KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Artikel 4 Parkeren
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Uitgangspunten En Doel
1.3 Bij Dit Plan Behorende Stukken
1.4 Geldende Bestemmingsplannen
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskaders
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 4 Juridische Regeling
4.1 Inleiding
4.2 Parkeren
Hoofdstuk 5 Inspraak En Overleg
5.1 Vooroverleg
5.2 Zienswijzen
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Zienswijzereactienota
Bijlage 2 Verbeelding In Pdf-formaat

Parkeren (parapluplan)

Bestemmingsplan - Gemeente Kampen

Vastgesteld op 28-03-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In de regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het bestemmingsplan Parkeren (parapluplan) met identificatienummer NL.IMRO.0166.00991237-VB01 van de Gemeente Kampen.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.4 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.5 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Artikel 2 Van Toepassing Verklaring

De regels in dit bestemmingsplan zijn aanvullend van toepassing op het gebied zoals weergegeven op de verbeelding en de hieronder opgenomen bestemmingsplannen. Bepalingen over parkeren in deze bestemmingsplannen vervallen en worden vervangen door Artikel 4 van deze regels:

plannaam vaststelling raad IMRO-idn
Bedrijvenpark Rijksweg 50 - 2010 16-12-2010 NL.IMRO.0166.00991012-VB01
Bedrijventerrein Haatland 26-05-2011 NL.IMRO.0166.00060301-OH01
Binnenstad 12-07-2012 NL.IMRO.0166.00991040-VB01
Brunneper Bongerd 2013 29-05-2013 NL.IMRO.0166.00991119-VB01
Buitengebied 2014 06-03-2014 NL.IMRO.0166.00991134-VB01
Buitengebied 2014, 2e herziening Oosterholtseweg 31-31A 03-05-2017 NL.IMRO.0166.00991198-VB01
Buitengebied 2014, 3e herziening Buitendijksweg 6 02-03-2017 NL.IMRO.0166.00991207-VB01
Buitengebied 2014, 4e herziening Flevoweg 72 14-12-2017 NL.IMRO.0166.00991223-VB01
Buitengebied 2014, 5e herziening 14-09-2017 NL.IMRO.0166.00991219-VB01
Deprogrammeren Woningbouw (parapluplan) 07-07-2016 NL.IMRO.0166.00991192-VB01
Glastuinbouwgebied Koekoekspolder 2014 30-04-2015 NL.IMRO.0166.00991062-VB02
Grafhorst 2012 29-05-2013 NL.IMRO.0166.00991073-VB01
Groene Hart 2013 28-05-2014 NL.IMRO.0166.00991090-VB01
Het Meer 2012 13-12-2012 NL.IMRO.0166.00991086-VB01
Het Onderdijks 2013 29-05-2013 NL.IMRO.0166.00991110-VB01
Het Onderdijks 2013, 1e herziening Buitenhoek 02-04-2015 NL.IMRO.0166.00991154-VB01
Het Onderdijks 2013, 2e herziening 't Hart, 3e fase 07-07-2016 NL.IMRO.0166.00991189-VB01
IJsseldelta-Zuid 25-11-2015 NL.IMRO.0166.00991013-OH02
IJsseldelta-Zuid, 1e herziening Reevediep 02-11-2017 NL.IMRO.0166.00991211-VB01
IJsselmuiden Dorpsrand 12-12-2013 NL.IMRO.0166.00991124-VB01
IJsselmuiden Dorpsrand, 1e herziening Parallelweg 1 01-02-2017 NL.IMRO.0166.00991172-VB03
IJsselmuiden Dorpsrand, 3e herziening Grafhorsterweg 57 14-12-2017 NL.IMRO.0166.00991225-VB01
IJsselmuiden Oost 28-04-2011 NL.IMRO.0166.00991003-VB01
IJsselmuiden West 31-05-2012 NL.IMRO.0166.00991039-VB01
IJsselmuiden West, 1e herziening Dorpsweg 66-68 IJsselmuiden 30-04-2015 NL.IMRO.0166.00991156-VB01
Kamperveen 2012 29-05-2013 NL.IMRO.0166.00991077-VB01
Koggewerf - Buitenhaven 27-10-2016 NL.IMRO.0166.00991184-VB01
Melmerpark, deelplan B 28-04-2010 NL.IMRO.0166.00060601-VB01
Melmerpark, deelplan B, 1e herziening 01-11-2012 NL.IMRO.0166.00991115-OH01
Plan Koster 24-01-2013 NL.IMRO.0166.00991081-VB01
Sint Nicolaasdijk 2009 01-07-2010 NL.IMRO.0166.00991002-VB01
Spoorlanden en Zendijk 14-11-2013 NL.IMRO.0166.00991121-VB02
Sportpark De Maten - De Venen 2014 06-03-2014 NL.IMRO.0166.00991095-VB01
Uitbreiding Bedrijventerrein Spoorlanden 15-12-2016 NL.IMRO.0166.00991071-VB01
Wilsum en Nieuwstad 2012 13-09-2012 NL.IMRO.0166.00991074-VB01
Wilsum en Nieuwstad, 1e herziening Dorpsweg 76-78 25-01-2018 NL.IMRO.0166.00991212-VB01
Woningbouw Broekerland 05-03-2015 NL.IMRO.0166.00991142-VB01
Woonwijken Kampen 21-07-2011 NL.IMRO.0166.00991024-VB01
Woonwijken Kampen, 1e herziening L. Huismanstraat 26-01-2017 NL.IMRO.0166.00991205-VB01
Zalk 2012 29-05-2013 NL.IMRO.0166.00991076-VB01
Zuideinderhof, derde fase 13-12-2012 NL.IMRO.0166.00991112-VB01
Zuiderzeehaven 2010 29-01-2011 NL.IMRO.0166.00060204-VB01
's-Heerenbroek 2012 13-12-2012 NL.IMRO.0166.00991075-VA01
De Zodde 11-03-1985
Omgeving Stationsplein 22-07-1987
Omgeving Stationsplein, 1e partiële herziening Houtweg 30-01-1997
Omgeving Stationsplein, 2e partiële herziening 24-04-1997
Omgeving Stationsplein, 3e partiële herziening 29-05-1997
Ijsselmuiden Dorp 26-06-2002
Weidestraat e.o. 13-05-1999
Weidestraat e.o., partiële herziening Kulturhus 29-01-2009
Losse Landen 1989 13-11-1989
Losse Landen 1989, partiële herziening Oosterlandenweg 09-11-1992
Woonwagencentra 03-11-1997
De Koekoek 08-02-1982
De Maten (sportvelden) 29-03-1979
Herziening Cellesbroek-Middenwetering 30-11-1978
Melmerpark Deelplan A 26-02-2009
plannaam vaststelling college IMRO-idn
Het Meer 2012, 2e uitwerking fase 3 30-05-2017 NL.IMRO.0166.00991204-VB01
Het Onderdijks 2013, 1e uitwerking 't Hart, 2e fase 08-10-2013 NL.IMRO.0166.00991144-VB01
Het Onderdijks 2013, 2e uitwerking Keulvoet 14-03-2017 NL.IMRO.0166.00991175-VB01
Woonwijken Kampen, 2e uitwerking Noordrand Hanzewijk 19-03-2013 NL.IMRO.0166.00991123-VB01
Woonwijken Kampen, 3e uitwerking Oostpunt Hanzewijk 25-04-2017 NL.IMRO.0166.00991067-VB01
Woonwijken Kampen, 4e uitwerking Dr. Damstraat 26-07-2016 NL.IMRO.0166.00991188-VB01
Woonwijken Kampen, Centrumgebied Hanzewijk 04-06-2012 NL.IMRO.0166.00991100-VB01
Bedrijvenpark Rijksweg 50 - 2010, tweede aansluiting 16-05-2012 NL.IMRO.0166.00991026-VB01
Bedrijventerrein Haatland, 1e wijziging Neringstraat 20 20-12-2012 NL.IMRO.0166.00991120-VB01
Bedrijventerrein Haatland, 2e wijziging Haatlandhaven 19 08-04-2015 NL.IMRO.0166.00991159-VB01
Bedrijventerrein Haatland, 3e wijziging Haatlanderdijk 6D 25-11-2014 NL.IMRO.0166.00991167-VB01
Bedrijventerrein Haatland, 4e wijziging Haatlanderdijk 29 06-09-2016 NL.IMRO.0166.00991185-VB01
Bedrijventerrein Haatland, 5e wijziging Constructieweg 43 06-06-2016 NL.IMRO.0166.00991187-VB01
Binnenstad, 1e wijziging Oudestraat 137A 01-05-2017 NL.IMRO.0166.00991215-VB01
Buitengebied 2014, 1e wijziging Oosterholtseweg 53 07-08-2015 NL.IMRO.0166.00991162-VB01
Buitengebied 2014, 2e wijziging Buitendijksweg 5 10-12-2015 NL.IMRO.0166.00991181-VB01
Buitengebied 2014, 3e wijziging Wittensteinse Allee 4 23-05-2017 NL.IMRO.0166.00991203-VB01
Glastuinbouwgebied Koekoekspolder 2014, 1e wijziging 09-12-2014 NL.IMRO.0166.00991161-VB01
Glastuinbouwgebied Koekoekspolder 2014, 2e wijzigingHartogsweg 19 18-04-2017 NL.IMRO.0166.00991209-VB01
Glastuinbouwgebied Koekoekspolder 2014, 3e wijzigingTuindersweg 16 24-10-2017 NL.IMRO.0166.00991213-VB01
Glastuinbouwgebied Koekoekspolder 2014, 4e wijzigingOudendijk 7 20-03-2018 NL.IMRO.0166.00991206-VB01
Grafhorst 2012, 1e wijziging Buitenwaarden 19 05-05-2016 NL.IMRO.0166.00991195-VB01
Groene Hart 2013, 1e wijziging Sporthal De Reeve 17-05-2016 NL.IMRO.0166.00991180-VB01
Groene Hart 2013, 2e wijziging Nieuwe zwembad 30-08-2016 NL.IMRO.0166.00991200-VB01
Het Meer 2012, 1e wijziging Philadelphia 13-09-2016 NL.IMRO.0166.00991197-VB01
Het Meer 2012, 2e wijziging fase 3 30-05-2017 NL.IMRO.0166.00991218-VB01
IJsselmuiden Oost, 1e wijziging Priorstraat 14 20-03-2012 NL.IMRO.0166.00991097-VB01
Stationsomgeving Hanzelijn, 1e wijziging 26-04-2016 NL.IMRO.0166.00991165-VB01
Woonwijken Kampen, 1e wijziging Hanzeplein 10-05-2016 NL.IMRO.0166.00991194-VB01
Zalk 2012, 1e wijziging Zalkerdijk 39 17-05-2016 NL.IMRO.0166.00991196-VB01
Zuiderzeehaven 2010, 1e wijziging windturbine Genuakade 20-02-2018 NL.IMRO.0166.00991220-VB01

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Parkeren

4.1 Strijdig gebruik

  1. a. Het gebruik of bouwen, bestaand uit de oprichting van een gebouw, de verandering van functie of de uitbreiding van bestaand gebruik, is slechts toegestaan als voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid en/of ruimte voor laden en lossen op eigen terrein, waarbij deze vervolgens in stand wordt gehouden.

4.2 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 4.1, wanneer:

  1. a. er op een andere wijze wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en/of ruimte voor laden en lossen;
  2. b. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

4.3 Voldoende parkeergelegenheid en/of ruimte voor laden en lossen

Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid en/of ruimte voor laden en lossen, als voldaan wordt aan de normen in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren en laden en lossen, zoals die gelden op het tijdstip van de aanvang van het gebruik, of het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. In afwijking van het bepaalde onder a kan het bevoegd gezag eenmalig een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Parkeren (parapluplan)'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In artikel 2.3.27 van de Bouwverordening 2012 is opgenomen dat voor het grondgebruik en functies afhankelijk van de omvang en de bestemming van het gebouw, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's parkeerruimte in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw hoort, voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd.

Op basis hiervan worden aanvragen om een omgevingsvergunning getoetst en hier wordt in de toelichting op bestemmingsplannen naar verwezen. Eind november 2014 is de grondslag in de Woningwet voor de stedenbouwkundige voorschriften in de bouwverordening vervallen, waarmee ook de regels voor het parkeren en laden en lossen zijn vervallen. Dit moet voortaan in het bestemmingsplan geregeld worden. Tot 1 juli 2018 geldt een overgangsrecht waardoor voor bestaande situaties de parkeerbepaling nog blijft gelden. Dit geeft gemeenten de te tijd om de parkeerbepaling in bestemmingsplannen op te nemen.

Uit jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat bij de invulling van het begrip ”voldoende parkeergelegenheid” aan het gemeentelijk parkeerbeleid en de daarbij behorende parkeernormen moet worden getoetst. Er dient daarom expliciet te worden verwezen naar een parkeerbeleid. Dit is in dit geval de “Parkeernormennota gemeente Kampen' en de eventuele wijzigingen hierop.

1.2 Uitgangspunten En Doel

In dit parapluplan parkeren wordt voor diverse bestemmingsplannen het parkeerartikel opgenomen.

1.3 Bij Dit Plan Behorende Stukken

Het bestemmingsplan 'Parkeren (parapluplan)' bestaat uit de volgende stukken:

  • deze toelichting;
  • de planregels;
  • de verbeelding met nummer NL.IMRO.0166.00991237-VB01.

1.4 Geldende Bestemmingsplannen

Voor het plangebied zijn de verschillende bestemmingsplannen van toepassing. Bij de inwerkingtreding van het voorliggende bestemmingsplan Parkeren (parapluplan) worden deze plannen aangevuld met een extra artikel dat het parkeren regelt. Voor een overzicht wordt verwezen naar Artikel 2 van de regels.

1.5 Leeswijzer

De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende hoofdstukken:

  • De relevante beleidskaders van alle betrokken beleidsniveaus worden beschreven in hoofdstuk 2.
  • vervolgens komt in hoofdstuk 3 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan aan bod.
  • De juridische planopzet wordt behandeld in het vierde hoofdstuk. Hierin worden de gewenste planologische mogelijkheden en ontwikkelingen vertaald in een juridisch-planologische regeling. Hiermee vormt dit hoofdstuk een toelichting op de planregels;
  • In het laatste hoofdstuk wordt het gevoerde overleg besproken.

Hoofdstuk 2 Beleidskaders

Bouwverordening 2012 Gemeente Kampen

Artikel 2.3.27 Bouwverordening 2012 stelt de eis dat een functie alleen uitgeoefend kan worden als er parkeergelegenheid op eigen terrein wordt gerealiseerd. Het is mogelijk om hiervan ontheffing te verlenen:

  1. 1. Indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het gebouw, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer.
  2. 2.
  3. 3.
  4. 4. Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in het eerste en het derde lid:
      • indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    1. a. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
    2. b.

Uitgangspunt is dus dat parkeren op eigen terrein moet plaatsvinden. Als dit niet gebeurt, is er sprake van een weigeringsgrond om een omgevingsvergunning te verlenen. In lid 4 zijn twee mogelijkheden opgenomen om via een afwijking toch vergunning te verlenen. Deze bepaling is per 1 juli 2018 definitief vervallen.

Verordening reserve parkeergelegenheden

De verordening reserve parkeergelegenheden is het zogenaamde parkeerfonds voor de binnenstad. Het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein bij een nieuw bouwplan kan worden afgekocht door een bijdrage in het parkeerfonds.

Parkeernormennota Kampen

Tegelijkertijd met dit bestemmingsplan wordt ook een Parkeernormennota gemeente Kampen vastgesteld. In de regels van dit bestemmingsplan is een dynamische verwijzing opgenomen naar de meest recent vastgestelde Parkeernormennota. Deze nota is een zogeheten wetsinterpreterende beleidsregel.

In de Parkeernormennota is opgenomen hoe de parkeerbehoefte moet worden berekend. Hierbij geldt als hoofdregel dat in deze parkeerbehoefte op eigen terrein moet worden voorzien. Daarnaast is in de nota opgenomen in welke gevallen gebruik gemaakt kan worden van de binnenplanse afwijkingsmogelijkheid in dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

Conform artikel 3.1.6 van het Bro dient bij het opstellen van een bestemmingsplan onderzoek te worden ingesteld naar de uitvoerbaarheid van het plan. Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de maatschappelijk uitvoerbaarheid en de economische uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. Bij het tweede gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Tevens is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geregeld dat in het kader van een bestemmingsplan voor bepaalde bouwplannen de grondexploitatieregeling van toepassing is.

3.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan zal overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) gedurende zes weken ter inzage liggen en worden toegestuurd aan overleginstanties. Tijdens deze periode wordt de mogelijkheid geboden voor het indienen van zienswijzen. Verder komt ten aanzien van de omgevingsaspecten, de uitvoerbaarheid van het plan niet in het geding.

3.2 Economische Uitvoerbaarheid

Er is geen sprake van bouwplannen in de zin van artikel 6.2.1 Bro, waardoor er geen kostenverhaal hoeft plaats te vinden.

Hoofdstuk 4 Juridische Regeling

In dit hoofdstuk worden, voor zover dit nodig en wenselijk wordt geacht, de van het bestemmingsplan deel uitmakende planregels van een nadere toelichting voorzien. Qua vormgeving en planregels is voor zover mogelijk aangesloten bij de SVBP2012 en de binnen de gemeente Kampen gehanteerde bestemmingsplanregels en begripsbepalingen.

4.1 Inleiding

Het bestemmingsplan 'Parkeren (parapluplan)’ dient te voldoen aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Daarnaast dient het bestemmingsplan te voldoen aan de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Deze ministeriële regeling heeft met name invloed op de vorm van het bestemmingsplan.

Onderhavig plan betreft een parapluplan. Het vult een aantal bestemmingsplannen aan met een parkeerbepaling, waarbij de onderliggende plannen voor het overige onverkort van kracht blijven.

4.2 Parkeren

Een bestemmingsplan is één van de instrumenten die het ruimtegebruik regelt. In een bestemmingsplan is onder meer vastgelegd voor welke doelen gronden en bouwwerken gebruikt mogen worden en welke bebouwing is toegestaan.

Het wijzigen van het gebruik van gronden of gebouwen of de nieuwbouw van een gebouw kan tot gevolg hebben dat er meer autoverkeer in het gebied wordt gegenereerd. En deze auto's moeten ook ergens geparkeerd worden. Hierbij is het belangrijk dat de omgeving geen overlast ervaart van deze toename van parkeren. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwbouw van een kantoorgebouw, maar ook aan het wijzigen van de functie van een woning naar een winkel of het toestaan van het houden van evenementen op agrarisch gebied. Deze activiteiten hebben allemaal tot gevolg dat er meer parkeerplaatsen nodig zijn.

Parkeren

De parkeerbepaling is zo opgesteld, dat voor al deze situaties gegarandeerd is dat er voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd op eigen terrein. Het kan gaan om de volgende situaties:

  • een functiewijziging binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan, zonder dat er vergunningsplichtige bouwactiviteiten plaatsvinden. In dit geval is er geen omgevingsvergunning nodig, wanneer voldaan wordt aan de parkeerbepaling. Wordt niet voldaan aan de parkeerbepaling, omdat er onvoldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd, is er een reguliere omgevingsvergunning nodig voor het handelen in strijd met de regels van ruimtelijke ordening. Door gebruik te maken van de binnenplanse afwijking in artikel 4.2 kan onder voorwaarden alsnog medewerking worden verleend.
  • Een functiewijziging binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan in combinatie met vergunningsplichtige bouwactiviteiten. In dit geval is er in ieder geval een omgevingsvergunning nodig voor het onderdeel bouwen. In dit kader wordt getoetst of aan de parkeerbepaling wordt voldaan. Wordt niet voldaan aan de parkeerbepaling, omdat er onvoldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd, is er naast de vergunning voor het bouwdeel ook een reguliere omgevingsvergunning nodig voor het handelen in strijd met de regels van ruimtelijke ordening. Door gebruik te maken van de binnenplanse afwijking in artikel 4.2 kan onder voorwaarden alsnog medewerking worden verleend.

Laden & lossen

De eis van voldoende ruimte voor het laden of lossen van goederen op eigen terrein blijft gehandhaafd. Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

binnenplanse afwijking

Op andere wijze voorzien in voldoende parkeerplaatsen

Wanneer er onvoldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd kunnen worden, is er de mogelijkheid om binnenplans af te wijken om het plan alsnog doorgang te laten vinden. Daarbij moet dan in het kader van de belangenafweging aan het vastgestelde parkeerbeleid worden getoetst.

Afwijken bij bijzondere omstandigheden

Hiernaast is een hardheidsclausule opgenomen. Volgens jurisprudentie moet deze afwijkingsmogelijkheid alleen in bijzondere gevallen en dus terughoudend worden toegepast. Dit betreft voornamelijk de situatie waarbij het voor een bepaald bouwinitiatief of bepaalde ruimtelijke ontwikkeling ruimtelijk en financieel-economisch niet mogelijk is om op of buiten het eigen terrein (volledig) te voorzien in de parkeerbehoefte, terwijl dit initiatief of deze ontwikkeling van wel van maatschappelijkof van algemeen belang is.

Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een project dat in de gemeente de werkgelegenheid aanzienlijk vergroot of voorziet in een nieuwe maatschappelijke voorziening die zeer wenselijk wordt geacht. In de omgevingsvergunning voor een dergelijk project kan dan worden uitgegaan een lagere parkeernorm.

Hierbij gelden wel de volgende voorwaarden:

  • er moet worden aangetoond dat er redelijkerwijze voldoende inspanning is gepleegd om te voldoen aan de parkeernormering;
  • de parkeernorming is (nog) de enige belemmerende factor voor de realisering van het initiatief of ontwikkeling.

buitenplanse afwijking

Zodra er sprake is van een functiewijzing en/of een bouwactiviteit die in strijd is met het bestemmingsplan, waardoor alleen met een buitenplanse afwijking kan worden meegewerkt, moet voor deze buitenplanse afwijking worden beoordeeld of er voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Daarbij moet dan in het kader van de belangenafweging aan het vastgestelde parkeerbeleid worden getoetst.

Hoofdstuk 5 Inspraak En Overleg

5.1 Vooroverleg

Op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening wordt geeist dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg wordt gevoerd met die diensten van het rijk en de provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Er is geen sprake van een Nationaal belang zoals genoemd in de bijlage bij de brief van 26 mei 2009. Hiernaast zijn er door de aard van het bestemmingsplan geen consequenties op het gebied van de waterhuishouding, waardoor overleg met het Waterschap niet nodig is. Ook vooroverleg met de provincie kan achterwege blijven, omdat het om een actualiserend bestemmingsplan gaat waarbij de huidige bepaling uit de bouwverordening wordt overgezet naar dit bestemmingsplan. Onderhavig bestemmingsplan betreft dan ook een ontwikkeling die voldoet aan de gestelde voorwaarden om af te zien van vooroverleg.

5.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan is op 4 september 2018 gepubliceerd in het huis-aan-huisblad De Brug en de Staatscourant en heeft vanaf 5 september 2018 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is er één zienswijze binnengekomen. Deze zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het ontwerpplan. Voor de beantwoording van deze zienswijze wordt verwezen naar Bijlage 2 Zienswijzereactienota.

Bijlagen Bij De Toelichting

Bijlage 1 Zienswijzereactienota

Bijlage 2 Verbeelding In Pdf-formaat