Emmeloord, Centrum - herziening 2010
Bestemmingsplan - gemeente Noordoostpolder
Vastgesteld op 28-04-2011 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Emmeloord, Centrum - herziening 2010´ van de gemeente Noordoostpolder.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0171.BP00515.VS01 met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aan huis verbonden beroep:
de uitoefening van een beroep (dan wel het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.6 bebouwingspercentage:
de oppervlakte van gebouwen uitgedrukt in procenten van de nader aangegeven gronden.
1.7 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.8 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.9 bestaand:
aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan
1.10 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.11 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.12 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.13 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.16 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbranstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten.
1.23 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.24 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
1.25 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.26 eerste verdieping:
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.27 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
1.28 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.29 gestapelde woning:
een woning in een gebouw, dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat.
1.30 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.31 horeca(bedrijf):
'horeca I':
een bedrijf dat is gericht op het bieden van logies (hotelbedrijf) en het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse (restaurantbedrijf, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, eethuizen, bistro's, automaten, broodjeszaken en dergelijke), met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
'horeca II':
een bedrijf dat is gericht op het ter plaatse verstrekken van dranken, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
'horeca III':
elke voor het publiek, al dan niet tegen betaling toegankelijke lokaliteit, die in belangrijke mate is ingericht of wordt gebruikt voor het dansen, zoals discotheken en dancings, waarin al dan niet dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
inrichtingen waarin een kans- of behendigheidsspel wordt uitgeoefend, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.32 kantoor:
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
1.33 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.34 nutsvoorzieningen:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.35 omgevingsvergunning:
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.36 omgevingsvergunning voor het afwijken:
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.12 lid 1 sub a onder 1 van de Wabo.
1.37 omgevingsvergunning voor het bouwen:
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1 lid 1 onder a van de Wabo.
1.38 onderbouw:
een bouwlaag, afgedekt door een vloer, die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil.
1.39 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land.
1.40 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
1.41 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.42 supermarkt:
zelfbedieningszaak in hoofdzaak gericht op de verkoop van levensmiddelen.
1.43 twee-aaneen woning:
een woning van het type twee aaneengebouwd.
1.44 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
1.45 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.46 warenhuis/grootwinkelbedrijf:
een winkel waarin op meerdere verdiepingen/afdelingen artikelen uit verschillende branches voor verkoop worden aangeboden.
1.47 winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
1.48 woning:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden.
1.49 woonhuis:
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
1.50 zolder:
de bovenste ruimte in een gebouw onmiddellijk onder de kap.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder vulpunt lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- b. een garagebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf';
- c. opslag en uitstalling;
- d. wegen en paden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. tuinen, erven en verhardingen;
- g. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bedrijf-nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
- b. wegen en paden;
- c. erven en verhardingen;
- d. groenvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. dienstverlening;
- c. supermarkt op de begane grond uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- d. wonen op de verdiepingen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- e. horeca op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- f. horeca op de verdieping(en) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-horeca op de verdieping';
- g. opslag, kantoor en kantineruimte ten behoeve van detailhandel;
- h. tuinen, erven en verhardingen;
- i. groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming 'Detailhandel' is de verkoopvloeroppervlakte voor detailhandel en zijn de publieksgerichte dienstverlenende activiteiten uitsluitend toegestaan op de begane grond, tenzij op de verdieping reeds sprake is van bestaande detailhandel of dienstverlening, in welk geval detailhandel of dienstverlening op de verdieping is toegestaan, waarbij de bestaande oppervlakte op de verdieping die wordt gebruikt voor detailhandel of dienstverlening geldt als de maximaal toegestane oppervlakte. Op de verdiepingen is ook opslag, kantoor en kantineruimte ten behoeve van detailhandel of dienstverlening toegestaan.
Het voorgaande geldt niet de voor 'Detailhandel' bestemde gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - detailhandel op verdieping', in welk geval detailhandel op verdieping bij recht is toegestaan.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Dienstverlening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. detailhandel uitsluitend in combinatie met horeca en een galerie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - galerie'
- c. wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- d. tuinen, erven en verhardingen;
- e. groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de gronden voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - galerie' is detailhandel uitsluitend toegestaan in combinatie met horeca.
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplantingen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. voorzieningen voor langzaam verkeer;
- f. nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca;
- b. kantoor op de verdieping ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- c. wonen op de verdieping(en) ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- d. tuinen, erven en verhardingen;
- e. groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Verkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. autoboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specieke vorm van verkeer-autobox';
- d. uitsluitend verblijfsgebied ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied';
- e. groenvoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bruggen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. fietskluizen.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 9.2.1 sub 1 onder a voor de bouw van een extra autoboxcomplex binnen het gebied ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – afwijkingsgebied', mits:
- 1. het meest westelijk gelegen autoboxcomplex is gesloopt en de daarvoor opgenomen aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-autobox' is verwijderd;
- 2. de totale ten behoeve van autoboxen aan te wenden vloeroppervlakte binnen de bestemming 'Verkeer' niet meer mag bedragen dan de hiervoor aanwezige vloeroppervlakte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-autobox' ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
- 3. de bouwhoogte van het autoboxcomplex niet meer bedraagt dan 3 meter.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding 'terras uitgesloten' is het niet toegestaan een terras te houden ten behoeven van de naastgelegen horecagelegenheid.
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-autobox' te verwijderen, mits:
- 1. de betreffende autoboxen eigendom zijn van de gemeente of indien het autoboxcomplex op een andere locatie wordt herbouwd.
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder wateroverbruggende voorzieningen, zoals bruggen, duikers en gelijksoortige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroepen;
- c. tuinen, erven en verhardingen.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. De omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 45 m².
- b. Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
- c. Detailhandel is niet toegestaan.
- d. De activiteit wordt uitgeoefend door één van de bewoner(s).
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
13.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie.
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
14.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken:
- a. van de in deze regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. van deze regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. van deze regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. van deze regels ten behoeve van de overschrijding van de voorgevelrooilijn voor de bouw van een luifel aan de voorgevel van een hoofdgebouw, geen woning zijnde, met dien verstande dat:
- 1. de overschrijding van de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 2 m;
- 2. de bouwhoogte van de luifel niet meer mag bedragen dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
- 3. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
- e. van deze regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
- 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
- f. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 40 m;
- 2. ten behoeve van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 50 m;
- 3. ten behoeve van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 m;
- g. van deze regels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van een overschrijding van deze maximaal toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
- 2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
14.2 Voorwaarden omgevingsvergunning
De in lid 14.1 genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
a. de woonsituatie;
b. het straat- en bebouwingsbeeld;
c. de verkeerssituatie;
d. de parkeercapaciteit;
e. het waterbeheer;
f. de sociale veiligheid;
g. de externe veiligheid en de brandveiligheid;
h. de milieusituatie;
i. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, en
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
15.2 Verwijzing naar de andere wettelijke regelingen
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de ter-inzage-legging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
16.2 Afwijking
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 16.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 16.1 met maximaal 10%.
16.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 16.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
16.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 16.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
16.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 16.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
16.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 16.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Emmeloord, Centrum - herziening 2010'.
Rosmalen, april 2011 Vastgesteld: 28 april 2011
Croonen Adviseurs b.v.