Buitengebied 2014, 5e herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Kampen
Vastgesteld op 14-09-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Van Toepassing Verklaring
- 1. De regels in dit bestemmingsplan vervangen de volgende regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014', NL.IMRO.O166.0099.1134-VB01 als volgt:
- a. artikel 1.125 wordt vervangen door artikel 2.1;
- b. artikel 10 'Cultuur en ontspanning' wordt vervangen door Artikel 3 Cultuur en ontspanning;
- c. artikel 12 'Horeca' wordt vervangen door Artikel 4 Horeca;
- d. artikel 13 'Maatschappelijk' wordt vervangen door Artikel 5 Maatschappelijk;
- e. artikel 25 'Wonen - 1' wordt vervangen door Artikel 6 Wonen - 1.
Artikel 2 Begrippen
In de regels wordt verstaan onder:
2.1 vaste woonplaats
de plaats waar een persoon (en diens/haar gezin of een daarmee gelijk te stellen groep personen) gedurende meer dan 180 dagen per jaar verblijft. Er is óók sprake van een vaste woonplaats als bedoeld in deze omschrijving bij een verblijf gedurende meer dan 49 dagen in de periode van december tot en met februari.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Cultuur En Ontspanning
3.1 Bestemmingsomschrijving
de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. atelier, galeries en expositieruimten;
- b. musea;
- c. zalencentrum alsmede zalenverhuur;
- d. een beheerderswoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - beheerderswoning';
- e. behoud, bescherming en/of herstel van de cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
met daaraan ondergeschikt:
- f. horeca en detailhandel,
met daarbij behorende terreinen, tuinen, erven, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bij de toepassing van de bouwregels nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen dienen betrekking te hebben op:
- a. de gevelindeling van gebouwen;
- b. de situering en omvang (lengte-, breedte- en hoogteverhouding) van nieuw op te richten bebouwing;
- c. de nokrichting van de kappen van gebouwen;
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige samenhang van de bebouwing onderling te verzekeren.
3.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- 1. lid 3.2.3 onder a en toestaan dat het gevelbeeld wordt gewijzigd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het karakteristieke bebouwingsbeeld.
- b. Een omgevingsvergunning op grond van lid a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de ervenstructuur;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de parkeergelegenheid;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de milieusituatie;
- 7. de natuur- en landschapswaarden van de gronden;
- 8. de cultuurhistorische waarden;
- 9. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
- a. Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen;
- b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing indien en voorzover het een beschermd monument of een gebouw gelegen in beschermd stadsgezicht betreft;
- c. Het slopen:
- 1. van het gehele bouwwerk is slechts toelaatbaar indien dit gepaard gaat met herbouw van een bouwwerk met dezelfde verschijningsvorm;
- 2. van een gedeelte van het bouwwerk is slechts toelaatbaar als het te slopen gedeelte zelf niet beschermenswaardig is en indien bescherming van de cultuurhistorische waarden van het resterende gedeelte van het bouwwerk is gewaarborgd;
- d. in afwijking van c is slopen eveneens toelaatbaar indien handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Een verzoek om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk dient in dit geval daartoe vergezeld te gaan van een deskundigenrapport dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.
Artikel 4 Horeca
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven zoals genoemd in horeca categorie 1 en 2,
met daarbij bijbehorende terreinen, tuinen, erven, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. in afwijking van a zijn uitsluitend bijzondere woonvoorzieningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
- c. een kampeerboerderij ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij';
- d. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- e. behoud, bescherming en/of herstel van de cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek',
met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, terreinen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bij de toepassing van de bouwregels nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen dienen betrekking te hebben op:
- a. de gevelindeling van gebouwen;
- b. de situering en omvang (lengte-, breedte- en hoogteverhouding) van nieuw op te richten bebouwing;
- c. de nokrichting van de kappen van gebouwen;
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige samenhang van de bebouwing onderling te verzekeren.
5.4 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- 1. lid 5.2.2 onder a en toestaan dat het gevelbeeld wordt gewijzigd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het karakteristieke bebouwingsbeeld.
- b. Een omgevingsvergunning op grond van lid a wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de ervenstructuur;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de parkeergelegenheid;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de milieusituatie;
- 7. de natuur- en landschapswaarden van de gronden;
- 8. de cultuurhistorische waarden;
- 9. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
5.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
- a. Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen;
- b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing indien en voorzover het een beschermd monument of een gebouw gelegen in beschermd stadsgezicht betreft;
- c. Het slopen:
- 1. van het gehele bouwwerk is slechts toelaatbaar indien dit gepaard gaat met herbouw van een bouwwerk met dezelfde verschijningsvorm;
- 2. van een gedeelte van het bouwwerk is slechts toelaatbaar als het te slopen gedeelte zelf niet beschermenswaardig is en indien bescherming van de cultuurhistorische waarden van het resterende gedeelte van het bouwwerk is gewaarborgd;
- d. in afwijking van c is slopen eveneens toelaatbaar indien handhaving van het pand redelijkerwijs niet kan worden geëist, gezien de huidige bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in verhouding tot de kosten van waardedaling en renovatie. Een verzoek om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk dient in dit geval daartoe vergezeld te gaan van een deskundigenrapport dat ingaat op de bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het gebouw in relatie tot de economische waarde(daling) en de kosten van renovatie.
Artikel 6 Wonen - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in de vorm van grondgebonden woningen,
met daarbij behorende bouwwerken, tuinen, erven, parkeervoorzieningen, water en waterstaatkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 6.2.1 onder d, met dien verstande dat ten behoeve van de bouw van een rijenwoning tot in de perceelsgrens mag worden gebouwd;
- b. lid 6.2.1 onder e ten behoeve van het toestaan van afwijkende dakvormen, mits het afwijken niet leidt tot een onevenredige aantasting van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
- c. lid 6.2.2 onder a, met dien verstande dat:
- 1. bij woningen met een bouwperceel tot en met 320 m² een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 80 m² is toegestaan;
- 2. bij woningen met een bouwperceel groter dan 320 m² een maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 25% van de oppervlakte van het bouwperceel is toegestaan tot een maximum van 150 m²;
- d. lid 6.2.2 onder b, met dien verstande dat ten behoeve van een opbouw de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag worden vergroot tot de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 1,5 m;
- e. een omgevingsvergunning op grond van de leden a tot en met d wordt slechts verleend, wanneer geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de sociale veiligheid;
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de fysieke en externe veiligheid;
- 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
- a. van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning;
- b. van de onbebouwde gronden als stallingsplaats en standplaats van kampeermiddelen;
- c. van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsactiviteiten.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 6.4 voor het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis, wanneer aan de volgende regels wordt voldaan:
- a. ten hoogste 25% van de aanwezige vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 40 m², mag worden aangewend ten behoeve beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis als genoemd in de lijst beroep en bedrijf aan huis zoals opgenomen in Bijlage 1 Lijst beroep enbedrijf aan huis en bedrijfsmatige activiteiten die naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in deze lijst genoemde activiteiten;
- b. behoudens productiegebonden detailhandel, is detailhandel niet toegestaan;
- c. behoudens bed & breakfast, is horeca niet toegestaan;
- d. het gebruik brengt geen onevenredige parkeerdruk of verkeersoverlast met zich mee;
- e. het gebruik is zowel naar aard als voor wat betreft de visuele aspecten met het woonkarakter in overeenstemming;
- f. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. In afwijking van het bepaalde onder a kan het bevoegd gezag eenmalig een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014, 5e herziening'.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Lijst Beroep En Bedrijf Aan Huis
Deze bijlage bevat de lijst met de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten voor aan huis.
Kledingmakerij, waaronder:
- (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf;
- woningstoffeerderij.
Reparatiebedrijven, waaronder:
- schoen-/lederwarenreparatiebedrijf;
- uurwerkreparatiebedrijf;
- goud- en zilverreparatiebedrijf;
- reparatie van kleine (electrische) gebruiksgoederen;
- reparatie van muziekinstrumenten.
In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.
Overige dienstverlening, waaronder:
- kappersbedrijf;
- schoonheidssalon;
- pedicure;
- nagelsalon;
- kantoren aan huis;
- tandarts;
- medische hulpverlening (ceso- en fysiotherapie, verloskundige, huisarts, huidtherapeut, alternatief genezer, homeopaat, psycholoog, orthopedagoog, logopedist, medisch specialist, etc.);
- juridisch advies (advocaat, notaris, etc.);
- financieel advies (registeraccountant, belastingconsulent, administratie, etc.);
- bouwkundig advies;
- architect;
- kunstenaar;
- hondentrimsalon;
- computerservicebedrijf;
- bed & breakfast.
In ieder geval zijn seksinrichtingen en internethandel met verkoop aan huis uitgesloten.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In 2014 is het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014' vastgesteld. Dit bestemmingsplan omvat het hele buitengebied van de gemeente Kampen. Er is gebleken dat op een aantal percelen binnen de bestemmingen Maatschappelijk, Cultuur en Ontspanning, Wonen - 1 en Horeca de bouwhoogte op de verbeelding is weggevallen. Met dit plan wordt deze ommissie verholpen door in de desbetreffende regels alsnog bouwhoogtes op te nemen.
1.2 Uitgangspunten En Doel
De herziening wijzigt alleen de bouwhoogte in de regels van de bestemmingen Maatschappelijk, Cultuur en Ontspanning, Horeca en Wonen - 1. De verbeelding wordt niet gewijzigd, maar bestaat alleen uit de plancontour van het gebied.
Daarnaast is gebleken dat de huidige begripsomschrijving in het bestemmingsplan Buitengebied 2014 van 'vaste woonplaats' door de redactionele opbouw onduidelijk is. Hierom is de redactie van dit begrip ter verduidelijking aangepast. De begripsomschrijving is zo opgesteld dat er sprake is van permanente bewoning, als iemand meer dan 180 dagen per jaar op een plaats verblijft. Los hier van is in ieder geval sprake van permanente bewoning als er langdurig verblijf plaats vindt in de maanden buiten de zomerperiode. Het gaat dan om een verblijf van meer dan 49 dagen in de maanden december tot en met februari. Op deze wijze wordt recreatief verblijf in de zomerperiode gestimuleerd, maar wordt permanente bewoning onmogelijk gemaakt.
1.3 Bij Dit Plan Behorende Stukken
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014, 5e herziening' bestaat uit de volgende stukken:
- deze toelichting;
- de planregels;
- de verbeelding met nummer NL.IMRO.0166.00991219-VB01.
In de regels zijn bepalingen opgenomen om de uitgangspunten van het plan zeker te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende onderzoeken en een planbeschrijving zijn opgenomen.
Hoofdstuk 2 Beleidskaders
Voor de bespreking van het relevante beleid wordt verwezen naar het moederplan Buitengebied 2014. Omdat het hier gaat om de herstel van bouwhoogtes is een uitgebreide beschrijving van het beleid niet aan de orde.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
Voor de bespreking van het relevante onderzoek wordt verwezen naar het moederplan Buitengebied 2014. Omdat het hier gaat om de herstel van bouwhoogtes is uitgebreid onderzoek niet aan de orde. Voor de gewijzigde bouwhoogtes is aangesloten bij de bestaande bouwhoogtes van de aanwezige bebouwing.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Conform artikel 3.1.6 van het Bro dient bij het opstellen van een bestemmingsplan onderzoek te worden ingesteld naar de uitvoerbaarheid van het plan. Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de maatschappelijk uitvoerbaarheid en de economische uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. Bij het tweede gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Tevens is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geregeld dat in het kader van een bestemmingsplan voor bepaalde bouwplannen de grondexploitatieregeling van toepassing is.
4.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan zal overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) gedurende zes weken ter inzage liggen en worden toegestuurd aan overleginstanties. Tijdens deze periode wordt de mogelijkheid geboden voor het indienen van zienswijzen. Verder komt ten aanzien van de omgevingsaspecten, de uitvoerbaarheid van het plan niet in het geding.
4.2 Economische Uitvoerbaarheid
Er is geen sprake van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro, zodat er geen kostenverhaal hoeft plaats te vinden.
Hoofdstuk 5 Juridische Regeling
In dit hoofdstuk worden, voor zover dit nodig en wenselijk wordt geacht, de van het bestemmingsplan deel uitmakende planregels van een nadere toelichting voorzien. Qua vormgeving en planregels is voor zover mogelijk aangesloten bij de SVBP2012 en de binnen de gemeente Kampen gehanteerde bestemmingsplanregels en begripsbepalingen.
5.1 Inleiding
Het bestemmingsplan 'Buitengebied 2014, 5e herziening’ dient te voldoen aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Daarnaast dient het bestemmingsplan te voldoen aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Deze ministeriële regeling heeft met name invloed op de vorm van het bestemmingsplan. Zo zijn in deze ministeriële regeling hoofdgroepen van bestemmingen opgenomen en worden er standaard regels voor de begrippen en de wijze van meten gegeven. In dit hoofdstuk worden de van het bestemmingsplan deel uitmakende voorschriften van een nadere toelichting voorzien.
De bij dit plan behorende voorschriften zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
- 1. Inleidende regels.
- 2. Bestemmingsregels.
- 3. Algemene regels.
- 4. Overgangs- en slotregels
In hoofdstuk 1 worden in de regels gehanteerde begrippen nader verklaard, zodat interpretatieproblemen zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten.
In hoofdstuk 2 worden de op de kaart aangegeven gedetailleerde bestemmingen omschreven en worden per bestemming de bouwregels vermeld. Bij sommige bestemmingen worden ook de wijzigingsbevoegdheid voor functieverandering, uitwerkingsregels, afwijkingen van de bouwregels en specifieke gebruiksregels omschreven. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels die gelden voor het gehele bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 bevat de overgangs- en slotregels.
Hoofdstuk 6 Inspraak En Overleg
6.1 Vooroverleg
Op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening wordt geeist dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg wordt gevoerd met die diensten van het rijk en de provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Op grond van het tweede lid van deze artikelen is de mogelijkheid gegeven dat onder bepaalde omstandigheden of in bepaalde gevallen geen overleg gevoerd hoeft te worden. De provincie Overijssel heeft dergelijke gevallen aangegeven in de zogenaamde ‘Lijst A Vooroverleg’. De Inspectie Vrom heeft dit gedaan in een brief van 26 mei 2009.
Er is geen sprake van een Nationaal belang zoals genoemd in de bijlage bij de brief van 26 mei 2009. Onderhavig bestemmingsplan betreft een ontwikkeling die voldoet aan de gestelde voorwaarden om af te zien van vooroverleg.
6.2 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan is op 12 april 2017 gepubliceerd in het huis-aan-huisblad Kampen.nl en de Staatscourant en heeft vanaf 13 april gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen binnengekomen.