Oldenzaal Centraal Parallelstraat e.o.
Bestemmingsplan - Gemeente Oldenzaal
Vastgesteld op 26-06-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Oldenzaal Centraal Parallelstraat e.o. met identificatienummer NL.IMRO.0173.BP06005-va01 van de gemeente Oldenzaal;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijk informatie;
1.4 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7 aan huis verbonden bedrijf
een kleinschalig bedrijf dat door de gebruiker van de woning wordt uitgeoefend in de woning of een daarbijbehorend bijgebouw, waarbij de woonfunctie als hoofdfunctie gehandhaafd blijft, met dien verstande dat hieronder in elk geval niet worden begrepen een detailhandelsbedrijf, een horecabedrijf, een seks- en /of pornobedrijf en een prostitutiebedrijf;
1.8 aan huis verbonden beroep
een beroep op het gebied van zakelijke of maatschappelijke dienstverlening, dat door de gebruiker van de woning wordt uitgeoefend in de woning of een daar bijbehorend bijgebouw, waarbij de woonfunctie als hoofdfunctie gehandhaafd blijft;
1.9 achtergevel
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.10 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.11 ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde;
1.12 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.13 bebouwingspercentage
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;
1.14 bedrijf
een bedrijfseconomische eenheid gericht op het behalen van winst;
1.15 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.16 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 bijgebouw
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.20 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.21 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
1.22 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.23 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.24 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.25 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.26 bovenwoning
een woning die zich geheel of nagenoeg geheel bevindt boven de begane grondverdieping van een gebouw;
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en instellingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.29 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.30 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.31 geluidreducerende voorziening
een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluidhinder, zoals een geluidscherm of een geluidwal;
1.32 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.33 inwoning
de situatie waarin twee huishoudens één woning bewonen, waarbij de woning één hoofdtoegang heeft en de ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;
1.34 lichte horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
1.35 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.36 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.37 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.38 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.39 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.40 overkapping
een grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag, afgedekt met een dak;
1.41 pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.42 particulier opdrachtgeverschap
de situatie dat de burger of een groep van burgers – in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk – volledige juridische zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning;
1.43 peil
- a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
1.44 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.45 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.46 Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.47 tussen afscheiding
Een erfafscheiding tussen twee gebouwen in, waarvan de percelen direct aan elkaar grenzen;
1.48 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.49 verhard oppervlak
dakoppervlak en overige (tuin)verharding;
1.50 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevels of, een gevel van het hoofdgebouw die ook door zijn aard functie constructie of uitstraling als een belangrijke gevel kan worden aangemerkt, zijnde voorgevel waardoor er sprake kan zijn van twee voorgevels bij één hoofdgebouw;
1.51 voorgevelrooilijn
de bouwgrens die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd, met dien verstande dat de bouwgrens die gericht is naar de bestemming 'Groen - Park' tevens beschouwd wordt als voorgevelrooilijn;
1.52 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.53 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van een afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Gebouwen en bouwwerken
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
breedte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
de afstand tot de bouwperceelgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de voorgevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, dakkapellen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m2);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m3);
- d. voor verhoudingen in procenten (%).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbedrijf' tevens voor een metaalbedrijf;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerbedrijf' tevens voor een timmerbedrijf;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuis-houding, tuinen en erven;
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- c. vuurwerkbedrijven;
- d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
Artikel 4 Gemengd - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
- b. cultuur en ontspanning;
- c. bedrijven in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- c. vuurwerkbedrijven;
- d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
Artikel 5 Gemengd - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, kantoren met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
- b. parken en plantsoenen;
- c. hondenspeelveld;
- d. fiets- en voetpaden;
- e. ontsluitingswegen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- h. een geluidwerende voorziening met bijbehorende vluchttunnels ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidwerende voorziening';
- i. parkeervoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
- j. voorzieningen van algemeen nut, waaronder mede (al dan niet ondergronds) afvalcontainers;
- k. voorzieningen voor de veiligheid ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Railverkeer'.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Groen - Park
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - Park' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parken en plantsoenen;
- b. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
- c. fiets- en voetpaden;
- d. speelvoorzieningen;
- e. voorzieningen van algemeen nut, waaronder mede (al dan niet ondergronds) afvalcontainers;
- f. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Tuin
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor het bouwen van erkers met afwijkende afmetingen, mits dit uit oogpunt van welstand noodzakelijk is.
Artikel 9 Verkeer
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer en openbare verkeers- en verblijfsdoeleinden;
- b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
- c. kunstwerken;
- d. voorzieningen van algemeen nut, waaronder mede (al dan niet ondergronds) afvalcontainers;
- e. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Water
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Wonen
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het bestaande aantal woningen;
- b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 12 Woongebied
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 96 woningen, met dien verstande dat:
- 1. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' waar uitsluitend gestapelde woningen zijn toegelaten;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwbeperking' is in het gebied tussen de bestemmingsgrens en de gevel de inrichting als erf zoals bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, bijlage II niet toegestaan;
- c. een antenne zendmast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast';
- d. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2;
- e. wegen en straten met een functie voornamelijk gericht op verblijf van het verkeer;
- f. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen en hondenspeelveld;
- g. geluidwerende voorzieningen;
- h. antenne zendmast;
- i. voorzieningen van algemeen nut, waaronder mede (al dan niet ondergronds) afvalcontainers;
- j. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Woongebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede stedenbouwkundige kwaliteit;
- b. een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse;
- c. een goede waterhuishouding;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 13 Waterstaat - Waterlopen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor: de bescherming en het beheer van de watergang, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken en met inachtneming van de keur van het waterschap.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 13.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de watergang.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 14 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 15 Algemene Bouwregels
15.1
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
15.2
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 16 Algemene Gebruiksregels
16.1
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en/of voor het wijzigen van het gebruik van een gebouw dan wel het wijzigen van het gebruik van onbebouwd terrein wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat wordt voldaan aan het meest recente Gemeentelijke Riole-ringsplan van de gemeente Oldenzaal.
16.2
Onder gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als erf voor gronden gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
- b. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie;
- e. een gebruik zoals bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor warmte- of koudeopwekking, mits:
- 1. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, waarbij op de perceelgrens met een perceel voor een andere woonfunctie sprake is van een geluidsniveau van meer dan 40 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai;
- 2. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, waarbij ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie sprake is van een geluidsniveau van meer dan 40 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai;
- 3. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, waarbij op de gevel voor een andere woonfunctie sprake is van een gecumuleerd geluidsniveau van installaties voor warmte- of koudeopwekking van meer dan 45 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai;
- 4. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van een installatie voor warmte- of koudeopwekking, die is opgesteld buiten de uitwendige scheidingsconstructie van een bouwwerk, waarbij ter plaatse van een te openen raam of deur van een niet-gemeenschappelijk verblijfsgebied van een aangrenzende op hetzelfde perceel gelegen woonfunctie sprake is van een gecumuleerd geluidsniveau van installaties voor warmte- of koudeopwekking van meer dan 45 dB, bepaald volgens de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai.
Artikel 17 Algemene Aanduidingsregels
17.1 Overige zone - bouwen uitgesloten
Bouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwen uitgesloten' is niet toegestaan.
17.2 Overige zone - voorwaardelijke verplichting 1
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 1' ten behoeve van wonen voor zover:
- a. geen geluidswerende voorziening met een hoogte van minimaal 5 m van bovenkantspoor en een lengte van minimaal 400 m ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - geluidwerende voorziening' is gerealiseerd;
- b. geen maximale binnenwaarde van 33 dB kan worden gegarandeerd.
17.3 Overige zone - voorwaardelijke verplichting 2
Gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting 2' mogen niet eerder worden gebruikt ten behoeve van wonen dan nadat is aangetoond dat wordt voldaan aan de SBR-richtlijn trillingen deel B.
17.4 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' kan het bevoegd gezag de gronden wijzigen ten behoeve van de bestemmingen 'Wonen', 'Woongebied', 'Tuin' en 'Verkeer', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. het aantal woningen bedraagt maximaal 32;
- b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
- c. de maximale bouw hoogte van de grondgebonden woningen bedraagt 10 m, indien minimaal 10 m afstand wordt gehouden van de erfgrenzen van de bebouwing aan de Boerskottenlaan waarbij de maximale bouwhoogte binnen de 10 m grens maximaal 6 m bedraagt;
- d. het aantal bouwlagen van hoofdgebouwen de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd;
- e. er mag geen sprake zijn van parkeerhinder;
- f. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige functies en waarden;
- g. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
17.5 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 2
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' kan het bevoegd gezag de gronden wijzigen ten behoeve van de bestemmingen 'Wonen', 'Woongebied', 'Tuin' en 'Verkeer', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. er zijn maximaal twee hoofdgebouwen toegestaan;
- b. de afstand tussen hoofdgebouwen bedraagt minimaal 20 m;
- c. het aantal woningen bedraagt maximaal 32;
- d. uitsluitend gestapelde woningen zijn toegestaan;
- e. de dakhelling van hoofdgebouwen dient minimaal 20 graden en maximaal 50 graden te bedragen;
- f. de maximale hoogte van de gestapelde woningen bedraagt 14 m;
- g. het aantal bouwlagen van hoofdgebouwen van gestapelde woningen bedraagt maximaal 4;
- h. de oppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 550 m2;;
- i. vrijstaande bijgebouwen zijn in principe niet toegestaan, deze zijn geïntegreerd in het hoofdgebouw tenzij dit stedenbouwkundig gewenst wordt geacht;
- j. er mag geen sprake zijn van parkeerhinder;
- k. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd;
- l. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de in de omgeving aanwezige functies en waarden;
- m. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
Artikel 18 Algemene Afwijkingsregels
18.1
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
- b. de regels en worden toegestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
- c. de regels en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.
18.2
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 19 Algemene Wijzigingsregels
19.1
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
- b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 20 Overige Regels
20.1 Parkeerregels
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en / of voor het wijzigen van het gebruik van een gebouw dan wel het wijzigen van het gebruik van een onbebouwd terrein wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor:
- a. het parkeren of stallen van auto's en fietsen;
- b. het laden of lossen van goederen;
- c. het realiseren van parkeervoorzieningen voor invaliden.
De genoemde voorzieningen voor parkeren en laden of lossen worden gerealiseerd op eigen terrein, in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort respectievelijk op of onder het onbebouwde terrein waarvan het gebruik wordt gewijzigd.
20.2 Afwijken van de parkeerregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.1:
- a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- b. voor zover aantoonbaar op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
20.3 Voorwaarden voor het afwijken van de parkeerregels
De in artikel 20.2 genoemde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- a. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
- b. het woon- en leefklimaat;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
20.4 Beleidsregels
20.5 Waterberging
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en / of voor het wijzigen van het gebruik van een gebouw dan wel het wijzigen van het gebruik van een onbebouwd terrein wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat voldaan wordt aan het meest recente Gemeentelijke Rioleringsplan van de gemeente Oldenzaal.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 21 Overgangsrecht
21.1 Overgangsrecht bouwwerken
21.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 22 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Oldenzaal Centraal Parallelstraat e.o.'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ….
Bijlage 1 Beeldkwaliteitplan
Bijlage 2 Nota Parkeernormen
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Toets Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 1 Toets Ladder voor duurzame verstedelijking
Bijlage 2 Vooronderzoek Bodem
Bijlage 3 Rapport Bodemonderzoek
Bijlage 3 Rapport bodemonderzoek
Bijlage 4 Digitale Watertoets
Bijlage 5 Onderzoeksrapport Water
Bijlage 5 Onderzoeksrapport Water
Bijlage 6 Quick Scan Flora En Fauna
Bijlage 6 Quick scan Flora en fauna
Bijlage 7 Vleermuizenonderzoek
Bijlage 7 Vleermuizenonderzoek
Bijlage 8 Nader Onderzoek Flora En Fauna
Bijlage 8 Nader onderzoek Flora en fauna
Bijlage 9 Stikstof Onderzoek
Bijlage 10 Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek
Bijlage 10 Inventariserend archeologisch veldonderzoek
Bijlage 11 Memo Verkeer En Parkeren
Bijlage 11 Memo verkeer en parkeren
Bijlage 12 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 12 Akoestisch onderzoek
Bijlage 13 Quick Scan Bedrijven En Milieuzonering
Bijlage 13 Quick scan bedrijven en Milieuzonering
Bijlage 14 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 14 Onderzoek externe veiligheid
Bijlage 15 Memo Luchtkwaliteit
Bijlage 15 Memo luchtkwaliteit