Chw bestemmingsplan 5e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Bestemmingsplan - gemeente Dalfsen
Vastgesteld op 17-06-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan 5e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen met identificatienummer NL.IMRO.0148.5eVerzamelplanBG-vs01 van de gemeente Dalfsen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Dit plan is een aanvulling op Op deze herziening zijn van overeenkomstige toepassing de regels en verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, met dien verstande dat:
- a. de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, en voorzover sindsdien herzien en inclusief enkele wijzigingen in nummering en technische aanpassingen, zijn herzien voor zover is aangegeven in gearceerde tekst en
doorhalingen - b. van de in dit plan op de verbeelding opgenomen bestemmingen de verbeelding van het 4e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen, vastgesteld door de gemeenteraad op 21 juni 2018, voor zover het betreft de enkelbestemming inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen en dubbelbestemmingen wordt vervangen.
- c.
waarbij de regels worden aangevuld en gewijzigd volgens de teksten die geel gearceerd indit plan zijn opgenomen en de doorgehaalde teksten vervallen
1.3 aanduiding:
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanhuisverbonden beroep en bedrijf:
Het uitoefenen van een beroep, dat ineen (bedrijfs)woning en of daarbij behorende gebouwen door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in de (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende gebouwen door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen vergunning nodig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, en waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder het aanhuisverbonden beroep worden tevens gerekend internetwinkels en webshops.
1.6 afwijken:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.7 agrarisch aanverwante nevenfunctie
een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten naast een agrarisch bedrijf die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag en stalling van agrarische producten.
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een pelsdierhouderij.
1.9 agrarisch medegebruik:
Agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan.
1.10 ambachtelijk bedrijf:
Een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsmede - in rechtstreeks verband daarmee en als ondergeschikte nevenactiviteit - detailhandel en dat door dienstverlening en/of afzet in hoge mate gebonden is aan zijn directe omgeving.
1.11 ander-werk:
Een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.12 bebouwing:
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bebouwingspercentage:
De bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.
1.14 bed & breakfast:
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de (bedrijfs)woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
1.15 bedrijf:
Een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfsgebouw:
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 bedrijfswoning/dienstwoning:
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.18 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.19 beleidsregel
onderdeel van een door het College van B&W en/of de gemeenteraad vastgesteld beleidsdocument.
1.20 belemmeringenstrook:
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen;
1.21 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.22 bestaand
- Met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, met uitzondering van die bebouwing die is ingezet volgens de beleidsregels “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied”. - Met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.
1.23 bestemmingsgrens:
De grens van een bestemmingsvlak.
1.24 bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.25 Bevi-inrichting:
Inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1
- 1. Bij bedrijven die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen, is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein de letter R vermeld. Deze aanduiding is indicatief. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of het betreffende bedrijf onder de werking van het Bevi valt (zie ook bijlage 1). Het is niet uitgesloten dat, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen, ook andere bedrijven dan opgenomen in de lijsten 1 en 2 (met index R)\ onder het Bevi vallen of gaan vallen.
1.26 bijbehorend bouwwerk:
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.27 boom
een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
1.28 boomkwekerij
een bedrijf dat is gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters
1.29 boomwaarde
de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
1.30 bouwen:
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.31 bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.32 bouwperceel:
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.33 bouwperceelgrens:
Een grens van een bouwperceel.
1.34 bouwvlak:
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.35 bouwwerk:
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.36 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
Een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter (zoals stacaravan, trekkershut, tenthuisje)
1.37 buitengebied gebonden bedrijf:
Een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:
- het leveren van diensten aan agrarische bedrijven, zoals agrarische loon- en grondverzet bedrijven en agrarische hulpbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven en veehandelsbedrijven;
- bewerking, verwerking, distributie en opslag van agrarische producten;
- bijenteelt en hoveniersbedrijf.
1.38 carport:
Een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden.
1.39 consumentenvuurwerk:
Vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.40 cultuurhistorische waarde:
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.41 dagbesteding en logeren
Het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 40 aantal gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 12 gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners.
1.42 dagrecreatieve voorzieningen:
Dagrecreatie welke zich, in principe, afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Onder dagrecreatieve voorzieningen vallen verschillende vormen van buitengebiedgebonden recreatie. Hieronder vallen onder andere routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme, recreatieterreinen en visvijvers etc.
1.43 dak:
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.44 detailhandel:
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.45 detailhandel in volumineuze goederen:
Detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.
1.46 dienstverlening:
Het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.47 dierenactiviteiten
Een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.
1.48 discotheek:
Een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.
1.49 duurzame recreatiewoning
een recreatiewoning uitgevoerd met een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) volgens NEN 7120 van ten hoogste 0.2.
1.50 eerste bouwlaag:
De bouwlaag op de begane grond.
1.51 eerste verdieping:
De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.52 erker:
Een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.
1.53 extensieve dagrecreatie:
Extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte.
1.54 gebouw:
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.55 geluidsgevoelige gebouwen:
Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.56 geluidsbelasting:
De geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.57 glastuinbouwbedrijf:
Een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).
1.58 groepsacommodatie
Een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 350 m2 bedraagt en het aantal slaapplaatsen ten hoogste 50 bedraagt;
1.59 halfvrijstaande woning:
Twee-aaneengebouwde woningen.
1.60 hoofdgebouw:
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.61 horeca(bedrijf):
Een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.62 houtopstand
één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met een minimale dwarsdoornsnede van 30 centimeter, op 1,3 meter hoogte boven maaiveld.
1.63 inkoopstation:
Afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van windenergie vanaf het windmolenpark op het openbaar net plaatsvindt.
1.64 internetwinkel/webshop:
Een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.
1.65 jeugdopvang en wonen
Het opvangen en laten logeren en wonen van kinderen en jongvolwassenen in semi-gezinsverband danwel in en maximaal 5 semi-zelfstandige woonruimten binnen de bestaande bebouwing
1.66 kampeerboerderij
Een bedrijfsgebouw of gedeelte daarvan van een als zodanig functionerend agrarisch bedrijf dat geschikt is gemaakt door veelal tijdelijke voorzieningen voor recreatief (nacht-)verblijf gedurende een beperkte periode per jaar;
1.67 kinderdagverblijf:
Het kleinschalig bedrijfsmatig (ondergeschikt aan de hoofdfunctie) of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint (kinderopvang) en de opvang van kinderen tot 13 jaar voor of na schooltijd of tijdens schoolvakanties (buitenschoolse opvang) op een locatie waar deze kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, waarbij het maximum aantal kindplaatsen wordt gesteld op 35 voor kinderopvang en 20 voor buitenschoolse opvang;
1.68 (mobiel) kampeermiddel:
Een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter (zoals tent, caravan, camper).
1.69 kantoor:
Een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
1.70 kas:
Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
1.71 kleinschalig kampeerterrein:
Een kampeerterrein ten behoeve van het al dan niet jaarrond kleinschalig kamperen.
1.72 kwetsbaar object:
Een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.73 landschappelijke waarde:
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.74 LPG-doorzet:
De afzet van LPG in m³ per jaar.
1.75 maaiveld:
De gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.
1.76 maatschappelijke voorzieningen:
Educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, expositieruimten: al dan niet in samenhang met en gebruik als groepsaccommodatie, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.77 manege:
Bedrijf bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen dat uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het managebedrijf.
1.78 nadere eis:
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.79 natuur(wetenschappelijke) waarde:
De aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
1.80 NGE:
Nederlandse Grootte Eenheid: een rekeneenheid die wordt gehanteerd voor de vaststelling van de omvang van een agrarisch bedrijf, op basis van productiewaarde van oppervlakte, gewassen en dieren;
1.81 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
1.82 ondergeschikte (bijbehorende) horeca
Een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol op het perceel Hammerweg 10 en op het perceel kadastraal bekend als gemeente Dalfsen sectie N nummer 1493) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan.
1.83 onderkomens:
Voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.
1.84 paardenbak:
Niet-overdekte rijbaan voorzien van natuurlijk bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 60 m bij 20 m;
1.85 paardenhouderij:
- Productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden.
- Gebruiksgericht: een op de verbeelding aangegeven paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde een manege.
1.86 passantenhaven:
Gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.
1.87 peil:
- 1. De kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
- 2. De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
- 3. Indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.
1.88 pensionstal:
Derden de gelegenheid bieden om hun paarden en pony's te stallen, te weiden en te laten verzorgen, niet zijnde een manege, waarbij maximaal 10 paarden op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.89 permanente bewoning:
Bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.90 plattelandswoning
Een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), inclusief aanhuisverbonden beroep.
1.91 productiegebonden detailhandel:
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.92 professioneel vuurwerk:
Vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.93 prostitutie:
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
1.94 relatie:
Ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen.
1.95 recreatiewoning:
Een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.96 safaritent:
Een bouwwerk geen gebouw zijnde voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een vlonder een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden en dak van tentdoek en waarbij geldt voor het perceel Vilstersedijk 13 dat er maximaal 3 safaritenten op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.97 seksinrichting:
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.98 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
De Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.99 stacaravan:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.100 stalling en verhuur van landbouw voertuigen
Een bouwwerk dat gebruikt wordt voor de stalling en verhuur van landbouw voertuigen, waarbij de verhuur ondergeschikt is aan de stalling.
1.101 sterlocatie intensieve veehouderij:
een bestaand agrarisch bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', waar:
- a. een perspectiefvol agrarisch bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd dat over voldoende omgevings
gruimte beschikt om door te groeien tot een omvang van minimaal 175 Nederlandse grootte eenheid (nge) of, - b. een perspectiefvol gemengd agrarisch bedrijf is gevestigd dat kan doorgroeien tot een omvang van minimaal 175 NGE en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 NGE kan groeien.
1.102 sportkantine:
Een verblijfslocatie waarin verstrekking van drank- en etenswaren gericht is op gebruikers van de sportvoorziening.
1.103 tenthuisje:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een grondplaat een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden van hout en/of tentdoek en een dak van tentdoek.
1.104 trekkershut:
Een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten.
1.105 turbine:
Schoepenrad dat in beweging wordt gebracht door de kracht van luchtstroom, van stoom of vallend water.
1.106 uitbouw:
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
1.107 vakantie- en groepsaccommodatie
gebouw of gebouwen die geschikt is voor recreatief verblijf in de vorm van groepsaccommodatie en boerderijkamers voor totaal maximaal 24 personen en de daarbij behorende buitenruimte.
1.108 vellen
rooien; kappen; verplanten; snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.
1.109 verkoopvloeroppervlakte:
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).
1.110 volkstuin:
Een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
1.111 voorgevel:
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, of niet aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.112 vrijstaande woning:
Een op zichzelf staande woning.
1.113 vuurwerkbedrijf:
Inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 Kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.114 wellness-camperplaatsen
Recreatief nachtverblijf waarbij maximaal sprake is van 15 camperplaatsen voor mobiele kampeerauto's, met wellness- en/of andere recreatieve voorzieningen;
1.115 Wgh-inrichting:
Een inrichting als bedoeld in artikel artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.
1.116 windenergie:
Energie uit een windturbine.
1.117 windturbine:
Door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt.
1.118 winkel:
Een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
1.119 woning:
Een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.120 woongebouw:
Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.121 woonhuis:
Een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
1.122 zoekgebied
het gebied, dat groter is dan het eigenlijke bouwperceel, en waarbinnen de agrarische bebouwing moet worden opgericht; het zoekgebied heeft een oppervlakte van circa 30.000 m2 terwijl het eigenlijke bouwperceel een oppervlakte bij recht heeft van 10.000 of 15.000 m2, afhankelijk van het gebied waarin het agrarisch bedrijf is gelegen.
1.123 zorgboerderij
Het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot zorg aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, in de vorm van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard.
1.124 zorgwonen
bewoning van gebouwen door en/of verzorging van ouderen en/of mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking met een maximum van 8 personen en het aanbieden van dagbesteding voor mensen met een zorg of hulpvraag.
1.125 zweefvliegsport
Het recreatief zweefvliegen met zweefvliegtuigen waaronder zelfstartende zweefvliegtuigen, vliegtuigen die noodzakelijk zijn voor het doen opstijgen van de zweefvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en TMG's (Touring Motor Glider).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in Bijlage 24Percelen intensieve veehouderij;
- b. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- c. pelsdierhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pelsdierhouderij;
- d. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- e. gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
- f. schaapskooi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi';
- g. ijsbaan ten behoeve van de recreatieve beoefening van de schaatssport, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- h. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- i. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- j. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- k. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties
Tabel 3.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin' een Mestbassin | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' een veehandelsbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' een Rietdekkersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' een transportbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - atelier en hobbyruimte' een atelier en hobbyruimte | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' safaritenten | - | - |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding.
- l. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- m. de waterhuishouding;
- n. extensieve dagrecreatie;
- o. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- p. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
- q. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- r. het behoud van natuur- en landschapswaarden,
- s. het aanleggen onderhouden en in stand houden van een hoogstam fruitgaard in overeenstemming met Bijlage 68 Erfinrichtingsplan Korenweg 1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- landschappelijke fruitgaard'.
- t. het aanleggen en onderhouden en in standhouden van een groensingel in overeenstemming met Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13 ter plaatse van de aanduiding "groen"
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- perceels- en erfbeplantingen;
- kleinschaligheid alsmede de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes) afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement';
- verkavelingsstructuur zoals deze tot uitdrukking komt in het verkavelingspatroon en de dat patroon ondersteunende landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur';
- openheid, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement'.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 3.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van glastuinbouwbedrijven;
- b. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- c. de waterhuishouding;
- d. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel,
- e. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische gronden. Het maximaal aantal glastuinbouwbedrijven mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijven'.
Tabel 4.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast |
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 4.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in 'Bijlage 24Percelen intensieve veehouderij';
- b. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- c. landschapstuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
- d. ooievaarsnest op paal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ooievaarsnest';
- e. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- f. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor de bestaande wegen en (fiets-)paden;
- g. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- h. minigolf als nevenactiviteit bij een tuincentrum, met maximaal 10 bezoekers tegelijkertijd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minigolf';
- i. agrarisch gebonden natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch gebonden natuurwaarden';
- j. kinderdagverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf';
- k. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- l. aanhuisverbonden beroep en bedrijf
- m.
dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop afboerderij, rondleidingen, zelfpluk etc. (met een maximale oppervlakte van 50 m2); - n. behoud van een historische moestuinmuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - moestuinschuur';
- o. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatie en constructie' mechanisatie en constructie activiteiten | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bandenhandel' een bandenhandel | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - luxe boerderijkamers' luxe boerderijkamers | * | * |
'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdopvang en wonen' Jeugdopvang en jeugd wonen | * | * |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding
- p. de waterhuishouding;
- q. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- r. zorgboerderijen, kleinschalige voorzieningen voor kinderopvang;
- s. extensieve dagrecreatie;
- t. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- u. behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden;
- v. behoud van openheid;
- w. behoud van reliëf;
- x. behoud van de verkavelingsstructuur,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- kleinschalig, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes, tussen de Vecht en de N340;
- perceels- en erfbeplanting;
- afwisseling tussen besloten gebieden, bossen, heidevelden en open plekken in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg;
Onder het doel 'behoud van openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in het lint;
- de grootschalige openheid.
Onder het doel 'behoud van reliëf' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- relatief grote hoogteverschillen, essen en steilranden in het gebied tussen de Vecht en de N340;
- steilranden en microreliëf in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg.
Onder het doel 'behoud van de verkavelingsstructuur' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- onregelmatige blokverkavelingen:
- 1. in het gebied tussen de Vecht en de N340,
- 2. ten zuiden, zuidoosten en zuidwesten van Lemelerveld
- 3. ten westen van Hoonhorst;
- verkaveling in visgraatstructuur in het westen van het plangebied (Marshoek).
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 5.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met dien verstande dat:
- a. uitsluitend zijn toegestaan:
- 1. ambachtelijke en buitengebied gebonden bedrijven, alsmede bedrijven in van categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten met dien verstande dat op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperkte aanwezigheid' alleen bedrijven gevestigd mogen worden waar tevens sprake is van geen of minimaal verblijf van personeel en bezoekers;
- 2. bedrijven ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Bedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling |
'specifieke vorm van bedrijf – houtbe- en verwerkingsbedrijf' | Houtbe- en verwerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf – houthandel' | Houthandel |
'specifieke vorm van bedrijf - groenrecycling' | Groenrecycling |
'opslag' | Opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' | Bouwbedrijf / Aannemersbedrijf / Montagebedrijf |
'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' | Tankstation met lpg |
'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' | Tankstation zonder lpg |
'specifieke vorm van bedrijf - diervoerbedrijf' | Diervoeder |
'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' | Auto- en motorbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - caravancentrum' | Caravancentrum |
'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialenhandel' | Bouwmaterialen / Handel in bestratingsmateriaal |
'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf' | Verhuurbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' | Transportbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - antennebedrijf' | Antennebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - sloopbedrijf' | Sloop- en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - composteerplaat' | Composteerplaat |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij | Veehouderijbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
- b. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- c. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- d. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- e. detailhandel, niet zijnde productie gebonden, niet is toegestaan,
- f. de gronden zijn bestemd voor de aanleg en behoud van een hakhoutsingel ter plaatse van de aanduiding 'hakhoutsingel' waarbij binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas geen diepwortelende beplanting aangelegd mag worden;
- g. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de externe veiligheid.
- 6. de ruimtelijke kwaliteit
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.6 Specifieke gebruiksregels
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut zoals een rioolwaterzuivering en een telefooncentrale;
- b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- c. gasontvangstation, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation'
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Waterwinning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen in casu de winning, bewerking en productie van drinkwater, en in samenhang daarmee een educatief centrum;
- b. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor zover het betreft bestaande wegen en (fiets-)paden;
- c. de extensieve recreatie (recreatieve voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid), dit in afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde onder b;
- d. groenvoorzieningen en beplantingen ten behoeve van een natuurlijke inrichting en de landschappelijke inpassing van het terrein;
- e. voorzieningen ten behoeve van de berging en -retentie van afstromend hemelwater;
met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken en terreinen.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 8.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. omvang en situering van de bebouwing;
- 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de landschappelijke inpassing.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opwekking en de levering van windenergie;
- b. agrarische gronden voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
- c. kraanopstelplaatsen;
- d. inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net
met daarbij behorende bebouwing, erven en terreinen
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoog)opgaande (afschermende) beplanting;
- b. bos en bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie;
- c. eendenkooi, ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
- d. water en waterhuishouding;
- e. extensieve dagrecreatie,
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen, paden en voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
- b. seksinrichting met bijbehorende horeca, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 12 Detailhandel
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor een tuincentrum, zoals ook is aangeduid als 'tuincentrum'; met daarbij ondergeschikte en daarbij behorende:
- 1. dienstverlening;
- 2. horeca;
- 3. extensieve dagrecreatie;
- 4. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met de daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Horeca
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 26 bij deze regels is gevoegd;
- b. een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst, die als Bijlage 26 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Kantoor
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren,
- b. expositieruimte, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - expositieruimte',
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Landhuis
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen gesitueerd in een parkachtige aanleg;
- b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en/of bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
- c. educatieve en culturele en maatschappelijke activiteiten, kantoor en ondergeschikte horeca ten dienste van de activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- d. appartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - appartementen';
- e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
- g. specifiek op het perceel Poppenallee 33: de activiteiten zoals aangegeven onder lid b. (wonen) en c. (gemengd) en voor recreatie en andere functies van vergelijkbare aard waarbij geen strijd ontstaat met de regelgeving voor monumenten, met ondergeschikte bijbehorende horeca ten dienste van de activiteiten.
15.2 Bouwregels
Op de voor 'Landhuis' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Maatschappelijk
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molen';
- c. dierenbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats',
- d. dagbesteding en logeren, ter plaatse van de aanduiding 'dagbesteding en logeren'
- e. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Maatschappelijk - Begraafplaats
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daarbij behorende bebouwing, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 18 Natuur
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van:
- 1. de natuurlijke waarden, zoals deze vooral tot uitdrukking komen in de vegetatie en de fauna;
- 2. de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid, kleinschaligheid, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes en het (micro)reliëf;
- 3. de geo(morfo)logische en bodemkundige waarden;
- b. agrarisch medegebruik;
- c. houtoogst;
- d. schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
- e. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- f. verblijfrecreatief terrein met maximaal 12 kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- g. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
- h. extensieve dagrecreatie;
- i. water en waterhuishouding,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken en voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
18.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
- c. het gebruik van de gronden als sport- en/of wedstrijdterrein;
- d. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. scouting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';
- c. motorclub, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorclub',
met daarbij behorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
19.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
- b. bos;
- c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;
met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
20.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. landschappelijke inpassing
- 4. de milieusituatie
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 6. de verkeersveiligheid;
- 7. de sociale veiligheid.
- 8. de externe veiligheid
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 47 lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 27; .
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterreinen alsmede natuurcampings;
- b. gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen niet genoemd onder d en e;
met daaraan ondergeschikt:- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. horeca;
- c. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen;
- d. (mobiele) kampeermiddelen;
- e. bouwwerken voor recreatief nachtverblijf in de vorm van stacaravans, trekkershutten en tenthuisjes;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten/ tenthuisjes voor permanente bewoning.
Artikel 22 Recreatie - Volkstuinen
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen voor de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby-)tuinbouw;
- b. gebouwen ten behoeve van de volkstuinen;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 23 Sport
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
- b. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- c. motorcrossterrein, ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein';
- d. modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
- e. vliegveld ten behoeve van de zweefvliegsport met daarbij behorende bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegveld';
- f. schietsportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietsportvereniging',
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 24 Verkeer
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden, met dien verstande dat niet meer dan het bestaande aantal rijstroken is toegestaan;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen,
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen.
24.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen, waaronder begrepen de (ongelijkvloerse) kruisingen met wegen en watergangen, alsmede voorzieningen ter reducering van het spoorweglawaai;
- b. uitsluitend station met voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation';
- c. uitsluitend parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein',
met daarbij bebouwing, erven, terreinen, water en groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 26 Water
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. scheepvaart;
met daaraan ondergeschikt:
- e. oeververbindingen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
- h. infrastructurele voorzieningen;
- i. extensieve dagrecreatie,
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
26.2 Bouwregels
Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 27 Wonen
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen
wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf; - b. bed & breakfast;
- c. de waterhuishouding;
- d. cultuurhistorische waarden;
- e. activiteiten tot de bestaande oppervlakte, ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Activiteit |
'agrarisch loonbedrijf' | Agrarisch loonbedrijf |
'atelier' | Atelier |
'bedrijf' | aannemersbedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling |
'detailhandel' | Detailhandel |
'hovenier' | Hoveniersbedrijf |
'jeugdopvang' | Jeugdopvang |
'kampeerboerderij' | Kampeerboerderij |
'kampeerterrein' | Kleinschalig kampeerterrein |
'kantoor' | Kantoor en reclamebureau |
'maatschappelijk' | Educatie en sociaal-maatschappelijke instelling |
'museum' | Museum |
'opslag' | Opslag |
'verblijfsrecreatie' | Verblijfsrecreatie |
'zorgwonen' | Zorgwonen |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
'specifieke vorm van agrarisch - pensionstal' | Pensionstal |
'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag' | Mestopslag |
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' | Veehandelsbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' | Veehouderij |
'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk timmerbedrijf' | Ambachtelijk timmerbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - autouitdeukerij' | Autouitdeukerij |
'specifieke vorm van bedrijf - biologische bloemkwekerij en -binderij' | Biologische bloemenkwekerij en -binderij |
specifieke vorm van bedrijf - dierenactiviteiten' | Dierenactiviteiten |
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension' | Dierenpension |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' | Machineverhuur, reparatie en verkoop |
'specifieke vorm van bedrijf - metselbedrijf' | Metselbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking' | Metaalbewerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf' | Opslag en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag van bouwmaterialen' | Bouwmaterialen opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' | Rietdekkersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' | Schildersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats' | Timmerwerkplaats en - bedrijf |
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' | Boerderijkamers |
'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein' | Recreatieterrein |
'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' | Safaritenten |
'specifieke vorm van recreatie - vakantie- en groepsaccommodatie' | Vakantie- en groepasaccommodatie |
'specifieke vorm van recreatie - wellness-camperplaatsen' | wellness-camperplaatsen |
'overig - stalling en verhuur van landbouw voertuigen' | Stalling en verhuur van landbouw voertuigen |
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven;
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
27.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
27.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 47.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
27.4 Afwijken van de bouwregels
27.5 Specifieke gebruiksregels
27.6 Afwijken van de gebruiksregels
27.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Leiding - Gas
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van gas door een midden-en hogedruk gastransportleiding;
- b. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsverbinding
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit;
- b. (een) ondergronse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - ondergrondse verbinding';
- c. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid29.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Leiding - Water
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van water door een (hoofd)waterleiding;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
30.2 Bouwregels
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 31.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 0 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan
5030 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Waarde - Archeologie 3
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Waarde - Archeologie 4
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waarde - Archeologie 5
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
35.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan
5030 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 36 Waarde - Archeologie 6
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
36.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 36.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5000 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan
5030 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 37 Waarde - Archeologie 7
37.1 Bestemmingsomschrijving
Voor de voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden geldt geen onderzoeksplicht.
Artikel 38 Waarde - Archeologie 8
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
38.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 39 Waarde - Archeologie 9
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 9' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
39.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 39.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 40 Waterstaat - Waterbergingsgebied
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
40.2 Bouwregels
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bedraagt ten hoogste 1 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.
40.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 40.2. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens het gebruikmaken van de bevoegdheid tot afwijken wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Artikel 41 Waterstaat - Waterkering
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
41.2 Bouwregels
41.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 42 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de hoogwaterbescherming;
- b. de waterhuishouding;
- c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van de verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
- d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
- e. uiterwaarden;
- f. verkeer te water.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
42.2 Bouwregels
42.3 Afwijken van de bouwregels
42.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
- b. het aanbrengen en instandhouden van beplanting hoger dan 2,5 m.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 43 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 44 Algemene Gebruiksregels
44.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, uitgezonderd voor zover in de regels toegestaan.
- b. het aanwezig hebben van en/of het gebruiken of laten gebruiken van bebouwing dat met toepassing van de beleidsregel 'Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen' is ingebracht als sloopoppervlak in een besluit dat reeds zes maanden onherroepelijk is.
44.2 Uitzondering strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.
Artikel 45 Algemene Aanduidingsregels
45.1 Bomenteelt
Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan.
45.2 Geluidzone - industrie
45.3 Landschapselement
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf.
45.4 Luchtverkeer
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer' geldt dat er, in verband met de veiligheid, beperkingen gelden voor het bouwen in verband met de aanwezigheid van een zweefvliegveld.
45.5 Luchtvaartverkeerzone
45.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
45.7 Milieuzone - intrekgebied
45.8 Milieuzone - waterwingebied
45.9 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.
45.10 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
45.11 Veiligheidszone - bedrijven
45.12 Veiligheidszone - lpg
45.13 Verkavelingsstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur' is een verkavelingspatroon aanwezig met ruimtelijke kenmerken, zoals omschreven in lid 3.1 van de bestemming Agrarisch.
45.14 Vrijwaringszone - molenbiotoop
45.15 Vrijwaringszone - waterstaatswerk
Artikel 46 Algemene Afwijkingsregels
46.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 47 Algemene Procedureregels
47.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 48 Algemene Wijzigingsregels
48.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 49 Overige Regels - Algemeen
49.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.
49.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a.
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; - b.
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; - c.
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; - d.
de parkeergelegenheid en laad- en los mogelijkheden; - e.
de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 50 Overige Regels - Vellen Houtopstanden
50.1 Kapverbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen. Een uitzondering op dit verbod geldt voor:
- 1. Coniferen, dennen, ceders, larixen, niet geknotte wilgen, niet geknotte populieren, lijsterbessen, sierkersen, sierappels, sierperen;
- 2. Berken, elzen en meidoorns voor zover ze deel uitmaken van een rijbeplanting van minder dan zes bomen of singelbeplanting van maximaal 2,5 meter breed en 5 meter lang;
- 3. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
- 4. Naaldbomen, niet ouder dan 20 jaar, die als kerstboom worden geteeld;
- 5. Kweekgoed;
- 6. Houtopstanden die bij wijze van dunning geveld moeten worden;
- 7. Houtopstanden die liggen binnen de bebouwde kom volgens de op grond van artikel 4.1
sub a van de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) vastgestelde grenzen en de houtopstand niet is aangemerkt als waardevolle boom/houtopstand conform de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger; - 8. Houtopstanden waarvan instandhouding volgens boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade en/of de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziekenwet, mits hiervoor toestemming is gegeven door het college van burgemeester en wethouders;
Deze uitzondering niet geldt voor houtopstanden die in het kader van de in lid 45.250.2 opgenomen herplantplicht of andere (private) overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.
50.2 Herplantplicht
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel lid 45.150.1 en de toestemming als bedoeld in artikellid45.150.1onder 8 een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde opleggen. Hierbij geldt dat:
- 1. de herplantplicht of de vergoeding van de Boomwaarde door het college van burgemeester en wethouders wordt opgelegd conform de vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger;
- 2. deze herplant- of vergoedingsverplichting ook kan worden opgelegd als het vellen van houtopstanden al zonder de benodigde vergunning en/of toestemming volgens artikel
45.150.1onder 8 is uitgevoerd.
50.3 Afwegingskader omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning als bedoeld in Artikel lid 45.150.1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
- 1. Natuur- en milieuwaarden;
- 2. Landschappelijke waarden;
- 3. Cultuurhistorische en archeologische waarden;
- 4. Waarden van stads- en dorpsschoon;
- 5. Waarden voor recreatie en leefbaarheid.
Artikel 51 Overige Regels - Parkeren
51.1 Parkeer, laad- en losruimte
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 52 Overgangsrecht
52.1 Overgangsrecht bouwwerken
52.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 53 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Chw bestemmingsplan 5e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen".
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Het “Chw bestemmingsplan 5e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.
1.2 Aanleiding
1.2.1 Verzamelplannen
De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de vijfde ronde voor het verzamelplan.
Tot en met 7 mei 2018 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:
- 1. Juni 2018 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
- 2. Juli – september 2018 Het college onderzoekt of uw plan haalbaar is.
- 3. Oktober 2018 – januari 2019 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
- 4. Voorjaar 2019 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
- 5. Juni 2019 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.
Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een project afwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 5e verzamelplan zijn de tussen 1 december 2017 en 1 januari 2019 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.
1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:
- 1. Meeleweg 110, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan.
- 2. Lemelerveldseweg 105, wijzigen van agrarische bestemming naar wonen.
- 3. Hagenweg 24, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woonbestemming op het perceel komt.
- 4. Slennebroekerweg 15, het realiseren van twee gebouwen voor verblijfsrecreatie.
- 5. Ankummer Es 21, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en het toepassen van Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan, waarbij ook op het perceel Ganzepanweg 1 gesloopt wordt en Ganzepanweg 1, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en het toepassen van VAB voor het realiseren van een woning in een karakteristieke schuur.
- 6. Poppenallee 21, toepassing Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan.
- 7. Dwarsweg 9, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan.
- 8. Haarweg 27, toepassen Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan.
- 9. Dalmholterweg 7, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en toe staan dat een schuur als pensionstal wordt gebruikt.
- 10. Kringsloot-Oost 2, het realiseren van een biologische bloemkwekerij.
- 11. Markeweg 5, toepassen van Sloop voor Kansen en een extra woning toe te staan waarbij ook op het perceel Vlierhoekweg 4 gesloopt wordt en op het perceel Vlierhoekweg 4 VAB toegepast wordt voor stalling en verhuur van landbouwmachines.
- 12. Brandweg 3/3A, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en het toepassen van VAB voor opslag van materialen voor therapeutische koebaden en caravanstalling.
- 13. Oosterhulst 31, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen.
- 14. Hagenweg 34, het verschuiven van het bestemmingsvlak wonen.
- 15. Westeinde 19A, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen.
- 16. G.W. van Marleweg 15, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen.
- 17. Vilstersedijk 13, legaliseren recreatief vakantiehuisje, realiseren 3 safaritenten in de wijngaard en realiseren recreatief appartement voor mindervaliden in bestaande schuur.
- 18. Hoevenweg 23/23A, toepassen van VAB voor het splitsen van een karakteristieke boerderij.
1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan
Na de opstelling van het bestemmingsplan 4e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 1 december 2017 en 1 januari 2019 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:
- Poppenallee 31A (Mataram) - restaureren en herbestemmen schuur-woning
Op het perceel Poppenallee 31A te Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het restaureren en herbestemmen van een monumentaal pand als schuur-woning. De verbouwing tot schuurwoning en de toevoeging van de aanduiding 'wonen' op dit pand wordt nu opgenomen in het bestemmingsplan. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.
- De Broekhuizen 3 - wijzigen gebruik dienstwoning Sluizencomplex Vechterweerd
Op het perceel De Broekhuizen 3 te Dalfsen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het renoveren van de dienstwoning Sluizencomplex Vechterweerd en het wijzigen van gebruik van dit pand van wonen naar kantoor- en expositieruimte. Het monumentale pand was al langere tijd niet meer als woning in gebruik. De verbouwing tot kantoor en expositieruimte wordt nu in het bestemmingsplan overgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.
1.2.4 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte
De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:
- 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
- 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
- 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
- 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
- 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
- 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
- 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
- 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
- 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
- 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
- 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
- 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.
1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het Chw bestemmingsplan 5e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:
- a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
- b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.5eVerzamelplanBG-vs01;
- c. Regels.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
2.2 Water
2.2.1 Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.
Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.
2.2.2 Nationaal Waterplan 2
Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.
2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw
Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:
- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.
De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.
In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.
2.3 Natuur
2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn
Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.
2.3.2 Wet natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.
2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)
Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.
Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?
In het Natuurnetwerk Nederland liggen:
- bestaande natuurgebieden, waaronder de 20 Nationale Parken;
- gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
- landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer;
- ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
- alle Natura 2000-gebieden.
Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.
De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.
2.4 Provinciaal Beleid
Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende verordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden en sindsdien geactualiseerd en vastgesteld op 26 september 2018.
2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur
De Omgevingsvisieis het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:
- goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
- versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke netwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
- investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
- beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
- ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaakt van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, et cetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.
De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.
Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)
Hierna worden de lagen nader toegelicht.
Of - generieke beleidskeuzes
Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.
In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.
De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.
Waar - ontwikkelingsperspectieven
Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.
De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.
Hoe - gebiedskenmerken
Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.
De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.
2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid
De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.
2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan
In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.
In de ruimtelijke ordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en inrichting van het betreffende gebied.
2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.
Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.
2.5 Gemeentelijk Beleid
2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen
De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.
In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.
Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld. Deze recreatieve aantrekkingskracht wil de gemeente stimuleren en de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het gebied vergroten door middel van maximaal zes 'contactpunten met de Vecht'. Hiertoe behoren de stuw bij Vilsteren, de pleisterplaats de Stokte met het daar bijbehorende pondje, het strandje bij Bellingeweer, kades en passantenhaven, en de stuw bij Vechterweerd.
2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen
In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen - voorheen Rood voor rood (RVR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)
Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan
In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Onderzoeken
Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.
De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.
In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.
3.1.1 Archeologie
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.
3.1.2 Bodemkwaliteit
Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.
In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.
Op basis van de bodemkwaliteitskaart is grondverzet zonder bodemonderzoek mogelijk. De spelregels hiervoor zijn opgenomen in de Nota Bodembeheer regio IJsselvecht.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.
3.1.3 Duurzaamheid
3.1.4 Externe veiligheid
3.1.5 Geluid
De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.
Er is een hogere waarde op basis van de Wet geluidhinder noodzakelijk voor de ontwikkeling Meeleweg 110 vanwege spoorweglawaai en voor het perceel Ganzepanweg 1 vanwege wegverkeerslawaai. Het ontwerp van deze hogere waarde beschikkingen is bij dit ontwerp bestemmingsplan gevoegd. Zie voor een toelichting hierop Bijlage 1 van de toelichting voor de Meeleweg 110 en Bijlage 5 van de toelichting voor de Ganzenpanweg 1.
Voor de overige ontwikkelingen is in de ruimtelijke onderbouwing nader ingegaan op het aspect geluid.
3.1.6 Luchtkwaliteit
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:
- a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
- b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
- c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
- d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
- woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
- infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
- kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.
Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.
3.1.7 Politiekeurmerk
Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:
• woning (W-eisen);
• complex (C-eisen);
• omgeving (O-eisen).
Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.
Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?
Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.
Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.
Integraal veiligheidsinstrument
Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.
Verschil nieuwbouw - bestaande bouw
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.
Certificaat Veilige Woning
Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.
Het politiekeurmerk is voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan geen toetsingskader. Het gaat om particuliere initiatieven waarbij de initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van een politiekeurmerk veilig wonen.
3.1.8 Water
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.
4.2 Opgenomen Initiatieven
Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven.
4.2.1 Meeleweg 110, Nieuwleusen
Op het perceel Meeleweg 110 staan voormalig agrarische gebouwen. Er worden geen agrarische activiteiten meer uitgevoerd op het perceel en de voormalige agrarische bijgebouwen staan voornamelijk leeg. De initiatiefnemers willen alle landschapsontsierende schuren (900m2) slopen en met toepassing van de Sloop voor kansen regeling een compensatiewoning realiseren.
In totaal wordt er 900 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.2 Lemelerveldseweg 105
Het perceel Lemelerveldseweg 105 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel en heeft nog een agrarische bestemming. De initiatiefnemers willen hier gaan wonen, dus is een bestemmingsplanwijziging nodig. Verder worden twee schuren gesloopt waarvan de sloop m2 voor vijf jaar zijn vastgelegd om ingezet te kunnen worden voor een ander initiatief.
Per saldo zal er minder bebouwing aanwezig zijn op het perceel door deze ontwikkeling.
4.2.3 Hagenweg 24
Het perceel Hagenweg 24 betreft een woonperceel. De initiatiefnemers willen een extra woonbestemming op het perceel realiseren door het toepassen van de Sloop voor kansen regeling. Hiervoor is 768 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt op het perceel Molenhoekweg 6 en 192 m2 op het perceel Kortersweg 13/13A. Omdat het perceel Kortersweg 13/13A meedoet aan de Sloop voor kansen regeling wordt de agrarische bestemming omgezet in een woonbestemming. Het perceel Molenhoekweg 6 heeft al een woonbestemming en wijzigt verder niet.
In totaal wordt er 960 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.4 Slennebroekerweg 15
Het perceel Slennebroekerweg 15 heeft een woonbestemming. Op het perceel zijn een tweetal bijbehorende bouwwerken aanwezig die gebruikt worden voor recreatief nachtverblijf. Omdat hier geen sprake is van voormalig agrarische bedrijfsbebouwing is het niet mogelijk gebruik te maken van de afwijkingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan om 'boerderijkamers' op te richten. Door deelname aan dit verzamelplan wordt recreatief nachtverblijf mogelijk gemaakt.
4.2.5 Ankummer Es 21 en Ganzepanweg 1
Aan de Ankummer Es 21 is een oud agrarisch perceel met diverse oude schuren aanwezig. De initiatiefnemers willen een compensatiewoning realiseren met toepassing van de Sloop voor kansen regeling. Op het erf staat een authentieke hooiberg die samen met een oud betonnen schuurtje en een kokshuis op het erf blijft staan. De overige landschapsontsierende bebouwing van 285 m2 op het perceel wordt gesloopt. Ook op het perceel Ganzepanweg 1 wordt 585 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt. De gesloopte m2 op beide percelen worden ingezet voor de realisatie van een compensatiewoning op het perceel Ankummer Es 21.
Verder wordt op het perceel Ganzepanweg 1 met toepassing van hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing een karakteristieke schuur verbouwd tot woning.
Beide percelen hebben nu een agrarische bestemming die omgezet wordt naar een woonbestemming.
In totaal wordt er 870 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.6 Poppenallee 21
De Poppenallee 21 betreft een voormalig agrarische perceel met bebouwing voor verschillende agrarische doeleinden. Het perceel heeft al een woonbestemming en is al enkele jaren niet meer als agrarisch in gebruik. De initiatiefnemer wil 587 m2 aan voormalig agrarische bebouwing slopen op het perceel Poppenallee 21. Ook op het perceel Slennebroekerweg 12 wordt een landschapsontsierende schuur van 364,5 m2 gesloopt. Hiervan wordt 331 m2 ingezet op het perceel Poppenallee 21 en samen met de 587 m2 kan hiervoor een compensatiewoning gerealiseerd worden.
In totaal wordt er 951,50 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.7 Dwarsweg 9
Het perceel Dwarsweg 9 betreft een agrarisch perceel met grote schuren. In totaal gaat het om 1.125 m2 landschapsontsierende, voormalige agrarische bebouwing. Met toepassing van de Sloop voor kansen regeling kan hierdoor een compensatiewoning worden gerealiseerd op het perceel. Bij een compensatiewoning mag volgens de beleidsregels 150 m2 aan bijbehorende bouwwerken gerealiseerd worden. Omdat er meer dan de gebruikelijke 850 m2 gesloopt wordt die nodig is voor een compensatiewoning met bijbehorend bouwwerk, mogen de extra sloop m2 opnieuw volgens de Sloop voor kansen regeling ingezet worden. Dit betekend dat bij de compensatiewoning een bijbehorend bouwwerk van maximaal 241 m2 gerealiseerd mag worden. Bij de bestaande woning blijft het bijbehorend bouwwerk van 140 m2 in stand.
In totaal wordt er 1.125 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.8 Haarweg 27
Op het perceel Haarweg 27A staan voormalig agrarische schuren met een oppervlak van 1.309 m2 waarvan een deel met asbest en een deel zonder asbest is. Deze schuren worden gesloopt en met toepassing van de regeling Sloop voor kansen wordt een compensatiewoning met bijbehorend bouwwerk gerealiseerd. Omdat er meer m2 gesloopt wordt dan voor een compensatiewoning met bijbehorend bouwwerk vereist is, worden de extra sloop m2 ingezet voor een groter bijbehorend bouwwerk. Dit bijbehorend bouwwerk mag maximaal 250 m2 zijn. Bij de bestaande woning blijft een bijbehorend bouwwerk van 131 m2 staan, dit mag nog aangevuld worden tot maximaal 150 m2.
In totaal wordt er 1.309 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.9 Dalmsholterweg 7
Het perceel Dalmsholterweg 7 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel en heeft nog een agrarische bestemming. De initiatiefnemers willen hier gaan wonen, daarom is een bestemmingsplanwijziging nodig. Verder willen de initiatiefnemers een bestaande schuur als pensionstal gebruiken. Het perceel krijgt daarom een woonbestemming met een aanduiding voor de pensionstal.
4.2.10 Kringsloot-Oost 2
Het perceel Kringsloot-Oost 2 betreft een woonperceel met opstallen. Rondom de woning hebben de gronden een agrarische bestemming. Initiatiefnemers willen op deze agrarische gronden biologische bloemen telen. In een bestaande schuur op het perceel worden de bloemen verwerkt tot boeketten, waardoor hier sprake is van een bloembinderij. Omdat deze activiteiten niet onder een aanhuisverbonden beroep en/of bedrijf valt krijgt het perceel de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biologische bloemenkwekerij en- binderij'. Met dit verzamelplan wordt dit geregeld.
4.2.11 Markeweg 5 en Vlierhoekweg 4
Aan de Markeweg 5 ligt een voormalige agrarische bedrijfswoning met twee voormalige agrarische bijgebouwen. Zowel de voormalige bedrijfswoning als de bijgebouwen zijn slecht onderhouden. De initiatiefnemers willen de schuren op het perceel slopen en 367m2 inzetten door gebruik te maken van het Sloop voor Kansen beleid. Daarnaast kopen ze 491m2 vastgelegd sloopoppervlak aan van de Vlierhoekweg 4. Samen geeft dit 858m2, voldoende sloopoppervlak om aan de Markeweg 5 een compensatiewoning te kunnen bouwen. De bestaande woning op het perceel zal opgeknapt worden.
Op het perceel Vlierhoekweg 4 zijn de agrarische activiteiten gestaakt en de schuren al gesloopt. De vierkante meters hiervan zijn destijds vastgelegd, zodat deze in een ander plan ingezet konden worden. Er is op het perceel nog één schuur blijven staan. Hier worden landbouwmachines van derden gestald, waarbij soms sprake is van verhuur. Door gebruik te maken van het VAB beleid, krijgt de schuur een aanduiding 'overig - stalling en verhuur van landbouwmachines'. Daarnaast wordt de bestemming gewijzigd van agrarisch naar wonen.
In totaal wordt er 858 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.12 Brandweg 3 en 3A
Er is één woning op het perceel Brandweg 3 aanwezig en een voormalige tweede bedrijfswoning op het perceel Brandweg 3A. Het perceel Brandweg 3 heeft samen met Brandweg 3A een agrarische bestemming. Op het perceel zijn voormalig agrarische schuren aanwezig. De huidige eigenaar wil 550 m2 aan landschapsontsierende agrarische bedrijfsbebouwing slopen en vastleggen voor maximaal vijf jaar. Deze sloop m2 kunnen binnen deze termijn elders bij een ander plan worden ingezet volgens de Sloop voor kansen regeling. De grote ligboxenstal en de oostelijke varkensstal blijven behouden op het perceel en krijgen met toepassing van de regeling hergebruik Voormalig Agrarische Bebouwing een vervolgfunctie. De voormalige ligboxenstal voor opslag van materialen voor therapeutische koebaden en de grote varkensstal voor stalling van caravans en/of campers.
4.2.13 Oosterhulst 31
Het perceel Oosterhulst 31 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een agrarische bestemming. De initiatiefnemers willen hier gaan wonen, daarom is een bestemmingsplanwijziging nodig. Verder zijn er twee paardenbakken op het perceel aanwezig. Het perceel krijgt daarom een woonbestemming met een aanduiding voor de paardenbakken.
4.2.14 Hagenweg 34
Initiatiefnemers willen gebruik maken van de afwijkingsbevoegheid uit het huidige bestemmingsplan om het bestemmingsvlak Wonen te verschuiven. Hierdoor kan een bijgebouw gerealiseerd worden buiten de waterkering. Door dit verzamelplan wordt de woonbestemming aangepast.
4.2.15 Westeinde 19A
Het perceel Westeinde 19A is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een agrarische bestemming. De initiatiefnemers willen hier gaan wonen, daarom is een bestemmingsplanwijziging nodig. De agrarische bestemming op het perceel wordt gewijzigd in een woonbestemming met dit verzamelplan.
4.2.16 G.W. van Marleweg 15
Het perceel G.W. van Marleweg 15 is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel met een agrarische bestemming. De initiatiefnemers willen hier gaan wonen, daarom is een bestemmingsplanwijziging nodig. Verder wordt er 500 m2 landschapsontsierende bebouwing met asbest gesloopt. De agrarische bestemming op het perceel wordt gewijzigd in een woonbestemming met dit verzamelplan.
4.2.17 Vilstersedijk 13
Het perceel Vilstersedijk 13 in Lemelerveld heeft de bestemming ´Wonen´. Op de naastgelegen agrarische grond worden nu druiven geteeld en wijn gemaakt en in de woning is ruimte voor 4 Bed & Breakfast kamers. Tussen de woning en de openbare weg bevindt zich een niet-vergunde vakantiewoning. De initiatiefnemers willen dit recreatieve verblijf legaliseren, tussen de wijnranken 3 luxe safaritenten plaatsen en in een bestaand gebouw een sanitaire ruimte en een recreatieverblijf voor mindervaliden realiseren. Op deze manier kunnen initiatiefnemers hun recreatieve activiteiten uitbreiden en aan maximaal 20 personen onderdak bieden. Via dit verzamelplan zal de woonbestemming op dit perceel gehandhaafd blijven en zal de uitbreiding van de recreatiemogelijkheden planologisch worden vastgelegd.
4.2.18 Hoevenweg 23 en 23A
De Hoevenweg 23 en 23A betreft een inwoonsituatie in een woonboerderij. Planologisch gezien is dit één woning. Voor de verkoopbaarheid van de woonboerderij, willen de initiatiefnemers de woning ook planologisch splitsen. Zij doen dit door gebruik te maken van het VAB-beleid, die een regeling bevat voor het splitsen van karakteristieke boerderijen. De ervenconsulent van het Oversticht heeft in dit geval aangegeven dat de boerderij karakteristiek is en dus in aanmerking komt voor splitsing. De bestemming van de boerderij blijft hetzelfde, namelijk wonen, maar de aanduiding maximum aantal wooneenheden = 2 wordt toegevoegd.
4.3 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten
4.3.1 Poppenallee 31A
De omgevingsvergunning voor het herbestemmen van een schuur tot woning op het perceel Poppenallee 31A te Dalfsen is verleend op 10 september 2018 en onherroepelijk geworden op 25 oktober 2018; zie
4.3.2 De Broekhuizen 3
De omgevingsvergunning voor het renoveren van de dienstwoning Sluizencomplex Vechterweerd en het wijzigen van gebruik van dit pand van wonen naar kantoor- en expositieruimte op het perceel De Broekhuizen 3 is op 19 november 2018 verleend en op 3 januari 2019 onherroepelijk geworden; zie
4.4 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen
Molenhoekweg 11
Op het perceel wordt de aanduiding voor de 2e bedrijfswoning opgenomen. Dit is niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijke vergunde situatie.
Dedemsweg 10
Op de plankaart wordt de aanduiding 'boerderijkamers opgenomen.
Oosterkampen 3
Op de plankaart wordt de aanduiding 'boerderijkamers opgenomen.
Slennebroekerweg 20
Op de plankaart wordt de aanduiding 'boerderijkamers opgenomen.
Kringsloot-Oost 7
Op de plankaart wordt de aanduiding 'boerderijkamers opgenomen.
Welsummerweg 55
Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt aangepast aan het oorspronkelijke erf. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.
Ruitenveen 1-1a
Op deze locatie wordt het bestaande oppervlak dat aanwezig mag zijn vastgelegd.
Molenhoekweg 2 Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
Om een schapenstal te vergunnen is het agrarisch zoekgebied aangepast. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.
De Hooigraven 7 Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
Om een uitbreiding aan een bestaande woning te vergunnen is het agrarisch zoekgebied aangepast. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.
Peezeweg 13 Aanpassing zoekgebied agrarisch bedrijf
Door eennieuw melklokaal te vergunnen is het agrarisch zoekgebied aangepast. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.
Leusener Es 3 Aanpassing woonvlak
Het perceel heeft een klein woonoppervlak waardoor er op het achtererf geen schuur gerealiseerd kan worden, terwijl dit al jaren als tuin in gebruik is. Een deel van de agrarische bestemming wordt omgezet in een woonbestemmingen dit verzamelplan verwerkt.
Petersweg 5B en 7
Op het perceel wordt de aanduiding voor de 2e bedrijfswoning opgenomen. Dit is niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijke vergunde situatie.
Molenhoekweg 6
Op deze locatie wordt het bestaande oppervlak van 430 m2 dat aanwezig mag zijn vastgelegd op de plankaart.
Uitkijktoren aan de Vecht
De functieaanduiding voor de uitkijktoren is per abuis niet goed op de verbeelding opgenomen. Met dit verzamelplan wordt dit gecorrigeerd.
Poppenallee 15A
Op het perceel wordt de aanduiding voor de 2e bedrijfswoning opgenomen. Dit is niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijke vergunde situatie.
Weth. Bijkersweg 3
Er is in het verleden een vergunning verleend met een herbouwmogelijkheid van 153 m2 aan bijgebouwen op het perceel. Dit is per abuis niet opgenomen in het bestemmingsplan. Daarom wordt met dit verzamelplan het maximaal te bebouwen oppervlakte van 363 m2 dat aanwezig mag zijn vastgelegd op de plankaart.
Kreuleweg 16
Op het perceel wordt de aanduiding voor de 2e bedrijfswoning opgenomen. Dit is niet goed opgenomen in Bestemmingsplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijk vergunde situatie.
Statumweg 4/4A
De maatvoering maximum oppervlakte (m2) is niet goed opgenomen in het 3e verzamelplan Buitengebied. De plankaart is aangepast naar de feitelijk vergunde situatie.
Aanpasing regels Archeologie
In 2008 is een beleidsplan archeologie opgesteld. Daarnaast is ook de archeologische beleidskaart voor de gemeente Dalfsen vastgesteld. In 2016 zijn de kaart en het beleid weer tegen het licht gehouden en waar nodig geactualiseerd en aangepast.
De notitie archeologiebeleid gemeente Dalfsen 2017 is vastgesteld op 27 februari 2017 en gepubliceerd op 8 september 2018.
De wijzigingen en/of aanvullingen op de regels voor archeologie worden met dit verzamelplan voor het buitengebied aangepast. Aanvragen om een omgevingsvergunning kunnen daarna aan de geactualiseerde beleidskaart worden getoetst.
Er zijn op de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart een aantal verschillende zones opgenomen: Archeologisch Waardevolle Gebieden (AWG) en Archeologisch Waardevolle Verwachtingsgebieden (AWV), Deze zijn verdeeld in 10 categoriën, te weten
- AWG categorie 1 archeologische monumenten, wettelijk beschermd, De gemeente Dalfsen kent geen archeologische rijksmonumenten. Deze categorie is dan ook niet opgenomen op de kaart en in het beleid
- AWG categorie 2 archeologische monumenten, niet wettelijk beschermd, met een attentiezone van 50 m - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 1
- AWG categorie 3 historische dorpskernen en overige historische vlakken met archeologische waarde - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 2
- AWG categorie 4 bekende archeologische vindplaatsen met rondom een attentiezone van 50 m - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 3
- AWV categorie 5 hoge archeologische verwachting en afgedekt - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 4
- AWV categorie 6 hoge archeologische verwachting - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 5
- AWV categorie 7 middelmatige archeologische verwachting - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 6
- AWV categorie 8 lage archeologische verwachting - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 7
- AWV categorie 9 lage archeologische verwachting voor nederzettingsresten, maar hoog voor watergerelateerde archeologische resten - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 8
- AWV categorie 10 laagwaterbedding Vecht, tussen 1720 en heden; lage archeologische verwachting voor nederzettingsresten, maar hoog voor watergerelateerde archeologische resten - Dit wordt in dit verzamelplan opgenomen als Waarde archeologie 9
Afwijkingvan de gebruiksregels voor wonen
De gemeenteraad heeft in 2017 de Aanpak Leegstand Buitengebied vastgesteld. Eén van de actiepunten hierin is om de 'belemmeringen in regels en procedures' weg te nemen. De gemeente ontvangt veel vragen over het bewonen van (agrarische) bedrijfswoningen. Bij verkoop wordt voor de financiering vaak gevraagd of het wonen is toegestaan. Op dit moment wordt dit via een tijdelijke ontheffing geregeld, waarbij men zich voor een definitieve regeling voor het eerst volgende verzamelplan moet aanmelden. Om deze procedure makkelijker te maken, wordt in dit verzamelplan binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch - Glastuinbouw', 'Agrarisch met waarden' en 'Bedrijf' een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Dit betekent dat burgemeester en wethouders via een omgevingsvergunning kunnen afwijken om toe te staan dat gewoond wordt in een (agrarische) bedrijfswoning op een voormalig (agrarisch) bedrijfsperceel. Voorwaarde voor medewerking is wel dat het uitsluitend bestaande en legale bedrijfswoningen betreft waarvan de bedrijfsfunctie beëindigd is. Daarnaast zijn voorwaarden dat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden aangetast en ook overige belangen niet onevenredig worden geschaad. In het eerstvolgende verzamelplan kan het perceel die een omgevingsvergunning heeft gekregen dan ambtshalve de bestemming wonen krijgen. Bouwactiviteiten op het perceel moeten wel wachten totdat de bestemming gewijzigd is.
Verder zijn enkele administratieve aanpassingen en aanvullingen in de regels opgenomen.
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.
In artikel 1 zijn de volgende begripsbepalingen aangevuld: pensionstal, safaritent en stalling en verhuur van landbouw voertuigen.Daarnaast is het perceel kadastraal bekend als gemeente Dalfsen sectie N nummer 1493 alcohol uitgesloten in de begripsbepaling van ondergeschikte (bijbehorende) horeca.
In artikel 2 wordt in 2.1.7 de wijze van meten voor de inhoud van een bouwwerk aangepast. In het basisplan is de wijze van meten voor de inhoud van een bouwwerk gebaseerd op de destijds geldende wettelijke standaarden. Als gevolg van deze standaarden gaan er door dikker wordende beganegrondvloeren of buitenmuren (isolatie) en bijvoorbeeld rieten daken delen van de inhoud van de woning verloren. Een rieten dak en een dikke vloer telt namelijk mee voor de inhoudsbepaling. Omdat de standaarden inmiddels niet meer wettelijke zijn voorgeschreven, is het gewenst de wijze van meten voor deze twee onderdelen aan te passen. De gemeente vindt het uit duurzaamheidsoogpunt (isolatie) en ruimtelijke kwaliteit (rieten daken) wenselijk om de wijze van meten aan te passen. Deze aanpassing wordt in deze herziening opgenomen.De nieuwe wijze van meten luidt als volgt: 'tussen de bovenkant van de beganegrondvloer, de binnenzijde van de buitenmuren en/of scheidsmuren en de binnenzijde van daken'.
In artikel 3 Agrarisch is geregeld dat op het perceel Vilstersedijk 13 drie safaritenten binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' aanwezig mogen zijn. Verder is in 3.6.1 lid d toegevoegd om met een afwijking de bedrijfswoning te gebruiken als woning en is in 3.6.2 lid d toegevoegd voor een extra voorwaarde voor de afwijking om de bedrijfswoning te mogen gebruiken als woning. In 3.6.3 lid l onder 4 wordt tekst toegevoegd om permanente bewoning tegen te gaan en de bestaande tekst onder 4 verwijderd omdat dit al in lid m is benoemd.
In artikel 4 wordt in 4.6.3 lid l onder 4 tekst toegevoegd om permanente bewoning tegen te gaan en de bestaande tekst onder 4 verwijderd omdat dit al in lid m is benoemd.
In artikel 5 wordt in5.6.3 lid l onder 4 tekst toegevoegd om permanente bewoning tegen te gaan en de bestaande tekst onder 4 verwijderd omdat dit al in lid m is benoemd. Daarnaast is in 5.1 lid m dagrecreatie voorzieningen verwijderd, omdat deze ook al opgenomen was in de tabel in lid o en er dus per abuis dubbel in stond.
In artikel 6 is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om de bedrijfswoning te gebruiken als woning onder de voorwaarden zoals opgenomen in het afwegingskader bij afwijking van de gebruiksregels en is er een wijizigingsbevoegheid opgenomen om de bestemming te wijzigen naar wonen als de bedrijfsactiviteiten zijn gestopt. Hieraan worden dezelfde voorwaarden gesteld als aan de al bestaande wijzigingsbevoegdheid in de agrarische bestemmingen. Dit sluit aan bij het doel 'belemmeringen in regels en procedures' wegnemen, zoals opgenomen in de Aanpak Leegstand Buitengebied.
In artikel 14 en 27 is voor de betreffende percelen waar ontwikkelingen plaatsvinden de voorwaardelijke verplichting opgenomen dat de percelen ook volgens de bij de regels behorende erfinrichtingsplannen ingericht moeten worden.
In artikel 14 kantoor is de aanduiding 'overig - expositieruimte' en specifieke gebruiksregels voor strijdig gebruik toegevoegd .
In artikel 23 sport is gebleken dat er bij 23.2.1 onder b geen bouwhoogte is opgenomen. Deze is nu toegevoegd en vastgesteld op 6 meter.
In artikel 27 wonen is de aanduidingen voor de nevenfuncties 'agrarisch loonbedrijf' (Vlierhoekweg 4), specifieke vorm van 'agrarisch - pensionstal' (Dalmsholterweg 7), 'specifieke vorm van agrarisch - bloemkwekerij en-binderij' (Kringsloot- Oost 2), 'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' (Vilstersedijk 13) en 'overig - stalling en verhuur van landbouw voertuigen' (Vlierhoekweg 4) toegevoegd. Voor de uitvoering van de diverse erftinrichtingplannen is een voorwaardelijke verplichting opgenomen. En zijn voor de plannen op de percelen Meeleweg 110 en Ganzepanweg 1 enkele aanvullende bouwregels gesteld. In de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken was bij de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - wellness-camperplaatsen' een deel van de tekst niet opgenomen dit is gecorrigeerd en is in 27.2.2 lid e de zinsnede toegevoegd dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk in afwijking gebouwd mag worden zoals aangegeven in het erfinrichtingsplan voor een bepaald perceel. In 27.4.1is lid e verwijderd omdat deze per abuis in het bestemmingsplan is gekomen en afwijkt van hetgeen onder de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken is toegestaan. In 27.5.1 is lid f toegevoegd voor strijdig gebruik voor Hoevenweg 23 en Ganzepanweg 1 vanwege het behoud van de karakteristiek van de bebouwing. In 27.51 lid j is toegevoegd voor Ganzepanweg 1 dat bewoning van de karakteristieke schuur tot strijdig gebruik wordt gerekend als de restauratie ervan niet volgens de eisen van de Monumentenwacht Flevoland Overijssel afgerond is. Verder is in de bestemmingsomschrijving het woord 'wonen' gewijzigd in 'woningen'. Daarnaast is in bij 27.5.1 strijdig gebruik sub a de zinsnede: 'of recreatief nachtverblijf' toegevoegd zodat dit overeenkomt met de afwijkingsbevoegdheid voor boerderijkamers in artikel 27.6.1.
In Artikel 31, 32, 35 en 36 zijn de regels aangepast aan het nieuwe gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart.
Artikel 33, 34, 37, 38 en 39 zijn toegevoegd vanwege de nieuwe gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart.
In Artikel 49 is 49.2 uitsluiting aanvullende werking bouwverordening verwijderd omdat het artikel uit de Woningwet waarnaar wordt verwezen is vervallen.
Verder zijn in diverse artikelen aanpassingen gedaan voor het experiment 'procedures vrijkomende agrarische bebouwing'.
Artikel 3 Agrarisch, Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw, Artikel 5 Agrarisch met waarden en Artikel 6 bedrijf
Afwijkingvan de gebruiksregels voor wonen
De gemeenteraad heeft in 2017 de Aanpak Leegstand Buitengebied vastgesteld. Eén van de actiepunten hierin is om de 'belemmeringen in regels en procedures' weg te nemen. De gemeente ontvangt veel vragen over het bewonen van (agrarische) bedrijfswoningen. Bij verkoop wordt voor de financiering vaak gevraagd of het wonen is toegestaan. Op dit moment wordt dit via een tijdelijke ontheffing geregeld, waarbij men zich voor een definitieve regeling voor het eerst volgende verzamelplan moet aanmelden. Om deze procedure makkelijker te maken, wordt in dit verzamelplan binnen de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch - Glastuinbouw', 'Agrarisch met waarden' en 'Bedrijf' een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Dit betekent dat burgemeester en wethouders via een omgevingsvergunning kunnen afwijken om toe te staan dat gewoond wordt in een (agrarische) bedrijfswoning op een voormalig (agrarisch) bedrijfsperceel. Voorwaarde voor medewerking is wel dat het uitsluitend bestaande en legale bedrijfswoningen waarvan de bedrijfsfunctie beëindigd is, betreft. Daarnaast zijn voorwaarden dat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden aangetast en ook overige belangen niet onevenredig worden geschaad. In het eerstvolgende verzamelplan kan het perceel die een omgevingsvergunning heeft gekregen dan ambtshalve de bestemming wonen krijgen. Bouwactiviteiten op het perceel moeten wel wachten totdat de bestemming gewijzigd is.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.
De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen. Wel heeft in deze fase het Overleg volgens artikel 3.1.1. Bro met diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.
7.1 Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere manier voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.
Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geïnformeerd over hun plannen.
7.1.1 Veiligheidsregio IJsselland
In het kader van vooroverleg heeft de Veiligheidsregio IJsselland op 15 januari 2019 schriftelijk een advies uitgebracht over de locaties in dit verzamelplan waarbij externe veiligheid een rol speelt. Het advies heeft betrekking op de volgende adressen: Ankummer Es 21, Hagenweg 24, Ganzepanweg 1, Vlierhoekweg 4 en Vilstersedijk 13. Hierna wordt in het kort het advies verwoord.
Door ligging van hoge druk aardgastransportleidingen voor de Hagenweg 24 en Vlierhoekweg 4:
- de woning zo ver als mogelijk van de buisleidingen af te situeren;
- de woning zodanig in te richten dat hier langere tijd kan worden geschuild tegen de warmtebelasting. Omdat naar verwachting de woningen (door de grote warmtebelasting) na verloop van tijd mee zullen gaan branden kunnen de aanwezigen maar tijdelijk schuilen in de woning;
- de vluchtwegen uit de woning en ontsluitingsweg van de hogedruk aardgasleiding af te situeren;
- aan de kant van de buisleiding te werken met blinde muren;
Door de ligging nabij de route gevaarlijke stoffen N35 en nabij aardgastransportleiding voor de Ganzepanweg 1:
- de nieuwe bebouwing zover mogelijk vanaf de N35 te situeren;
- daarnaast adviseert de Veiligheidsregio om te bekijken of de nieuw te bouwen woning zodanig kan worden gesitueerd dat er afscherming is van de bestaande bebouwing;
- de woning zodanig in te richten dat deze bestand is tegen de drukgolf ten gevolge van een BLEVE en er kan worden geschuild tegen de warmtebelasting. Omdat naar verwachting de woningen (door de grote warmtebelasting) na verloop van tijd mee zullen gaan branden kunnen de aanwezigen maar tijdelijk schuilen in de woningen;
- de vluchtwegen uit de woning en ontsluitingsweg van de hogedruk aardgasleiding af situeren;
- aan de kant van de buisleidingen te werken met blinde muren.
Door ligging nabij de route gevaarlijke stoffen over de N348 voor de Vilstersedijk 13:
Naast het nieuwe appartement worden willen de initiatiefnemers drie safaritenten plaatsen. De Veiligheidsregio wijst de initiatiefnemers erop dat de safaritenten geen enkele bescherming bieden tegen een BLEVE met een LPG tankwagen en een toxische wolk. De aanwezigen moeten dan worden gezien als mensen buiten. Zowel bij een BLEVE als bij een toxische wolk is de kans groot dat de aanwezigen zullen komen te overlijden. De Veiligheidsregio adviseert bij het ombouwen van de bestaande schuur naar sanitaire ruimte er rekening mee te houden dat deze kan dienen als vluchtplaats voor de aanwezigen.
Door ligging nabij een LPG-tankstation voor de Ankummer Es 21:
- om schade te voorkomen de nieuwe woning bestand is tegen > 0,03 bar.
Verder betrof het advies voor alle adressen het door risicocommunicatie op de hoogte brengen van de aanwezigen (bewoners en omwonenden) van de handelingsperspectieven bij een incident bij een buisleiding, bij een overstroming of bij een andere calamiteit.
Reactie gemeente:
Bij de keuze van situering van woningen spelen meerdere ruimtelijke aspecten een rol, te denken aan ruimtelijke kwaliteit en gemeentelijk beleid. Bij de Vlierhoekweg 4 en de Ganzepanweg 1 betreffen het bestaande gebouwen die een andere functie krijgen, zoals wonen. Hier kan voor wat betreft de situering niets aan gewijzigd worden. Voor de woning van de Hagenweg 24, een twee-onder-een-kap, is al een vergunning verleend op basis van het geldende bestemmingsplan. Het betreft slechts het planologisch splitsen. Ook in dit geval is het niet wenselijk om de situering nog te wijzigen. Voor alle erven geldt daarnaast dat het bestaande erven betreffen met bestaande uitwegen, waardoor ook deze niet gewijzigd kunnen worden.
De desbetreffende ruimtelijke onderbouwingen waar het advies betrekking op heeft, is aangepast op het advies van de Veiligheidsregio IJsselland. Daarnaast zijn alle eigenaren en bewoners geïnformeerd over de adviezen en zo nodig op de hoogte gebracht van de risico's en handelingsperspectieven bij een calamiteit.
7.1.2 Waterschap Drents Overijsselse Delta
In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het Waterschap gekomen. De uitkomsten hiervan zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens artikel 3.1.1 Bro met het Waterschap.
7.1.3 Provincie Overijssel
In het kader van vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening heeft het collega via een elektronische kennisgeving op 23 januari 2019 de provinciale eenheid Ruimte en Bereikbaarheid verzocht te adviseren over het '5e verzamelplan bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen'.
Op 14 februari heeft de provincie laten weten in te kunnen stemmen met het plan zoals het nu voorligt. Het plan is niet in strijd met het provinciale ruimtelijk beleid en de provincie ziet vanuit provinciaal belang geen beletsel voor het verdere vervolg van deze procedure.
Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen van 26 februari 2019 tot en met9 april 2019. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er zijn inhoudelijke zienswijzen binnengekomen.
In Bijlage 21 Nota van zienswijzen en wijzigingen zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Meeleweg 110
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Meeleweg 110
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 13
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 13
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Ganzepanweg 1
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Ganzepanweg 1
Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Kringsloot-oost 2
Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Kringsloot-Oost 2
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Dwarsweg 9
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Dwarsweg 9
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Haarweg 27a
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Haarweg 27A
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan G.w. Van Marleweg 15
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan G.W. van Marleweg 15
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Ankummer Es 21 (Twee Varianten)
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Ankummer Es 21 (twee varianten)
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Slennebroekerweg 15
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Slennebroekerweg 15
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Poppenallee 21
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Poppenallee 21
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Kortersweg 13/13a
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Kortersweg 13/13A
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 6
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 6
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Hagenweg 24
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Hagenweg 24
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Brandweg 3/3a
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Brandweg 3/3A
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Westeinde 19a
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Westeinde 19A
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 31
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 31
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan Lemelerveldseweg 105
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan Lemelerveldseweg 105
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Hagenweg 34
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Hagenweg 34
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Dalmsholterweg 7
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Dalmsholterweg 7
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Hoevenweg 23
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Hoevenweg 23
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 4
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 4
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Markeweg 5
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Markeweg 5
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan De Broekhuizen 3
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan De Broekhuizen 3
Bijlage 24 Percelen Intensieve Veehouderij
Bijlage 24 Percelen intensieve veehouderij
Bijlage 25 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 25 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 26 Horecalijst
CATEGORIE 1:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alsmede alcoholvrije dranken wordt verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie patisserie of een crêperie;
- 2. die wat betreft de exploitatievormen behoren bij en ondergeschikt zijn aan een maatschappelijke/sociaal/culturele hoofdfunctie, zoals kerkelijke centra.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, afval op straat.
CATEGORIE 2:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel) van de avonduren geopend zijn en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een cafetaria, snackbar of een shoarmazaak;
- 2. waarin hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorbeelden zijn een café, bar, eetcafé, pub of een café-restaurant;
- 3. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;
- 4. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders, zoals pizzeria's of (afhaal)restaurants.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, afvalopslag.
CATEGORIE 3:
zijn vormen van horeca:
waar zaalaccommodatie ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van het organiseren van bijeenkomsten, partijen en muziekavonden, en waar als nevenactiviteit wordt voorzien in het verstrekken van etenswaren en al dan niet alcoholhoudende dranken.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers.
CATEGORIE 4
zijn vormen van horeca;
zoals een discotheek en een dancing met een dansvloeroppervlak groter dan 10 m².
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vanuit de inrichting, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers, openbare orde problemen.
Bijlage 27 Recreatiewoningen Met Objectgebonden Gedoogbeschikking
Bestaande recreatiewoningen met objectgebonden gedoogbeschikking
Markeweg 10
Sterrebosweg 3
Sterrebosweg 5
Sterrebosweg 7
Tolhuisweg 17
Heinoseweg 13
Heinoseweg 21a
Bijlage 28 Functies En Waterwinning
Harmoniërende functies
Hieronder worden functies verstaan die goed samengaan met de drinkwaterwinning. Daarbij kan gedacht worden aan:
- extensieve land- en tuinbouw, waaronder beheerslandbouw en biologische land- en tuinbouw;
- extensieve recreatie;
- landschaps-, natuur- en bosbouw;
- landgoederen en buitenplaatsen.
Grote en grootschalige risicovolle functies
Hieronder wordt verstaan grote vormen van:
- (dag- en verblijfs)recreatie;
- woningbouw (minimaal 10 woningen);
- stedenbouw (winkelcentra, bedrijven voor horeca, handel en dienstverlening);
- autowegen (inclusief parkeerterreinen, transferia), spoorwegen (inclusief emplacementen) en waterwegen (inclusief havens);
- bedrijventerreinen;
- buisleidingen voor gas, olie(producten) of chemicaliën;
- nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallaties en diepteontgrondingen.
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Meeleweg 108
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Meeleweg 108
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Kringsloot-west 32
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Kringsloot-West 32
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Zwembadlaantje 1
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Zwembadlaantje 1
Bijlage 32 Erfinrichtingsschets Marshoekersteeg 17a
Bijlage 32 Erfinrichtingsschets Marshoekersteeg 17A
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Meeleweg 93
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Meeleweg 93
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan En Landschapsmaatregelen Landweg 2
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan en Landschapsmaatregelen Landweg 2
Bijlage 35 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 17a
Bijlage 35 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 17A
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Slagweg 9
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Slagweg 9
Bijlage 37 Erfinrichtingsschets Poppenallee 20
Bijlage 37 Erfinrichtingsschets Poppenallee 20
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 13
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 13
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan De Hooigraven 3
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan De Hooigraven 3
Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Wagteveldweg 5-7 En Maneweg Ong
Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Wagteveldweg 5-7 en Maneweg ong
Bijlage 41 Tuinplan Leemculeweg 3b
Bijlage 41 Tuinplan Leemculeweg 3B
Bijlage 42 Landschapsplan Leemculeweg 3b
Bijlage 42 Landschapsplan Leemculeweg 3B
Bijlage 43 Beeldkwaliteitsplan Leemculeweg 3b
Bijlage 43 Beeldkwaliteitsplan Leemculeweg 3B
Bijlage 44 Bijlage Erfinrichtingsplan Vossersteeg 74-76-78
Bijlage 44 Bijlage Erfinrichtingsplan Vossersteeg 74-76-78
Bijlage 45 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 45 Ruimtelijke Kwaliteitsplan Oosterveen 56 - De Stouwe 27 - Oosteinde 70
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Erfinrichtingsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13
Bijlage 47 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13
Bijlage 48 Beschikking Hogere Grenswaarde Woning Blikman Kikkertweg Naast Nr. 13
Beschikking Hogere Grenswaarde woning naast Blikman Kikkertweg nr 13
Bijlage 49 Landschappelijk Inpassingsplan Statumweg 1 En 4/4a
Landschappelijk inpassingsplan Statumweg 1 en 4/4A
Bijlage 50 Landschaps- En Beeldkwaliteitsplan Landgoed Mataram
Landschaps- en beeldkwaliteitplan Landgoed Mataram
Bijlage 51 Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36
Erfinrichtingsplan Vilstersestraat 36
Bijlage 52 Erfinrichtingsplan- En Schets Hagenweg 20
Erfinrichtingsplan- en schets Hagenweg 20
Bijlage 53 Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2a
Erfinrichtingsschetsen Hessenweg 66 - De Weide Mars 2/2A
Bijlage 54 Inrichtingsplan Kortersweg 9
Bijlage 55 Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4-6
Erfinrichtingsschets Hoevendwarsweg 4-6
Bijlage 56 Beeldkwaliteitsplan Hoevendwarsweg 4-6
Beeldkwaliteitsplan Hoevenweg 4-6
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2
Erfinrichtingsplan Kemminckhorstweg 2
Bijlage 59 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5-7
Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 5-7
Bijlage 60 Erfinrichtingplan Schapendrift 7a
Erfinrichtingsplan Schapendrift 7A
Bijlage 61 Erfinrichtingsschets Millingersteeg 1
Bijlage 22 Erinrichtingsschets Millingersteeg 1
Bijlage 62 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1a
Bijlage 23 Erfinrichtingsschets Dalmsholterweg 1A
Bijlage 63 Erfinrichtingsschets Grensweg 13
Bijlage 24 Erfinrichtingsschets Grensweg 13
Bijlage 64 Erfinrichtingsschets Venneweg 4
Bijlage 25 Erfinrichtingsschets Venneweg 4
Bijlage 65 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6
Bijlage 26 Erfinrichtingsschets Tolhuisweg 6
Bijlage 66 Erfinrichtingsschets Het Lage Veld 4
Bijlage 27 Erfinrichtingsschets Het lage veld 4
Bijlage 67 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27
Bijlage 28 Erfinrichtingsschets Ruitenveen 27
Bijlage 68 Erfinrichtingsplan Korenweg 1
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Korenweg 1
Bijlage 69 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Den Hulst 20
Bijlage 70 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Mataramweg 3
Bijlage 71 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Hessenweg 47
Bijlage 72 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 En 8
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan Rietmansweg 6 en 8
Bijlage 73 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1
Bijlage 34 Beeldkwaliteitsplan Ankummer Es 1
Bijlage 74 Landschapsplan Ankummer Es 1
Bijlage 35 Landschapsplan Ankummer Es 1
Bijlage 75 Materialisatieplan Ankummer Es 1
Bijlage 36 Materialisatieplan Ankummer Es 1
Bijlage 76 Beplantingsplan Ankummer Es 1
Bijlage 37 Beplantingsplan Ankummer Es 1
Bijlage 77 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Poppenallee 33
Bijlage 78 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 91
Bijlage 79 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11a
Bijlage 40 Erfinrichtingsplan Engellandweg 11A
Bijlage 80 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Mennistensteeg 4
Bijlage 81 Erfinrichtingsplan Hammerweg 10
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing Meeleweg 110
Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing Meeleweg 110
Bijlage 2 Ruimtelijke Onderbouwing Lemelerveldseweg 105
Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing Lemelerveldseweg 105
Bijlage 3 Ruimtelijke Onderbouwing Hagenweg 24, Molenhoekweg 6 En Kortersweg 13/13a
Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing Hagenweg 24, Molenhoekweg 6 en Kortersweg 13/13A
Bijlage 4 Ruimtelijke Onderbouwing Slennebroekerweg 15
Bijlage 4 Ruimtelijke onderbouwing Slennebroekerweg 15
Bijlage 5 Ruimtelijke Onderbouwing Ankummer Es 21 En Ganzepanweg 1
Bijlage 5 Ruimtelijke onderbouwing Ankummer Es 21 en Ganzepanweg 1
Bijlage 6 Ruimtelijke Onderbouwing Poppenallee 21 En Slennebroekerweg 12
Bijlage 6 Ruimtelijke onderbouwing Poppenallee 21 en Slennebroekerweg 12