KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Functieregels
Artikel 3 Detailhandel
Artikel 4 Detailhandel - Begane Grond
Artikel 5 Dienstverlening - Begane Grond
Artikel 6 Horeca - 2a Begane Grond
Artikel 7 Maatschappelijk
Artikel 8 Maatschappelijk - Begane Grond
Artikel 9 Wonen
Artikel 10 Wonen - Gestapeld
Hoofdstuk 3 Bouwregels
Artikel 11 Bouwregel-07
Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen
Artikel 12 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 13 Waarde - Archeologie - 4
Hoofdstuk 5 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Artikel 15 Algemene Bouwregels
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 6 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Hoofdstuk 1 Chw Deventer Stad En Dorpen, Herstelbesluit
1.1 Inleiding
1.2 Leeswijzer En Planopzet
1.3 Tussenuitspraak Plandeel C
1.4 Herstelbesluit
Bijlage 1 Staat Van Beroeps- Of Bedrijfsactiviteiten Aan Huis
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Tussenuitspraak Plandeel C

Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel C, WKC Colmschate

Bestemmingsplan - gemeente Deventer

Vastgesteld op 11-05-2022 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het Chw Deventer, stad en dorpen, WKC Colmschatemet identificatienummer NL.IMRO.0150.Chw001Cwkc-VG02 van de gemeente Deventer;

1.2 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 afhaalcentrum

het bedrijfsmatig leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder koop/ verkoop ter plaatse en zonder uitstalling ten verkoop; koop/ verkoop en uitstalling vinden elders plaats, bijv. via internet;

1.7 agrarisch bedrijf

een ter plaatse functionerend deeltijd, reëel of volwaardig agrarisch bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in de volgende productietakken:

  1. a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en boomkwekerij;
  2. b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan;
  3. c. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste 250 m² bedrijfsoppervlakte dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden, of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
  4. d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  5. e. sierteelt en boomkwekerij: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen in open grond, in potten of in containers, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen;
  6. f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
  7. g. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.

1.8 agrarisch loonbedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden op het gebied van grondverzet en cultuurtechniek, voor zover deze werkzaamheden in het buitengebied plaatsvinden;

1.9 ambachtelijk bedrijf

een bedrijf dat geheel of overwegend gericht is op het door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht;

1.10 asielzoekerscentrum

een centrum voor de opvang en tijdelijke huisvesting van asielzoekers;

1.11 autobedrijf

bedrijf, gericht op de reparatie en detailhandel in auto's en motorfietsen en bijbehorende onderdelen en accessoires, maar waar geen fabricage van auto's en motorfietsen zelf plaatsvindt;

1.12 autoreparatiebedrijf

bedrijf, gericht op de reparatie van auto's en motorfietsen en de detailhandel in bijbehorende onderdelen en accessoires, maar waar geen fabricage van of detailhandel in auto's en motorfietsen zelf plaatsvindt;

1.13 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.14 bebouwingspercentage

een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van de nader in de planregels omschreven gronden aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.15 Bed and Breakfast-voorziening

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;

1.16 bedrijfsvloeroppervlakte

de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en overige ruimten aangewend voor de bedrijfsuitoefening van het desbetreffende bedrijf;

1.17 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon of personen, wiens huisvesting daar, gelet op de toegelaten functie van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;

1.18 beperkt kwetsbaar object

  1. a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal 2 woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
  2. b. bedrijfswoningen van derden;
  3. c. kantoorgebouwen, voorzover zij niet vallen onder het begrip kwetsbaar object;
  4. d. hotels en restaurants, voorzover zij niet vallen onder het begrip kwetsbaar object;
  5. e. winkels, voorzover zij niet vallen onder het begrip kwetsbaar object;
  6. f. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  7. g. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet vallen onder het begrip kwetsbaar object;
  8. h. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet vallen onder het begrip kwetsbaar object;
  9. i. objecten die met de onder a tot en met f en h genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  10. j. objecten met een hoge infrastructurele waarde zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
  11. k. overige beperkt kwetsbare objecten genoemd in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.19 beroep of bedrijf aan huis

een beroep of bedrijf dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.20 beschermd stadsgezicht

stadsgezicht dat als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet 1988 is aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant;

1.21 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en dakvorm

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en dakvorm van een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarbij het voorgaande niet van toepassing is op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan;

1.22 bestaand gebruik

gebruik van grond(en) en (een) bouwwerk(en) zoals dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan bestaat of rechtens mag bestaan, waarbij het voorgaande niet van toepassing is op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;

1.23 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.24 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde toegelaten functie;

1.25 Bevi inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.26 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.27 bijbehorende voorzieningen

wegen, voet- en fietspaden, verkeersvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, civiele kunstwerken, water, geluidbeperkende voorzieningen;

1.28 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in zowel functioneel als architectonisch opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw;

1.29 binnentuin

een tuin omsloten door bebouwing en die door de situering, de omvang en de ligging als ruimtelijk en/of cultuurhistorisch van belang beschouwd kan worden;

1.30 bodembedreigende werken / activiteiten

activiteiten en/of werken als gevolg waarvan sprake is (of kan zijn geweest) van bodembelasting en waarvan deze bodembelasting kan (of heeft kunnen) leiden tot een aantasting van de bodemkwaliteit. Onder bodembedreigende werken worden in elk geval begrepen boorputten, grond- en funderingswerken, gebouwen in de zin van de Woningwet, (water- en spoor-)wegen, parkeergelegenheden voor motorvoertuigen, kampeerterreinen, kampementen, recreatiecentra, leidingen, voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater, installaties, opslagreservoirs, begraafplaatsen en terreinen voor de uitstrooiing van as;

1.31 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.32 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.33 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.34 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.35 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.36 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.37 bouwwijze

de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, waarbij:

  1. a. onder aaneengebouwd wordt verstaan een hoofdgebouw, dat deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdgebouwen en/of andere functies, waarvan het hoofdgebouw aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
  2. b. onder twee-aaneen wordt verstaan een hoofdgebouw, dat deel uitmaakt van een blok van maximaal twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één-kap);
  3. c. onder vrijstaand wordt verstaan een hoofdgebouw, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw is aangebouwd;

1.38 brutovloeroppervlakte (bvo)

de gezamenlijke vloeroppervlakte van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.

Tot de bvo van een gebouw worden gerekend de oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en leidingschacht op elk vloerniveau. De oppervlakte van een vrijstaande uitwendige kolom, indien deze groter is dan 0,5 m².

De oppervlakte van buitenruimten zoals loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden niet tot de bvo van een gebouw gerekend.

1.39 Campus Gasfabriek

een agglomeratie van samenhangende activiteiten waarin innovatie leidt tot nieuwe producten, groei van ondernemingen en werkgelegenheid.

De campus richt zich op het huisvesten van innovatieve startende bedrijven en / of innovatieve bedrijfsonderdelen en daarmee samenhangende ondersteunende bedrijven en opleidingsactiviteiten.

Hieronder wordt mede verstaan het bieden van ontmoeting door evenementen en bijeenkomsten.

Kantoren mogen uitsluitend ondersteunend zijn aan de ter plaatse gevestigde bedrijven en activiteiten

1.40 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.

1.41 dak

iedere bovenbeëindiging van een bouwwerk;

1.42 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.43 dienstverlening

het bedrijfsmatig verrichten van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;

1.44 drinkwaterbedrijf

een bedrijf uitsluitend of mede bestemd tot:

  1. a. openbare drinkwatervoorziening door productie van water en/of levering van drinkwater aan consumenten of andere afnemers, of
  2. b. levering van drinkwater aan een bedrijf of bedrijven als bedoeld onder a.

1.45 duurzame energie

vormen van hernieuwbare energie die verkregen worden uit andere dan fossiele brandstoffen (zoals aardgas). Hieronder wordt onder andere begrepen energie die uit wind, stromend water, zonnestraling en aardwarmte wordt verkregen, maar ook energie die vrijkomt bij verwerking van afval (vooral verbranding) of biomassa. Het gaat om energie waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld;

1.46 duurzame energievoorziening

een voorziening die het mogelijk maakt om een gebouw te voorzien van duurzame energie;

1.47 economisch cluster Havenkwartier

bedrijfsmatige activiteiten op het gebied van mode, grafisch ontwerp, gaming, architectuur, marketing en/of nieuwe media; de niet- dagelijkse artikelensector, dan wel creatieve en experimentele bedrijvigheid in de hoofdsectoren:

  1. a. kunsten;
  2. b. (nieuwe) media en entertainment, zoals gaming;
  3. c. creatieve zakelijke dienstverlening, zoals architectuur en marketing;
  4. d. ambachtelijke bedrijvigheid voor zover artistieke vaardigheden en unieke inhoud voorop staan, zoals mode en grafisch ontwerp;

1.48 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.49 erf

een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw, en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.50 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.51 evenement

een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de openlucht, binnen gebouwen of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca;

1.52 extensieve dagrecreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, natuurobservatie en natuurspeelplaatsen;

1.53 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.54 geluidbelasting

de geluidbelasting vanwege een weg of een spoorweg;

1.55 geluidgevoelige functies

in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidgevoelig object wordt aangemerkt;

1.56 geluidgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.57 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;

1.58 gemeentewerf

een terrein waarop opslag, stalling of arbeid plaats vindt ten behoeve van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte;

1.59 gevellijn

de in een bouwvlak als zodanig aangegeven bouwgrens;

1.60 gezondheidscampus

een locatie waar verschillende zorgfuncties en zorggerelateerde functies een plek hebben, waaronder (para)medische en gezondheidsbevorderende voorzieningen, een zorghotel, een apotheek, een kenniscentrum, onderwijsvoorzieningen, een healthcenter, voorzieningen en bedrijven op het gebied van wellness en sport, overnachtings- en verblijfsruimten voor personeel en familie van patiënten en (dienstverlenende) bedrijven op het gebied van zorg, alsmede ondersteunende en/of ondergeschikte zorgfuncties die onderdeel uitmaken van de zorgketen, zoals kantoorvoorzieningen, gemeenschappelijke ruimten, horeca, detailhandel en kinderdagopvang;

1.61 groepsrisico

De kans per jaar dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting die ontstaat door een ongeval met gevaarlijke stoffen;

1.62 groothandel

een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

1.63 grootschalige detailhandel

detailhandelsvestiging met doorgaans een minimale bedrijfsvloeroppervlakte van 750 m2 tot 1.000 m2, waarvoor vestiging buiten een winkelconcentratiegebied is toegelaten en waarvoor branchebeperkingen op basis van het grootschalige detailhandelsbeleid kunnen gelden;

1.64 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.65 horecavloeroppervlakte

de oppervlakte van de ruimte binnen een horecabedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.66 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige toegelaten functie van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegelaten functie het belangrijkst is;

1.67 hotelappartement

een deel van een gebouw dat uitsluitend bedoeld is om gebruikt te worden door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft;

1.68 individueel aaneen gebouwd

een (hoofd)gebouw op een zodanige wijze aaneen gebouwd dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in het onderling verschil in goothoogte, dakvorm en/of gevelbelijning;

1.69 industriële restwarmte

energie in de vorm van warmte die vrijkomt bij energieomzetting bij industriële processen en welke in dit proces niet wordt benut voor hergebruik;

1.70 kantoor

een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodaties (uitgezonderd de daarvoor uitgesloten locaties);

1.71 kap

een dak met een nok en een zekere helling;

1.72 kassen

bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen;

1.73 kringloopbedrijf

een bedrijf waar de activiteiten bestaan uit het inzamelen, selecteren, sorteren en repareren van tweedehands goederen die vervolgens weer te koop worden aangeboden. Aan een kringloopbedrijf worden goederen 'om niet' aangeboden.

1.74 kwetsbaar object

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens met een dichtheid van meer dan 2 per hectare, uitgezonderd bedrijfswoningen;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen, of
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlakte van meer dan 1500 m² per gebouw, of
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan de gezamenlijke brutovloeroppervlakte meer dan 1000 m² bedraagt en winkels met een totaal brutovloeroppervlakte van meer dan 2000 m² per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd of een winkel die vergelijkbare aantallen bezoekers trekt;
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
  5. e. overige kwetsbare objecten genoemd in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.75 landgoed

functionele eenheid, bestaande uit bos en overige natuur, waarop één of meer landhuizen met een karakteristieke verschijningsvorm zijn gesitueerd;

1.76 landhuis

een woning met een karakteristieke verschijningsvorm al of niet met bijbehorende bouwenwerken, tuinen, parken, lanen en wateren, onderdeel uitmakend van een landgoed;

1.77 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid van gebiedskenmerken en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur;

1.78 leefomgeving Havenkwartier

een stedelijke leefomgeving met een onconventionele en patroondoorbrekende mix van wonen, werken en cultuur;

1.79 Leisure Holterweg

een publieksgerichte commerciële voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning, vrijetijdsbesteding en sport, niet zijnde detailhandel, een bioscoop of een casino, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca;

1.80 ligplaats

een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat ingericht is voor het afmeren van een vaartuig;

1.81 manege

een complex met stallen, rijhal(len), buitenbak, stapmolen, en overige voorzieningen ten behoeve van de ruitersport;

1.82 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna;

1.83 onderbouw

het doorlopende gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen, dat geheel of grotendeels is gelegen beneden het peil;

1.84 onderkomen

een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn toegelaten functie onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voorzover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;

1.85 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.86 overige seksinrichtingen

seksinrichtingen, zoals clubprostitutie (seksclubs, privéhuizen) en erotische massagesalons en naar de aard daarmee gelijk te stellen seksinrichtingen;

1.87 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;

1.88 reclameborden

losse sandwich- of andere borden, waarop met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding, in welke vorm dan ook, handelsreclame wordt gemaakt;

1.89 reclamevlaggen

vlaggen en wimpels, waarop met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding, in welke vorm dan ook, handelsreclame wordt gemaakt.

1.90 recreatieruimte 't Weterman

ruimte voor het houden van activiteiten van de bewoners op 't Weterman. Deze activiteiten kunnen in elk geval zijn: het vieren van eigen verjaardagen en jubilea en het organiseren van sociale activiteiten zoals kaarten, bingo e.d., voor de bewoners van 't Weterman;

1.91 paardenfokkerij

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij;

1.92 paardenhouderij

een gebruiksgericht bedrijf dat is gericht op het houden, stallen en/of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden met daaraan ondergeschikte functies behorende bij een paardenhouderij;

1.93 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.94 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter hoogte van die hoofdingang, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
  3. c. voor een bouwwerk drijvend op het water: de waterspiegel;
  4. d. voor een bouwwerk in of over het water, geen drijvend bouwwerk zijnde: de hoogte van het terrein ter plaatse van het punt dat het meest nabij ligt aan waar het water grenst aan het vasteland;

1.95 plaatsgebonden risico

risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is;

1.96 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

1.97 raamprostitutie

een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter prostitutie plaatsvindt;

1.98 risicobron

een plaats of situatie waar risico’s kunnen ontstaan.

1.99 schadelijke stof

onder schadelijke stoffen worden in elk geval begrepen aardolie en aardolieproducten, afvalstoffen, IBC-bouwstoffen, meststoffen als bedoeld in de Meststoffenwet, gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Een uitgebreid overzicht van welke stoffen als schadelijk worden aangemerkt staat in de provinciale verordening;

1.100 seksautomatenhal

een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven met behulp van automaten;

1.101 seksbioscoop

een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven door middel van audiovisuele apparatuur;

1.102 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop of sekstheater, een seksautomatenhal, prostitutie, waaronder tevens begrepen een parenclub en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.103 sekstheater

een seksinrichting waarin hoofdzakelijk erotisch-pornografische voorstellingen worden gegeven door middel van live-shows;

1.104 sociale koopwoning

een koopwoning als bedoeld in artikel 1.1.1 eerste lid sub e van het Besluit ruimtelijke ordening, zoals nader omschreven in artikel 1 sub b van de verordening doelgroepen sociale woningbouw, en dat de subcategorieën sociale koopwoning laag en sociale koopwoning hoog omvat;

1.105 sociale koopwoning hoog

een sociale koopwoning met een koopprijs vrij op naam van EUR 174.000,00 tot maximaal EUR 200.000,00;

1.106 sociale koopwoning laag

een sociale koopwoning met een koopprijs vrij op naam tot EUR 174.000,00;

1.107 sociale woningbouw

het geheel van sociale huurwoningen en sociale koopwoningen;

1.108 verordening doelgroepen sociale woningbouw

De verordening als bedoeld in artikel 1.1.1 sub d en sub e van het Besluit ruimtelijke ordening, welke verordening door de raad van de gemeente Deventer is vastgesteld op 7 juli 2010 en in werking is getreden op 15 juli 2010, zoals deze luidt op het moment van de terinzage legging van het ontwerp van dit plan.

1.109 traditionele kapvorm

een kap, niet zijnde een plat dak, zoals een zadeldak, schilddak, mansardedak, tentdak, etc., al dan niet afgeknot;

1.110 tussenlid

een bouwwerk dat een verbinding tussen twee gebouwen vormt, dat ook voor mensen toegankelijk mag zijn;

1.111 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw onderscheiden kan worden van, maar een functionele eenheid vormt met het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.112 uitstallingen

alle losse voorwerpen, die op of boven de weg, al dan niet voor of aan een winkel-, horeca- of ander bedrijfspand, worden of zijn geplaatst ter versiering, ter verfraaiing of anderszins, en waarmee kennelijk beoogd wordt het commerciële belang van een bedrijf te dienen; onder uitstallingen vallen in ieder geval: verkoopartikelen, waren, plantenbakken, speeltoestellen, reclameborden, reclamevlaggen en andere losse reclamevoorwerpen. Onder uitstallingen worden niet begrepen: terrassen.

1.113 volkstuin

grond waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld;

1.114 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.115 vrachtwagenparkeerplaats

een afsluitbaar parkeerterrein, al dan niet behorend bij een bedrijfsvestiging, voor het beroepsgoederenvervoer waar vrachtwagens kunnen worden gestald en waar de chauffeurs kunnen verblijven, al dan niet met gebouwde sanitaire en overige voorzieningen;

1.116 weg

weg als bedoeld in artikel 1, eerste artikel onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

1.117 Wet ruimtelijke ordening

Wet van 1 juli 2008 (Stb. 2006, 566) houdende vaststelling van nieuwe planregels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

1.118 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.119 wonen, in gestapelde vorm

een gebouw, dat uit meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;

1.120 woning/wooneenheid

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van personen;

1.121 woonschip

een voor bewoning bestemd vaartuig of ander drijvend object;

1.122 woonschepenligplaats

een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat ingericht is voor het afmeren van een woonschip;

1.123 woonwagen

voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

1.124 woonwagenstandplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

1.125 zorginstelling

een instelling waarvan de bewoners voortdurende verzorging of verpleging nodig hebben en waar verschillende zorgfuncties en zorggerelateerde functies alsmede ondersteunende functies, zoals kantoorvoorzieningen, horeca en detailhandel, een plek hebben;

1.126 zorgwoning

een woning voor de huisvesting van bepaalde categorieën van de bevolking, zoals ouderen, jongeren, of mensen met een beperking, waarbij de mate en de vorm van de geboden zorg en ondersteuning aan de bewoners dusdanig is dat niet langer gesproken kan worden van zelfstandige bewoning, maar die gezien de maatschappelijke ontwikkelingen en hun geringe ruimtelijke impact wel aanvaardbaar zijn in de woonomgeving.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de diepte van een aan- of uitbouw:

de diepte van een aan- of uitbouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, gemeten.

2.4 de dakhelling:

de helling van het dakvlak, gemeten ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Functieregels

Artikel 3 Detailhandel

3.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Detailhandel is toegelaten:

  1. a. detailhandel;

met de daarbij behorende voorzieningen.

Artikel 4 Detailhandel - Begane Grond

4.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Detailhandel - begane grond is toegelaten:

  1. a. detailhandel;
    1. 1. deze functie is alleen toegestaan op de begane grond (eerste bouwlaag).

met de daarbij behorende voorzieningen.

Artikel 5 Dienstverlening - Begane Grond

5.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Dienstverlening - begane grond is toegelaten:

  1. a. Dienstverlening - begane grond;
    1. 1. deze functie is alleen toegestaan op de begane grond (eerste bouwlaag).

met de daarbij behorende voorzieningen.

Artikel 6 Horeca - 2a Begane Grond

6.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Horeca - 2a begane grond is toegelaten:

  1. a. horecabedrijven in de categorie 2a, 2b, 3a of 3b (zoals beschreven in Bijlage 2 Staat vanhoreca-activiteiten);
    1. 1. deze functie is alleen toegestaan op de begane grond (eerste bouwlaag);

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder terrassen.

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Maatschappelijk is toegelaten:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, ten behoeve van:
    1. 1. welzijn;
    2. 2. gezondheidszorg;
    3. 3. religie, levensbeschouwelijke voorzieningen;
    4. 4. openbare dienstverlening;
    5. 5. onderwijs, educatieve voorzieningen;
    6. 6. jeugd-/kinderopvang;
    7. 7. openbare speelterreinen/speelplaatsen;
    8. 8. verenigingsleven;
    9. 9. sociaal-culturele voorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen.

Artikel 8 Maatschappelijk - Begane Grond

8.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Maatschappelijk - begane grond is toegelaten:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, alleen toegestaan op de begane grond (eerste bouwlaag), ten behoeve van:
    1. 1. welzijn;
    2. 2. gezondheidszorg;
    3. 3. religie, levensbeschouwelijke voorzieningen;
    4. 4. openbare dienstverlening;
    5. 5. onderwijs, educatieve voorzieningen;
    6. 6. jeugd-/kinderopvang;
    7. 7. openbare speelterreinen/speelplaatsen;
    8. 8. verenigingsleven;
    9. 9. sociaal-culturele voorzieningen;

met de daarbij behorende voorzieningen.

Artikel 9 Wonen

9.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Wonen is toegelaten:

  1. a. het wonen, in niet gestapelde vorm;
    1. 1. al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 16.2 en kleinschalige kinderopvang conform het gestelde in artikel 16.3;
  2. b. zorgwoningen, uitsluitend indien omgevingsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 9.2.1 onder b.;

met de daarbij behorende voorzieningen.

9.2 Afwijken van de toegelaten functies

Artikel 10 Wonen - Gestapeld

10.1 Toegelaten functies

Ter plaatse van de functie Wonen - gestapeld is toegelaten:

  1. a. het wonen, in gestapelde vorm;
    1. 1. al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis conform het gestelde in artikel 16.2 en kleinschalige kinderopvang conform het gestelde in artikel 16.3;
  2. b. zorgwoningen, uitsluitend indien omgevingsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 10.2.1;

met de daarbij behorende voorzieningen

10.2 Afwijking van de toegelaten functies

Hoofdstuk 3 Bouwregels

Artikel 11 Bouwregel-07

11.1 Bouwregels

Ter plaatse van de 'Bouwregel-07' gelden de volgende regels:

11.2 Afwijken van de bouwregels

Hoofdstuk 4 Dubbelbestemmingen

Artikel 12 Waarde - Archeologie - 3

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar toegelaten functie(s), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische verwachtingswaarden.

12.2 Bouwregels

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

12.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemmingsvlakken van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' naar ligging te verschuiven of naar omvang te vergroten of te verkleinen en in voorkomend geval uit het plan te verwijderen, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van gronden al dan niet behoudenswaardig zijn, niet langer aanwezig zijn of juist wel aanwezig blijken te zijn.

Artikel 13 Waarde - Archeologie - 4

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar toegelaten functie(s), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische verwachtingswaarden.

13.2 Bouwregels

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemmingsvlakken van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' naar ligging te verschuiven of naar omvang te vergroten of te verkleinen en in voorkomend geval uit het plan te verwijderen, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van gronden al dan niet behoudenswaardig zijn, niet langer aanwezig zijn of juist wel aanwezig blijken te zijn.

Hoofdstuk 5 Algemene Regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene Bouwregels

15.1 Bestaande afstanden en maten

  1. a. In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in Hoofdstuk 3 Bouwregels van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 16 Algemene Gebruiksregels

16.1 Strijdig gebruik

  1. a. Er is sprake van strijdig gebruik indien gronden en bouwwerken anders worden gebruikt dan bepaald in de ter plaatse toegelaten functie(s);
  2. b. Tot een strijdig gebruik, strijdig met de toegelaten functie(s), wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
    2. 2. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een speelautomatenhal;
    3. 3. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kinderboerderij;
    4. 4. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt motorbrandstof;
    5. 5. het gebruik van onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, en als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de toegelaten functie(s) gerichte beheer van de gronden;
    6. 6. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel waarbij geen sprake is van incidenteel, in beperkte mate, en voortvloeiend uit en ondergeschikt aan de overige op het perceel toegelaten activiteiten, met uitzondering van gronden waarbij middels een specifieke functie detailhandel is toegelaten;
    7. 7. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning;

16.2 Beroep of bedrijf aan huis

Gebruik van ruimten binnen een woning (i.c. hoofdgebouw, aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen) ten behoeve van een beroep of bedrijf aan huis wordt overeenkomstig de toegelaten functie(s) aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het gebruik dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  2. b. alleen beroepen of bedrijven zijn toegestaan die in de van deze planregels deel uitmakende Bijlage1 Staat van beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis zijn aangeduid als milieucategorie 1, of beroepen en bedrijven die gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving redelijkerwijs met deze bedrijven kunnen worden gelijkgesteld;
  3. c. het gebruik mag geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte hebben;
  4. d. maximaal 35% van de vloeroppervlakte van de woning (met inbegrip van de gerealiseerde aan- en uitbouwen en bijgebouwen), tot ten hoogste (en in totaal) 50 m2 mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep of bedrijf;
  5. e. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden;
  6. f. er mag geen horeca plaatsvinden, waarbij in afwijking hiervan een Bed and Breakfast-voorziening mag worden gerealiseerd mits:
    1. 1. de toeristisch recreatieve overnachtingsmogelijkheid niet als zelfstandige wooneenheid functioneert (de realisatie van een aparte kookgelegenheid is niet toegelaten);
    2. 2. het authentieke uiterlijk of de verschijningsvorm van de woning wordt gehandhaafd;
    3. 3. het maximaal aantal bedden ten dienste van de Bed and Breakfast-voorziening niet meer dan 4 bedraagt.
  7. g. er mag geen seksinrichting worden opgericht;
  8. h. het beroep of bedrijf dient door een bewoner van de woning te worden uitgeoefend.

16.3 Kleinschalige kinderopvang

16.4 Voorwaardelijke verplichting parkeren auto's en fietsen, laden en lossen

Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels

17.1 Algemene afwijkingsregels

Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de functie- en/of bouwregels in die zin dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. de functie- en/of bouwregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.

Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels

18.1 Wijziging bestemmings- en bouwvlakken

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de aangegeven bestemmingsvlak en bouwvlakken worden gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:

  1. a. de geluidbelasting van geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  2. b. er dient te zijn voldaan aan alle geldende milieukwaliteitseisen;
  3. c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. de woonsituatie;
    3. 3. de verkeersveiligheid;
    4. 4. de parkeersituatie;
    5. 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    6. 6. de sociale veiligheid.

Hoofdstuk 6 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken

19.2 Overgangsrecht ten aanzien van het gebruik

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het Chw Deventer, stad en dorpen, WKC Colmschate'

Hoofdstuk 1 Chw Deventer Stad En Dorpen, Herstelbesluit

1.1 Inleiding

Het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, plandelen A, B, C en D zijn op 1 juli 2020 door de gemeenteraad vastgesteld. Tegen de plandelen A, B en C is beroep ingesteld. Tegen plandeel D is geen beroep ingesteld, dit plandeel is dan ook per 4 september 2021 onherroepelijk in werking getreden. Op 7 juli 2021 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een tussenuitspraak gedaan op de plandelen A, B en C en hierbij de gemeenteraad opgedragen binnen 20 weken na de uitspraak een aangepast bestemmingsplan te hebben vastgesteld.

1.2 Leeswijzer En Planopzet

In de toelichting van onderhavig bestemmingsplan wordt ingegaan op de tussenuitspraak van plandeel B en het herstelbesluit. Voor de overige plantoelichting wordt verwezen naar het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen.

De planregels zijn, omwille van een op zichzelf leesbaar plan, integraal overgenomen uit het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen. De begrippen en wijze van meten zijn volledig overgenomen. Voor de functieregels, bouwregels, dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen is een selectie gemaakt en zijn uitsluitend de op de betreffende locatie van toepassing zijnde planregels opgenomen.

Voor de verbeelding is ervoor gekozen om uitsluitend het plandeel waar het herstelbesluit betrekking op heeft aan te passen. Het plangebied is daarmee anders dan het plangebied van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen. Hiervoor is gekozen, omdat voor het overige deel van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen geen wijzigingen plaats hoeven te vinden naar aanleiding van de tussenuitspraak. Echter zijn er na vaststelling van het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen wel nieuwe bestemmingsplannen vastgesteld in het plangebied. Indien we dezelfde plangrenzen zouden hanteren zouden deze reeds vastgestelde en onherroepelijke bestemmingsplannen weer overschreven worden. Het uitknippen of overnemen van deze plangebieden is tijdrovend en het risico op het maken van fouten is groot. Het is om die reden dat daar niet voor is gekozen.

1.3 Tussenuitspraak Plandeel C

Op 7 juli 2021 heeft de de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) een tussenuitspraak (zie Bijlage 1 Tussenuitspraak plandeel C) gedaan op het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen, plandeel C (ECLI:NL:RVS:2021:1472).

Tegen dit bestemmingsplan heeft de eigenaar van het winkelcentrum Colmschate beroep ingediend. Het beroep richt zich op een aantal functies en maatvoeringen, zoals deze in het bestemmingsplan zijn opgenomen.

In het verweerschrift van de gemeente is aangegeven dat een aantal beroepsgronden wordt herkend, er is sprake geweest van een aantal onbewuste fouten op de verbeelding.

In de uitspraak komt dan ook naar voren dat de Afdeling het beroep op een aantal punten overneemt. Op enkele punten volgt de Afdeling het beroep van appellant niet.

De uitspraak van de Raad van State luidt als volgt:

De gemeenteraad zal binnen 20 weken na verzending van de uitspraak de volgende aanpassingen in het bestemmingsplan moeten verwerken:

  1. 1. aan de gronden van blok 1c van het winkelcentrum een detailhandelsbestemming toe te kennen voor zowel de begane grond als de verdieping;
  2. 2. een passende planregeling opnemen voor een detailhandel ondersteunende functie op de verdiepingen van de gronden van blok 1e van het winkelcentrum;
  3. 3. aan de gronden van blok 4 van het winkelcentrum een detailhandelsbestemming toe te kennen voor zowel de begane grond als de verdieping;
  4. 4. aan de gronden van het winkelcentrum tussen blok 4 en blok 1b en tussen blok 1a en blok 2c toegekende functieaanduidingen "maximum bouwhoogte (m) = 11" en "maximum goothoogte (m) = 11" te schrappen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0150.Chw001Cwkc-VG02_0001.png"

Het gaat hierbij om een tussenuitspraak, wat betekent dat de gemeenteraad in de gelegenheid wordt gesteld om het onderdeel waarop het beroep slaagt te herstellen. Na herstel zal een definitieve uitspraak volgen.

1.4 Herstelbesluit

Het Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen plandeel C is aangepast conform de conclusie in de tussenuitspraak.

Aan de gronden van blok 1c en 1e van het winkelcentrum is een detailhandelsbestemming toegekend. In deze blokken bevinden zich onder andere twee supermarkten. De begane grond wordt volledig gebruikt als detailhandelsfunctie, maar in beide blokken zijn ook enkele opbouwen aanwezig. Deze verdiepingen worden gebruikt ten behoeve van de detailhandelsfunctie, er zijn onder andere personeelsruimten aanwezig. Feitelijk betreft het een aan de detailhandel ondersteunend, bijbehorend gebruik. Er is echter gekozen voor het opnemen van een volwaardige detailhandelsfunctie en niet voor een ondergeschikte functie. De opbouwen zouden hiermee ook gebruikt kunnen worden als zelfstandige detailhandelsfunctie. Dit is ruimtelijk gezien geen bezwaar. Op locaties waar dergelijke ruimten op de begane grond aanwezig zijn, is hiervoor ook een volwaardige detailhandelsbestemming aanwezig.

Aan de gronden van blok 4 van het winkelcentrum een is een detailhandelsbestemming toegekend. Op deze locatie is zowel op de begane grond als de verdieping detailhandel aanwezig danwel vergund.

Aan de gronden van het winkelcentrum tussen blok 4 en blok 1b, tussen blok 2 a en blok 2b en tussen blok 1a en blok 2c is de juiste maatvoering opgenomen door de "maximum bouwhoogte (m) = 11" en "maximum goothoogte (m) = 11" te schrappen en de maatvoering "maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m) = 15" te behouden.

Met deze aanpassingen wordt het bestemmingsplan in overeenstemming gebracht met de verleende vergunningen.

Bijlage 1 Staat Van Beroeps- Of Bedrijfsactiviteiten Aan Huis

Bijlage 1 Staat van beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van horeca-activiteiten

Bijlage 1 Tussenuitspraak Plandeel C

Bijlage 1 Tussenuitspraak plandeel C