperkte aanwezigheid' alleen bedrijven gevestigd mogen worden waar tevens sprake is van geen of minimaal verblijf van personeel en bezoekers;
- 2. bedrijven ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding Bedrijf 'caravanstalling' Caravanstalling 'specifieke vorm van bedrijf – houtbe- en verwerkingsbedrijf' Houtbe- en verwerkingsbedrijf 'specifieke vorm van bedrijf – houthandel' Houthandel 'specifieke vorm van bedrijf - groenrecycling' Groenrecycling 'opslag' Opslag 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' Bouwbedrijf / Aannemersbedrijf / Montagebedrijf 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' Tankstation met lpg 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' Tankstation zonder lpg 'specifieke vorm van bedrijf - diervoerbedrijf' Diervoeder 'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' Auto- en motorbedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - caravancentrum' Caravancentrum 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialenhandel' Bouwmaterialen / Handel in bestratingsmateriaal 'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf' Verhuurbedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' Transportbedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - antennebedrijf' Antennebedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' Installatiebedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - sloopbedrijf' Sloop- en handelsbedrijf 'specifieke vorm van bedrijf - composteerplaat' Composteerplaat 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij Veehouderijbedrijf 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' (Boom)kwekerij
- b. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- c. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- d. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- e. detailhandel, niet zijnde productie gebonden, niet is toegestaan,
- f. de gronden zijn bestemd voor de aanleg en behoud van een hakhoutsingel ter plaatse van de aanduiding 'hakhoutsingel' waarbij binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas geen diepwortelende beplanting aangelegd mag worden;
- g. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de externe veiligheid.
- 6. de ruimtelijke kwaliteit
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.6 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut zoals een rioolwaterzuivering en een telefooncentrale;
- b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- c. gasontvangstation, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation'
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Waterwinning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen in casu de winning, bewerking en productie van drinkwater, en in samenhang daarmee een educatief centrum;
- b. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor zover het betreft bestaande wegen en (fiets-)paden;
- c. de extensieve recreatie (recreatieve voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid), dit in afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde onder b;
- d. groenvoorzieningen en beplantingen ten behoeve van een natuurlijke inrichting en de landschappelijke inpassing van het terrein;
- e. voorzieningen ten behoeve van de berging en -retentie van afstromend hemelwater;
met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken en terreinen.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 8.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. omvang en situering van de bebouwing;
- 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de landschappelijke inpassing.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opwekking en de levering van windenergie;
- b. agrarische gronden voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
- c. kraanopstelplaatsen;
- d. inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net
met daarbij behorende bebouwing, erven en terreinen
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoog)opgaande (afschermende) beplanting;
- b. bos en bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie;
- c. eendenkooi, ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
- d. water en waterhuishouding;
- e. extensieve dagrecreatie,
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen, paden en voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
- b. seksinrichting met bijbehorende horeca, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 12 Detailhandel
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor een tuincentrum, zoals ook is aangeduid als 'tuincentrum'; met daarbij ondergeschikte en daarbij behorende:
- 1. dienstverlening;
- 2. horeca;
- 3. extensieve dagrecreatie;
- 4. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met de daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Horeca
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 19 bij deze regels is gevoegd;
- b. een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst, die als Bijlage 19 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Kantoor
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren,
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 15 Landhuis
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen gesitueerd in een parkachtige aanleg;
- b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en/of bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
- c. educatieve en culturele en maatschappelijke activiteiten, kantoor en ondergeschikte horeca ten dienste van de activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- d. appartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - appartementen';
- e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
- g. specifiek op het perceel Poppenallee 33: de activiteiten zoals aangegeven onder lid b. (wonen) en c. (gemengd) en voor recreatie en andere functies van vergelijkbare aard waarbij geen strijd ontstaat met de regelgeving voor monumenten, met ondergeschikte bijbehorende horeca ten dienste van de activiteiten.
15.2 Bouwregels
Op de voor 'Landhuis' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Maatschappelijk
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molen';
- c. dierenbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats',
- d. dagbesteding en logeren, ter plaatse van de aanduiding 'dagbesteding en logeren'
- e. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Maatschappelijk - Begraafplaats
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daarbij behorende bebouwing, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 18 Natuur
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van:
- 1. de natuurlijke waarden, zoals deze vooral tot uitdrukking komen in de vegetatie en de fauna;
- 2. de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid, kleinschaligheid, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes en het (micro)reliëf;
- 3. de geo(morfo)logische en bodemkundige waarden;
- b. agrarisch medegebruik;
- c. houtoogst;
- d. schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
- e. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- f. verblijfrecreatief terrein met maximaal 12 kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- g. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
- h. extensieve dagrecreatie;
- i. water en waterhuishouding,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken en voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
18.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
- c. het gebruik van de gronden als sport- en/of wedstrijdterrein;
- d. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. scouting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';
- c. motorclub, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorclub',
met daarbij behorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
- b. bos;
- c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;
met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
20.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. landschappelijke inpassing
- 4. de milieusituatie
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 6. de verkeersveiligheid;
- 7. de sociale veiligheid.
- 8. de externe veiligheid
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 42 lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 20; .
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterreinen alsmede natuurcampings;
- b. gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen niet genoemd onder d en e;
met daaraan ondergeschikt:- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. horeca;
- c. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen;
- d. (mobiele) kampeermiddelen;
- e. bouwwerken voor recreatief nachtverblijf in de vorm van stacaravans, trekkershutten en tenthuisjes;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten/ tenthuisjes voor permanente bewoning.
Artikel 22 Recreatie - Volkstuinen
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen voor de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby-)tuinbouw;
- b. gebouwen ten behoeve van de volkstuinen;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 23 Sport
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
- b. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- c. motorcrossterrein, ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein';
- d. modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
- e. vliegveld ten behoeve van de zweefvliegsport met daarbij behorende bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegveld';
- f. schietsportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietsportvereniging',
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 24 Verkeer
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden, met dien verstande dat niet meer dan het bestaande aantal rijstroken is toegestaan;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen,
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen.
24.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen, waaronder begrepen de (ongelijkvloerse) kruisingen met wegen en watergangen, alsmede voorzieningen ter reducering van het spoorweglawaai;
- b. uitsluitend station met voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation';
- c. uitsluitend parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein',
met daarbij bebouwing, erven, terreinen, water en groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 26 Water
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. scheepvaart;
met daaraan ondergeschikt:
- e. oeververbindingen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
- h. infrastructurele voorzieningen;
- i. extensieve dagrecreatie,
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
26.2 Bouwregels
Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 27 Wonen
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- b. bed & breakfast;
- c. de waterhuishouding;
- d. cultuurhistorische waarden;
- e. activiteiten tot de bestaande oppervlakte, ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Activiteit |
'atelier' | Atelier |
'caravanstalling' | Caravanstalling |
'detailhandel' | Detailhandel |
'hovenier' | Hoveniersbedrijf |
'jeugdopvang' | Jeugdopvang |
'kampeerboerderij' | Kampeerboerderij |
'kampeerterrein' | Kleinschalig kampeerterrein |
'kantoor' | Kantoor en reclamebureau |
'maatschappelijk' | Educatie en sociaal-maatschappelijke instelling |
'museum' | Museum |
'opslag' | Opslag |
'verblijfsrecreatie' | Verblijfsrecreatie |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag' | Mestopslag |
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' | Veehandelsbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' | Veehouderij |
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension' | Dierenpension |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' | Schildersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' | Rietdekkersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats' | Timmerwerkplaats en - bedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - autouitdeukerij' | Autouitdeukerij |
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' | Machineverhuur, reparatie en verkoop |
'specifieke vorm van bedrijf - metselbedrijf' | Metselbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking' | Metaalbewerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf' | Opslag en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk timmerbedrijf | Ambachtelijk timmerbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag van bouwmaterialen' | Bouwmaterialen opslag |
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' | Boerderijkamers |
'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein' | Recreatieterrein |
'specifieke vorm van recreatie- wellness-camperplaatsen' | wellness-camperplaatsen |
'specifieke vorm van bedrijf - dierenactiviteiten' | Dierenactiviteiten |
'specifieke vorm van recreatie - vakantie-en groepsaccomodatie' | Vakantie- en groepsaccomodatie |
'zorgwonen' | zorgwonen |
'bedrijf' | aannemersbedrijf |
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven.
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
27.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
27.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 42.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
27.4 Afwijken van de bouwregels
27.5 Specifieke gebruiksregels
27.6 Afwijken van de gebruiksregels
27.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Leiding - Gas
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van gas door een midden-en hogedruk gastransportleiding;
- b. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsverbinding
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit;
- b. (een) ondergronse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - ondergrondse verbinding';
- c. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid29.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Leiding - Water
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van water door een (hoofd)waterleiding;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
30.2 Bouwregels
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 31.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 0 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Waarde - Archeologie 5
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Waarde - Archeologie 6
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5000 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waterstaat - Waterbergingsgebied
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
35.2 Bouwregels
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bedraagt ten hoogste 1 m;
- d. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- e. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.
35.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 35.2. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens het gebruikmaken van de bevoegdheid tot afwijken wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Artikel 36 Waterstaat - Waterkering
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
36.2 Bouwregels
36.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 37 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de hoogwaterbescherming;
- b. de waterhuishouding;
- c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van de verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
- d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
- e. uiterwaarden;
- f. verkeer te water.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
37.2 Bouwregels
37.3 Afwijken van de bouwregels
37.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
- b. het aanbrengen en instandhouden van beplanting hoger dan 2,5 m.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 38 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 39 Algemene Gebruiksregels
39.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, uitgezonderd voor zover in de regels toegestaan.
- b. het aanwezig hebben van en/of het gebruiken of laten gebruiken van bebouwing dat met toepassing van de beleidsregel 'Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen' is ingebracht als sloopoppervlak in een besluit dat reeds zes maanden onherroepelijk is.
39.2 Uitzondering strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.
Artikel 40 Algemene Aanduidingsregels
40.1 Bomenteelt
Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan.
40.2 Geluidzone - industrie
40.3 Landschapselement
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf.
40.4 Luchtverkeer
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer' geldt dat er, in verband met de veiligheid, beperkingen gelden voor het bouwen in verband met de aanwezigheid van een zweefvliegveld.
40.5 Luchtvaartverkeerzone
40.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
40.7 Milieuzone - intrekgebied
40.8 Milieuzone - waterwingebied
40.9 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.
40.10 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
40.11 Veiligheidszone - bedrijven
40.12 Veiligheidszone - lpg
40.13 Verkavelingsstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur' is een verkavelingspatroon aanwezig met ruimtelijke kenmerken, zoals omschreven in lid 3.1 van de bestemming Agrarisch.
40.14 Vrijwaringszone - molenbiotoop
40.15 Vrijwaringszone - waterstaatswerk
Artikel 41 Algemene Afwijkingsregels
41.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 42 Algemene Procedureregels
42.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels
43.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 44 Overige Regels - Algemeen
44.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.
44.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- d. de parkeergelegenheid en laad- en los mogelijkheden;
- e. de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 45 Overige Regels - Vellen Houtopstanden
45.1 Kapverbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen. Een uitzondering op dit verbod geldt voor:
- 1. Coniferen, dennen, ceders, larixen, niet geknotte wilgen, niet geknotte populieren, lijsterbessen, sierkersen, sierappels, sierperen;
- 2. Berken, elzen en meidoorns voor zover ze deel uitmaken van een rijbeplanting van minder dan zes bomen of singelbeplanting van maximaal 2,5 meter breed en 5 meter lang;
- 3. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
- 4. Naaldbomen, niet ouder dan 20 jaar, die als kerstboom worden geteeld;
- 5. Kweekgoed;
- 6. Houtopstanden die bij wijze van dunning geveld moeten worden;
- 7. Houtopstanden die liggen binnen de bebouwde kom volgens de op grond van artikel 4.1
sub a van de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) vastgestelde grenzen en de houtopstand niet is aangemerkt als waardevolle boom/houtopstand conform de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger; - 8. Houtopstanden waarvan instandhouding volgens boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade en/of de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziekenwet, mits hiervoor toestemming is gegeven door het college van burgemeester en wethouders;
Deze uitzondering niet geldt voor houtopstanden die in het kader van de in lid 45.2 opgenomen herplantplicht of andere (private) overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.
45.2 Herplantplicht
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 45.1 en de toestemming als bedoeld in artikel 45.1 sub 8 een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde opleggen. Hierbij geldt dat:
- 1. de herplantplicht of de vergoeding van de Boomwaarde door het college van burgemeester en wethouders wordt opgelegd conform de vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger;
- 2. deze herplant- of vergoedingsverplichting ook kan worden opgelegd als het vellen van houtopstanden al zonder de benodigde vergunning en/of toestemming volgens
artikel 45.1 sub 8 is uitgevoerd.
45.3 Afwegingskader omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning als bedoeld in Artikel 45 1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
- 1. Natuur- en milieuwaarden;
- 2. Landschappelijke waarden;
- 3. Cultuurhistorische en archeologische waarden;
- 4. Waarden van stads- en dorpsschoon;
- 5. Waarden voor recreatie en leefbaarheid.
Artikel 46 Overige Regels - Parkeren
46.1 Parkeer, laad- en losruimte
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 47 Overgangsrecht
47.1 Overgangsrecht bouwwerken
47.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 48 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplanChw bestemmingsplan 4e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen".
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Het “Chw bestemmingsplan 4e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.
1.2 Aanleiding
1.2.1 Verzamelplannen
De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de derde ronde voor het verzamelplan.
Tot en met 8 mei 2017 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:
- 1. Juni 2017 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
- 2. Juli – september 2017 Het college onderzoekt of uw plan haalbaar is.
- 3. Oktober 2017 – januari 2018 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
- 4. Voorjaar 2018 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
- 5. Juni 2018 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.
Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een project afwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 4e verzamelplan zijn de tussen 1 december 2016 en 1 december 2017 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.
1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:
- 1. Meeleweg 108-110, wijzigen van agrarische bestemming naar wonen.
- 2. Kringsloot-West 32, wijzigen van agrarische bestemming naar wonen.
- 3. Motorcrossterrrein De Broekhuizen, het en bouwen van een schuur bij het motorcrossterrein
- 4. Zwembadlaantje 1, het hergebruiken van voormalige agrariche gebouwen voor verblijfsrecreatie.
- 5. Marshoekersteeg 17A, toepassen VAB voor het realiseren van een woning boven de paardenstal.
- 6. Meeleweg 93, toepassing Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan.
- 7. Landweg 2, toepassen Rood voor Rood, waarbij vier extra woningen worden toegestaan.
- 8. Vilstersedijk 17A, toepassen Sloop voor Kansen waarbij twee extra woningen worden toegestaan en een deel van de voormalige agrarische bebouwing wordt hergebruikt voor kleinschalige bedrijvigheid
- 9. Slagweg 9, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen
- 10. Poppenallee 20, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en het toestaan van caravanstalling en boerderijkamers in voormalig agrarische bebouwing.
- 11. Poppenallee 13, het uitbreiden van de bebouwing van een bestaand transportbedrijf door toepassing van Sloop voor Kansen waarbij tevens is gesloopt op het perceel De Hooigraven 3.
- 12. Wagteveldweg 5-7, toepassen van Sloop voor Kansen en een extra woning toe te staan waarbij ook op het perceel tegenover Maneweg 1 gesloopt wordt.
- 13. Leemculeweg 3B, verplaatsen van de woning en de woonbestemming.
1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan
Na de opstelling van het bestemmingsplan 3e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 1 december 2016 en 1 december 2017 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:
- Vossersteeg 74-76 woon-zorg groepsaccomodatie voor jeugd
Op het perceel Vossersteeg 74 te Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor de realisatie van de woon-zorg groepsaccomodatie voor kinderen met autisme en ADHD in de voormalige zeugenstallen van de varkenshouderij. De vleesvarkensstallen blijven agrarisch in gebruik. De nevenactiviteit vormt een welkome aanvulling op de reeds bestaande nevenactiviteiten voor jeugdzorg op het perceel . De inpandige verbouwing tot woon-zorg groepsaccommodatie van de schuren is vergund en wordt nu in het bestemmingsplan overgenomen. De vergunning is inmiddels onherroepelijk.
1.2.4 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte
De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:
- 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
- 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
- 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
- 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
- 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
- 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
- 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
- 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
- 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
- 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
- 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
- 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.
Experiment - Vrijkomende agrarische bebouwing
Om hergebruik en sloop van vrijkomende agrarische bebouwing te stimuleren is gebruik gemaakt van het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Een toelichting hierop is te lezen in hoofdstuk vijf van de toelichting.
1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het Chw bestemmingsplan 4e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:
- a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
- b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.4eVerzamelplanBG-vs02;
- c. Regels.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
2.2 Water
2.2.1 Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.
Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.
2.2.2 Nationaal Waterplan 2
Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.
2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw
Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:
- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.
De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.
In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.
2.3 Natuur
2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn
Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.
2.3.2 Wet natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.
2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)
Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.
Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?
In het Natuurnetwerk Nederland liggen:
- bestaande natuurgebieden, waaronder de 20 Nationale Parken;
- gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
- landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer;
- ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
- alle Natura 2000-gebieden.
Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.
De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.
2.4 Provinciaal Beleid
Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende erordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden.
2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur
De Omgevingsvisieis het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:
- goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
- versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke nerwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
- investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
- beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
- ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaak van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, etcetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.
De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.
Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)
Hierna worden de lagen nader toegelicht.
Of - generieke beleidskeuzes
Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.
In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.
De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.
Waar - ontwikkelingsperspectieven
Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.
De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.
Hoe - gebiedskenmerken
Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken wroden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.
De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.
2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid
De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.
2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan
In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.
In de ruimtelijkeordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en intichting van het betreffende gebied.
2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.
Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.
2.5 Gemeentelijk Beleid
2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen
De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.
In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.
Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld.
2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen
In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen voorheen Rood voor rood (RVR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)
Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan
In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Onderzoeken
Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.
De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.
In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.
3.1.1 Archeologie
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.
3.1.2 Bodemkwaliteit
Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.
In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.
Op basis van de bodemkwaliteitskaart is grondverzet zonder bodemonderzoek mogelijk. De spelregels hiervoor zijn opgenomen in de Nota Bodembeheer regio IJsselvecht.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.
3.1.3 Duurzaamheid
3.1.4 Externe veiligheid
3.1.5 Geluid
De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.
Voor de ontwikkeling Marshoekersteeg 17a is een Hogere Waarde op basis van de wet geluidhinder noodzakelijk vanwege spoorweglawaai. Het ontwerp van deze hogerewaarde beschikking is bij dit ontwerp bestemmingsplan gevoegd. Zie Bijlage 5 Ruimtelijkeonderbouwing Marshoekersteeg 17Abij de toelichting.
Voor de overige ontwikkelingen is in de ruimtelijke onderbouwing nader ingegaan op het aspect geluid.
3.1.6 Luchtkwaliteit
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:
- a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
- b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
- c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
- d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
- woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
- infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
- kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.
Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.
3.1.7 Politiekeurmerk
Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:
• woning (W-eisen);
• complex (C-eisen);
• omgeving (O-eisen).
Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.
Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?
Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.
Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.
Integraal veiligheidsinstrument
Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.
Verschil nieuwbouw - bestaande bouw
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.
Certificaat Veilige Woning
Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.
Het politiekeurmerk is voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan geen toetsingskader. Het gaat om particuliere initiatieven waarbij de initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van een politiekeurmerk veilig wonen.
3.1.8 Water
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.
4.2 Opgenomen Initiatieven
Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven.
4.2.1 Meeleweg 108, Nieuwleusen
Op het perceel Meeleweg 108 staan voormalig agrarische gebouwen. Er worden geen agrarische activiteiten meer uitgevoerd op het perceel en de huidige eigenaar wil daarom de huidige agrarische bestemming wijzigen in een woonbestemming. De bestaande gebouwen blijven staan en worden gebruikt voor de woonbestemming.
Meeleweg 108 heeft in het bestemmingsplan samen met Meeleweg 110 één agrarisch bouwblok. In dit geval betekent dit een wijziging voor beide percelen, omdat ze één gezamenlijke bestemming hebben. Om in de toekomst de percelen ook ruimtelijk te scheiden krijgt Meeleweg 110 en Meeleweg 108 de bestemming 'Wonen'. Ook op het perceel Meeleweg 110 is geen agrarische bedrijvigheid meer aanwezig.
4.2.2 Kringsloot-West 32, Dalfsen
Het perceel Kringsloot-West 32 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel en heeft nog een agrarische bestemming. De initiatiefnemer wil hier gaan wonen, dus is een bestemmingsplanwijziging nodig. Vrijwel alle bebouwing wordt gesloopt. Gezien de wens van de initiatiefnemer om duurzaam te wonen, wordt ook de boerderij gesloopt en zuidelijker op het perceel herbouwd. De schuur westelijk op het perceel wordt aan de voorkant deels afgebroken en aan de achterkant bijgebouwd. De overige twee schuren worden helemaal gesloopt. Hiervoor wordt één schuur op de huidige plek van de meest zuidelijke schuur teruggebouwd.
Per saldo zal er minder bebouwing aanwezig zijn op het perceel door deze ontwikkeling.
4.2.3 Motorcrossterrein De Broekhuizen, Dalfsen
Motorcrossvereniging MC Dalfsen De Vechtspeurders wil graag een kapschuur/materialenberging van 120 m2 bouwen op het motorcrossterrein. Dit om materieel dat los of in containers op het perceel staat goed op te vangen. De losse containers gaan daarmee ook weg. Aan de baan en openingstijden verandert niets. De kapschuur wordt vormgegeven volgens een advies van het Oversticht en gaat geheel op in de bestaande bomensingel en zal vanaf de weg (De Broekhuizen) niet of nauwelijks zichtbaar zijn.
4.2.4 Zwembadlaantje 1, Lemelerveld
Het perceel Zwembadlaantje 1 is een agrarisch bedrijfsperceel. Op het perceel zijn een agrarische bedrijfswoning, een privéschuur, een grote stenen schuur en een kleine varkensschuur aanwezig. Gezien de huidige ontwikkelingen in de agrarische sector, willen de initiatiefnemers de agrarische activiteiten stoppen en de vrijkomende agrarische bebouwing in het kader van het VAB-beleid een nieuwe functie geven. De initiatiefnemers willen zich richten op de recreatieve sector en hierbij aanhaken op de bestaande netwerken. De initiatiefnemers wensen de grote stenen schuur om te bouwen tot een groepsaccommodatie. De voormalige varkensschuur willen zij een nieuwe invulling geven in de vorm van een gastenverblijf. De rest van het perceel, buiten het voormalig agrarische erf, wordt ingezet als dierenweide. In het kader van het VAB-beleid is deze ontwikkeling mogelijk.
4.2.5 Marshoekersteeg 17A, Dalfsen
Op de Marshoekersteeg 17a staat een karakteristieke, agrarische schuur die gebruikt wordt als paardenhouderij en voor opslag. De huidige eigenaar heeft geen directe opvolger en wil de schuur verkopen. De karakteristieke waarde van de schuur is vastgesteld en mede hierdoor is sloop van de schuur niet wenselijk. De initiatiefnemers, kopers van het pand, willen in het kader van het beleid voor hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing de bovenverdieping van het schuur verbouwen tot woning en deels tot atelier. De benedenverdieping willen zij behouden voor het hobbymatig houden van paarden en voor opslag. Er wordt geen bebouwing gesloopt. De bestemming zal, samen met het naastliggende perceel Marshoekersteeg 17, omgezet worden van Agrarisch naar Wonen.
4.2.6 Meeleweg 93, Nieuwleusen
De Meeleweg 93 betreft een voormalig agrarische perceel met bebouwing voor verschillende agrarische doeleinden. Het perceel heeft al een woonbestemming en is al enkele jaren niet meer als agrarisch in gebruik. De initiatiefnemer wil vrijwel alle voormalig agrarische bebouwing slopen. Het gaat om de sloop van in totaal 975 m2 landschapsontsierende bebouwing. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om in het kader van het Rood voor roodbeleid een compensatiewoning met bijgebouw te bouwen. De initiatiefnemer wil daarnaast een houten schuur aan de oostzijde van het perceel (gedeeltelijk) behouden voor privégebruik. Het gaat hierbij om een schuur van ca. 350 m2. De ervenconsulent van het Oversticht heeft hierover positief geadviseerd. Behoud van de schuur is passend in het landschap draagt bij aan kenmerken en sfeer van het landelijke gebied. De schuur is niet landschapsontsierend.
In totaal wordt er 975 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.7 Landweg 2, Lemelerveld
Het perceel Landweg 2 betreft een agrarisch perceel met grote varkensschuren. In totaal gaat het om 4.167 m2 landschapsontsierende, voormalige agrarische bebouwing. De initiatiefnemers willen, gezien de huidige markt, de agrarische activiteiten staken. Zij willen de varkensschuren op het perceel slopen en hiervoor in de plaats vier compensatiewoningen terugbouwen. Op basis van het Rood voor roodbeleid is dit mogelijk, mits er een financiële onderbouwing wordt aangeleverd. De initiatiefnemers willen misschien een groter bijgebouw dan de 150 m2 die is toegestaan bij een woning met een woonbestemming. Hierover heeft de ervenconsulent van het Oversticht positief geadviseerd, aangezien dit passend is in het landschap. Ook met een groter bijgebouw wordt er voldoende gesloopt om vier compensatiewoningen terug te bouwen.
In totaal wordt er 4.167 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.8 Vilstersedijk 17A, Lemelerveld
De varkenshouderij aan de Vilstersedijk 17a stopt. In totaal wordt ongeveer 2.860 m² van de leegkomende landschapsontsierende bebouwing gesloopt. De sloop geeft de mogelijkheid in het kader van de regeling KGO (Rood voor Rood) twee compensatiekavels met hoofd- en bijgebouwen te ontwikkelen. Naast het toepassen van rood voor rood is het plan om bij de bestaande woning een voldoende grote schuur te behouden voor hobbymatig gebruik. In totaal gaat het om het behoud van ongeveer 650 m² bebouwing bij de woning (inclusief vrijstaande garage). Mogelijk wil de initiatiefnemer op termijn 'zorg' aanbieden waarbij in de schuur ruimte wordt geboden voor ambachtelijk timmerwerk. Het gaat om het voorste gedeelte van de schuur nabij de woning. De kantine is hier nu deels in gevestigd. Met behoud van dit oppervlak wordt er nog voldoende gesloopt om twee woonkavels te ontwikkelen. Een weiland aan de oostzijde van het erf blijft in eigendom en kan mogelijk worden benut voor verhuur aan de nieuwe bewoners (hobbymatig). De initiatiefnemer heeft paarden en wil op het erf voldoende ruimte behouden voor weidegebruik.
4.2.9 Slagweg 9, Dalfsen
Op het perceel Slagweg 9 is een agrarisch bedrijfswoning met opstallen aanwezig. Op dit perceel zijn de agrarische bedrijfsactiviteiten gestaakt. De koper van het perceel wil er gaan wonen. Hiervoor is een bestemmingswijziging van 'agrarisch' naar 'wonen' nodig. Alle bebouwing zal blijven bestaan en de voormalige agrarische bedrijfswoning zal opgeknapt worden. Een deel van de voormalige agrarische bebouwing zal gebruikt worden voor het hobbymatig houden van dieren.
4.2.10 Poppenallee 20, Dalfsen
Op het perceel Poppenallee 20 is een agrarische bedrijfswoning met opstallen aanwezig. De huidige agrariër wil stoppen met zijn bedrijf (gepland in 2018). De koper van het perceel wil hier gaan wonen. In de toekomstige situatie wordt de grote stal ingezet als kleinschalige stalling voor caravans. De drie aaneen gebouwde schuurtjes noordelijk op het perceel zullen ook hergebruikt worden. De rechter schuur zal gebruikt worden als werkplaats voor privédoeleinden. In de middelste schuur/overkapping zullen privé auto's gestald worden. De linker schuur gaat in de toekomst verbouwd worden en hier zullen boerderijkamers gerealiseerd worden. Een aanbouw aan deze schuur, die van asbest is, zal gesaneerd worden. Daarnaast wil de aanvrager in de toekomst ook de woonboerderij verbouwen. In het kader van het beleid voor hergebruik vrijkomende agrarische bebouwing (VAB-beleid) is dit alles mogelijk. Aanvrager wil verder het erf aanpassen, zodat deze beter bij het gebied aansluit. Alle bebouwing wordt hergebruikt.
4.2.11 Poppenallee 13 - De Hooigraven 3, Dalfsen
Aan de Poppenallee 13 in Dalfsen zit een transportbedrijf gevestigd. Het plan voorziet in de realisatie van een gebouw van 720 m² (binnen het bestemmingsvlak) waarbinnen vrachtwagens gestald kunnen worden. Deze worden op dit moment buiten geparkeerd. Daarnaast voorziet het plan in een aanpassing van de bedrijfsbestemming. In afwijking van het bestemmingsplan is namelijk een deel van de bestemming natuur in gebruik genomen als bos. Omdat het gaat om een gedeelte in de voormalige EHS, nu NNN, is de eigenaar verplicht de afname van natuur te compenseren. Een deel van het voorerf krijgt een agrarische bestemming om de landschappelijke uitstraling te waarborgen en de uitbreiding van het stuk bedrijfsterrein aan de achterzijde te compenseren. Voor de realisatie van de nieuwe schuur wordt 720 m² aan landschapsontsierende bebouwing ingezet van het perceel De Hooigraven 3 in Dalfsen. Op deze locatie is reeds 794 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt. Op de locatie de Hooigraven 3 in Dalfsen zit nog een actief agrarisch bedrijf. In het bestemmingsplan blijft de agrarische bestemming gehandhaafd, het agrarische bouwblok wordt echter vastgelegd op het huidige aanwezige oppervlak. Daarnaast wordt mogelijk gemaakt om het resterende sloopoppervlak (in aanvulling op de aanwezige bebouwing) van 74 m² ingezet kan worden ten dienste van bedrijfsverbetering van het agrarische bedrijf aan De Hooigraven 3 in Dalfsen
4.2.12 Wagteveldweg 5-7 en Maneweg ong.
Op het perceel Wagteveldweg 5-7 in Dalfsen staat 736 m2 aan landschapsontsierende bebouwing. De eigenaar wil met toepassing van het Rood voor Roodbeleid een nieuwe woning realiseren met bijbehorende bouwwerken tot 150 m² waarvan 25 m² aangebouwd mag worden met afwijkende bouw- en goothoogte. Omdat een voorwaarde is dat er minimaal 850 m2 landschapsontsierende bebouwing gesloopt wordt, wordt daarnaast aan de Maneweg in Dalfsen 151 m2 gesloopt. Aan de Maneweg zat in het verleden een camping. De beplanting (en eventuele andere fysiek getroffen maatregelen) van deze camping wordt verwijderd, waardoor de es weer wordt vrijgemaakt. Via de voorwaardelijke verplichting in de regeling strijdig gebruik is dit gewaarborgd. Verder wordt de mogelijkheid geboden om op deze locatie een gebouwtje te realiseren voor het stallen van vee (hobbymatig) en onder dezelfde kap een overdekte schuilplaats voor recreanten van in totaal maximaal 37 m2. Op de verbeelding is daarom de schuilstal aangeduid en in de bestemming Agrarisch met Waarden zijn hieraan bouwregels verbonden.
De bestaande woning mag worden gehandhaafd, maar bij nieuwbouw of meer dan gedeeltelijke vernieuwing dient deze te worden verplaatst binnen het bouwvlak. Renovatie en gedeeltelijke vernieuwing is op de huidige plek mogelijk. Bij ieder bouwplan dient er sprake te zijn van een beeldwaliteitsplan dat is goedgekeurd door het Oversticht en de gemeente. Dit is verwerkt in de bouwregels van hoofdgebouwen binnen de woonbestemming.
4.2.13 Leemculeweg 3B
Conform de wens van initiatiefnemer wordt de vorm van de woonbestemming aan de Leemculeweg 3B aangepast door een verschuiving van ongeveer 5 meter. Er is geen sprake van uitbreiding van de woonbestemming. Er is een voorwaardelijke verplichting opgenomen ten aanzien van de erfinrichting.
4.3 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten
4.3.1 Vossersteeg 74- 76-78
Op het perceel Vossersteeg 74 te Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor de realisatie van de woon-zorg groepsaccomodatie voor kinderen met autisme en ADHD in de voormalige zeugenstallen van de varkenshouderij. De vleesvarkensstallen blijven agrarisch in gebruik. De nevenactiviteit vormt een welkome aanvulling op de reeds bestaande nevenactiviteiten voor jeugdzorg op het perceel . De inpandige verbouwing tot woon-zorg groepsaccommodatie van de schuren is vergund en wordt nu in het bestemmingsplan overgenomen.
4.4 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen
Dommelerdijk 20-20a
Op deze locatie wordt het bestaande oppervlak à 720 m² dat aanwezig mag zijn vastgelegd.
Ganzepanweg 4 Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
Om een uitbreiding aan een bestaande woning te vergunnen is het agrarisch zoekgebied aangepast. Deze aanpassing van 45 m2 wordt nu in dit verzameplan verwerkt
Hessenweg 8 Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
Het agrarische bedrijf op dit perceel heeft een zeer klein zoekgebied verdeelt over drie locaties. Om sleufsilo's, die noodzakelijk waren voor een goede bedrijfsvoering, te realiseren is een aanpassing van het zoekgebied gedaan.
Oosteinde 70/70A.Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
De ontwikkeling van dit perceel was onderdeel van het 3e verzamelplan. Bij nader inzien is bestemming wonen op de verbeelding voor dit perceel niet geheel juist weergegeven om de erfinrichting volgens afspraak te kunnen realiseren. De bestemming wordt hierop aangepast.
Ruitenveen 1-1a
In het 1e Verzamelplan Buitengebied Dalfsen is de verleende projectafwijkingsbesluit onjuist vertaald in een te grote woonbestemming. Dit is gecorrigeerd naar de oorspronkelijke situatie. Eveneens is het maximum oppervlak aan bebouwing conform de uitgangspunten van het beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing vastgelegd. Ook dit is abusievelijk onjuist geregeld in voornoemd Verzamelplan en wordt in dit plan gecorrigeerd.
Aanpassing regels aanhuisverbonden beroep
In de praktijk blijkt de begrips van "aanhuisverbonden beroep" op meerdere manieren uitgelegd kan worden. Door enkele tekstuele wijzigingen wordt dit nu voorkomen.
Omdat het niet alleen gaat om het uitoefenen van aanhuisverbonden beroep maar ook om zeer lichte bedrijfsmatige activiteiten passen we de titel van het begrip aan. Beroeps of bedrijfsactiviteiten zijn bij een woning alleen in gebouwen toegestaan en de uitstraling moet ruimtelijk onderschikt moet passend blijven voor wonen/de (bedrijfs) woning.
Omdat in de definitie wel staat dat het kan gaan om het gebruik van een bedrijfswoning maar dit niet zo in regels bij bedrijfwoningen is aangegeven worden dit toegevoegd bij alle bestemmingen waar bedrijfwoningen zijn toegstaan.
Aanpasing regels vellen houtopstanden
In de geldende regels voor het vellen van houtopstanden (voorheen kapvergunning) werd verwezen naar 'vastgestelde beleidsregels'. Dit is nu gewijzigd in "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen" en diens rechtsopvolger. Hiermee wordt concreet verwezen naar de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde beleidsregels waarin onder meer is aangegeven welke bomen als waardevol zijn aangemerkt en wanneer een herplantplicht kan worden opgelegd. Indien deze beleidsregels binnen de planperiode worden gewijzigd, is dit gewijzigde beleid van toepassing op aanvragen voor kap en het opleggen van herplantplicht.
Dit wordt geregeld in artikel 45 Overige regels - vellen van houtopstanden.
Parkeernormen in regels bestemmingsplan
Parkerennormen waren tot voor kort via de bouwverordening geregeld. Dit moet nu via het bestemmingsplan daarom wordt dit nu ook in het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen opgenomen. De regels verwijzen naar het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan waarbij geldt dat als er een nieuwe versie van het gemeentelijk verkeers- vervoersplan of de kencijfers parkeren en verkeersgeneratie van het CROW komt (voor zover daarnaar in het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan wordt verwezen), deze nieuwe versie geldt. Dit wordt geregeld in artikel 46 Overige regels - Parkeren.
Experiment Vrijkomende agrarische bebouwing
De mogelijkheid De gezamenlijke omvang van de nevenfuncties moet een ondergeschikt deel vormen van het betreffende agrarisch bedrijf, anders betreft het een hoofdfunctie en kan deze niet meer onder de bestemming Agrarisch worden gerekend. Om het begrip ondergeschiktheid toetsbaar te maken, zijn per nevenfunctie maximale oppervlaktematen voor in gebruik te nemen gronden en bebouwing opgenomen.
De gemeente heeft in het toestaan van nevenfuncties een afweging gemaakt, waarbij nevenfuncties zonder of met beperkte effecten, rechtstreeks worden toegelaten. Daarbij verschilt de maatvoering per nevenfunctie. Nevenfuncties waarvan het effect op voorhand niet kan worden ingeschat, worden via een afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Op deze wijze heeft de gemeente de mogelijkheid de effecten op (on)wenselijkheid te toetsen om zodoende tot een goede afweging te komen.
De toelaatbaarheid van nevenfuncties wordt in belangrijke mate bepaald door de effecten die nevenfuncties (kunnen) hebben op hun omgeving. Het begrip omgeving wordt hier breed opgevat. Zo zijn in de afweging de effecten van nevenfuncties op de volgende aspecten meegewogen bij de toelaatbaarheid:
„P natuur en landschap;
„P het erf;
„P omliggende agrarische bedrijven;
„P de verkeersaantrekkende werking;
„P de woon- en leefomgeving.
De nevenfuncties die rechtstreeks toelaatbaar worden geacht, zijn in de bestemmingsomschrijving benoemd, inclusief de oppervlakte die voor gebruik en bebouwing mag worden benut. Nevenfuncties die via een afwijkingsbevoegdheid toelaatbaar worden geacht, worden niet benoemd. Alleen de criteria waar dergelijke nevenfuncties aan moeten voldoen, worden in beeld gebracht. Op deze wijze wordt niet het risico gelopen, 'niet-ontdekte' nevenfuncties bij voorbaat uit te sluiten.
In het beleid 'Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied' zijn de regels Sloop voor kansen opgenomen. Met toepassing van deze regels kan afgeweken worden van de in de regels opgenomen maatvoeringen voor bijbehorende bouwwerken en de inhoudsmaat van een woning indien elders in het buitengebied voormalige agrarische bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Bij het verlenen van een afwijking van de bouwregels komen tegelijkertijd de bouwrechten binnen de bestemming op de locatie waar wordt gesloopt te vervallen. De gesloopte bebouwing valt daarmee ook niet meer onder het begrip bestaand zoals opgenomen in dit bestemmingsplan. Eveneens is de algemene regeling strijdig gebruik hierop aangepast.
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.
In artikel 1 zijn de volgende begripsbepalingen aangevuld: aanhuisverbonden beroep en bedrijf, bestaand, jeugdopvang en wonen, vakantie en groepsaccomodate.
In artikel 3 en 5 Agrarisch is geregeld dat paardebakken ook binnen de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak' aanwezig mag zijn.
In artikel 5 is de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdopvang en wonen' toegevoegd vanwege de aanduiding op het perceel Vossersteeg 74,76 en is een regeling opgenomen waardoor een schuilstal/schuilhut met een maximaal aangegeven omvang op het perceel Maneweg ong. herbouwd kan worden.
In artikel 6 is een tekstuele wijziging ten aanzien van de maximale bebouwde oppervlakte opgenomen en is de buitenopslag op het perceel Poppenallee 13 op een specifieke locatie vastgelegd.
In de artikelen 3, 5, 6 en 27 is voor de betreffende percelen waar ontwikkelingen plaatsvinden de voorwaardelijke verplichting opgenomen dat de percelen ook volgens de bij de regels behorende erfinrichtingsplannen ingericht moeten worden.
In artikel 23 zijn de bouwregels zijn aangepast dat binnen de aanduiding 'motorcrossterrein' maximaal 120 m2 oppervlakte aan gebouwen maximaal op het perceel gebouwd mag worden.
In artikel 27 wonen zijn de aanduidingen voor de nevenfuncties 'ambachtelijk timmerbedrijf' (Vilstersedijk 17A) en 'vakantie en groepsaccomodatie ' voor het perceel Zwembadlaantje 1 toegevoegd. Voor de uitvoering van de diverse erftinrichtingplannen is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. En zijn voor de plannen op het perceel Wagteveldweg 5-7 enkele aanvullende bouwregels gesteld.
In Artikel 40 is 40.15 toegevoegd voor de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone-waterstaatswerk' op grond van het Barro.
In Artikel 41.1.1 is lid h de afwijkingsbevoegdheid toegevoegd om af te kunnen wijken van opgenomen realisatietermijnen van erfinrichtingsplannen. Waarbij een aantal randvoorwaarden zijn opgenomen.
In Artikel 45 is de term 'vastgestelde beleidsregels' vervangen door 'vastgestelde Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen en diens rechtsopvolger'.
In Artikel 46 zijn de parkeernormen, die niet meer via de bouwverordening geregeld worden nu opgenomen.
Verder zijn in diverse artikelen aanpassingen gedaan voor het experiment 'procedures vrijkomende agrarische bebouwing' en sloop voor kansen'.
Artikel 1: Begripsomschrijving
Voor het opnemen van een afwijkingsbevoegdheid voor een omgevingsvergunning voor bestemmingsplanactiviteit is het nodig een begrip toe te voegen aan de regels. Het gaat om:
„P beleidsregel
Het begrip is afgestemd op de Algemene Wet bestuursrecht en de Crisis- en herstelwet. In de regels zijn verwijzingen opgenomen naar beleidsregels om open normen te kaderen, zodat deze voorwaarden duidelijk en toetsbaar zijn.
Het begrip agrarisch aanverwante nevenfunctie is opgenomen in verband met de verruiming van de afwijkingsbevoegdheid voor nevenactiviteiten
Artikel 3 Agrarisch, Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw en Artikel 5 Agrarisch met waarden
Nevenfuncties bij agrarische bedrijven
De mogelijkheid De gezamenlijke omvang van de nevenfuncties moet een ondergeschikt deel vormen van het betreffende agrarisch bedrijf, anders betreft het een hoofdfunctie en kan deze niet meer onder de bestemming Agrarisch worden gerekend. Om het begrip ondergeschiktheid toetsbaar te maken, zijn per nevenfunctie maximale oppervlaktematen voor in gebruik te nemen gronden en bebouwing opgenomen.
De gemeente heeft in het toestaan van nevenfuncties een afweging gemaakt, waarbij nevenfuncties zonder of met beperkte effecten, rechtstreeks worden toegelaten. Daarbij verschilt de maatvoering per nevenfunctie. Nevenfuncties waarvan het effect op voorhand niet kan worden ingeschat, worden via een afwijkingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Op deze wijze heeft de gemeente de mogelijkheid de effecten op (on)wenselijkheid te toetsen om zodoende tot een goede afweging te komen.
De toelaatbaarheid van nevenfuncties wordt in belangrijke mate bepaald door de effecten die nevenfuncties (kunnen) hebben op hun omgeving. Het begrip omgeving wordt hier breed opgevat. Zo zijn in de afweging de effecten van nevenfuncties op de volgende aspecten meegewogen bij de toelaatbaarheid:
„P natuur en landschap;
„P het erf;
„P omliggende agrarische bedrijven;
„P de verkeersaantrekkende werking;
„P de woon- en leefomgeving.
De nevenfuncties die rechtstreeks toelaatbaar worden geacht, zijn in de bestemmingsomschrijving benoemd, inclusief de oppervlakte die voor gebruik en bebouwing mag worden benut. Nevenfuncties die via een afwijkingsbevoegdheid toelaatbaar worden geacht, worden niet benoemd. Alleen de criteria waar dergelijke nevenfuncties aan moeten voldoen, worden in beeld gebracht. Op deze wijze wordt niet het risico gelopen, 'niet-ontdekte' nevenfuncties bij voorbaat uit te sluiten.
Artikel 41 Algemene afwijkingsregels
Sloop voor kansen
In het beleid 'Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied' zijn de regels Sloop voor kansen opgenomen. Met toepassing van deze regels kan afgeweken worden van de in de regels opgenomen maatvoeringen voor bijbehorende bouwwerken en de inhoudsmaat van een woning indien elders in het buitengebied voormalige agrarische bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Bij het verlenen van een afwijking van de bouwregels komen tegelijkertijd de bouwrechten binnen de bestemming op de locatie waar wordt gesloopt te vervallen. De gesloopte bebouwing valt daarmee ook niet meer onder het begrip bestaand zoals opgenomen in dit bestemmingsplan. Eveneens is de algemene regeling strijdig gebruik hierop aangepast.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.
De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen. Wel heeft in deze fase het Overleg volgens artikel 3.1.1. Bro met diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.
7.1 Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere wijze voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.
Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geinformeerd over hun plannen.
7.1.1 Veiligheidsregio IJsselland
Op 26 januari 2018 heeft de veiligheidsregio advies uitgebracht over de in het verzamelplan opgenomen ontwikkelingen. Hierna wordt in het kort het advies verwoord.
In het advies wordt onder andere ingegaan op de ontwikkeling aan het Zwembadlaantje 1. Door de afstand tot de aardgastransportleidingen samen met de grootte van de leidingen wordt bij een calamiteit de warmtebelasting groot. Het advies is daardoor de groepsaccommodatie en het gastenverblijf zodanig in te richten dat hier langere tijd kan worden geschuild. Verder adviseert de Veiligheidsregio de vluchtwegen van de groepsaccomodatie en het gastenverblijf aan de andere kant dan de buisleidingen te situeren.
Ook is het nodig een overstromingsrisicoparagraaf op te nemen voor de plangebieden die zijn gelegen in een gebied met kleine kans op overstroming. Tenslotte adviseert de Veiligheidsregio om de aanwezigen (bewoners en omwonenden) door risicocommunicatie op de hoogte te brengen van de handelingsperspectieven bij een incident bij de buisleiding of bij een overstroming.
Reactie gemeente:
Voor Zwembdlaantje 1 gaat de gemeente in gesprek met de initiatiefnemer om de mogelijkheden voor schuilen te onderzoeken. Verder zijn de vluchtwegen van de gebouwen op verzoek van de gemeente al zodanig gesitueerd dat de vluchtwegen van de buisleidingen af liggen.
Voor de ontwikkeliingen waar een kleine kans is op een overstroming is een overstromingsrisicoparagraaf opgenomen. Daarnaast zijn de eigenaren en bewoners zonodig op de hoogte gebracht van de risico's en handelingsperspectieven bij een calamiteit.
7.1.2 Waterschap Drents Overijsselse Delta
In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het waterschap gekomen. De uitkomsten zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens 3.1.1 Bro met het Waterschap.
Verder heeft het Waterschap op 12 februari 2018 per e-mail aangegeven dat het Waterschap geen opmerkingen heeft op het plan.
7.1.3 Provincie Overijssel
Op 5 februari 2018 hebben de provinciale diensten van Overijssel aangegeven dat het plan niet in strijd met provincaal ruimtelijk beleid. Indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht ziet de Provincie vanuit het provinciale belang geen beletselen voor het verdere vervolg van de procedure.
Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen van 28 februari 2018 tot en met 10 april 2018. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er zijn inhoudelijke zienswijzen binnengekomen.
In Bijlage 15 Nota van Zienswijzen en Kennisgeving zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Meeleweg 108
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Meeleweg 108
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Kringsloot-west 32
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Kringsloot-West 32
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Zwembadlaantje 1
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Zwembadlaantje 1
Bijlage 4 Erfinrichtingsschets Marshoekersteeg 17a
Bijlage 4 Erfinrichtingsschets Marshoekersteeg 17A
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Meeleweg 93
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Meeleweg 93
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan En Landschapsmaatregelen Landweg 2
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan en Landschapsmaatregelen Landweg 2
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 17a
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 17A
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Slagweg 9
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Slagweg 9
Bijlage 9 Erfinrichtingsschets Poppenallee 20
Bijlage 9 Erfinrichtingsschets Poppenallee 20
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Poppenallee 13
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Poppenallee 13
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan De Hooigraven 3
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan De Hooigraven 3
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Wagteveldweg 5-7 En Maneweg Ong
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Wagteveldweg 5-7 en Maneweg ong
Bijlage 13 Tuinplan Leemculeweg 3b
Bijlage 13 Tuinplan Leemculeweg 3B
Bijlage 14 Landschapsplan Leemculeweg 3b
Bijlage 14 Landschapsplan Leemculeweg 3B
Bijlage 15 Beeldkwaliteitsplan Leemculeweg 3b
Bijlage 15 Beeldkwaliteitsplan Leemculeweg 3B
Bijlage 16 Bijlage Erfinrichtingsplan Vossersteeg 74-76-78
Bijlage 16 Bijlage Erfinrichtingsplan Vossersteeg 74-76-78
Bijlage 17 Percelen Intensieve Veehouderij
Bijlage 17 Percelen intensieve veehouderij
Bijlage 18 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 18 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 19 Horecalijst
CATEGORIE 1:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alsmede alcoholvrije dranken wordt verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie patisserie of een crêperie;
- 2. die wat betreft de exploitatievormen behoren bij en ondergeschikt zijn aan een maatschappelijke/sociaal/culturele hoofdfunctie, zoals kerkelijke centra.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, afval op straat.
CATEGORIE 2:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel) van de avonduren geopend zijn en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een cafetaria, snackbar of een shoarmazaak;
- 2. waarin hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorbeelden zijn een café, bar, eetcafé, pub of een café-restaurant;
- 3. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;
- 4. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders, zoals pizzeria's of (afhaal)restaurants.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, afvalopslag.
CATEGORIE 3:
zijn vormen van horeca:
waar zaalaccommodatie ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van het organiseren van bijeenkomsten, partijen en muziekavonden, en waar als nevenactiviteit wordt voorzien in het verstrekken van etenswaren en al dan niet alcoholhoudende dranken.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers.
CATEGORIE 4
zijn vormen van horeca;
zoals een discotheek en een dancing met een dansvloeroppervlak groter dan 10 m².
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vanuit de inrichting, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers, openbare orde problemen.
Bijlage 20 Recreatiewoningen Met Objectgebonden Gedoogbeschikking
Bestaande recreatiewoningen met objectgebonden gedoogbeschikking
Markeweg 10
Sterrebosweg 3
Sterrebosweg 5
Sterrebosweg 7
Tolhuisweg 17
Heinoseweg 13
Heinoseweg 21a
Bijlage 21 Functies En Waterwinning
Harmoniërende functies
Hieronder worden functies verstaan die goed samengaan met de drinkwaterwinning. Daarbij kan gedacht worden aan:
- extensieve land- en tuinbouw, waaronder beheerslandbouw en biologische land- en tuinbouw;
- extensieve recreatie;
- landschaps-, natuur- en bosbouw;
- landgoederen en buitenplaatsen.
Grote en grootschalige risicovolle functies
Hieronder wordt verstaan grote vormen van:
- (dag- en verblijfs)recreatie;
- woningbouw (minimaal 10 woningen);
- stedenbouw (winkelcentra, bedrijven voor horeca, handel en dienstverlening);
- autowegen (inclusief parkeerterreinen, transferia), spoorwegen (inclusief emplacementen) en waterwegen (inclusief havens);
- bedrijventerreinen;
- buisleidingen voor gas, olie(producten) of chemicaliën;
- nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallaties en diepteontgrondingen.
Bijlage 22 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 22 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13
Bijlage 24 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13
Bijlage 25 Beschikking Hogere Grenswaarde Woning Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Beschikking Hogere Grenswaarde woning naast Blikman Kikkertweg nr 13
Bijlage 26 Landschappelijk Inpassingsplan Statumweg 1 En 4/4a
Landschappelijk inpassingsplan Statumweg 1 en 4/4A
Bijlage 27 Landschaps- En Beeldkwaliteitsplan Landgoed Mataram
Landschaps- en beeldkwaliteitplan Landgoed Mataram
Bijlage 28 Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36
Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan- En Schets Hagenweg 20
Erfinrichtingsplan- en schets Hagenweg 20
Bijlage 30 Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a
Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2A
Bijlage 31 Inrichtingsplan Kortersweg 9
Bijlage 32 Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4-6
Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4-6
Bijlage 33 Beeldkwaliteitsplan Hoevendwarsweg 4-6
Beeldkwaliteitsplan Hoevenweg 4-6
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 35 Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2
Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5-7
Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5-7
Bijlage 37 Erfinrichtingplan Schapendrift 7a
Erfinrichtingsplan Schapendrift 7A
Bijlage 38 Erfinrichtingsschets Millingersteeg 1
Bijlage 22 Erinrichtingsschets Millingersteeg 1
Bijlage 39 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1a
Bijlage 23 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1A
Bijlage 40 Erfinrichtingsschets Grensweg 13
Bijlage 24 Erfinrichtingsschets Grensweg 13
Bijlage 41 Erfinrichtingsschets Venneweg 4
Bijlage 25 Erfinrichtingsschets Venneweg 4
Bijlage 42 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6
Bijlage 26 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6
Bijlage 43 Erfinrichtingsschets Het Lage Veld 4
Bijlage 27 Erfinrichtingsschets Het lage veld 4
Bijlage 44 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27
Bijlage 28 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27
Bijlage 45 Erfinrichtingsplan Korenweg 1
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Korenweg 1
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20
Bijlage 47 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3
Bijlage 48 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47
Bijlage 49 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 En 8
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 en 8
Bijlage 50 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1
Bijlage 34 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1
Bijlage 51 Landschapsplan Ankummer Es 1
Bijlage 35 Landschapsplan Ankummer Es 1
Bijlage 52 Materialisatieplan Ankummer Es 1
Bijlage 36 Materialisatieplan Ankummer Es 1
Bijlage 53 Beplantingsplan Ankummer Es 1
Bijlage 37 Beplantingsplan Ankummer Es 1
Bijlage 54 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33
Bijlage 55 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91
Bijlage 56 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11a
Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11A
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Hammerweg 10
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Meeleweg 108
Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Meeleweg 108
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Kringsloot-west 32
Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Kringsloot-West 32
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Motorcrossterrein Dalfsen
Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing Motorcrossterrein Dalfsen
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Zwembadlaantje 1
Bijlage 4 Ruimtelijke onderbouwing Zwembadlaantje 1
Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Marshoekersteeg 17a
Bijlage 5 Ruimtelijke onderbouwing Marshoekersteeg 17A
Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Meeleweg 93
Bijlage 6 Ruimtelijke onderbouwing Meeleweg 93
Bijlage 7 Ruimtelijke Onderbouwing Landweg 2
Bijlage 7 Ruimtelijke onderbouwing Landweg 2
Bijlage 8 Ruimtelijke Onderbouwing Vilstersedijk 17a
Bijlage 8 Ruimtelijke onderbouwing Vilstersedijk 17A
Bijlage 9 Ruimtelijke Onderbouwing Slagweg 9
Bijlage 9 Ruimtelijke onderbouwing Slagweg 9
Bijlage 10 Ruimtelijke Onderbouwing Poppenallee 20
Bijlage 10 Ruimtelijke onderbouwing Poppenallee 20
Bijlage 11 Ruimtelijke Onderbouwing Poppenallee 13-de Hooigraven 3
Bijlage 11 Ruimtelijke onderbouwing Poppenallee 13-De Hooigraven 3
Bijlage 12 Ruimtelijke Onderbouwing Wagteveldweg 5-7 - Maneweg
Bijlage 12 Ruimtelijke Onderbouwing Wagteveldweg 5-7 - Maneweg
Bijlage 13 Ruimtelijke Onderbouwing Leemculeweg 3b
Bijlage 13 Ruimtelijke onderbouwing Leemculeweg 3B
Bijlage 14 Projectafwijkingsbesluit Vossersteeg 74-76-78
Bijlage 14 Projectafwijkingsbesluit Vossersteeg 74-76-78