KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Open Veenontginningslandschap
Artikel 4 Groen - Landschapselement
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan
Bijlage 2 Landschap Identiteits Kaart (Lik)
Bijlage 1 Ruimtelijk Kwaliteitsplan
Bijlage 2 Startnotitie R&d Inclusief Bijlagen En Ingekomen Adviezen En Besluit Gemeenteraad
Bijlage 3 Mer Inclusief Bijlagen
Bijlage 4 Aangevulde Mer Inclusief Bijlagen, Zienswijzenverslag, Besluit Gemeenteraad En Adviezen Mer-commissie
Bijlage 5 Integraal Mer-rapport
Bijlage 6 Zienswijzenverslag
Bijlage 7 Toetsingsadvies Mer Commissie
Bijlage 8 Vaststellingsbesluit
Bijlage 9 Uitspraak Rvs 10 Juli 2019

Bestemmingsplan Buitengebied Avereest, Verlengde Elfde Wijk 8 Dedemsvaart

Bestemmingsplan - gemeente Hardenberg

Vastgesteld op 02-09-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het "Bestemmingsplan Buitengebied Avereest, Verlengde Elfde Wijk 8 Dedemsvaart" met identificatienummer NL.IMRO.0160.0000BP00188-VG02 van de gemeente Hardenberg;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 agrarisch bedrijf:

een bedrijf, dat geheel of overwegend gericht is op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het telen van gewassen waaronder begrepen tuinbouw en/of het houden van dieren; bewerking en vergisting van mest en biomassa zijn activiteiten die onderdeel uitmaken van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat deze activiteiten plaatsvinden binnen het eigen bouwvlak, met bedrijfseigen producten waarvan de geproduceerde elektriciteit en/of brandstof in hoofdzaak aangewend wordt voor eigen gebruik;

1.6 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;

1.8 bebouwingspercentage:

de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of het bestemmingsvlak indien daarin geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak;

1.9 bedrijfsgebouw:

een niet voor bewoning bestemd gebouw ten dienste van een bedrijf, instelling of voorziening;

1.10 bedrijfswoning of dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;

1.11 bestaand(e) aantal, afmeting, afstand, bedrijf, bouwhoogte, bouwwerk, goothoogte, inhoud, inrichting, object, oppervlakte, plaats, situatie en vorm:

aantal, afmeting, afstand, bedrijf, bouwhoogte, bouwwerk, goothoogte, inhoud, inrichting, object, oppervlakte, plaats,situatie of vorm, zoals dat of die rechtens bestaat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, dan wel nadien krachtens een omgevingsverguning, waarvoor de aanvraag is ingediend voor dat tijdstip, kan worden gerealiseerd;

1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.14 bijbehorend bouwwerk:

een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of een ander bouwwerk, met een dak;

1.15 bijgebouw:

een gebouw dat in ruimtelijke opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;

1.16 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.17 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.18 bouwlaag:

een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd, met uitzondering van onderbouwen, kelders en kappen; de eerste bouwlaag is de bouwlaag op de begane grond;

1.19 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.21 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.23 brutovloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;

1.24 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.25 eenvoudige dagreactieve voorziening:

extensieve, kleinschalige vormen van vrijetijdsbesteding met een maximale duur van een dag, waarbij geen overnachting plaatsvindt;

1.26 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.27 erfinrichtingsplan:

een plan waaruit blijkt hoe het betreffende erf in het landschap ligt en op welke wijze de kenmerken van het landschapstype zijn doorvertaald in de inrichting van het erf.

1.28 extensieve openluchtrecreatie:

vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruime, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;

1.29 foliebassin:

een mestbassin uitgevoerd als een met folie beklede grondput met of zonder omdijking;

1.30 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 hoofdgebouw:

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.32 hoofdverblijf:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar constructie en inrichting geschikt is voor de permanente huisvesting van één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep personen;

1.33 huishouden:

één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen;

1.34 nevenactiviteit:

een activiteit die in ruimtelijke en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens de bestemmingsomschrijving toegestane hoofdfunctie op het perceel;

1.35 omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.36 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient ter overdekking en niet, of slechts gedeeltelijk, met wanden is omgeven;

1.37 peil:

  1. a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
    1. 1. de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen:
    1. 1. de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte terrein;
  3. c. het peil zoals door of namens burgemeester en wethouders is bepaald.

1.38 ruimtelijke kwaliteit:

het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.

1.39 ruimtelijk kwaliteitsplan:

een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de gebiedskenmerken worden door vertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf bijdraagt aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving; voor het bepalen van de gebiedskenmerken moet gebruik worden gemaakt van de Landschap Identiteit Kaarten, met bijbehorend achtergronddocument, die als bijlage deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied Hardenberg';

1.40 streekeigen product:

producten die zijn voortgebracht op agrarische bedrijven in de gemeente Hardenberg of in aangrenzende gemeenten;

1.41 teeltondersteunende voorziening:

een verplaatsbare constructie, overtrokken met transparant materiaal anders dan glas, voor het kweken of beschermen van gewassen;

1.42 technische installatie:

een voor de bedrijfsvoering benodigde installatie;

1.43 voorgevel:

de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;

1.44 voorgevelrooilijn:

de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;

1.45 woning:

een complex van ruimten volgens aard en indeling geschikt of bestemd voor de huisvesting van een afzonderlijk huishouden;

1.46 zakelijke dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, bijvoorbeeld in de vorm van bank- en verzekeringsdiensten, exploitatie van en handel in onroerende zaken, adviesbureaus, verhuurbedrijven en hulpdiensten.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van de regels wordt als volgt gemeten en berekend:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;ondergeschikte bouwdelen worden hierbij buiten beschouwing gelaten;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

Ruimten, zoals kelders en kruip- en soortgelijke ruimten, onder de onderzijde van de begane grondvloer - en tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren - worden niet meegerekend bij de inhoud van een bouwwerk, tenzij:

  1. a. de onderzijde van de begane grondvloer op meer dan 0,3 meter boven peil is gelegen, of;
  2. b. de kelder aan de buitenzijde een directe toegang heeft.


In bestaande situaties wordt een kelder waarvan de onderzijde van de begane grondvloer op meer dan 0,3 meter boven peil is gelegen of de kelder aan de buitenzijde een directe toegang heeft, niet meegerekend bij de inhoud van een bouwwerk.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- of bestemmingsgrens dan wel rooilijn met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Open Veenontginningslandschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Open veenontginningslandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een pluimveehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', met maximaal 558.000 vleeskuikens en een maximale ammoniakemissie van 3.955,50 kg NH3;
  2. b. voor het houden van vleeskuikens zoals genoemd in sub a, geldt dat maximaal 1 bouwlaag is toegestaan met uitzondering van (ondergrondse) opslag in kelders;
  3. c. de instandhouding van de sterke gebiedskenmerken van het open veenontginningslandschap, welke zijn beschreven in de tabel van de Landschap Identiteit Kaart (LIK), die als Bijlage 2 onderdeel uitmaakt van de regels;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. niet-agrarische nevenactiviteiten tot een maximum van 100 m2 bruto vloeroppervlak, of de bestaande oppervlakte, indien deze meer dan 100 m2 bedraagt;
  2. e. statische opslag in bestaande gebouwen;
  3. f. voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie

en tevens voor:

  1. g. watergangen en waterpartijen, met bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. h. verkeers-, verblijfs- en nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Groen - Landschapselement

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen - Landschapselement" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen en instandhouding van ter plaatse voorkomende waardevolle beplanting en landschapselementen;
  2. b. de instandhouding en ontwikkeling van de aan het landschap eigen gebiedskenmerken;
  3. c. instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen, met bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. d. inundatie van de waterlopen;
  5. e. extensieve openluchtrecreatie.

4.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels

6.1 Woningsplitsing voormalige boerderij

Bij omgevingsvergunning kan binnen de verschillende bestemmingen wonen worden afgeweken van de regels omtrent het toegestane aantal woningen per bouwperceel, voor het toestaan van:

  1. a. één woning extra, indien de bestaande inhoud van de aaneengesloten bebouwing meer dan 1.000 m3 bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in c tot en met h;
  2. b. twee woningen extra, indien de bestaande inhoud van de aaneengesloten bebouwing meer dan 1.500 m3 bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in c tot en met h;
  3. c. de extra woning mag uitsluitend worden gerealiseerd binnen de aaneengesloten bebouwing van een voormalige boerderij, te weten de woonruimte met aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte;
  4. d. de uiterlijke verschijningsvorm van de voormalige boerderij in stand blijft;
  5. e. de gezamenlijke inhoud van de woningen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van de aaneengesloten bebouwing;
  6. f. de extra woning dient te passen binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  7. g. op geen van de gevels van een extra woning mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg op spoorweg de ter plaatse toegestane waarde volgens de Wet geluidhinder overschrijden;
  8. h. inpassing op het erf en in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt, aan de hand van een ruimtelijke kwaliteitsplan.

6.2 Bepalen inhoud bouwwerk

De inhoud van een bouwwerk waarvoor in lid 6.1 een inhoudsmaat wordt genoemd, dient bepaald te worden overeenkomstig het bepaalde in lid 2.3.

Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels

7.1 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen te wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. a. de bij wijziging betrokken grenzen mogen ten hoogste 25 m worden verschoven;
  2. b. door een wijziging mogen de belangen en waarden die het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden aangetast.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

8.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Bestemmingsplan Buitengebied Avereest, Verlengde Elfde Wijk 8 Dedemsvaart van de gemeente Hardenberg.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van:

De griffier, De voorzitter,

Bijlage 1 Erfinrichtingsplan

Bijlage 1 Erfinrichtingsplan

Bijlage 2 Landschap Identiteits Kaart (Lik)

Bijlage 2 Landschap Identiteits Kaart (LIK)

Bijlage 1 Ruimtelijk Kwaliteitsplan

Bijlage 1 Ruimtelijk kwaliteitsplan

Bijlage 2 Startnotitie R&d Inclusief Bijlagen En Ingekomen Adviezen En Besluit Gemeenteraad

Bijlage 2 Startnotitie R&D inclusief bijlagen en ingekomen adviezen en besluit gemeenteraad

Bijlage 3 Mer Inclusief Bijlagen

Bijlage 3 MER inclusief bijlagen

Bijlage 4 Aangevulde Mer Inclusief Bijlagen, Zienswijzenverslag, Besluit Gemeenteraad En Adviezen Mer-commissie

Bijlage 4 Aangevulde MER inclusief bijlagen, zienswijzenverslag, besluit gemeenteraad en adviezen MER-commissie

Bijlage 5 Integraal Mer-rapport

Bijlage 5 Integraal MER-rapport

Bijlage 6 Zienswijzenverslag

Bijlage 6 Zienswijzenverslag

Bijlage 7 Toetsingsadvies Mer Commissie

Bijlage 7 Toetsingsadvies MER commissie

Bijlage 8 Vaststellingsbesluit

Bijlage 8 Vaststellingsbesluit

Bijlage 9 Uitspraak Rvs 10 Juli 2019

Bijlage 9 Uitspraak RvS 10 juli 2019