KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Agrarische Functie Met Landschapswaarden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Agrarische Functie Met Natuur- En Landschapswaarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Horeca
Artikel 8 Maatschappelijk
Artikel 9 Natuur
Artikel 10 Recreatie
Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 12 Sport
Artikel 13 Verkeer
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
Artikel 15 Water
Artikel 16 Water - Vaarweg
Artikel 17 Wonen
Artikel 18 Wonen - Landhuis
Artikel 19 Leiding - Brandstof
Artikel 20 Leiding - Gas
Artikel 21 Leiding - Hoogspanning
Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 23 Leiding - Riool
Artikel 24 Waarde - Aardkundig Waardevol
Artikel 25 Waarde - Archeologie Hoog
Artikel 26 Waarde - Archeologie Middel
Artikel 27 Waarde - Archeologie Zeer Hoog
Artikel 28 Waarde - Cultuurhistorisch Pad
Artikel 29 Waarde - Ecologie
Artikel 30 Waarde - Landgoed
Artikel 31 Waarde - Waardevol Reliëf
Artikel 32 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 33 Antidubbeltelregel
Artikel 34 Algemene Bouwregels
Artikel 35 Algemene Gebruiksregels
Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 37 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 39 Algemene Procedureregels
Artikel 40 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 41 Overgangsrecht
Artikel 42 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Tot Herziening Bestemmingsplan
1.2 Toelichting
1.3 Herziening Perceelsniveau
1.4 Herziening Algemeen
Hoofdstuk 2 Milieuaspecten
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Vooroverleg, Zienswijzen En Verder Verloop Van De Procedure
4.1 Vooroverleg En Zienswijzen
4.2 Verder Verloop Van De Procedure
Bijlage 1 Agrarische Bedrijven Met Intensieve Veehouderij(tak)
Bijlage 2 Bestaande Nevenfunctie(s) Bij Agrarische Bedrijven
Bijlage 3 Bedrijven (Niet-agrarisch)
Bijlage 4 Wonen (Specifiek)
Bijlage 5 Criteria Rood Voor Rood
Bijlage 6 Criteria Vab
Bijlage 7 Criteria Nieuwe Landgoederen
Bijlage 8 Karakteristieke Erven En Panden
Bijlage 1 Nieuwe Ontwikkeling
Bijlage 2 Nota Zienswijzen En Verslag Vooroverleg - Ontwerp Bestemmingsplan Veegplan Buitengebied

Buitengebied, Veegplan 2014

Bestemmingsplan - gemeente Hengelo

Vastgesteld op 19-04-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Veegplan Buitengebied van de gemeente Hengelo;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0164.BP0084-0301 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 verbeelding:

de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan;

1.4 aan-huis-verbonden-beroep:

een dienstverlenend dan wel ambachtelijk beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de aan-huis-verbonden-beroep woonfunctie in overeenstemming is;

1.5 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.6 aanbouw aan stacaravan / chalet:

een bouwkundige toevoeging aan een stacaravan / chalet in de vorm van een luifel, veranda en dergelijke ten behoeve van het recreatieve gebruik van de stacaravan en welke niet wordt gebruikt als verblijfsruimte en waarin zich geen sanitaire voorzieningen bevinden;

1.7 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.8 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.9 aaneengebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen;

1.10 aanlegvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 sub a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.11 agrarisch bedrijf / agrarische bedrijfsvoering:

een bedrijf/bedrijfsvoering, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, waaronder begrepen het fokken van dieren;

1.12 agrarisch bouwvlak:

een op de verbeelding zodanig aangegeven bebouwingsoppervlak, waarop de agrarische bedrijfsbebouwing is geconcentreerd;

1.13 ambachtelijke bedrijvigheid:

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen die verband houden met het ambacht;

1.14 ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.15 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;

1.16 bab:

de Wet geurhinder en veehouderij (art. 3 lid 2 en art. 14) maakt onderscheid tussen "gewone" burgerwoningen en burgerbewoning van voormalige bedrijfswoningen en van woningen die zijn gerealiseerd in het kader van het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen en/of slopen van agrarische bebouwing (rood voor rood-regeling of beleid inzake vrijkomende agrarische bebouwing). Om te voorkomen dat burgerbewoning van voormalige bedrijfswoningen en van nieuwe woningen op (voormalige) agrarische percelen naastgelegen agrarische bedrijven "op slot" zet, zijn deze nieuwe burgerwoningen voor wat betreft de bescherming tegen geurhinder gelijk gesteld met agrarische bedrijfswoningen. Overweging hierbij is dat bewoners van dergelijke nieuwe burgerwoningen de afwijkende bescherming tegen geurhinder mee kunnen wegen in hun beslissing om deze woningen al dan niet te betrekken. Deze afwijkende normstelling geldt alleen voor woningen die op of na 19 maart 2000 (de datum van 19 maart 2000 is opgenomen, omdat op die datum de 'Regeling Beëindiging Veehouderijtakken' in werking is getreden. Op grond van deze regeling werd woningrealisering in ruil voor agrarische bedrijfsbeëindiging mogelijk) zijn gebouwd of op of na die datum zijn opgehouden deel uit te maken van een veehouderij. Om duidelijk te maken dat voor deze woningen een, voor wat betreft de bescherming tegen geurhinder, afwijkend wettelijk regime geldt, worden deze woningen in het bestemmingsplan Buitengebied aangeduid met 'specifieke vorm van wonen - bab' (bescherming agrarische bedrijfswoning). Een 'bab-woning' heeft ingevolge de 'Wet geurhinder en veehouderij' (Wgv) dus dezelfde status als een agrarische bedrijfswoning. Dat wil zeggen dat vaste afstanden gelden tussen een intensief veehouderijbedrijf en de 'bab-woning', te weten ten minste 50 meter als de 'bab-woning' in het buitengebied is gelegen;

1.17 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.18 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.19 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijgebouw bij stacaravan / chalet:

een vrijstaand gebouw bij een stacaravan / chalet, welke dient als opslag van tuingereedschap, tuinmeubelen, fietsen en dergelijke ten behoeve van het recreatieve gebruik van de stacaravan / het chalet en niet wordt gebruikt als verblijfsruimte en waarin zich geen sanitaire voorzieningen bevinden;

1.22 bijgebouw:

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwvlak gelegen (hoofd)gebouw en dat qua afmetingen ondergeschikt is aan en niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit dat (hoofd)gebouw;

1.23 boomkwekerij:

een agrarisch bedrijf dat gericht is op de productie - door middel van het planten (in container) en (op)kweken - van bomen, coniferen, heesters en andere houtgewassen;

1.24 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een bouwwerk;

1.25 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.26 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.27 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.28 bouwperceelgrens:

een grens van een (bouw)perceel;

1.29 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.30 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.31 chalet:

een chalet is, mede gelet op de afmetingen, niet bestemd om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen. Indien wordt voldaan aan de onderstaande voorwaarden is er nog sprake van een chalet:

  • het chalet mag niet opgebouwd worden uit een door steen opgemetselde buitenwand;
  • permanente bewoning van het chalet is niet toegestaan;
  • het chalet bestaat uit niet meer dan één bouwlaag;

1.32 bestaand:

  1. 1. bij bouwwerken:

bouwwerken die aanwezig zijn, dan wel mogen worden gebouwd, krachtens een bouwvergunning, die is aangevraagd vóór het tijdstip van terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;

  1. 2. bij gebruik:

bestaand ten tijde van het van kracht worden van het desbetreffende gebruiksverbod;

1.33 containerteelt:

het kweken van bomen, coniferen, heesters en andere houtgewassen in potten op een gesloten bed-ondergrond of een open bed-ondergrond met drainage;

1.34 cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk, landschapselement of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik, dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk, landschapselement of dat gebied heeft gemaakt;

1.35 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.36 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.37 dienst- of bedrijfswoning:

een (gedeelte van een) gebouw, noodzakelijk voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, belast met het beheer van en/of toezicht op het krachtens deze regels toegelaten (agrarisch) bedrijf of instelling;

1.38 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, fotostudio's, schoonheidsinstituten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf;

1.39 diepploegen:

het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,80 meter, ten behoeve van het agrarisch gebruik;

1.40 differentiatielijn:

aanduiding welke het verschil aangeeft tussen de, binnen één bestemming geldende, bouw- en / of gebruiksregels;

1.41 ecologische waarden:

de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de aanwezigheid en samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de kernkwaliteiten van de EHS;

1.42 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond;

1.43 erker:

een toevoeging van ten hoogste één bouwlaag aan een gevel van een woning;

1.44 evenemententerrein:

terrein voor periodieke en/of meerdaagse evenementen, zoals bijvoorbeeld 'Schoolfeesten Oele', 'Pinksterfeesten Becum' en sportevenementen;

1.45 extensief recreatief medegebruik:

die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën;

1.46 extensiveringsgebied:

ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt;

1.47 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.48 gekoppeld agrarisch bouwvlak:

een gekoppeld agrarisch bouwvlak bestaat uit maximaal twee - onderling niet aaneengesloten - percelen die op de verbeelding door de figuur "relatie" tezamen worden aangemerkt als zijnde één (agrarisch) bouwvlak;

1.49 geluidgevoelige functies:

functies als bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;

1.50 geluidgevoelige gebouwen:

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een functie als bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;

1.51 geluidsbelasting in dB:

de geluidsbelasting in Lden op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 07.00-19.00 uur, van 19.00-23.00 uur en van 23.00-07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189);

1.52 geluidzoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

1.53 grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond (als productiemiddel) waar het bedrijf over kan beschikken;

1.54 hervestiging van een intensieve veehouderij(tak):

de vestiging van een nieuw op te richten of van elders te verplaatsen bedrijf op een bestaand agrarisch bouwvlak;

1.55 het op hobbymatige basis houden van dieren:

het uit liefhebberij/vrijetijdsbesteding houden van dieren waarbij de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 12 NGE;

1.56 het verharden van gronden:

onder het verharden van gronden wordt verstaan het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton;

1.57 hogere grenswaarde:

een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen;

1.58 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een (bouw)perceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarin de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;

1.59 horecabedrijf:

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een café, bar-dancing, discotheek of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven alsmede erotisch getinte vermaaksfuncties;

1.60 intensieve veehouderij:

een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met tenminste 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet Milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch gehouden worden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer.

Voor de definiëring van het begrip intensieve veehouderij is aangesloten op de milieuwetgeving. Ruwweg is intensieve veehouderij het houden van dieren in stallen (meest voorkomend: varkens, pluimvee, kalveren, stieren, nertsen). In het plangebied is de intensieve veehouderij met name gericht op varkenshouderij, vleesstieren en kalverhouderij;

1.61 kantoor:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;

1.62 kas:

een gebouw, bestemd voor het kweken van gewassen etc., waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;

1.63 lage, niet menstoegankelijke tunnels:

niet verankerde, niet menstoegankelijke kas- dan wel platglasconstructie van maximaal 1,5 meter hoog;

1.64 landschappelijke waarde:

waarden in landschappelijk-esthetische en geomorfologische zin;

1.65 landschapswaarden:

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van levende en niet-levende natuur;

1.66 maatschappelijke voorzieningen:

medische, sociale, educatieve, culturele en religieuze voorzieningen, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben, alsook ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen, met uitzondering van een seksinrichting;

1.67 manege:

een gebruiksgerichte, dienstverlenende paarden- en ponyhouderij, waarbij het doel is het geven van gelegenheid om met paarden en/of pony’s binnen en/of buiten het betreffende perceel te rijden en het daaruit genereren van inkomsten;

1.68 minicamping (kleinschalig kamperen):

een terrein met daarbij behorende voorzieningen, zonder jaarstandplaatsen, ter beschikking gesteld voor het houden van maximaal 25 kampeermiddelen;

1.69 nevenfuncties:

activiteiten die in ruimtelijke en/of bedrijfseconomische zin een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale bedrijfsactiviteiten op een agrarisch bouwvlak;

1.70 NGE:

Nederlandse Grootte Eenheid is een norm die wordt gebruikt voor de bepaling van de bedrijfsomvang van landbouwbedrijven;

1.71 niet-grondgebonden agrarisch bedrijf:

een agrarisch bedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie geheel of nagenoeg geheel plaatsvindt in gebouwen en niet of slechts in ondergeschikte mate afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond;

1.72 nieuwvestiging van een intensieve veehouderij:

in het bestemmingsplan een nieuw agrarisch bouwvlak opnemen voor de vestiging van een nieuw van elders te verplaatsen bedrijf of geheel nieuw te starten bedrijf;

1.73 omschakeling naar een intensieve veehouderij:

het geheel of gedeeltelijk omzetten en/of uitbreiden van een grondgebonden agrarisch bedrijf in een intensieve veehouderij;

1.74 ontheffing:

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c van de Wet ruimtelijke ordening.

1.75 permanente bewoning:

gebruik van (een deel van) een gebouw als hoofdwoonverblijf;

1.76 plattelandswoning:

een bedrijfswoning zoals bedoeld in artikel 1.1. eerste lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting die ook door derden bewoond mag worden;

1.77 productiegebonden detailhandel:

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;

1.78 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.79 publieksaantrekkende beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis:

een beroeps of bedrijfsactiviteit, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;

1.80 publiekverzorgend ambacht en dienstverlening:

een ambachtelijk c.q. dienstverlenend bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een goudsmid, schoenmaker, kapper, videotheek en dergelijke;

1.81 Reconstructieplan Salland-Twente:

een plan als bedoeld in artikel 11 van de Reconstructiewet concentratiegebieden;

1.82 recreatief medegebruik:

een recreatief gebruik van de gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.83 recreatiewoning:

een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan enóf chalet zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, voor recreatieve doeleinden bewoond te worden. Permanente bewoning van de recreatiewoning, chalet of vakantiehuisje is niet toegestaan;

1.84 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.85 sloopvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 sub b van de Wet ruimtelijke ordening;

1.86 stacaravan:

een stacaravan is, mede gelet op de afmetingen, niet bestemd om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen. Indien wordt voldaan aan de onderstaande voorwaarden is er nog sprake van een stacaravan:

  • onder de stacaravan dient een origineel as/wielstelsel aanwezig te zijn;
  • de stacaravan dient binnen 48 uur te verwijderen te zijn van zijn standplaats/locatie en mag niet nagelvast aan de bodem verankerd zijn d.m.v. een fundering en/of verbonden door palen;
  • de stacaravan mag niet opgebouwd worden uit een door steen opgemetselde buitenwand;
  • permanente bewoning van de stacaravan is niet toegestaan;

1.87 sterlocatie intensieve veehouderij:

een bestaand agrarisch bouwvlak binnen een verwevingsgebied waar een perspectiefvol bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd, dat over voldoende omgevingsruimte beschikt om door te kunnen groeien tot een omvang van minimaal 175 nge, of een perspectiefvol gemengd bedrijf dat kan doorgroeien tot minimaal 175 nge en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 nge kan groeien;

1.88 teeltondersteunende kassen:

kassen waarin producten worden geteeld die een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale agrarische bedrijfsactiviteit;

1.89 teeltondersteunende voorzieningen:

uitgespreid afdekmateriaal, afdekmateriaal met ondersteunende constructie (lage, niet menstoegankelijke tunnels) bestemd voor en bedoeld als tijdelijke ondersteuning van vollegrondse-, fruit-, bloemen- en boomteelt;

Deze voorzieningen zijn uitsluitend functioneel in het groeiseizoen en worden na het groeiseizoen verwijderd. Een groeiseizoen beslaat de maanden maart tot en met oktober;

1.90 uitbouw:

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.91 uitbreiding van een intensieve veehouderij:

vergroting van de aanwezige agrarische bebouwing al of niet gepaard gaand met een verruiming van het bouwvlak;

1.92 verkoopvloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;

1.93 verwevingsgebied:

ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;

1.94 vloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan-/uit- en bijgebouwen op de begane grond;

1.95 voorgevel:

voor wat betreft de realisatie van aan-/uit- en bijgebouwen wordt slechts één gevel als voorgevel aangemerkt, namelijk de gevel die zich als belangrijkste gevel manifesteert;

1.96 voorgevelrooilijn:

de bouwgrens die langs de wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing ligt;

1.97 voorkeursgrenswaarde:

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit geluidhinder spoorwegen en/of het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen;

1.98 vrijstaande woning:

een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw;

1.99 woning / wooneenheid:

(een gedeelte van) een gebouw met woonfunctie / een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één individueel huishouden (inclusief inpandige stal/deel);

1.100 woongebouw:

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;

1.101 zakelijke dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten en/of het leggen van contacten of het uitvoeren van commerciële handelingen, uitgezonderd detailhandel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 algemeen:

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, schoorstenen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten;

2.2 bebouwingspercentage:

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de oppervlakte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

2.3 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwvlak;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.6 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.7 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderbovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:

de oppervlakte gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.9 het bebouwd oppervlak van een bouwvlak:

de buitenwerks gemeten oppervlakte van het op een bouwvlak aanwezige c.q. op te richten gebouw of gebouwencomplex, gemeten op een meter boven peil;

2.10 peil:

  1. a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
  2. b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  1. a. agrarische bedrijfsvoering;
  2. b. intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij (nummer)' en weergegeven in bijlage 1;
  3. c. de uitoefening van nevenfuncties bij bestaande agrarische bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - (nummer)' en weergegeven in bijlage 2;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
  2. e. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  3. f. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgebonden producten;
  4. g. extensief recreatief medegebruik;
  5. h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  6. i. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  7. j. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
  8. k. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt', ook voor boomteelt;
  9. l. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' en 'houtwal', ook voor het instandhouden van landschapswaarden en houtwallen;
  10. m. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', ook voor een recreatiewoning;
  11. n. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', ook voor het instandhouden van cultuurhistorische waarden;
  12. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' ookuitsluitend voor (veld)schuren;
  13. p. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', ook voor nutsvoorzieningen;
  14. q. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;
  15. r. tuinen, erven en terreinen;
  16. s. groenvoorzieningen;
  17. t. wegen, alsmede voet- en fietspaden en overige infrastructurele voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. u. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

3.4 Ontheffing van de bouwregels

Voor alle in deze bestemming opgenomen ontheffingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de ontheffing alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Ontheffing van de gebruiksregels

3.7 Aanlegvergunning

3.8 Wijzigingsbevoegdheid

Voor alle in deze bestemming opgenomen wijzigingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de wijziging alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

3.9 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Agrarische Functie Met Landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  1. a. agrarische bedrijfsvoering;
  2. b. intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij (nummer)' en weergegeven in bijlage 1;
  3. c. de uitoefening van nevenfuncties bij bestaande agrarische bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - (nummer)' en weergegeven in bijlage 2;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
  2. e. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  3. f. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgebonden producten;
  4. g. extensief recreatief medegebruik;
  5. h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  6. i. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  7. j. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
  8. k. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt', ook voor boomteelt;
  9. l. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', ook voor een evenemententerrein;
  10. m. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' en 'houtwal', ook voor het instandhouden van landschapswaarden en houtwallen;
  11. n. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' ook voor een recreatiewoning;
  12. o. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', ook voor het instandhouden van cultuurhistorische waarden;
  13. p. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', ook voor activiteiten van de hobbyclub van de AKZO (houtbewerking, hobbymatig onderhouden van auto's);
  14. q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur', ookuitsluitend voor (veld)schuren;
  15. r. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', ook voor parkeervoorzieningen;
  16. s. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', ook voor kinderdagopvang;
  17. t. ter plaatse van de aanduiding ' antennemast', ook voor 'één telecommunicatiemast ten behoeve van het ontvangen en/of zenden van radio- en/of televisie- en/of telefoniesignalen';
  18. u. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', ook voor een productiegerichte paardenhouderij, inclusief pensionstal;
  19. v. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;
  20. w. tuinen, erven en terreinen;
  21. x. groenvoorzieningen;
  22. y. wegen, alsmede voet- en fietspaden en overige infrastructurele voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. z. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

4.4 Ontheffing van de bouwregels

Voor alle in deze bestemming opgenomen ontheffingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de ontheffing alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

4.7 Aanlegvergunning

4.8 Wijzigingsbevoegdheid

Voor alle in deze bestemming opgenomen wijzigingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de wijziging alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

4.9 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Agrarische Functie Met Natuur- En Landschapswaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor;

  1. a. agrarische bedrijfsvoering;
  2. b. intensieve veehouderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve veehouderij (nummer)' en weergegeven in bijlage 1;
  3. c. de uitoefening van nevenfuncties bij bestaande agrarische bedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - (nummer)' en weergegeven in bijlage 2;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf;
  2. e. het op hobbymatige basis houden van dieren;
  3. f. detailhandel in eigen voortgebrachte producten en streekgebonden producten;
  4. g. extensief recreatief medegebruik;
  5. h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  6. i. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  7. j. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut;
  8. k. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt', ook voor boomteelt;
  9. l. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', ook voor een evenemententerrein;
  10. m. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' en 'houtwallen', ook voor het instandhouden van landschapswaarden en houtwallen;
  11. n. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' ook voor een recreatiewoning;
  12. o. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', ook voor het instandhouden van cultuurhistorische waarden;
  13. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' ookuitsluitend voor (veld)schuren;
  14. q. ter plaatse van de aanduiding 'silo' ook voor een mestfoliebassin;
  15. r. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;
  16. s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' ook voor een plattelandswoning;
  17. t. tuinen, erven en terreinen;
  18. u. groenvoorzieningen;
  19. v. wegen, alsmede voet- en fietspaden en overige infrastructurele voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. w. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

5.4 Ontheffing van de bouwregels

Voor alle in deze bestemming opgenomen ontheffingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de ontheffing alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Ontheffing van de gebruiksregels

5.7 Aanlegvergunning

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Voor alle in deze bestemming opgenomen wijzigingsbevoegdheden die uitbreidingsmogelijkheden (bouwmogelijkheden) bieden voor agrarische bedrijven geldt, ongeacht of voldaan kan worden aan de overige gestelde voorwaarden, dat de wijziging alleen kan worden verleend indien door het verlenen hiervan geen onevenredige aantasting plaatsvindt van cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden.

5.9 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - (nummer)' en weergegeven in bijlage 3;
  2. b. productiegebonden detailhandel;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. tuinen, erven en terreinen;
  2. d. wegen en paden;
  3. e. groenvoorzieningen;
  4. f. parkeervoorzieningen;
  5. g. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  6. h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', ook voor de opslag en verkoop van vuurwerk;
  7. i. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;
  8. j. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  9. k. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;

met de daarbij behorende:

  1. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

6.4 Ontheffing van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij dit plaatsvindt ten behoeve van de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteit;
  3. c. detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenfunctie in ter plaatse geteelde producten van het bedrijf;
  4. d. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  5. e. het gebruik voor andere doeleinden dan de in artikel 6.1 beschreven bedrijfsactiviteit.

6.6 Ontheffing van de gebruiksregels

6.7 Wijzigingsbevoegdheid

6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 7 Horeca

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecadoeleinden voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen:
Horecavoorziening Adres Maximaal bebouwd oppervlak (m2)
Café, pension De Zevenster Haaksbergerstraat 123 600
Beckum Palace Zalencentrum / Kings Wok Haaksbergerstraat 166 3500

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. parkeervoorzieningen;
  2. c. tuinen, erven en terreinen;
  3. d. wegen en paden;
  4. e. groenvoorzieningen;
  5. f. speelvoorzieningen;
  6. g. ondersteunende horeca;
  7. h. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  8. i. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', ook voor parkeervoorzieningen;
  9. j. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;

met de daarbij behorende:

  1. k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

7.4 Ontheffing van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij dit plaatsvindt ten behoeve van de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteit;
  3. c. detailhandel, behoudens detailhandel gericht op de bestemming;
  4. d. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  5. e. het gebruik voor andere doeleinden dan de in artikel 7.1 onder a. beschreven horeca-activiteiten, met dien verstande dat het gebruik van de gebouwen ten behoeve van discotheken en dancings niet is toegestaan.

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, verenigingsleven, educatie, cultuur;
  2. b. het behoud van en het geven van voorlichting over de cultuurhistorische waardevolle watermolen;
  3. c. voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen, eveneens bestemd voor de volgende activiteiten:
Adres
Feitelijke bedrijvigheid
Oldenzaalsestraat 603 Kinderdagopvang
Oldemeulenweg 4 Watermolen
Vöckersweg 24 Oelerschooltje
Wolfkaterweg 34 Zorgboerderij, hobbymatig agrarisch

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. tuinen, erven en terreinen;
  2. e. wegen en paden;
  3. f. groenvoorzieningen;
  4. g. speelvoorzieningen;
  5. h. parkeervoorzieningen;
  6. i. overpaden en inritten ten behoeve van aanliggende bestemmingen;
  7. j. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  8. k. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  9. l. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;

met de daarbij behorende:

  1. m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

8.4 Ontheffing van de bouwregels

8.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij dit plaatsvindt ten behoeve van de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteit;
  3. c. detailhandel, behoudens detailhandel gericht op de bestemming;
  4. d. het gebruik voor woondoeleinden.

8.6 Ontheffing van de gebruiksregels

8.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 9 Natuur

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische, landschappelijke en natuurwaarden van beboste gronden, heidegebied, rietvelden, hooilanden, moerasgebiedjes en schraalgrasvelden;
  2. b. ecologische verbindingszone;
  3. c. bosbouw en houtproductie;
  4. d. waterhuishoudkundige doeleinden;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', ook voor scoutingactiviteiten;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - hondenvereniging' ook voor een hondenvereniging;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', ook voor een recreatiewoning;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. wegen en paden;
  2. i. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  3. j. waterstaatsdoeleinden;
  4. k. extensief grondgebonden agrarisch medegebruik;
  5. l. recreatief, religieus en educatief medegebruik;
  6. m. nutsvoorzieningen;
  7. n. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  8. o. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', ook voor nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. p. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

9.4 Ontheffing van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. lawaaisporten;
  3. c. voor zover het betreft de gronden ter plaatse van een nadere aanduiding (als bepaald in 9.1) het gebruik voor andere activiteiten dan ter plaatse ingevolge de aanduiding is toegestaan.

9.6 Ontheffing van de gebruiksregels

9.7 Aanlegvergunning

Artikel 10 Recreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (dag)recreatieve voorzieningen voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen:
Adres Dagrecreatieve voorziening
Twekkelerweg 323 - 331 Attractiepark "De Waarbeek"
Twekkelerweg ong. Parkeren "De Waarbeek"

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. vergader/congresruimten;
  2. c. onderhoudsruimten voor attracties;
  3. d. attracties ten behoeve van de (dag)recreatieve voorziening;
  4. e. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  5. f. wegen en paden;
  6. g. groenvoorzieningen;
  7. h. speelvoorzieningen;
  8. i. parkeervoorzieningen;
  9. j. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;

met de daarbijbehorende:

  1. k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

10.4 Ontheffing van de bouwregels

10.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. voor doeleinden anders dan bepaald in 10.1;
  3. c. detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenfunctie ten dienste van de bestemming;
  4. d. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen.

10.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (verblijfs)recreatiebedrijven voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen:
Adres Recreatiebedrijf Max. aantal recreatie- woningen Max. aantal stacaravans / chalets Max. m2 gemeenschap- pelijke voorzieningen / excl. bedrijfswoning
Wolfkaterweg 34-36 Erve Wolfkotte 35 85 1750
Twekkelerweg 329 - 331 Camping De Waarbeek -- 110 350
Kettingbrugweg 50 en 60 Camping De Zwaaikom -- 215 1500

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. kampeermiddelen, zoals stacaravans / chalets;
  2. c. recreatiewoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  3. d. gebouwen ten behoeve van gezamenlijke voorzieningen zoals receptie, kampwinkel, bergruimten, sanitaire voorzieningen, sport en spelvoorzieningen etc.;
  4. e. horecavoorzieningen (waaronder niet begrepen een discotheek);
  5. f. een 'bedrijfswoning' uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  6. g. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  7. h. wegen en paden;
  8. i. groenvoorzieningen;
  9. j. speelvoorzieningen;
  10. k. parkeervoorzieningen;
  11. l. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  12. m. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;

met de daarbijbehorende:

  1. n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

11.3 Nadere eisen

11.4 Ontheffing van de bouwregels

11.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. voor doeleinden anders dan bepaald in 11.1;
  3. c. detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenfunctie ten dienste van de bestemming;
  4. d. voor horecadoeleinden, behoudens horeca als ondergeschikte nevenfunctie ten dienste van de bestemming;
  5. e. het gebruik voor woondoeleinden met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen.

11.6 Ontheffing van de gebruiksregels

11.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van sportactiviteiten en daarbijbehorende horeca, voor zover de bestemmingsvlakken zijn gelegen op de volgende adressen, bestemd voor de volgende activiteiten:
Adres Activiteit Maximaal bebouwd oppervlak (m2)
Enschedesestraat 381 Golfbaan 2950
Boekeloseveldweg ong. (sectie K. nr. 635) Boogschietbaan 50
Twekkelerweg 337 Paintball 50
Twekkelerweg 311 Veldsportcomplex 1500
Oldenzaalsestraat 518 Veldsportcomplex 1500
  1. b. gebouwen ten behoeve van de bestemming sport, met de daarbijbehorende voorzieningen, zoals een kantine;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. wegen en paden;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  4. f. groenvoorzieningen;
  5. g. speelvoorzieningen;
  6. h. maatschappelijke voorzieningen;
  7. i. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;

met de daarbij behorende:

  1. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

12.4 Ontheffing van de bouwregels

12.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het gebruik voor doeleinden anders dan bepaald in artikel 12.1;
  3. c. het plaatsen van kampeermiddelen;
  4. d. detailhandel, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenfunctie ten dienste van de bestemming;
  5. e. het gebruik voor woondoeleinden.

12.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen;
  2. b. straten en paden;
  3. c. voet- en rijwielpaden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. parkeervoorzieningen;
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. speelvoorzieningen;
  4. g. wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen;
  5. h. geluidwerende voorzieningen;
  6. i. bermen;
  7. j. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  8. k. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  9. l. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' ook voor railverkeer;
  10. m. ter plaatse van de aanduiding 'brug' ook voor ;

met de daarbij behorende:

  1. n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels

13.3 Nadere eisen

13.4 Ontheffing van de bouwregels

13.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  • het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

13.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Artikel 14 Verkeer - Railverkeer

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. b. wegen, voet en rijwielpaden;
  2. c. groenvoorzieningen;
  3. d. bermen;
  4. e. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  5. f. parkeervoorzieningen;
  6. g. nutsvoorzieningen;
  7. h. fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke.
  8. i. wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen;
  9. j. geluidwerende voorzieningen;
  10. k. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;

met de daarbij behorende:

  1. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.2 Bouwregels

14.3 Nadere eisen

14.4 Ontheffing van de bouwregels

Artikel 15 Water

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  2. b. waterbeheer;
  3. c. waterberging;
  4. d. waterlopen met bijbehorende taluds;
  5. e. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  6. f. behoud en ontwikkeling van landschappelijke- en natuurwaarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. bermen;
  2. h. groenvoorzieningen;
  3. i. recreatieve voorzieningen;
  4. j. kunstwerken;
  5. k. kademuren;

met de daarbij behorende:

  1. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

15.2 Bouwregels

15.3 Nadere eisen

Artikel 16 Water - Vaarweg

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Vaarweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterstaatsdoeleinden in de vorm van een kanaal ten behoeve van het scheepvaartverkeer en een sluizencomplex;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'sluis' ook voor een sluizencomplex;
  3. c. waterhuishoudkundige doeleinden;
  4. d. waterbeheer;
  5. e. waterberging;
  6. f. waterlopen met bijbehorende taluds;
  7. g. drinkwatervoorziening;
  8. h. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  9. i. behoud en ontwikkeling van landschappelijke- en natuurwaarden;

met daaraan ondergeschikt:

  1. j. bermen;
  2. k. groenvoorzieningen;
  3. l. recreatieve voorzieningen;
  4. m. kunstwerken;
  5. n. kademuren;

met de daarbij behorende:

  1. o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 Wro wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het plaatsen van woonboten.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    1. 1. een aan-huis-verbonden beroep;
    2. 2. activiteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - (nummer)' en weergegeven in bijlage 4, met dien verstande dat:
      • de activiteiten plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bab', ook voor woningen die beschouwd worden als (agrarische) bedrijfswoningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - rvr', ook voor een woning opgericht middels deelname aan de rood voor rood regeling;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vab', ook voor een woning opgericht middels deelname aan de VAB-regeling;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'beroep aan huis', uitlsuitend voor een aan-huis-verbonden-beroep;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast', ook voor een bed & breakfastvoorziening;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  2. i. het hobbymatig houden van dieren;
  3. j. tuinen, erven en terreinen;
  4. k. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  5. l. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;

met de daarbij behorende:

  1. m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

17.2 Bouwregels

17.3 Nadere eisen

17.4 Ontheffing van de bouwregels

17.5 Specifieke gebruiksregels

17.6 Ontheffing van de gebruiksregels

17.7 Wijzigingsbevoegdheid

17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 18 Wonen - Landhuis

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - Landhuis’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huisverbonden beroep;
  2. b. beheer, onderhoud en instandhouding van een landgoed;
  3. c. activiteiten ten behoeve van beheer, onderhoud en ontwikkeling;
  4. d. beheer en/of herstel van de cultuurhistorische bebouwing, tuinen, gewassen en houtopstanden;
  5. e. behoud, beheer en herstel van landschappelijke en ecologische waarden
  6. f. dagrecreatief medegebruik;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. het hobbymatig houden van dieren;
  2. i. tuinen, erven en terreinen;
  3. j. watergangen, met dien verstande dat op de gronden gelegen binnen een strook van maximaal 5 meter aan weerszijden van de watergangen, uitsluitend voorzieningen ten behoeve van het waterstaatkundig beheer zijn toegestaan;
  4. k. voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
  5. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

18.4 Ontheffing van de bouwregels

18.5 Specifieke gebruiksregels

18.6 Ontheffing van de gebruiksregels

18.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen of delen daarvan te slopen, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.
  2. b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
    1. 1. het normale onderhoud betreffen;
    2. 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld, de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet is te handhaven en/of het delen van het pand betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm veroorzaken.

Artikel 19 Leiding - Brandstof

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van brandstofleidingen.

19.2 Bouwregels

19.3 Nadere eisen

19.4 Ontheffing van de bouwregels

19.5 Aanlegvergunning

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van:

  • een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een belemmerende strook ter breedte van 4 meter (regionale transportleiding) of 5 meter (hoofdtransportleiding) aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.

20.2 Bouwregels

20.3 Nadere eisen

20.4 Ontheffing van de bouwregels

20.5 Aanlegvergunning

Artikel 21 Leiding - Hoogspanning

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van hoogspanningsleidingen.

21.2 Bouwregels

21.3 Nadere eisen

21.4 Ontheffing van de bouwregels

21.5 Aanlegvergunning

Artikel 22 Leiding - Hoogspanningsverbinding

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van ondergrondse hoogspanningsverbindingen.

22.2 Bouwregels

22.3 Nadere eisen

22.4 Ontheffing van de bouwregels

22.5 Aanlegvergunning

Artikel 23 Leiding - Riool

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming een rioolpersleiding met een vrijwaringszone ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.

23.2 Bouwregels

23.3 Nadere eisen

23.4 Ontheffing van de bouwregels

23.5 Aanlegvergunning

Artikel 24 Waarde - Aardkundig Waardevol

24.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van aardkundige waarden.

24.2 Bouwregels

  1. a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de instandhouding en bescherming van aardkundige waarden;
  2. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 24.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid.

24.3 Ontheffing van de bouwregels

24.4 Aanlegvergunning

24.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 25 Waarde - Archeologie Hoog

25.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden.

25.2 Bouwregels

  1. a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
  2. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 25.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
    2. 2. een bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;
    3. 3. een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 2500 m².

25.3 Ontheffing van de bouwregels

25.4 Aanlegvergunning

25.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 26 Waarde - Archeologie Middel

26.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie middel' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden.

26.2 Bouwregels

  1. a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
  2. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 26.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
    2. 2. een bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;
    3. 3. een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 5000 m².

26.3 Ontheffing van de bouwregels

26.4 Aanlegvergunning

26.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Waarde - Archeologie Zeer Hoog

27.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie zeer hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden.

27.2 Bouwregels

  1. a. Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
  2. b. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen zijn op de in 27.1 bedoelde gronden slechts toelaatbaar, indien het betreft:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
    2. 2. een bouwwerk zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;

27.3 Ontheffing van de bouwregels

27.4 Aanlegvergunning

27.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Waarde - Cultuurhistorisch Pad

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Cultuurhistorisch pad' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de cultuurhistorische paden.

28.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

28.3 Nadere eisen

28.4 Ontheffing van de bouwregels

28.5 Aanlegvergunning

Artikel 29 Waarde - Ecologie

29.1 Bestemmingomschrijving

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de gronden ten behoeve van de instandhouding en realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur.

29.2 Bouwregels

Alvorens een besluit kan worden genomen tot het verlenen van de in artikel 3 tot en met artikel 18 opgenomen ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden, dient advies te worden verkregen van een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een significante aantasting van wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied. Dit geldt echter uitsluitend voor ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden die bouwvlak overschrijdend zijn (vergroting / vormverandering van een agrarisch bouwvlak, het oprichten van sleufsilo's buiten het agrarisch bouwvlak en dergelijke).

Artikel 30 Waarde - Landgoed

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde - Landgoed’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. een landgoed al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, mantelzorg en/of sociaal-culturele doeleinden;
  2. b. aan- en uitbouwen, (bij)gebouwen en overkappingen ten behoeve van het landgoed;
  3. c. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden;
  4. d. cultuurgrond, waarbij het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden, zoals houtwallen, houtsingels en bosschages wordt nagestreefd;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' ook voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden in de vorm van karakteristieke panden welke zijn beschreven in bijlage 8;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. agrarisch medegebruik;
  2. g. dagrecreatief medegebruik;
  3. h. terreinen;
  4. i. tuinen en erven;
  5. j. wegen en paden;
  6. k. parkeervoorzieningen
  7. l. water;

met de daarbijbehorende:

  1. m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

30.2 Bouwregels

30.3 Nadere eisen

Artikel 31 Waarde - Waardevol Reliëf

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Waardevol reliëf' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van het waardevol reliëf.

31.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor gronden gelegen binnen een bestaand bouwvlak.

31.3 Nadere eisen

31.4 Ontheffing van de bouwregels

31.5 Aanlegvergunning

Artikel 32 Waterstaat - Waterbergingsgebied

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor waterberging en waterbeheer met de daarbij behorende voorzieningen en bouwwerken ten behoeve van de waterhuishouding, zoals inundatiegebieden, retentiegebieden en retentievijvers.

32.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op gronden met de bestemming "Waterstaat - Waterbergingsgebied" uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterberging en waterbeheer worden gerealiseerd.

32.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 32.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bebouwing wordt gebouwd, mits daardoor het functioneren van het gebied als waterbergingsgebied niet onevenredig wordt belemmerd.

32.4 Aanlegvergunning

  1. a. Het is verboden op de tot 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    1. 1. het verwijderen van houtopstanden;
    2. 2. het ontgronden, diepwoelen, diepploegen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
    3. 3. het aanbrengen van verhardingen;
    4. 4. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
    5. 5. het aanleggen van inundatiegebieden, retentiegebieden en retentievijvers;
    6. 6. het graven of dempen, verdiepen of verbreden van beken, sloten of daarmee gelijk te stellen waterlopen;
    7. 7. het aanplanten van bomen en/of houtgewas over een oppervlakte van meer dan 50 m2;
    8. 8. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en paden;
    9. 9. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
    10. 10. het aanleggen van ligplaatsen voor vaartuigen;
    11. 11. het aanbrengen van drainage;
    12. 12. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
  2. b. Het onder a. genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
    1. 1. welke betreffen het normale onderhoud en/of plaatsvinden in het kader van natuur- en bosbeheer dan wel voor zover het leidingen betreft, het normale onderhouden beheer van leidingen;
    2. 2. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan reeds een aanlegvergunning is verleend;
    3. 3. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  3. c. De onder a. genoemde aanlegvergunning kan slechts worden verleend indien:
    1. 1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan natuurwetenschappelijke en/of cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden van de gronden;
    2. 2. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op grond van het bepaalde in de
      Ontgrondingenwet;
    3. 3. is aangetoond dat er geen belemmeringen zijn op grond van het bepaalde in de Flora en Faunawet.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 33 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 34 Algemene Bouwregels

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige regels;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

Artikel 35 Algemene Gebruiksregels

35.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).

35.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan, het gebruiken, te doen of laten gebruiken van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:

  1. a. Het al dan niet ten verkoop opslaan van gebruikte , dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorrijtuigen of aanhangwagens, welke bruikbaar en niet aan hun bestemming onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  2. b. Opslag-, stort-, lozing- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen en materialen, behoudens voor zover zulks passend is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.
  3. c. Een seksinrichting, escortbedrijf en raam- en straatprostitutie.

35.3 Geoorloofd gebruik

Onder een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of ontheffing vereist is en deze is verleend.

Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels

36.1 geluidzone - industrie

36.2 geluidzone - vliegveld (... ke)

36.3 luchtvaartverkeerzone - invliegfunnel

36.4 milieuzone - intrekgebied

36.5 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' geldt voor intensieve veehouderijen het bepaalde daaromtrent in de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden -Agrarische functie met landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur-en landschapswaarden'.

36.6 reconstructiewetzone - verwevingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' geldt voor intensieve veehouderijen het bepaalde daaromtrent in de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden -Agrarische functie met landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met natuur-en landschapswaarden'.

36.7 vrijwaringszone - bodemdaling

36.8 vrijwaringszone - radar

36.9 overige zone - zoutwinning

Artikel 37 Algemene Ontheffingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. de bestemmingsregels voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
  4. d. de bestemmingsregels voor het bouwen van tunnels (zoals fiets- en koetunnels) voor zover noodzakelijk in het kader van de agrarische bedrijfsvoering en of uit verkeersoogpunt;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
  6. f. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 60 meter.

Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels

38.1 Algemene wijzigingsbevoegheid

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd krachtens het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten aanzien van:

  1. a. het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 meter mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding;
  2. b. de lijst van bedrijfsactiviteiten te wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
  3. c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, worden gewijzigd;
  4. d. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde deelname aan de rood voor rood regeling toe te staan, mits voldaan wordt aan de Rood voor Rood criteria, zoals opgenomen in bijlage 5;
  5. e. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en het bijbehorende erf toe te staan, mits voldaan wordt aan de VAB-criteria zoals opgenomen in bijlage 6;
  6. f. het wijzigen van de bestemming van een perceel, teneinde deelname aan de nieuwe landgoederen regeling toe te staan, mits voldaan wordt aan de Nieuwe Landgoederen criteria, zoals opgenomen in bijlage 7.

38.2 Procedure

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan als bedoeld in artikel 38.1 is het bepaalde in artikel 39.1 van toepassing.

Artikel 39 Algemene Procedureregels

39.1 Wijziging

Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het plan is afdeling 3.4 van de Algemene Wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzagelegging omtrent de uitwerking of wijziging besluiten.

39.2 Nadere eisen

Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:

  1. a. een ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage:
  2. b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag- of nieuws- of huis-aan-huisbladen kennisgegeven;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. d. gedurende de in lid a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen.

39.3 Ontheffing

Vervallen

39.4 Aanlegvergunning

Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van een aanlegvergunning is artikel 3.18 Wro van toepassing.

Artikel 40 Overige Regels

40.1 Afstand bebouwing tot wegen en vaarwegen

  1. a. Voor de nieuw op te richten bebouwing op de langs de hierna genoemde wegen en vaarweg (Twentekanaal) gelegen gronden, moeten in ieder geval de volgende afstanden in acht worden genomen:
(Vaar)wegen Afstand
Rijkswegen 100 meter uit de as van de dichtstbij gelegen rijbaan; bij op- en afritten geldt een afstand van 50 meter uit de as van de dichtstbij gelegen rijbaan.
Provinciale wegen 25 meter uit de as van de rijbaan;
Overige verharde wegen 15 meter uit de as van de rijbaan;
Onverharde wegen 10 meter uit de as van de rijbaan;
Twentekanaal 75 meter uit hart van het Twentekanaal in landelijk gebied en 50 meter in stedelijk gebied.
  1. b. Bij wegen met twee hoofdverkeersbanen wordt de afstand voor bebouwing gemeten vanuit de lijn lopende op gelijke afstand van de assen van beide verkeersbanen.
  2. c. Bij aansluiting van wegen moeten uitzichthoeken worden vrijgehouden van bebouwing.

40.2 Ontheffing afstand tot wegen en vaarwegen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 40.1, mits vooraf toestemming is verkregen van de (vaar)wegbeheerder.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 41 Overgangsrecht

41.1 Overgangsrecht bouwwerken

41.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 42 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Veegplan Buitengebied.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Tot Herziening Bestemmingsplan

Op 21 september 2010 is het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Hengelo vastgesteld. Op 17 december 2010 is het bestemmingsplan Buitengebied vervolgens in werking getreden. Om ervoor te zorgen dat er sprake is van een zo actueel mogelijk ruimtelijk toetsingskader, kan een zogenaamd 'veegplan' worden opgesteld. Hiermee kan zowel het beleid actueel gehouden worden, maar kunnen ook gewenste ontwikkelingen worden gebundeld etc.

Onderhavig veegplan bestaat uit aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied uit 2010. Dit betreffen bijvoorbeeld correcties en aanpassingen die de juridische regeling in overeenstemming brengt met de feitelijke situatie, beleidsaanpassingen in de regels, het herstel van onduidelijkheden of onvolkomenheden in de regels en / of op de verbeelding en het mogelijk maken van enkele ontwikkelingen. Voor nadere informatie over de gegeven bestemmingen, wordt verwezen naar de toelichting behorende bij het op 21 september 2010 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied.

In paragraaf 1.2 is een toelichting gegeven op de wijze waarop de wijzigingen zijn weergegeven.

In paragraaf 1.3 en 1.4 zijn alle aanpassingen vermeld die betrekking hebben op dit veegplan.

1.2 Toelichting

Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan Buitengebied van kracht blijft, maar dat hierop middels de verbeelding en regels van deze herziening een aanvulling wordt gedaan. De aanvulling bestaat uit een verbeelding en een set regels.

De regels zijn volledig uit het bestemmingsplan Buitengebied overgenomen. In de regels is door middel van doorhalingen aangegeven welke regelingen uit het bestemmingsplan Buitengebied door dit veegplan zijn komen te vervallen. De aanvullingen ten opzichte van dit plan zijn rood weergegeven. Deze regels zijn van toepassing op het totale plangebied van het op 21 september 2010 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied en daarom valt het hele gebied ook onder dit veegplan. Deze regels vervangen dus eigenlijk de regels van het bestemmingsplan Buitengebied en kunnen worden gelezen in samenhang met de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied en de verbeelding van dit veegplan.

De verbeelding bevat naast de plancontour die het gehele plangebied omvat, een aantal bestemmingen die ook in het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied zijn opgenomen, en aanduidingen, die deels ook nieuw zijn. Deze bestemmingen en aanduidingen geven de veranderingen op de verbeelding weer ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied.

1.3 Herziening Perceelsniveau

In deze paragraaf wordt ingegaan op de herzieningen welke ten opzichte van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied op perceelsniveau in dit veegplan zijn opgenomen.

  • Baardinksweg ong. (kad. percelen, sectie K, nr. 718 ged. 729, 1374, 2346 ged. en 2498 ged.)

Deze percelen hadden de bestemming 'Agrarisch met waarden - Agrarische functie met landschapswaarden'. Echter, deze gronden zijn inmiddels ingericht als nieuw natuurgebied. Op de verbeelding is aan deze gronden nu dan ook de bestemming 'Natuur' toegekend.

  • Bellersweg 8 / 10

Op de verbeelding is het bouwvlak zodanig aangepast dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak past.

  • Bellersweg 13 e.o.

Voor dit perceel en een aantal omliggende percelen geldt inmiddels een onherroepelijk bestemmingsplan. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 19 verwijderd. In bijlage 2 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven') is nr. 8 verwijderd.

  • Bellersweg 14

Op de verbeelding is het bouwvlak zodanig aangepast dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak past.

  • Bentelerweg 27

De bed & breakfast die hier al jaren is gevestigd was niet op de verbeelding opgenomen. Eveneens is hier sprake van een aan-huis-gebonden-bedrijf. Op de verbeelding is deze locatie voorzien van een specifieke aanduiding (sw-17). Aan de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') nr. 17 toegevoegd.

  • Boekelose veldweg ong. (kad. perceel, sectie K, nr. 635 ged.)

Dit perceel werd voorheen gebruikt door de boogschietvereniging en door AKZO deels ook als opslagruimte. De boogschietvereniging heeft haar activiteiten echter verplaatst en AKZO heeft het gebruik t.b.v. opslag hier gestaakt. In de regels is de tabel in artikel 12, lid 1 onder a. aangepast en is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') nr. 27 verwijderd. Op de verbeelding is de aanduiding sb-27 verwijderd en de bestemming gewijzigd van 'Sport' naar 'Agrarisch'.

  • Bruninksweg 14

De hier aanwezige opstallen zijn gesloopt. Op de verbeelding is de bestemming 'Wonen' gewijzigd in 'Agrarisch'.

  • Dalmedenweg ong. (kad. perceel, sectie V, nr. 80)

Op dit perceel worden twee woningen gerealiseerd in het kader van de regeling 'Rood voor Rood' (zie bijlage 1 bij de toelichting en bijlage 5 bij de regels). De verbeelding is hierop aangepast.

  • Dalmedenweg 2

Hier is sprake van een aan-huis-gebonden-bedrijf. Op de verbeelding is deze locatie voorzien van een specifieke aanduiding (sw-16). Aan de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') nr. 16 toegevoegd.

  • Dalmedenweg 16

Het oppervlak van de intensieve tak van het agrarisch bedrijf is gewijzigd. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 15 aangepast.

  • Deldenerdijk 10

Op dit perceel is de intensieve tak van het agrarisch bedrijf beëindigd. Eveneens is hier al jaren sprake van een caravanstalling welke niet was opgenomen op de verbeelding. Op de verbeelding is deze locatie nu voorzien van een specifieke aanduiding (sa-25), terwijl de aanduiding behorende bij de intensieve tak (sa-iv01) van de verbeelding is verwijderd. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 1 verwijderd. Aan de regels is in bijlage 2 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven) nr. 25 toegevoegd.

  • Deldenerdijk 80

Het hier al jaren aanwezige en vergunde gebouw was buiten het bouwvlak gesitueerd. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drieneresweg ong. (kad. percelen, sectie M, nr. 5275)

Dit perceel maakt deel uit van een legaat, waardoor deze grond omgevormd is/wordt tot natuur en de bestemming 'Natuur' dient te krijgen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drieneresweg 124/126

Dit perceel bleek bij de omzetting van het bestemmingsplan Buitengebied 2000 naar bestemmingsplan Buitengebied uit 2010 niet juist te zijn overgenomen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drieneresweg 133/135

Hier is al jaren sprake van twee woningen (bestemmingsplan Buitengebied 2000). De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drieneresweg 136

Dit perceel maakte deel uit van een legaat, waardoor de om de bestaande woning liggende gronden omgevormd zijn/worden tot natuur en de bestemming 'Natuur' dienen te krijgen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drienerschoolweg ong. (kad. perceel, sectie M, nummer 810)

Dit perceel maakte deel uit van een legaat, waardoor deze gronden omgevormd zijn/worden tot natuur en de bestemming 'Natuur' dienen te krijgen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Drienerschoolweg 5

De hier aanwege pensionstalling was niet op de verbeelding en in de regels opgenomen. Aan de regels is lid u. aan artikel 4.1 toegevoegd. Op de verbeelding is de functieaanduiding 'paardenhouderij' toegevoegd.

  • Drienerwoldeweg ong. (kad. perceel, sectie M, nr. 5305 ged.)

De hier aanwezige antennemast was niet op de verbeelding opgenomen. Op de verbeelding is dit perceel nu voorzien van de aanduiding 'antennemast'. Aan de regels is lid t. aan artikel 4.1 toegevoegd en aan artikel 4.2.3 is lid f. toegevoegd.

  • Drienerwoldeweg 33/35

Op de verbeelding was voor dit perceel de functieaanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen. Echter, conform de regels is per bouwvlak standaard al maximaal één bedrijfswoning toegestaan. De functieaanduiding was dan ook overbodig en verwijderd.

  • Engelbertsweg 1

Op dit perceel is een ander bedrijf gevestigd dan in bijlage 3 behorende bij de regels was opgenomen. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 19 aangepast. Tevens is op de verbeelding het bouwvlak zodanig aangepast dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak past.

  • Engelbertsweg 3 / 7

Op dit perceel is een zelfstandig bedrijf gevestigd inclusief bedrijfswoning. Dit bedrijf stond echter in de tabel behorende bij de regels vermeld als zijnde één geheel met Engelbertsweg 7. Op de verbeelding is deze locatie nu voorzien van een eigen, specifieke aanduiding (sb-36). Aan de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') nr. 36 toegevoegd.

  • Engelbertsweg 11

In de regels in tabel 3 stond de feitelijke bedrijvigheid niet volledig weergegeven. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 32 aangepast.

  • Enschedese Havenweg 15

Het bouwvlak had op de verbeelding niet de juiste afmetingen. Het bouwvlak is nu zodanig aangepast dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak past.

  • Flierveldsweg 34

Op dit perceel is een ander bedrijf gevstigd dan in bijlage 3 was opgenomen. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 34 aangepast.

  • Geurdsweg 14/20

Op dit perceel wordt de voormalige deel van nr. 20 gebruikt t.b.v. dagbesteding. Op de verbeelding is deze locatie voorzien van een specifieke aanduiding (sw-19). Aan de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') nr. 19 toegevoegd.

  • Geurdsweg 24

De hier aanwezige woning is gesplitst in twee woningen. Op de verbeelding is dit aangepast.

  • Geurdsweg 36 - 38

De mogelijkheid tot het realiseren van 'Bed & Breakfast' is/wordt niet benut. Op de verbeelding is de functieaanduiding 'bb' dan ook verwijderd en het bouwvlak is aangepast. In de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') punt 9 verwijderd.

  • Geurdsweg 64

Het bouwvlak had niet de juiste afmetingen zoals die in de overeenkomst waren vastgelegd. Op de verbeelding is het bouwvlak hierop aangepast.

  • Haaksbergerstraat 127

Het bouwvlak had niet de juiste afmetingen zoals die in de overeenkomst waren vastgelegd. Op de verbeelding is het bouwvlak hierop aangepast.

  • Haaksbergerstraat 128

Op dit perceel is geen hondenpension meer aanwezig. Wel worden hier workhops gegeven. In de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') de beschrijving achter punt 8 aangepast.

  • Haaksbergerstraat 130

In de regels stond in tabel 3 de feitelijke bedrijvigheid niet volledig weergegeven. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 8 aangepast.

  • Haaksbergerstraat 140 (is nu: Sluitersdijk 32)

Op dit perceel is een ander bedrijf gevestigd dan in bijlage 3 was opgenomen. In de regels is nu in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 7 aangepast. Overigens, dit bedrijf hanteert als vestigingsadres: Sluitersdijk 32.

  • Hagmolenbeek

Deze beek is opnieuw ingericht en een deel van de gronden wordt ingezet in het kader van de regeling 'Boeren voor Natuur'. De bestemming van de betreffende gronden is hierop aangepast.

  • Holmersweg ong. (kad. perceel, sectie K, nr. 635 ged., 637, 640 ged., 648)

Deze percelen werden voorheen (gedeeltelijk) gebruikt als opslagterrein, maar zijn nu volledig teruggegeven aan de natuur. Op de verbeelding is de aanduiding sb-31 verwijderd en is de bestemming gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Natuur'. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') nr. 31 verwijderd.

  • Kerkpad 8

De hier aanwege pensionstalling was niet op de verbeelding en in de regels opgenomen. Aan de regels is lid u. aan artikel 4.1 toegevoegd. Op de verbeelding is de functieaanduiding 'paardenhouderij' toegevoegd. Tevens is het bouwvlak zodanig aangepast dat de bestaande bebouwing binnen het bouwvlak past.

  • Mensinkweg 46

In de regels was in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') het maximaal oppervlak aan bedrijfsgebouwen niet juist opgenomen. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') het oppervlak achter punt 29 aangepast.

  • Morshoekweg ong. (kad. perceel, sectie M, nr. 796)

Dit perceel maakte deel uit van een legaat, waardoor deze gronden omgevormd zijn/worden tot natuur en de bestemming 'Natuur' dienen te krijgen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Nieuwe Grensweg ong. (kad. perceel, sectie M, nr. 905)

Op de verbeelding is het bouwvlak zodanig aangepast dat de vergunde mestopslag nu binnen het bouwvlak ligt.

  • Nieuwe Grensweg 63

Op de verbeelding was de hier aanwezige (VAB-)woning niet opgenomen. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Nieuwe Grensweg 157

In de regels is in artikel 6.2.1, lid d. de maximaal toegestane bouwhoogte niet juist vermeld. Deze bouwhoogte is aangepast. Ook stond in de regels in tabel 3 de feitelijke bedrijvigheid niet volledig weergegeven. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 22 aangepast. Op de verbeelding is de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' opgenomen.

  • Nieuwe Grensweg 173

Dit perceel had de bestemming 'Bedrijf'. Echter, hier is sprake van een 'burgerwoning' die geen deel uitmaakt van een bedrijf. Aan dit perceel is nu de bestemming 'Wonen' toegekend.

  • Oelerschoolpad 14

De bed & breakfast die hier is gevestigd was niet op de verbeelding opgenomen. Op de verbeelding is deze locatie voorzien van een specifieke aanduiding (sa-22). Aan de regels is in bijlage 4 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven') nr. 22 toegevoegd.

  • Oldenzaalsestraat ong. (kad. perceel, sectie T, nr. 9108)

Op dit perceel was voorheen een manege gevestigd. Deze is nu niet meer aanwezig. Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Maatschappelijk' (zie ook Vliegveldstraat 18).

  • Oldenzaalsestraat 518

In de regels is in artikel 12.2.1, lid c. de maximaal toegestane goothoogte niet juist vermeld. Deze goothoogte is aangepast.

  • Pentropsdijk 6 en 8

Op dit perceel zijn twee woningen aanwezig. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Pentropsdijk 10

Aan een deel van dit perceel was de bestemming 'Bedrijf' toegekend, terwijl hier geen sprake is van een bedrijf. Op de verbeelding is de bestemming voor dit deel dan ook gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Wonen'.

  • Potsenweg 4

De aanwezige educatieruimte was niet opgenomen. Op de verbeelding is deze locatie nu voorzien van een specifieke aanduiding (sa-23). Aan de regels is in bijlage 2 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven') nr. 23 toegevoegd.

  • Rotersweg 21/23

Op dit perceel zijn twee woningen aanwezig. De verbeelding is hierop aangepast.

  • Schalmedenweg 6

Op dit perceel wordt het agrarisch bedrijf gestaakt en wordt de aanwezige bebouwing gesloopt in het kader van de regeling 'Rood voor Rood'. Dit perceel heeft de bestemming 'Wonen' gekregen (zie ook bijlage 1 bij de toelichting en bijlage 5 bij de regels).

  • Schalmedenweg 24

Het bouwvlak had niet de juiste afmetingen. Op dit perceel is al jaren een schuur aanwezig. Deze schuur is met vergunning opgericht, maar was buiten het bouwvlak gesitueerd. Gezien het feit dat het bijgebouw met vergunning is gerealiseerd, hier al jaren aanwezig is en eveneens ruimtelijk aanvaardbaar is op deze plek, is deze schuur ingepast en is op de verbeelding het bouwvlak aangepast.

  • Sluitersdijk 40 / 42

Op dit perceel is ook een Bed & Breakfast aanwezig. In de regels is in bijlage 2 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven') de beschrijving achter punt 1 aangepast.

  • Twekkelerweg ong. (kad. perceel, sectie K, nr. 2312 ged.)

Er is hier geen sprake van de aanwezigheid van een bedrijfje (hondentrimsalon). Op de verbeelding is de aanduiding sb-16 verwijderd en is de bestemming 'Bedrijf' gewijzigd in de bestemming 'Natuur'. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') nr. 16 verwijderd.

  • Twekkelerweg 323

Op de verbeelding waren de bedrijfswoningen niet goed opgenomen, dit is nu hersteld.

  • Twekkelerweg 350

Het oppervlak van de intensieve tak van het agrarisch bedrijf is gewijzigd. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 11 aangepast.

  • Vliegveldstraat 16

Aan een deel van dit perceel was de bestemming 'Bedrijf' toegekend, terwijl hier geen sprake is van een bedrijf. Op de verbeelding is de bestemming voor dit deel dan ook gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Wonen'. Het overige deel van het perceel had reeds de bestemming wonen en was voorzien van de aanduiding Wonen (specifiek). De eigendomssituatie is hier gewijzigd. De aanduiding sw-11 is van de verbeelding verwijderd. In de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') nr. 11 verwijderd.

  • Vliegveldstraat 18

Op dit perceel was voorheen een manege gevestigd. Deze is nu niet meer aanwezig. Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Wonen'. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') nr. 28 verwijderd.

  • Vöckersweg 6 en 8

Hier is sprake van een aan-huis-gebonden-bedrijf. Op de verbeelding is deze locatie voorzien van een specifieke aanduiding (sw-18). Aan de regels is in bijlage 4 ('Wonen (specifiek)') nr. 18 toegevoegd.

  • Vöckersweg 19

Op dit perceel zijn vijftien camperplaatsen aanwezig. Op de verbeelding is deze locatie nu voorzien van een specifieke aanduiding (sa-24). Aan de regels is in bijlage 2 ('Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven') nr. 24 toegevoegd.

  • Vöckersweg 23

Het oppervlak van de intensieve tak van het agrarisch bedrijf is gewijzigd. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 2 aangepast.

  • Withagsmedenweg 5

Op de verbeelding is het bouwvlak zodanig aangepast dat de toekomstige woning binnen het bouwvlak ligt. Tevens is de aanduiding 'maximale inhoud' op de verbeelding toegevoegd.

  • Wolfkaterweg ong. (kad. perceel, sectie H, nr. 1309)

De voorheen hier aanwezige veldschuur is gesloopt. De aanduiding 'ka' is van de verbeelding verwijderd.

  • Wolfkaterweg 19

Deze woning maakt geen deel meer uit van een veehouderij. Voor deze woning geldt echter een, voor wat betreft de bescherming tegen geurhinder, afwijkend wettelijk regime. Op de verbeelding is dan ook de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - bab' toegevoegd.

  • Wolfkaterweg 46

Op dit perceel is een ander bedrijf gevestigd dan in bijlage 3 was opgenomen. In de regels is in bijlage 3 ('Bedrijven (niet-agrarisch)') de beschrijving achter punt 3 aangepast.

  • Wolfkaterweg 59A

Op dit perceel was voorheen een hondenpension gevestigd. Deze is nu niet meer aanwezig. Op de verbeelding is de bestemming gewijzigd van 'Bedrijf' naar 'Wonen' en in de regels is in bijlage 3 nr. 1 verwijderd.

  • Wolfkaterweg 64

Op de verbeelding is het bouwvlak zodanig aangepast dat het vergunde bijgebouw nu binnen het bouwvlak ligt.

  • Wolfkaterweg 76

Op dit perceel is de intensieve tak van het agrarisch bedrijf beëindigd. Op de verbeelding is de aanduiding behorende bij de intensieve tak (sa-iv08) verwijderd. In de regels is in bijlage 1 ('Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)) nr. 8 verwijderd. Tevens is hier een woning zoals bedoeld in artikel 1.1. eerste lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezig. Op de verbeelding is dan ook de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning' toegevoegd.

1.4 Herziening Algemeen

Naast de in paragraaf 1.3 vermelde aanpassingen van het bestemmingsplan op perceelsniveau worden eveneens de volgende herzieningen aangebracht. Deze zijn ingegeven vanuit het oogpunt van verbetering, dan wel vanuit het oogpunt van actualisering. Daar waar de verbeteringen alleen spel- en/of taalfouten betreffen, zijn deze overigens niet specifiek vermeld.

  • SVBP 2012

In verband met de invoering van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012 is de gebiedsaanduiding 'zoutwinning' hernoemd. Deze aanduiding wordt nu voorafgegaan door de naam van de hoofdgroep 'overige zone'.

  • Aanduiding relatie

Binnen de bestemming 'Wonen' is op de verbeelding voor een aantal percelen sprake van de aanduiding 'relatie'. Echter, in de regels was hierover niets opgenomen. Artikel 17.2.1, lid b. is hier nu op aangepast.

  • In de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied wordt in paragraaf 2.2.3 de volgende tekst toegevoegd:

Voormalige bedrijfswoningen

Per 1 januari 2013 is een wet van kracht (Wet plattelandswoningen) die het mogelijk maakt in bestemmingsplannen een specifieke regeling op te nemen ten behoeve van privaatrechtelijk afgesplitste bedrijfswoningen. Voor een voormalige bedrijfswoning betekent dit dat de woning feitelijk als burgerwoning mag worden gebruikt, waardoor niet langer sprake is van strijdig gebruik van de woning. Ook wordt met deze wet geregeld dat de woning minder bescherming geniet tegen negatieve milieueffecten (bijvoorbeeld geluid) van het bedrijf waarvan de woning oorspronkelijk deel uitmaakte. Voor het bedrijf geldt dat er minder belemmeringen in de weg worden gelegd voor ontwikkeling van het bedrijf.

  • Karakteristieke bebouwing

Door Het Oversticht is een inventarisatie uitgevoerd van karakteristieke bebouwing in het buitengebied van Hengelo. De resultaten hiervan zijn opgenomen in het rapport 'Karakteristieke erven en panden, een inventarisatie van panden en erven in het buitengebied van de gemeente Hengelo' (zie bijlage 8). Alle bebouwing die in dit rapport als karakteristiek is aangemerkt, is op de verbeelding voorzien van de aanduiding 'karakteristiek'. In de regels is de bestemmingsomschrijving in de artikelen 3, 4, 5, 6, 8, 11, 17 en 18 hierop aangepast en eveneens is aan deze artikelen het lid 'Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk' toegevoegd. Op deze wijze zijn alle karakteristieke panden in het voorliggende bestemmingsplan voorzien van een beschermende regeling. Uitgangspunt daarbij is dat de ruimtelijke waarden van de karakteristieke objecten zoveel mogelijk in stand worden gehouden. Aan de andere kant hoeft uitbreiding en/of aanpassing van deze panden niet in alle gevallen op bezwaren te stuiten, mits de bestaande hoofdvorm gehandhaafd blijft.

  • Ontwikkelingen in het buitengebied

Door Het Oversticht is de visie 'Ontwikkelen met kwaliteit, een visie op het buitengebied van Hengelo' opgesteld. Deze visie geeft richting aan de vraag wat in het buitengebied van Hengelo aan ontwikkelingen kan plaatsvinden. In dit document is het buitengebied opgesplitst in verschillende deelgebieden met elk hun eigen ontwikkelingsrichting. Een bepaalde ontwikkeling kan namelijk op de ene plek leiden tot een grote verbetering, maar op een andere plek juist leiden tot aantasting van de identiteit. Nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied dienen getoetst te worden aan het bepaalde in deze visie. Deze visie zal apart in procedure worden gebracht.

  • 'Boeren voor natuur'

Met de provincie is afgesproken dat gronden die vallen onder de regeling 'Boeren voor Natuur de bestemming 'Agrarisch met waarden - Agrarisch met natuur- en landschapswaarden' zullen krijgen. Op de verbeelding is deze bestemming dan ook toegekend aan de betreffende gronden.

Hoofdstuk 2 Milieuaspecten

In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water.

Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het reeds onherroepelijke bestemmingsplan Buitengebied (2010) en bestaat uit aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied uit 2010. Dit betreffen bijvoorbeeld correcties en aanpassingen die de juridische regeling in overeenstemming brengt met de feitelijke situatie, beleidsaanpassingen in de regels, het herstel van onduidelijkheden of onvolkomenheden in de regels en / of op de verbeelding en het mogelijk maken van enkele ontwikkelingen. Een verwijzing naar de milieuaspecten in de toelichting van het onherroepelijke bestemmingsplan Buitengebied (2010) volstaat dan ook.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Economische Uitvoerbaarheid

De aanpassingen die in dit veegplan worden gedaan met betrekking tot het bestemmingsplan Buitengebied (2010) hebben onder andere betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande situaties of ontwikkelingsmogelijkheden die veelal reeds middels eerdere planologische herzieningen c.q. ontheffingsprocedures zijn vastgelegd.

De mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen zijn in dit plan dus beperkt en zijn bovendien van dusdanige aard dat hiervoor geen gemeenschapsgelden moeten worden aangesproken. Het kostenverhaal in het algemeen en in het kader van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is mede daarom ook niet aan de orde.

Hoofdstuk 4 Vooroverleg, Zienswijzen En Verder Verloop Van De Procedure

4.1 Vooroverleg En Zienswijzen

Vooroverleg

Ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening plegen burgemeester en wethouders, waar nodig, overleg met de nader in dit artikel genoemde instanties en functionarissen. Van plan tot plan dient te worden beoordeeld met wie dit overleg dient plaats te vinden.

Het ontwerp bestemmingsplan Veegplan Buitengebied is in het kader van het vooroverleg toegezonden aan diverse overleginstanties, waaronder de Provincie, het Waterschap etc. De reacties zijn behandeld in de 'Nota zienswijzen en verslag vooroverleg - Ontwerp bestemmingsplan Veegplan Buitengebied' en hebben niet geleid tot aanpassingen van het plan. Zie

Zienswijzen

Na voorafgaande publicatie in het Hengelo's Weekblad en de Staatscourant heeft het ontwerp bestemmingsplan Veegplan Buitengebied van 27 mei 2015 tot en met 7 juli 2015 ter inzage gelegen. Binnen de termijn van terinzagelegging zijn acht schriftelijke zienswijzen ingediend. In de bijgevoegde "Nota zienswijzen en verslag vooroverleg - Ontwerp bestemmingsplan Veegplan Buitengebied" is de inhoud van de zienswijzen verkort weergegeven en van commentaar voorzien (zie bijlage 2 bij de toelichting). In de nota wordt aangegeven op welke wijze met de zienswijzen dient te worden omgegaan.

4.2 Verder Verloop Van De Procedure

Conform de gemeentelijke inspraakverordening en het gestelde in de Wet ruimtelijke ordening zullen de volgende stappen worden ondernomen:

  1. 1. het bestemmingsplan wordt gezamenlijk met de ingediende zienswijzen voorgelegd aan de gemeenteraad. Deze stelt het plan inclusief wijzigingen vast;
  2. 2. 2e ter inzage legging: het vastgestelde bestemmingsplan ligt gedurende 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is beroep mogelijk bij de Raad van State; indien geen beroep is ingesteld bij de Raad van State treedt de beslissing van de gemeenteraad in werking daags na afloop van de beroepstermijn.

Bijlage 1 Agrarische Bedrijven Met Intensieve Veehouderij(tak)

Bijlage 1 Agrarische bedrijven met intensieve veehouderij(tak)

Bijlage 2 Bestaande Nevenfunctie(s) Bij Agrarische Bedrijven

Bijlage 2 Bestaande nevenfunctie(s) bij agrarische bedrijven

Bijlage 3 Bedrijven (Niet-agrarisch)

Bijlage 3 Bedrijven (niet-agrarisch)

Bijlage 4 Wonen (Specifiek)

Bijlage 4 Wonen (specifiek)

Bijlage 5 Criteria Rood Voor Rood

Bijlage 5 Criteria Rood voor Rood

Bijlage 6 Criteria Vab

Bijlage 6 Criteria VAB

Bijlage 7 Criteria Nieuwe Landgoederen

Bijlage 7 Criteria Nieuwe landgoederen

Bijlage 8 Karakteristieke Erven En Panden

Bijlage 8 Karakteristieke erven en panden

Bijlage 1 Nieuwe Ontwikkeling

Bijlage 1 Nieuwe ontwikkeling

Bijlage 2 Nota Zienswijzen En Verslag Vooroverleg - Ontwerp Bestemmingsplan Veegplan Buitengebied

Bijlage 2 Nota zienswijzen en verslag vooroverleg - Ontwerp bestemmingsplan Veegplan Buitengebied