KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
Artikel 4 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 5 Wonen
Artikel 6 Waarde - Hoge Archeologische Verwachting
Artikel 7 Waarde - Lage Archeologische Verwachting
Artikel 8 Waarde - Middelmatige Archeologische Verwachting
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Artikel 10 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Bosweg 2a -Z
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Bosweg 3a - Z
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 27a -Z
Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 29 -Z
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Eibergsestraat 260 -Z
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Hambree 13 -Z
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Meijersgaardenweg 23 -Z
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Porikweg 13a -Z
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Stendermolenweg 3 -Z
Bijlage 1 Rapport Landschappelijke Situatie
Bijlage 2 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 2a -Z
Bijlage 3 Notitie Milieuafweging Bosweg 2a -Z
Bijlage 4 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 27a -Z
Bijlage 5 Notitie Milieuafweging Broekheurnerweg 27a -Z
Bijlage 6 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 29 -Z
Bijlage 7 Notitie Milieuafweging Broekheurnerweg 29 -Z
Bijlage 8 Rapportage Bouwbesluit 2012 Meijersgaardenweg 23 -Z
Bijlage 9 Notitie Milieuafweging Meijersgaardenweg 23 -Z
Bijlage 10 Rapportage Bouwbesluit 2012 Porikweg 13a -Z
Bijlage 11 Notitie Milieuafweging Porikweg 13a -Z
Bijlage 12 Rapportage Bouwbesluit 2012 Stendermolenweg 3 -Z
Bijlage 13 Notitie Milieuafweging Stendermolenweg 3 -Z
Bijlage 14 Rapportage Bouwbesluit 2012 Eibergsestraat 260 -Z
Bijlage 15 Notitie Milieuafweging Eibergsestraat 260 -Z
Bijlage 16 Rapportage Bouwbesluit 2012 Hambree 13 -Z
Bijlage 17 Notitie Milieuafweging Hambree 13 -Z
Bijlage 18 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 3a - Z
Bijlage 19 Notitie Milieuafweging Bosweg 3a -Z
Bijlage 20 Notitie Milieuafweging Porikweg 13 -Z
Bijlage 21 Reactie Waterschap Rijn En Ijssel
Bijlage 22 Watertoetsresultaat Waterschap Vechtstromen

Buitengebied Haaksbergen, diverse recreatiewoningen

Bestemmingsplan - gemeente Haaksbergen

Vastgesteld op 13-06-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, diverse recreatiewoningen' met identificatienummer NL.IMRO.0158.BP1159-0003 van de gemeente Haaksbergen;

1.2 bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1

het bestemmingsplan 'Buitengebied Haaksbergen, partiële herziening veegplan 1' met identificatienummer NL.IMRO.0158.BP1138-0003 van de gemeente Haaksbergen;

1.3 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.4 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 aan huis verbonden bedrijf

bedrijvigheid die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.8 aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.9 aanpijling

een op de verbeelding blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;

1.10 archeologische waarde

de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;

1.11 basisinspanning ruimtelijke kwaliteit

een goede ruimtelijke inpassing van de locatie volgens de gebiedskenmerken die op elke ontwikkeling van toepassing is;

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.13 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt. Onder een bed & breakfastvoorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;

1.14 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;

1.15 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.16 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.17 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.18 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.19 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.22 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.23 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.24 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 discotheek

een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;

1.27 educatief medegebruik

gebruik gericht op opvoeding en vorming;

1.28 erfinrichtingsplan

inrichtingsplan met toelichting/onderbouwing waaruit concreet de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit blijkt;

1.29 gebiedskenmerken

de verschillende typen landschappen en hun kenmerkende eigenschappen (zoals bijvoorbeeld beschreven in de Catalogus gebiedskenmerken van de Omgevingsvisie Overijssel;

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.31 hoofdgebouw

één of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.32 huishouden

een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in dagelijkse levensbehoeften;

1.33 inwonen

wonen in een ondergeschikt deel van een woning als medegebruiker van het pand waarbij de gezamenlijke oppervlakte van de inwoonsituatie niet groter mag zijn dan 30% van de totale gebruiksoppervlakte van de woning;

1.34 inwoning

twee of meer huishoudens die één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;

1.35 landschappelijke inpassing

inpassing in het omringende landschap door bij de situering in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen;

1.36 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;

1.37 mantelzorg

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

1.38 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.39 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.40 onderbouw

een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;

1.41 onderkomens

voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;

1.42 overkapping

een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten of afgedekte ruimte van lichte constructie zonder eigen wanden;

1.43 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:

de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

  1. c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;

1.44 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;

1.45 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden die ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan;

1.46 recreatief verblijf

verblijf gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding;

1.47 recreatieve bewoning

de bewoning die plaatsvindt in het kader van recreatief (nacht)verblijf door recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.48 recreatiewoning

een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.49 ruimtelijke kwaliteit

het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is. Ook wel het samenstel van functionele waarde, toekomstwaarde en belevingswaarde;

1.50 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.51 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.52 verbeelding

  1. a. de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen, diverse recreatiewoningen;
  2. b. de analoge (papieren) kaart van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen, diverse recreatiewoningen met legenda en tekeningnummer NL.IMRO.0158.BP1159-0003;

1.53 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;

1.54 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.55 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.56 woonhuis

een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;

1.57 zolder

de bovenste ruimte in een gebouw onmiddellijk onder de kap;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en overkragingen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  1. a. voor lengten in meters (m);
  2. b. voor oppervlakten in vierkante meters (m2);
  3. c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m3);
  4. d. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. e. voor hoeken/hellingen in graden (° ).

2.4 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos;
  2. b. bosbouw, aanplant en houtoogst;
  3. c. het behoud, de bescherming en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke waarde;
  4. d. extensief recreatief en/of educatief medegebruik;
  5. e. infrastructurele voorzieningen, zoals deze bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en op een legale wijze tot stand zijn gekomen;
  6. f. de waterhuishouding uitsluitend voor de sloten en andere watergangen zoals deze bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en op een legale wijze tot stand gekomen;
  7. g. behoud van de aanwezige zandwegen;
  8. h. parkeervoorzieningen;

met daarbijbehorende:

  1. i. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  2. j. andere-werken;
  3. k. voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat schuren, jachthutten en andere gebouwen die legaal aanwezig zijn op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, of die op dat moment gebouwd mogen worden, mogen worden gehandhaafd en geheel worden vernieuwd naar de omvang die zij op dat moment hadden.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  3. c. de milieusituatie;
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  6. f. de sociale veiligheid;
  7. g. de externe veiligheid.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Recreatie - Recreatiewoning

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. uitsluitend recreatief verblijf in recreatiewoningen;

met daarbijbehorende:

  1. b. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  2. c. andere-werken;
  3. d. paden;
  4. e. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  5. f. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;
  6. g. parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Afwijkende maatvoering

In afwijking van het bepaalde in 4.2.1 en 4.2.2 geldt dat indien een afwijkende maatvoering aanwezig is op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan en deze legaal tot stand is gekomen, deze maatvoering als maximum respectievelijk minimum mag worden gehanteerd voor dat gebouw en, voor zover het goothoogten, bouwhoogten en dakhellingen betreft, voor uitbreidingen en nieuwbouw van dat gebouw. Bij deze berekening wordt geen rekening gehouden met vergunningsvrije bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep;
  2. b. het hobbymatig houden van dieren met een bedrijfsomvang van maximaal 10 nge;
  3. c. bed & breakfast in de woning, met dien verstande dat niet meer bedden dan voor maximaal 4 personen ten behoeve van bed & breakfast aanwezig mogen zijn;
  4. d. stalling van caravans, campers en boten in bestaande bebouwing;
  5. e. landschappelijke inpassing;
  6. f. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

met daarbijbehorende:

  1. g. gebouwen;
  2. h. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  3. i. andere-werken;
  4. j. tuinen;
  5. k. erven.

5.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  2. b. het bebouwingsbeeld;
  3. c. de landschappelijke inpassing;
  4. d. de milieusituatie;
  5. e. de verkeersveiligheid;
  6. f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  7. g. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Waarde - Hoge Archeologische Verwachting

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Hoge archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

6.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 2.500 m2 en dieper dan 0,4 m:
    1. 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;
    2. 2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;
    3. 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;
    5. 5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd.
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleent, wint hij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.
  3. c. De onder a. bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    1. 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
    3. 3. het normale onderhoud betreffen;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
    5. 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;
    6. 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.

6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming 'Waarde - Hoge archeologische verwachting', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 7 Waarde - Lage Archeologische Verwachting

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Lage archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

7.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 100.000 m2 en dieper dan 0,4 m:
    1. 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;
    2. 2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;
    3. 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;
    5. 5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd.
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleent, wint hij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.
  3. c. De onder a. bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    1. 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
    3. 3. het normale onderhoud betreffen;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
    5. 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;
    6. 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.

7.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming 'Waarde - Lage archeologische verwachting', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 8 Waarde - Middelmatige Archeologische Verwachting

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Middelmatige archeologische verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.

8.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte groter dan 5.000 m2 en dieper dan 0,4 m:
    1. 1. het graven (inclusief het leggen van funderingen), ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en ophogen;
    2. 2. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen;
    3. 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil in gebieden;
    5. 5. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd.
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt slechts verleend indien de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad. Alvorens het bevoegd gezag de omgevingsvergunning verleent, wint hij advies in bij een daarvoor deskundige en onafhankelijke instantie.
  3. c. De onder a. bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    1. 1. plaatsvinden in of op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat zich ter plekke geen archeologische waarden bevinden;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
    3. 3. het normale onderhoud betreffen;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
    5. 5. op archeologisch onderzoek zijn gericht;
    6. 6. plaatsvinden in of op een begraafplaats ten behoeve van het delven van graven.

8.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden met de bestemming 'Waarde - Middelmatige archeologische verwachting', deze bestemming wordt ontnomen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Bouwregels

10.1 Afstand tot water

Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in Artikel 30 Water van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen,partiële herziening veegplan 1 niet worden gebouwd binnen een afstand van 5,00 m, loodrecht gemeten op de bestemmingsgrens van die gronden.

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Toegestaan gebruik

Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:

  1. a. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend;
  2. b. het aanleggen of laten aanleggen van kabels en/of leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:
    1. 1. aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;
    2. 2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie met een diameter van meer dan 4";
    3. 3. hoogspanningsleidingen;
    4. 4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1,00 meter of meer en een lengte van 10 km of meer.

11.2 Strijdig gebruik

Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van een seksinrichting, behoudens in het geval dat gebruik uitdrukkelijk is toegestaan;
  2. b. het gebruik van onbebouwde gronden:
    1. 1. als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
    2. 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

11.3 Uitoefening 'vrij' beroep in en bij een woning

Het gebruik van een woning en daarbij behorende bijgebouwen voor de uitoefening van een 'vrij' beroep is toegestaan, met dien verstande dat de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een 'vrij' beroep, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 11.4 , niet meer bedraagt dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbijbehorende bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m2.

11.4 Beroeps- en bedrijfsactiviteiten aan huis

Het gebruik van ruimten binnen de woning en in de daarbijbehorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van beroeps- en bedrijfsactiviteiten, andere dan een 'vrij' beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. a. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale brutovloeroppervlakte van 30% van de bruto-vloeroppervlakte van de woning en de daarbij behorende -al dan niet aangebouwde bijgebouwen-, met een maximum van 50 m2;
  2. b. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen mag niet bestaan uit detailhandel (met uitzondering van kapsalons) en/of horeca en/of kinderopvang en/of prostitutie;
  3. c. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis verbonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;
  4. d. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren of afbreuk doen aan de beleving van de woonomgeving;
  5. e. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag er niet toe leiden dat er een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte ontstaat;
  6. f. de bebouwingskarakteristiek van de straat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig aangetast;
  7. g. er mag geen blijvende onevenredige afbreuk worden gedaan aan de stedenbouwkundige structuur en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied;
  8. h. er mogen geen verkeersonveilige situaties ontstaan.

Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels

12.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  2. b. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de bij de omgevingsvergunning behorende afwijking gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  3. c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m;
  4. d. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen.

Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels

13.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  1. a. nadere aanduidingen met betrekking tot de functie van de verbeelding verwijderen;
  2. b. de bestemmingsvlakken voorzien van nieuwe nadere aanduidingen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    1. 1. het bebouwingsbeeld;
    2. 2. de landschappelijke waarde;
    3. 3. de cultuurhistorische waarde;
    4. 4. de milieusituatie;
    5. 5. de verkeersveiligheid;
    6. 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    7. 7. de sociale veiligheid;
    8. 8. de externe veiligheid;
  3. c. de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen wijzigen met dien verstande dat:
    1. 1. de bij wijziging betrokken grenzen mogen met niet meer dan 20 m worden verschoven;
    2. 2. de oppervlakte van de bij de wijziging betrokken bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen mag met niet meer dan 10% worden verkleind of vergroot ten opzichte van de oppervlakte vóór de wijziging;
    3. 3. de belangen en waarden die het plan beoogt te beschermen niet onevenredig mogen worden aangetast.

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.

15.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

15.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.4 Gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.

15.5 Strijdig gebruik

  1. a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 15.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  2. b. Indien het gebruik, bedoeld in 15.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

15.6 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in 15.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Haaksbergen, diverse recreatiewoningen van de gemeente Haaksbergen.

Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Bosweg 2a -Z

Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Bosweg 2a -Z

Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Bosweg 3a - Z

Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Bosweg 3a - Z

Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Hambree 13 -Z

Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Hambree 13 -Z

Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Porikweg 13a -Z

Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Porikweg 13a -Z

Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 1 Rapport Landschappelijke Situatie

Bijlage 1 Rapport landschappelijke situatie

Bijlage 2 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 2a -Z

Bijlage 2 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 2a -Z

Bijlage 3 Notitie Milieuafweging Bosweg 2a -Z

Bijlage 3 Notitie milieuafweging Bosweg 2a -Z

Bijlage 4 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 4 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 5 Notitie Milieuafweging Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 5 Notitie milieuafweging Broekheurnerweg 27a -Z

Bijlage 6 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 6 Rapportage Bouwbesluit 2012 Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 7 Notitie Milieuafweging Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 7 Notitie milieuafweging Broekheurnerweg 29 -Z

Bijlage 8 Rapportage Bouwbesluit 2012 Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 8 Rapportage Bouwbesluit 2012 Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 9 Notitie Milieuafweging Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 9 Notitie milieuafweging Meijersgaardenweg 23 -Z

Bijlage 10 Rapportage Bouwbesluit 2012 Porikweg 13a -Z

Bijlage 10 Rapportage Bouwbesluit 2012 Porikweg 13a -Z

Bijlage 11 Notitie Milieuafweging Porikweg 13a -Z

Bijlage 11 Notitie milieuafweging Porikweg 13a -Z

Bijlage 12 Rapportage Bouwbesluit 2012 Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 12 Rapportage Bouwbesluit 2012 Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 13 Notitie Milieuafweging Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 13 Notitie milieuafweging Stendermolenweg 3 -Z

Bijlage 14 Rapportage Bouwbesluit 2012 Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 14 Rapportage Bouwbesluit 2012 Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 15 Notitie Milieuafweging Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 15 Notitie milieuafweging Eibergsestraat 260 -Z

Bijlage 16 Rapportage Bouwbesluit 2012 Hambree 13 -Z

Bijlage 16 Rapportage Bouwbesluit 2012 Hambree 13 -Z

Bijlage 17 Notitie Milieuafweging Hambree 13 -Z

Bijlage 17 Notitie milieuafweging Hambree 13 -Z

Bijlage 18 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 3a - Z

Bijlage 18 Rapportage Bouwbesluit 2012 Bosweg 3a - Z

Bijlage 19 Notitie Milieuafweging Bosweg 3a -Z

Bijlage 19 Notitie milieuafweging Bosweg 3a -Z

Bijlage 20 Notitie Milieuafweging Porikweg 13 -Z

Bijlage 20 Notitie milieuafweging Porikweg 13 -Z

Bijlage 21 Reactie Waterschap Rijn En Ijssel

Bijlage 21 Reactie waterschap Rijn en IJssel

Bijlage 22 Watertoetsresultaat Waterschap Vechtstromen

Bijlage 22 Watertoetsresultaat waterschap Vechtstromen