Landelijk gebied, Gemaalweg 3 te Rutten
Bestemmingsplan - gemeente Noordoostpolder
Vastgesteld op 18-12-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan “Landelijk Gebied, Gemaalweg 3 te Rutten” met identificatienummer NL.IMRO.0171.BP00595-VS01 van de gemeente Noordoostpolder.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.5 agrarisch aanverwant bedrijf
bedrijf dat is gericht op het leveren van diensten en goederen aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het (gekoeld) opslaan, bewerken, vervoeren en/of verhandelen van zuivel en agrarische producten.
1.6 bassin
een voorziening voor de opslag van: mest, water of andere vloeistoffen;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
1.8 bebouwingspercentage
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, met uitzondering van vergunningsvrije bouwwerken, uitgedrukt in procenten van dat bouwperceel.
1.9 bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
1.10 bedrijfskantoor
een zelfstandige voorziening binnen een bedrijf gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, organistorisch gebied of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, ten behoeve van dat bedrijf.
1.11 bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar wenselijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.12 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 bouwen
het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken, zijn toegelaten.
1.20 bouwwerk
constructie van enige omvang, die op de plaats van bestemming direct of indirect met de grond verbonden is en bedoeld is om langer dan drie maanden ter plaatse te functioneren.
1.21 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.22 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid of betekenis.
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
1.24 erfsingel
een strook beplanting bestaande uit bomen en heesters aan drie zijden van het erf ter begrenzing van dat erf.
1.25 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.26 hoofdgebouw
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.27 kavelsloot
een watergang, grenzend aan een erf- of perceelgrens, aangelegd voor de afvoer en berging van (op het erf/perceel) overtollig water.
1.28 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.29 verkoopvloeroppervlakte
de ten behoeve van detailhandel voor het publiek zichtbare en toegankelijke besloten winkelruimte;
1.30 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.31 voorgevelrooilijn
de lijn die samenvalt met de voorgevel(s) van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Algemeen
2.2 Ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Meten
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Agrarisch Aanverwant Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - agrarisch aanverwant bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van agrarisch aanverwante bedrijven die voorkomen in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', en zijn aangeduid als categorie 1, 2, of 3.1;
- b. een bedrijfskantoor;
- c. bedrijfswoningen;
- d. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
- e. een koppelstation;
- f. de instandhouding en ontwikkeling van erfsingels;
- g. de instandhouding en ontwikkeling van kavelsloten;
- h. bijbehorende voorzieningen, waaronder begrepen bassins, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en tuinen.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 3.2.3 onder a en toestaan dat een erf- of terrein-afscheiding wordt gebouwd tot een hoogte van ten hoogste 3,00 m op voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en/of bebouwingsbeeld.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels van lid 3.4.4 en toestaan:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan aangegeven in lid 3.1, maar voorkomen in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', en zijn aangeduid als categorie 1, 2, of 3.1;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een bedrijf in een hogere milieucategorie dan 3.1, mits dat bedrijf naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met bedrijven als bedoeld in dit lid onder a;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, als nevenactiviteit, in ter plaatse voortgebrachte of streekeigen producten en in AGF-producten tot een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 25 m²;
- d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kleinschalige agrarische activiteiten zoals het kweken van fruit, groente, (sier)heesters en het houden van dieren als ondergeschikte nevenactiviteit.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Waarde - Archeologische Verwachtingswaarde Gematigd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologische verwachtingswaarde gematigd' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aldaar verwachte of aanwezige archeologische waarden.
4.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde – Archeologische verwachtingswaarde gematigd' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene Bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van dit plan uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden voor de opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan, met uitzondering van het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
- b. het gebruik van gronden voor het opslaan van gebruiksklare of gebruiksonklare voer-, vaar- of vliegtuigen of onderdelen hiervan, met uitzondering van caravanstalling in gebouwen;
- c. het gebruik van gronden voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor de bedrijfsvoering van toegelaten bedrijven en het normale onderhoud van tuinen en andere open terreinen;
- d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutie en/of een seksinrichting.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van oppervlaktematen, inhoudsmaten en afstandsmaten, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied, Gemaalweg 3 te Rutten'
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek V1.1, 11 April 2013
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek V1.1, 11 april 2013