Bestemmingsplan Camping de Oldemeijer te Rheeze
Bestemmingsplan - Gemeente Hardenberg
Vastgesteld op 30-11-2010 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.plan:
het Bestemmingsplan Camping De Oldemeyer te Rheeze van de gemeente Hardenberg;
2.bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0160.0000BP00082-VG01 met de bijbehorende regels;
3.aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
4.aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
5.bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
6.bebouwingspercentage:
een in het bestemmingsplan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
7.bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
8.bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
9.bijgebouw:
een vrijstaand dan wel aangebouwd gebouw, behorend bij een dienstwoning en naar constructie en inrichting bestemd voor de bij die woning behorende garage en/of bergplaats, dan wel een vrijstaand gebouwtje bij een kampeermiddel en naar constructie en inrichting bestemd voor de bij dat kampeermiddel behorende werkplaats;
10.bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
11.bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
12.bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
13.bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
14.bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
15.bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
16.centrale voorziening:
een voorziening ten behoeve van het recreatieterrein, zoals een kantoor/receptie, dienstwoningen, kantine, wasserette, kampwinkel, recreatiegebouw, een al dan niet overdekt zwembad, tennisbaan, sport- en speelvoorzieningen en sanitaire voorzieningen, met de daarbijbehorende gebouwen;
17.detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
18.dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming of het feitelijk gebruik van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
19.gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
20.kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
21.peil:
1.voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
-de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2.voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
-de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
22.permanente bewoning:
bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonplaats;
23.prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
24.sanitaire voorziening:
een gebouw dat is ingericht als was- en kleedruimte en/of toiletruimte;
25.seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
26.stacaravan:
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als bouwwerk is aan te merken;
27.trekkershut:
een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
1.de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
3.de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
4.de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3. 1.Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.groenvoorzieningen;
b.sport- en speelvoorzieningen;
c.waterlopen en waterpartijen;
met de daarbijbehorende:
d.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. 2.Bouwregels
3. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
3. 3.Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie
4. 1.Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder stacaravans;
b.trekkershutten;
c.bijgebouwen ten behoeve van bergruimte bij kampeermiddelen en trekkershutten;
d.gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
e.tuinen en terreinen;
f.wegen en paden;
g.parkeervoorzieningen;
h.speelvoorzieningen;
i.groenvoorzieningen;
j.waterlopen;
k.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4. 2.Bouwregels
4. 2. 1. Voor het plaatsen van een stacaravan gelden de volgende regels:
a.de oppervlakte van een stacaravan zal ten hoogste 60 m² bedragen;
b.de bouwhoogte van een stacaravan zal ten hoogste 3,30 m bedragen.
4. 2. 2. Voor het bouwen van een trekkershut gelden de volgende regels:
a.de oppervlakte van een trekkershut zal ten hoogste 18 m² bedragen;
b.de bouwhoogte van een trekkershut zal ten hoogste 3,30 m bedragen.
4. 2. 3. Voor het bouwen van bijgebouwen bij kampeermiddelen en trekkershutten gelden de volgende regels:
a.bij ieder kampeermiddel dan wel trekkershut zal ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd;
b.de afstand tussen een kampeermiddel dan wel trekkershut en een bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
c.de oppervlakte van een bijgebouw bij een kampeermiddel dan wel trekkershut zal ten hoogste 6 m² bedragen;
d.de bouwhoogte van een bijgebouw bij een kampeermiddelen dan wel trekkershut zal ten hoogste 2,50 m bedragen.
4. 2. 4. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen gelden de volgende regels:
a.de goothoogte van gebouwen zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
b.de bouwhoogte van gebouwen zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
4. 2. 5. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.de bouwhoogte van lichtmasten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;b.
c.de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
4. 3.Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.het gebruik van de gronden als kampeerterrein, waarbij geen sprake is van een bedrijfsmatige exploitatie;
b.het gebruik van de bouwwerken en kampeermiddelen ten behoeve van permanente bewoning;
c.het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
Artikel 5 Recreatie - Voorzieningen
5. 1.Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Recreatie - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen ten dienste van het recreatieterrein;
b.dienstwoningen;
c.bijgebouwen bij dienstwoningen;
met de daarbijbehorende:
d.tuinen en terreinen;
e.wegen en paden;
f.parkeervoorzieningen;
g.speelvoorzieningen;
h.groenvoorzieningen;
i.bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5. 2.Bouwregels
5. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a.de gebouwen zullen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)’ zal het bebouwingspercentage ten hoogste het in de aanduiding aangegeven percentage bedragen.
5. 2. 2. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen gelden de volgende regels:
a.de goothoogte van gebouwen zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
b.de bouwhoogte van gebouwen zal ten hoogste 8,00 m bedragen.
5. 2. 3. Voor het bouwen van een dienstwoning gelden de volgende regels:
a.het aantal dienstwoningen zal ten hoogste twee bedragen;
b.de inhoud van een dienstwoning zal ten hoogste 600 m³ bedragen;
c.de goothoogte van een dienstwoning zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
d.de bouwhoogte van een dienstwoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
5. 2. 4. Voor het bouwen van bijgebouwen bij een dienstwoning gelden de volgende regels:
a.het aantal bijgebouwen per dienstwoning zal ten hoogste twee bedragen;
b.de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen zal per dienstwoning ten hoogste 50 m² bedragen;
c.de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
d.de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;
e.de bouwhoogte van een aangebouwd bijgebouw zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
5. 2. 5. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.de bouwhoogte van speelwerktuigen en lichtmasten zal ten hoogste 7,00 m bedragen;
b.de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
5. 3.Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
a.het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan detailhandel ten behoeve van de bestemming;
b.het gebruik van de gebouwen en bouwwerken voor permanente bewoning, tenzij het een dienstwoning betreft;
c.het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van bewoning.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
a.het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
b.het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
c.het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
a.de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, voorzover dit gelet op het gebruik en/of de constructie noodzakelijk is;
b.de bestemmingsregels in die zin dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
c.de bestemmingsregels in die zin dat openbare nutsgebouwen, wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van (de bediening van) kunstwerken, toiletgebouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen worden gebouwd, mits:
1.de oppervlakte per gebouw niet meer dan 25 m² bedraagt;
2.de bouwhoogte van een gebouw niet meer dan 3,00 m bedraagt;
d.het bepaalde in het bestemmingsplan in die zin dat antennemasten tot een bouwhoogte van 15,00 m worden gebouwd.
Artikel 9 Overige Regels
9. 1.Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard, blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a.de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
b.de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
c.het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
d.de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
e.de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10. 1.Overgangsrecht bouwwerken
a.Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1.gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2.na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b.Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
c.Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10. 2.Overgangsrecht gebruik
a.Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c.Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
Bestemmingsplan Camping de Oldemeyer te Rheeze
van de gemeente Hardenberg.
Behorend bij het besluit van 30 november 2010