KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Verkeer - Verblijf
Artikel 5 Wonen
Artikel 6 Wonen - Uit Te Werken
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 11 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
Artikel 13 Slotregel
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Onderzoek Flora En Fauna
Bijlage 3 Waterhuishoudings- En Rioleringsplan
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 5 Aanvullende Analyses Bodemonderzoek
Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 7 Quick Scan Externe Veiligheid
Bijlage 8 Eindverslag Inspraakprocedure En Vooroverleg

Gramsbergen, Garstlanden III

Bestemmingsplan - Hardenberg

Vastgesteld op 05-07-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. 1. plan:
    het bestemmingsplan 'Gramsbergen, woongebied Garstlanden III' van de gemeente Hardenberg;
  1. 2. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0160.0000BP00097-VG01 met de bijbehorende regels;
  1. 3. de verbeelding:
    de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
  1. 4. aan- of uitbouw:
    een onderdeel van een hoofdgebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
  1. 5. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
  1. 6. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
  1. 7. aan huis verbonden beroep:
    een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
  1. 8. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  1. 9. bestaand:
    1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
    2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
  1. 10. bestemmingsgrens:
    de grens van een bestemmingsvlak;
  1. 11. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
  1. 12. bijgebouw:
    een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  1. 13. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
  1. 14. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak;
  1. 15. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  1. 16. bouwperceelgrens:
    een grens van een bouwperceel;
  1. 17. bouwvlak:
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
  1. 18. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
  1. 19. carport:
    een geheel of gedeeltelijk overdekte opstelplaats voor een auto welke ten minste aan twee zijden open is;
  1. 20. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
  1. 21. gebruik:
    het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
  1. 22. geluiddove gevel:
    een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen een dak, zonder te openen delen en met een in de Wet geluidhinder bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 35 dB;
  1. 23. gemengde voorzieningen:
    educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van zorg en openbare dienstverlening, kantoren, dienstverlening, sport en wonen;
  1. 24. gevellijn:
    de op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn, waar de naar de openbare weg gekeerde gevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen;
  1. 25. geometrische plaatsbepaling:
    locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
  1. 26. hoofdgebouw:
    een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen;
  1. 27. peil:
    1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
    2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  1. 28. prostitutie:
    het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
  1. 29. rooilijn:
    de als zodanig vanwege burgemeester en wethouders in het terrein langs de wegzijde of voetpad aan te geven lijn, welke:
    1. a. bij het ontbreken van bestaande bebouwing zoveel mogelijk op een gelijkmatige afstand evenwijdig aan de as van de weg of het voetpad is gelegen; de daarbij aan te houden gelijkmatige afstand wordt meten uit de kant van de weg en bedraagt ten minste 3 m, tenzij in het plan anders is aangegeven;
    2. b. bij bestaande bebouwing zoveel mogelijk aansluit aan de ligging van de naar de weg gekeerde gevels van die bebouwing, tenzij in het plan anders is aangegeven;
  1. 30. seksinrichting:
    een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan; een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
  1. 31. woning:
    een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. 1. de dakhelling:
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
  1. 2. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  1. 3. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  1. 4. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  1. 5. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2

Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1 m wordt overschreden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. watervoorzieningen;
  3. c. fiets- en voetpaden;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  7. g. een ontsluiting ten behoeve van naastgelegen bouwpercelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke aanduiding verkeer - ontsluiting 1', met dien verstande dat niet meer dan één ontsluiting per bouwperceel mag worden gerealiseerd en de ontsluiting een breedte heeft van maximaal 5 meter.

3.2 Bouwregels

3.3 Omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

Artikel 4 Verkeer - Verblijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met hoofdzakelijk een functie voor de ontsluiting van de aanliggende bestemmingen;
  2. b. fiets- en voetpaden;
  3. c. verblijfsgebieden;
  4. d. parkeer- en groenvoorzieningen;
  5. e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. speelvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maximaal 99 woningen;
  2. b. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m2;
  3. c. groen- en watervoorzieningen;
  4. d. (fiets)paden;
  5. e. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. f. openbare nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid nadere eisen stellen aan:

  1. a. erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen binnen gebied met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding bouwaanduiding - 2';
  2. b. geluiddove gevels voor zover het woningen betreft die zijn gelegen binnen het op de verbeelding aangeduide gebied 'specifieke bouwaanduiding - 3;
  3. c. de bouwhoogte in die zin dat het verschil met de goothoogte ten minste 2 meter dient te bedragen;
  4. d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen indien deze meer dan 2,5 meter bedraagt;
  5. e. de plaats van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  6. f. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 meter.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid, worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. lid 5.2.3 onder c tot een afstand van minimaal 1 meter achter (het verlengde van) de naar de openbare weg gekeerde gevel;
  2. b. lid 5.2.3 onder d en e, tot een oppervlakte van 100 m2, mits niet meer dan 60% van het bouwperceel wordt bebouwd.

Artikel 6 Wonen - Uit Te Werken

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m2;
  3. c. gemengde voorzieningen uitsluitend op de gronden met de aanduiding 'gemengd';
  4. d. wegen met hoofdzakelijk een functie voor de ontsluiting van de aanliggende woningen en gemengde voorzieningen;
  5. e. fiets- en voetpaden;
  6. f. verblijfsgebieden;
  7. g. parkeervoorzieningen;
  8. h. groen- en watervoorzieningen;
  9. i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. j. openbare nutsvoorzieningen;
  11. k. een ontsluiting op de wegen De Schakel en De Hoge Esch, uitsluitend ter plaatste van de aanduiding 'specifieke aanduiding verkeer - ontsluiting 2' en 5 meter ter weerszijden van deze aanduiding.

6.2 Uitwerkingsregels

6.3 Bouwregels

6.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het plan voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het in artikel 6.3.1 bedoelde uitwerkingsplan, indien het bouwplan in overeenstemming is met het (voor)ontwerp-uitwerkingsplan.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking een wijzigingsbevoegdheid op te nemen met betrekking tot het wijzigen van het aanduidingsvlak van de aanduiding 'specifieke aanduiding verkeer - ontsluiting 2' in verband met de ontsluiting op de wegen De Schakel en De Hoge Esch.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels

9.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages voor zover dit gelet op het gebruik en/of de constructie noodzakelijk is;
  2. b. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van de wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 bedraagt;
  5. e. het bepaalde in het plan en toestaan dat antennemasten tot een bouwhoogte van 25 m worden gebouwd.

9.2

Afwijking als bedoeld in artikel 9.1 mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  2. b. de verkeersveiligheid;
  3. c. de fysieke veiligheid.

Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels

10.1

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  1. a. de bouw van een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk van openbaar nut tot een maximum inhoud van 400 m3 en een maximum bouwhoogte van 4 m;
  2. b. de bouw van antennemasten tot een bouwhoogte van 45 m.

10.2

De onder 10.1 bedoelde wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 11 Overige Regels

11.1 Afstemming Algemene Plaatselijke Verordening

Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening waarvoor op basis van deze verordening een evenementenvergunning kan worden verleend.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

12.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Gramsbergen, woongebied Garstlanden III' van de gemeente Hardenberg.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 5 juli 2011.

………………………

De voorzitter, De griffier,

………. ………

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek

Bijlage 2 Onderzoek Flora En Fauna

Bijlage 2 Onderzoek flora en fauna

Bijlage 3 Waterhuishoudings- En Rioleringsplan

Bijlage 3 Waterhuishoudings- en rioleringsplan

Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 5 Aanvullende Analyses Bodemonderzoek

Bijlage 5 Aanvullende analyses bodemonderzoek

Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 6 Archeologisch onderzoek

Bijlage 7 Quick Scan Externe Veiligheid

Bijlage 7 Quick scan externe veiligheid

Bijlage 8 Eindverslag Inspraakprocedure En Vooroverleg

Bijlage 8 Eindverslag inspraakprocedure en vooroverleg