1e herziening Bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen
Bestemmingsplan - gemeente
Vastgesteld op 26-10-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen van de gemeente Dalfsen, waarbij geldt dat alleen de gemarkeerde teksten in de regels de regels betreffen van dit plan; voor de leesbaarheid zijn ze weergegeven in de regels van het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen';
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0148.RterwngDlfshz1-vs01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aanhuisverbonden beroep:
het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Voorbeelden zijn: arts, tandarts, fysiotherapeut, advocaat, architect, notaris, accountant, makelaar, verzekeringsagent of geestelijk verzorger;
1.6 aanpijling
een op de plankaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
1.8 bebouwingspercentage
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;
1.9 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.10 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.11 bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie dat in de recreatiebungalows recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;
1.12 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.13 bestaand
Met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden via een omgevingsvergunning;
Met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan via een omgevingsvergunning;
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; indien en voor zover twee bestemmingsvlakken middels de aanduiding relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
1.16 bijbehorend bouwwerk
een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak;
1.17 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.20 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.22 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;
1.23 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.24 carport
een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden;
1.25 centrale voorzieningen
samengebrachte faciliteiten behorend bij en gericht op het ondersteunen en versterken van de hoofdfunctie;
1.26 dak
iedere bovenbeeïndiging van een gebouw;
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 duurzame recreatiewoning
een recreatiewoning uitgevoerd met een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) volgens NEN 7120 van ten hoogste 0,2;
1.29 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.30 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.31 horeca(bedrijf)
een bedrijf, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend;
1.32 landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
1.33 maaiveld
de gemiddelde hoogte van het terrein grenzende aan de gevels;
1.34 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.35 omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.36 onderkomens
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
1.37 ondersteunende horeca
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de verblijfsfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming. De oppervlakte benut voor ondersteunende horeca mag niet meer bedragen dan 55 m². Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden voor al dan niet besloten feesten en partijen is niet toegestaan;
1.38 peil
- 1. de kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
- 2. de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
- 3. indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil;
1.39 permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
1.40 plankaart
- a. de analoge verbeelding van het 1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen, bestaande uit de kaart met tekeningnummer NL.IMRO.0148.RterwngDlfshz1-vs01;
- b. de digitale verbeelding van het 1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen;
1.41 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.42 recreatiewoning
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.43 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.44 stacaravan
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;
1.45 trekkershut
een gebouw van eenvoudige constructie, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief woonverblijf van passanten;
1.46 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.47 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.48 winkel
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.49 woning
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
- b. infrastructurele voorzieningen die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
- c. de waterhuishouding;
- d. de extensieve recreatie (voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid);
- e. het behoud, de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes);
- f. nutsvoorzieningen;
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische cultuurgronden.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst die als Bijlage 2 bij deze regels is gevoegd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', mede een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst die als Bijlage 2 bij deze regels is gevoegd;
- c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', het wonen in een bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend voor parkeren;
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige-, sport-, spel- en groenvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Recreatie - Recreatiebedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiebedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van een recreatiebedrijf, waarbij door middel van bedrijfsmatigeexploitatie verblijfsrecreatie plaatsvindt in recreatiewoningen, stacaravans, trekkershutten, caravans en andere mobiele kampeermiddelen, zoals tenten, campers en vouwwagens en waarbij geldt dat per bestemmingsvlak niet meer dan één recreatiebedrijf is toegestaan;
- b. het als centrale voorziening uitoefenen van activiteiten gericht op dagrecreatie en ondergeschikte en daarbijbehorende:
- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst die als Bijlage 2 bij deze regels is gevoegd;
- c. landschappelijke inpassing;
- d. nutsvoorzieningen;
met daarbijbehorende gebouwen, een bedrijfswoning daaronder begrepen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, wegen, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen, sport- en spelvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiebedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik en/of het laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat permanente bewoning op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking zoals die zijn opgenomen in Bijlage 3 Lijst vanpermanente bewoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning';
- b. het gebruik van de gronden voor daar voorkomende bestemming(en) zonder de aanleg en instandhouding van bomen en andere beplantingen, zoals aangegeven in Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 6 Recreatie - Recreatiewoningenterrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoningenterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
- b. bos;
- c. bestaand infrastructurele voorzieningen;
- d. landschappelijke inpassing;
- e. nutsvoorzieningen;
waarbij geldt dat buiten de bouwvlakken de functie bos van primaire betekenis is;
met daarbijbehorende:
gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, wegen, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoningenterrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
6.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van
- a. het bepaalde in 6.2.1 onder a en toestaan dat (een deel van) het hoofdgebouw buiten het bouwvlak gerealiseerd mag worden, met dien verstande dat:
- 1. de afstand tot het bouwvlak niet meer dan 20 meter mag bedragen;
- 2. de afstand tot de afschermende beplanting minimaal 2 meter bedraagt;
- 3. het bepaalde in 6.2.1en6.2.2 onverkort van toepassing blijft;
- 4. door middel van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inpassingsplan wordt aangetoond dat de landschappelijke en natuurlijke waarden worden versterkt conform Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan;
- b. het bepaalde in6.2.1 ten behoeve van een duurzame recreatiewoning met een inhoud van 330 m3.
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik en/of het laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat:
- 1. permanente bewoning op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking zoals die zijn opgenomen in Bijlage 3 Lijst van permanente bewoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning';
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht' het bepaalde in 19.5 van toepassing is;
- b. het gebruik van de gronden voor daar voorkomende bestemming(en) zonder de aanleg en instandhouding van bomen en andere beplantingen, zoals aangegeven in Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Artikel 7 Sport
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren;
- b. ondergeschikte en daarbijbehorende horeca en sauna;
met daarbijbehorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
7.3 Nadere eisen
Artikel 8 Verkeer
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer,
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 9 Wonen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep;
- b. de waterhuishouding;
- c. cultuurhistorische waarden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een kleinschalig kampeerterrein is toegestaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een hoveniersbedrijf is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' voor het behoud van het monument;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes), afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' voor recreatief verblijf in gebouwen, niet zijnde recreatiewoningen, trekkershutten, campers, stacaravans, tenten en andere kampeermiddelen, waarbij:
- 1. ondersteunende voorzieningen zoals ondersteunende horeca zijn toegestaan;
- 2. 55 m2 van de bebouwing eveneens gebruikt mag worden voor een groepsaccommodatie voor maximaal 30 personen ten behoeve van dagrecreatie en bijeenkomsten ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen en erven.
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Nadere eisen
9.4 Afwijken van de bouwregels
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2 en worden toegestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) toegelaten bouwwerken worden gebouwd, mits het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens op een verzoek om afwijking te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de dijkbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Artikel 11 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de hoogwaterscherming;
- b. de waterhuishouding;
- c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
- d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
- e. uiterwaarden;
- f. verkeer te water;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
11.4 Afwijken van de bouwregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Afwijkende maatvoering
In afwijking van de in de regels vermelde:
- a. maximale maatvoering geldt dat indien een grotere maatvoering bestaand aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, deze grotere maatvoering als maximum mag worden gehanteerd;
- b. minimale maatvoering geldt dat indien een kleinere maatvoering bestaand aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp-bestemmingsplan, deze kleinere maatvoering als minimum mag worden gehanteerd.
13.2 Parkeren
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat per gebouw moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
14.1 Strijdig gebruik
14.2 Strafbepaling
Overtreding van het verbod gesteld in 14.1.1 wordt hierbij aangemerkt als een strafbaar feit en daarmee als een economisch delict als bedoeld in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
15.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 16 Algemene Procedureregels
16.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de ondera genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht Bouwwerken
18.1 Bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.
18.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
18.3 Uitzondering
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 19 Overgangsrecht Gebruik
19.1 Gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
19.2 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
19.3 Verbod
Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
19.4 Uitzondering
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
19.5 Persoonsgebonden overgangsrecht
- a. In aanvulling op het bepaalde in artikel 6.5, onder a en artikel 19 is permanente bewoning van de recreatiewoning Rosengaardeweg 47 door de heer J.H. Scholten en/of mevrouw J. Scholten-Orellanes toegestaan.
- b. Het persoonsgebonden overgangsrecht kan niet worden overgedragen aan of overgaan op een andere natuurlijke of rechtspersoon.
- c. Het persoonsgebonden overgangsrecht is uitsluitend van toepassing op de huidige locatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - persoonsgebonden overgangsrecht'.
Artikel 20 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen
oktober 2015.
Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering d.d. 26 oktober 2015.
Voorzitter,
Griffier,
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Voor de verblijfsrecreatieve terreinen in de gemeente Dalfsen geldt het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen'. Het geldende bestemmingsplan moet op een aantal onderdelen worden geactualiseerd. Dit wordt veroorzaakt doordat in een aantal gevallen bij de vaststelling gebruik is gemaakt van een gedateerde digitale ondergrond of door een onjuiste weergave van de GBKN. Bovendien worden de regels geactualiseerd.
Voor een aantal locaties wordt het bouwvlak aangepast, bestemmingen en aanduidingen gewijzigd en een aanvulling opgenomen voor de regeling voor carports en het strijdig gebruik. Het uitgangspunt is dat belanghebbenden dezelfde planologische rechten krijgen/behouden als de rechten die ze hadden op grond van het planologische regiem dat gold voor dit bestemmingsplan.
Om deze aanpassingen mogelijk te maken, is een herziening van het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' nodig. De voorliggende bestemmingsplanherziening biedt de planologisch-juridische regeling van deze aanpassingen.
1.2 Situering Van Het Plangebied
Het plangebied bestaat uit tien verblijfsrecreatieve terreinen. Het gaat om de volgende terreinen:
- Buitenplaats Gerner
- Camping Starnbosch
- Recreatiewoningenterrein Bosrandweg
- Camping de Stuw
- Vechtdalcamping het Tolhuis
- De Wildbaan
- De Stokte
- Recreatiewoningen Hessum/Bosweg (camping Madrid)
- Recreatiewoningenterrein Vlierhoek (Hammerweg)
- Nierveer
- Immenhorst en Moezenbeltweg
- Mooirivier
- Rosengaardeweg
- Camping Heidepark
- Camping de Rietkraag
Voor enkele locaties worden zowel de verbeelding als de regels aangepast, voor de overige locaties worden enkel de regels aangepast.
1.3 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het "1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen" bestaat uit de volgende stukken:
- verbeelding ID plannr. NL.IMRO.0148.RterwngDlfshz1-vs01;
- planregels.
Op de verbeelding is - voor de locaties waarvan de verbeelding wordt herzien - de bestemming van de in het plan begrepen gronden en opstallen aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten van het plan veilig te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin een planbeschrijving is opgenomen.
1.4 Opbouw Toelichting
De toelichting is als volgt opgebouwd: Het beleidskader is opgenomen in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 is ingegaan op de onderzoeksaspecten. Hoofdstuk 4 bevat de planbeschrijving. Een beschouwing over de economische uitvoerbaarheid en de resultaten van het gevoerde overleg, zijn beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 worden eventuele zienswijzen behandeld.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
Aangezien het voorliggende bestemmingsplan een herziening is van het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen', is sprake van voortzetting van het bestaande beleid en is geen sprake van nieuwe beleidsuitgangspunten. Daarom wordt voor het beleidskader kortheidshalve verwezen naar dat bestemmingsplan.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
De milieu- en omgevingsaspecten hoeven niet opnieuw te worden beschouwd. De aanpassingen in het voorliggende plan ten opzichte van 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' betreffen uitsluitend enkele bouwvlakken en aanpassingen van de bestemmingen en aanduidingen conform eerder geldende planologisch-juridische situaties en beperkte, ondergeschikte aanpassingen van de regels. Ze hebben geen gevolgen voor de milieu- en omgevingsaspecten. Voor deze aspecten wordt verwezen naar de genoemde plannen.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke bestemmingen / regeling er nu voor het plangebied gelden en op welke wijze deze worden herzien met het voorliggende bestemmingsplan.
4.2 Huidige Situatie
De Stuw 46
Op de locatie is een recreatiewoning aanwezig. In het bestemmingsplan 'De Stuw' was hiervoor een bouwvlak opgenomen. De aanwezige recreatiewoning ligt binnen dat bouwvlak. Het bouwvlak is niet correct overgenomen in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen'.
Rosengaardeweg 62 en naast nummer 38
De locaties betreffen twee onbebouwde percelen. In het bestemmingsplan 'Rosengaardeweg' was voor deze percelen de mogelijkheid opgenomen om een recreatiewoning te bouwen. De betreffende bouwvlakken zijn niet opgenomen in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen'.
Nierveer, een aantal adressen
Op het terrein zijn recreatiewoningen aanwezig. De bouwvlakken voor deze recreatiewoningen waren opgenomen in het bestemmingsplan 'Nierveer'. In het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' is voor drie locaties een bouwvlak teveel opgenomen.
Maneweg 7 en 9
De locaties Maneweg 7 en 9 liggen op het perceel Q, 1775. In het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' is voor het perceel een woonbestemming met een bouwvlak opgenomen. Echter, Maneweg 7 en 9 liggen op een recreatieterrein en dus is de woonbestemming niet correct. Nummer 7 is de oorspronkelijke bedrijfswoning. Nummer 9 is een recreatiewoning (permanente bewoning toegestaan) annex receptie voor het recreatieterrein.
Hammerweg 10
De locatie Hammerweg 10 was opgenomen in het oorspronkelijke bestemmingsplan '1e herziening rekreatieterrein Vlierhoek Hammerweg 10'. Vervolgens is de locatie opgenomen in zowel het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' als in het bestemmingsplan 'Buitengebied Gemeente Dalfsen'. De locatie is in deze bestemmingsplannen verschillend bestemd.
Regeling carports
In het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' is geen begripsbepaling opgenomen voor carports en is in de algemene afwijkingsregels ook geen maximale oppervlaktemaat opgenomen. In het kader van "goede ruimtelijke ordening" is dit echter wel gewenst.
Het laten gebruiken van recreatiewoningen
Voor het gebruik van recreatiewoningen zijn specifieke gebruiksregels opgenomen in het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen'. Echter, in het kader van de ruimtelijke ordening is het gewenst om ook 'het laten gebruiken' van recreatiewoningen toe te voegen aan de specifieke gebruiksregels.
Bedrijfswoningen
In het bestemmingsplan zijn regels opgenomen voor het al dan niet toestaan van bedrijfswoningen.
Binnen de bestemming 'Horeca' is uitsluitend een bedrijfswoning toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Binnen de bestemming 'Recreatie - Recreatiebedrijf' is voor bedrijfswoningen de volgende regeling opgenomen:
- a. per bestemmingsvlak is niet meer dan 1 bedrijfswoning toegestaan, tenzij het bestaand aantal bedrijfswoningen meer bedraagt, in welk geval dat aantal is toegestaan;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan;
Een voorbeeld hiervan zijn de terreinen aan De Stuw / Maneweg. Daar zijn drie terreinen met de bestemming 'Recreatie - Recreatiebedrijf' gelegen. Deze terreinen hebben een bestaande bedrijfswoning. Deze bedrijfswoningen zijn als zodanig toegestaan. Op de volgende afbeelding is dit in beeld gebracht.
Afbeelding: Voorbeeld bedrijfswoningen
Het bovenstaande is ter verduidelijking opgenomen. De regeling voor de bedrijfswoningen blijft in stand.
4.3 Nieuwe Situatie
De Stuw 46
Voor de locatie De Stuw 46 wordt het bouwvlak opgenomen conform het oorspronkelijke bestemmingsplan 'De Stuw'. Het bouwvlak wordt verschoven naar het perceel Q 2152.
Rosengaardeweg 62 en naast nummer 38
Voor de percelen Rosengaardeweg 62 en naast nummer 38 wordt een bouwvlak opgenomen conform het bestemmingsplan 'Rosengaardeweg'.
Nierveer, een aantal adressen
De bouwvlakken voor de recreatiewoningen worden hersteld volgens het bestemmingsplan 'Nierveer'. Voor 3 locaties wordt het bouwvlak verwijderd.
Maneweg 7 en 9
Voor Maneweg 7 en 9 (perceel Q, 1775) wordt de bestemming 'Wonen' aangepast naar de bestemming 'Recreatie - Recreatiebedrijf'.
Voor Maneweg 7 wordt, de bedrijfswoning, wordt het bouwvlak overgenomen. Maneweg 7 was en is de bedrijfswoning. Bij De Stuw zijn meerdere terreinen met bedrijfswoningen aanwezig. Zie paragraaf 4.2.
Voor Maneweg 9 wordt een bouwvlak voor de bestaande recreatiewoning opgenomen. Op deze locatie is permanente bewoning toegestaan. Daarom wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' toegevoegd en wordt de locatie opgenomen in de bijlage bij de regels.
Hammerweg 10
De locatie wordt bestemd conform de situatie uit het oorspronkelijke bestemmingsplan '1e herziening recreatieterrein Vlierhoek, Hammerweg 10', namelijk een woonbestemming en een agrarische gebiedsbestemming.
Regeling carports
In de regels wordt een begripsbepaling voor carports opgenomen en wordt in de algemene afwijkingsregels een maximale oppervlaktemaat voor carports toegevoegd, namelijk 30 m2.
Het laten gebruiken van recreatiewoningen
In de regels wordt aan de specifieke gebruiksregels over het gebruik van recreatiewoningen ook 'het laten gebruiken' van recreatiewoningen toegevoegd. Dit betreft de artikelen 5.5 en 6.5.
Hoofdstuk 5 Economische En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Het betreft hier een bestemmingsplan dat in hoofdlijnen conserverend is, waarbij de juridisch-planologische situatie van een aantal locaties wordt hersteld. Binnen de terreinen is ruimte om het terrein, binnen een aantal randvoorwaarden, naar eigen inzicht in te vullen. Of dit gebeurt, hangt af van het initiatief van de eigenaar van het terrein. Eventuele kosten voor het herinrichten van een recreatieterrein zijn voor rekening van de eigenaar. Er zijn voor de gemeente geen uitvoeringskosten in relatie tot dit bestemmingsplan aanwezig die noodzaken tot het opstellen van een specifiek onderzoek naar economische aspecten. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan is daarom geen exploitatieplan nodig.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
De maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. In dat kader heeft de gemeente onderzocht of er mogelijk belangen van derden worden geschaad. Ook heeft er vooroverleg met de betrokken overheidsinstanties plaatsgevonden.
Inspraak
Bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan is geen mogelijkheid tot inspraak geboden. Het bestemmingsplan heeft geen nadelige gevolgen voor derden. Als er toch bezwaren zijn dan kunnen deze via een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan naar voren worden gebracht.
Overleg
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet in het kader van het overleg als bedoeld in art. 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening overleg worden gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.
Het bestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' is aan de daartoe aangewezen instanties toegezonden. Er is één reactie ingekomen van de provincie. De provincie laat weten dat het plan geen reden biedt om GS te adviseren een zienswijze in te dienen. De reactie van de provincie wordt voor kennisgeving aangenomen.
Hoofdstuk 6 Zienswijzen En Kennisgeving
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan '1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' heeft voor een periode van zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Er is één zienswijze ingediend. In Bijlage 1 is de zienswijzennota opgenomen. Naar aanleiding van de zienswijze wordt het bestemmingsplan niet gewijzigd.
Kennisgeving
Van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan' 1e herziening bestemmingsplan Recreatieterreinen en recreatiewoningen gemeente Dalfsen' is een kennisgeving gedaan aan de daartoe aangewezen instanties. Er is één reactie ingekomen van de provincie. De provincie laat weten dat het plan geen reden biedt om GS te adviseren een zienswijze in te dienen. De reactie van de provincie wordt voor kennisgeving aangenomen.
oktober 2015.
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 2 Horecalijst
CATEGORIE 1:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en daarmee qua openingstijden nagenoeg sporen en waar naast kleinere etenswaren alsmede alcoholvrije dranken wordt verstrekt, zoals een lunchroom, koffiehuis, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie, patisserie of een crêperie;
- 2. die wat betreft de exploitatievormen behoren bij en ondergeschikt zijn aan een maatschappelijke/sociaal/culturele hoofdfunctie, zoals kerkelijke centra.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, afval op straat.
CATEGORIE 2:
zijn vormen van horeca:
- 1. die wat betreft exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, maar qua openingstijden daarvan afwijken in die zin, dat ze ook in (een deel) van de avonduren geopend zijn en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn een cafetaria, snackbar of een shoarmazaak;
- 2. waarin hoofdzaak al dan niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt. Voorbeelden zijn een café, bar, eetcafé, pub of een café-restaurant;
- 3. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die ter plaatse worden geconsumeerd, zoals een restaurant, bistro, poffertjeszaak, pannenkoekenhuis, hotel-restaurant of pension;
- 4. waar in hoofdzaak maaltijden worden verstrekt, die deels ter plaatse worden geconsumeerd maar voor een belangrijk deel ook elders, zoals pizzeria's of (afhaal)restaurants.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, stankoverlast, afval op straat, afvalopslag.
CATEGORIE 3:
zijn vormen van horeca:
waar zaalaccommodatie ter beschikking wordt gesteld ten behoeve van het organiseren van bijeenkomsten, partijen en muziekavonden, en waar als nevenactiviteit wordt voorzien in het verstrekken van etenswaren en al dan niet alcoholhoudende dranken.
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers.
CATEGORIE 4
zijn vormen van horeca;
zoals een discotheek en een dancing met een dansvloeroppervlak groter dan 10 m².
Mogelijke effecten zijn: komen en gaan, parkeerdruk, geluidsoverlast vanuit de inrichting, geluidsoverlast vertrekkende bezoekers, openbare orde problemen.
Bijlage 3 Lijst Van Permanente Bewoning
Bijlage 3 Lijst van permanente bewoning