KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Detailhandel - Tuincentrum
Artikel 8 Gemengd
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Groen - 1
Artikel 11 Horeca
Artikel 12 Kantoor
Artikel 13 Landhuis
Artikel 14 Maatschappelijk
Artikel 15 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 16 Natuur
Artikel 17 Natuur - 1
Artikel 18 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1
Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3
Artikel 22 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 4
Artikel 23 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5
Artikel 24 Sport
Artikel 25 Verkeer
Artikel 26 Verkeer - Onverhard
Artikel 27 Verkeer - Railverkeer
Artikel 28 Water
Artikel 29 Water - 1
Artikel 30 Water - 2
Artikel 31 Wonen
Artikel 32 Leiding - Gas - 1
Artikel 33 Leiding - Gas - 2
Artikel 34 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 35 Leiding - Water
Artikel 36 Waarde - Archeologie - 1
Artikel 37 Waarde - Archeologie - 2
Artikel 38 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 39 Waarde - Landschap - 1
Artikel 40 Waarde - Landschap - 2
Artikel 41 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Artikel 42 Waterstaat - Waterkering
Artikel 43 Waterstaat - Intrekgebied
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 44 Antidubbeltelregel
Artikel 45 Algemene Bouwregels
Artikel 46 Vastgestelde Wijzigingsplannen
Artikel 47 Algemene Gebruiksregels
Artikel 48 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 49 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 50 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 51 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 52 Overgangsregels
Artikel 53 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Juridische Planbeschrijving
Hoofdstuk 3 Initiatieven
3.1 Overzichtslijst Wijziging Regels En Verbeelding Op Perceelsniveau
3.2 Algemene Aanpassingen Van De Regels
Hoofdstuk 4 Omgevingsvergunning En Projectbesluit
4.1 Inleiding
4.2 Overzichtlijst
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Beleid En Sectorale Onderzoeken
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Inventarisatie Permanente Bewoning -Objectgebonden
Bijlage 4 Nevenfunctie Minicamping
Bijlage 5 Karakteristieke Panden - Deel 1
Bijlage 6 Karakteristieke Panden Deel 2
Bijlage 7 Gemeentelijke Monumenten Aanvulling
Bijlage 8 Grenzen Zandwinning
Bijlage 9 Dwarsprofielen Zandwinning
Bijlage 10 Karakteristieke Panden - Deel 3
Bijlage 11 Beplatingsplan Veldschuur Vlaminckhorstweg
Bijlage 1 Nota Zienswijzen

Buitengebied Raalte, Verzamelplan 2020

Bestemmingsplan - gemeente Raalte

Vastgesteld op 10-09-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel A Toepassingsbereik


Het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte' (vastgesteld op 8 juni 2012), zoals dat geldt na de wijzigingen in het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte, correctieve herziening' (vastgesteld op 30 mei 2013) en na de uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 juli 2013 (nummer 201208551/1/R1) en 18 december 2013 (nummer 201207782/1/R1) en het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte, 2e correctieve herziening' (vastgesteld op 19-02-2015) is onverkort van toepassing op het plangebied van dit plan, met dien verstande dat het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte' na herziening met dit plan als volgt wordt herzien:

  1. a. wijziging van de regels: met een doorhaling in groen (ingetrokken) en aanvulling in geel gemarkeerd zijn deze wijzigingen in dit plan gemarkeerd;
  2. b. wijziging van de verbeelding voor een aantal percelen: deze percelen zijn op de verbeelding van dit plan opgenomen;
  3. c. vaststelling van de verbeelding van een aantal gronden in dit plan, zodat de regels van het plan 'Buitengebied Raalte' na correctieve herzieningen en na herziening als gevolg van dit plan van overeenkomstige toepassing zijn op deze gronden.


Voor het overige blijven de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Raalte' en 'Buitengebied Raalte, 2e correctieve herziening' na herziening ongewijzigd van toepassing.

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Bestemmingsplan Buitengebied Raalte, Verzamelplan 2020 met identificatienummer NL.IMRO.0177.BP20190008-VG01 van de gemeente Raalte.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie, bestaande uit de kaart NL.IMRO.0177.BP20190008-VG01 .

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aaneengebouwd

twee of meer aan elkaar gebouwde woningen of bestaande woningen die door middel van splitsing als twee afzonderlijke wooneenheden aangemerkt zijn.

1.7 afhankelijke woonruimte

een voor de huisvesting van een (zelfstandig) huishouden geschikt gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is en/of een geheel vormt met het hoofdgebouw en blijvend onderdeel uitmaakt van de kavel van het hoofdgebouw.

1.8 agrarisch aanverwant bedrijf

een bedrijf dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf, waarvan de werkzaamheden in hoofdzaak bestaan in de vorm van het houden van dieren en/of het telen en bewerken van gewassen, al dan niet in combinatie met het verlenen van diensten aan derden.

1.9 agrarisch aanverwante nevenfunctie

een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten naast een volwaardig agrarisch bedrijf die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag en stalling van agrarische producten.

1.10 agrarisch bedrijf

een ter plaatse functionerend deeltijd, reëel of volwaardig agrarisch bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in de volgende productietakken:

  1. a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen sier-, fruit- en boomkwekerij;
  2. b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan;
  3. c. intensieve veehouderij: een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met ten minste 250 m² bedrijfsoppervlakte dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden, of dieren 'biologisch' en waargeen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
  4. d. glastuinbouw: de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  5. e. sierteelt en boomkwekerij: de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen in open grond, in potten of in containers, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen;
  6. f. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
  7. g. intensieve kwekerij: de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.

1.11 agrarisch loonbedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden op het gebied van grondverzet en cultuurtechniek, voor zover deze werkzaamheden in het buitengebied plaatsvinden.

1.12 ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten

het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn van het eigen bedrijf of het be- of verwerken van agrarische producten die afkomstig zijn uit de eigen regio.

1.13 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.14 archeologische verwachtingswaarde

de kans op het aantreffen van archeologische resten in een bepaald gebied.

1.15 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.16 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.17 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.

1.18 bedrijf

een onderneming, niet zijnde een agrarisch bedrijf, gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.19 bedrijfsmatige exploitatie van verblijfsrecreatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.

1.20 bedrijfsplan

een weergave van de huidige en toekomstige situatie van een bedrijf en haar omgeving waarin de doelstellingen op korte en lange termijn zijn weergegeven en waarin tevens richtlijnen zijn opgenomen om de doelstellingen te realiseren.

1.21 bedrijfs- of dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.22 bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.23 begraafplaats

terrein in gebruik voor begraven en cremeren.

1.24 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wabo.

1.25 bestaande bedrijven

bedrijven zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan; een bedrijf dat via nieuwvestiging in een landbouwontwikkelingsgebied is gerealiseerd, wordt na 5 jaar onder bestaand bedrijf gerekend.

1.26 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.27 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.28 Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.29 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.30 bio-energie installatie

een afgesloten systeem van tanken/silo's dat gebruikt wordt voor de productie van energie uit biomassa (mest, bermafval, GFT en dergelijke).

1.31 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.32 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.33 bouwvlak

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.34 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.35 bijgebouw

een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat zowel bouwkundig als functioneel ondergeschikt is aan een (bedrijfs)woning waarbij het volgende geldt:

  • functioneel ondergeschikt betekent dat bewoning van bijgebouwen niet is toegestaan (met uitzondering van bewoningsfuncties zoals bijkeukens, bergingen en natte groepen);
  • bouwkundig ondergeschikt betekent dat het bijgebouw moet voldoen aan de voor bijgebouwen geldende bouwregels.

1.36 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.37 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.38 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.

1.39 dagcamping

een terrein, al dan niet met voorzieningen voor dagrecreatieve activiteiten zonder nachtverblijf.

1.40 deel

een bedrijfsgedeelte in de stal of schuur dat aangebouwd is aan de bedrijfswoning.

1.41 deeltijd agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf met een omvang van 10 tot 40 Nge.

1.42 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen, verhuren en leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.43 detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel in de volgende categorieën:

  1. a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  2. b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  3. c. tuincentra.

1.44 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel en internetcafé.

1.45 evenementen

gebeurtenissen, die ten hoogste 5 dagen duren, met een openbaar karakter, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur. Het aantal dagen is exclusief de benodigde dagen voor het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement.

1.46 extensieve dagrecreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.

1.47 extensiveringsgebied

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk is gemaakt.

1.48 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.49 geluidsgevoelige objecten

woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

1.50 gevoelige functies

woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen.

1.51 grenszone industrielawaai

de grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet geluidhinder.

1.52 groepsaccommodatie

een (deel van een) gebouw, blijvend bestemd voor recreatief nachtverblijf door groepen met overnachting in slaapzalen en/of -kamers.

1.53 hobbykas

een gebouw met een oppervlakte van ten hoogste 100 m², dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.

1.54 hobbymatige activiteiten

het uitoefenen van agrarische of natuurgerichte activiteiten die bijdragen aan het beheer van het landschap, maar niet als volwaardig, reëel of deeltijd agrarisch bedrijf aangemerkt kunnen worden.

1.55 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.56 hooiberg

Een hooiberg is een al dan niet met wanden omsloten vrijstaand bouwwerk met roed(en) en een (beweegbare) kap.

1.57 horecabedrijf

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.58 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met – al dan niet – als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.59 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.

1.60 inrichtingsplan

een inrichtingsplan is de grafische beschrijving van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling waarin de situering van bouwwerken ten opzichte van elkaar en van de omgeving en het al dan niet aanbrengen van beplanting op een goede manier is weergegeven.

1.61 kampeermiddelen

niet als een bouwwerk aan te merken zoals tenten, vouwwagens, kampeerauto's, tenthuisjes, caravans (niet zijnde stacaravans) of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.62 kampeerseizoen

de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

1.63 kampeerterrein

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en andere recreatieve onderkomens, ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

1.64 kantoor

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.65 karakteristiek

panden die op basis van de volgende criteria gewaardeerd zijn als karakteristiek:

  • relatie met het landschap;
  • erfstructuur en erfinrichting;
  • streekeigen verschijningsvorm;
  • herkenbaarheid en mate van gaafheid;
  • architectuur en cultuurhistorische waarde;

de waardering van de karakteristieke eigenschappen hebben betrekking op hoofdgebouwen, tenzij anders in Bijlage 5, Bijlage 6, Bijlage 7 of Bijlage 10 van deze regels is aangegeven.

1.66 kassen

bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.

1.67 kinderboerderij

een recreatieve voorziening waarop, al dan niet in combinatie met andere recreatieve voorzieningen, dieren worden gehouden.

1.68 kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning of bijgebouw door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in een woning of bijgebouw door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen meldingplicht op grond van het Activiteitenbesluit of vergunningplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht geldt, op een oppervlak van niet meer dan 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m² en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.69 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.

1.70 kleinschalig kampeerterrein

een kampeerterrein voor kampeermiddelen, niet zijnde permanente kampeermiddelen waaronder tenthuisjes en stacaravans, gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

1.71 landhuis

landhuis al of niet met gebouwde aanhorigheden, tuin, park, lanen en wateren.

1.72 Landschapsontwikkelingsplan

het Landschapsontwikkelingsplan zoals vastgesteld op 23 september 2008.

1.73 langdurig

ten minste 14 tot 18 uur per dag gedurende minimaal 1 jaar.

1.74 kunstobject

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van culturele aard en bedoeld ter expositie al dan niet in de buitenlucht.

1.75 landschappelijke inpassing

de situering van de ontwikkeling waarbij rekening gehouden wordt met de landschappelijke kenmerken van de nabije omgeving en waarbij de ontwikkeling wordt ingepast middels bijvoorbeeld erfbeplanting.

1.76 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid van gebiedskenmerken en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.77 landbouwontwikkelingsgebied

een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, of in het kader van de reconstructie is voorzien, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij.

1.78 manege

een onderneming die gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met één of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer, slaapaccommodatie en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.

1.79 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.80 mantelzorg

langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.

1.81 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.

1.82 Nge (Nederlandse grootte-eenheden)

een economische maatstaf voor het bepalen van de bedrijfsomvang en het bedrijfstype van agrarische bedrijven.

1.83 niet-permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.

1.84 nevenfunctie

een of meer bedrijfsmatige activiteiten in combinatie met en ondergeschikt aan de uitoefening van het ter plaatse en bij wijze van hoofdfunctie uitgeoefende (agrarisch) bedrijf of wonen.

1.85 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.

1.86 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.87 onverharde wegen

een (zand)weg, zonder verhard oppervlak en functionerend als ondergeschikte verbinding tussen andere wegen en/of ontsluitingen van (agrarische) percelen.

1.88 overige verblijfsrecreatieve objecten

een recreatieverblijf dat uitsluitend bedoeld is om door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te gebruiken voor toeristisch of recreatief gebruik; onder overige verblijfsrecreatieve objecten worden niet verstaan recreatiewoningen en kampeermiddelen.

1.89 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.90 paardenbak

een rijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten in de open lucht met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen, al dan niet voorzien van een omheining.

1.91 paardenfokkerij

een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.

1.92 paardenhouderij

een gebruiksgericht bedrijf dat is gericht op het houden, stallen en/of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden met daaraan ondergeschikte functies behorende bij een paardenhouderij.

1.93 peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: een horizontaal vlak gelegen op 30 cm boven de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: 10 cm boven de hoogte van het aansluitend afgewerkte terrein ter hoogte van de hoofdingang, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.

1.94 plattelandskamer

een appartement dat aangeboden wordt ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

1.95 plattelandswoning

een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.

1.96 proefboerderij

een op kennis, onderwijs en innovatie gericht bedrijf waar onderzoek gedaan wordt naar nieuwe vindingen in de agrarische sector; hieronder valt onder andere innovatie op het gebied van nieuwe rassen van akkerbouw en vollegrondgewassen, melkwinning, voeding, huisvesting en automatisering.

1.97 reconstructiegebied

een gebied waarvoor een reconstructieplan, als bedoeld in artikel 11 van de Reconstructiewet concentratiegebieden, is opgesteld.

1.98 recreatieverblijf

een gebouw of kampeermiddel, dat uitsluitend bedoeld is voor een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft.

1.99 recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat niet op wielen verplaatsbaar is en dat uitsluitend bedoeld is om door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te gebruiken voor toeristisch of recreatief gebruik; onder recreatiewoningen worden niet verstaan groepsaccommodaties zoals kampeerboerderijen en jeugdherbergen.

1.100 reëel agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf met een omvang van 40 tot 70 Nge.

1.101 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.102 ruimtelijke kwaliteit

het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.

1.103 Sallandse boerderijvorm

een Sallandse boerderij die zich kenmerkt door een typische hoofdvorm, te onderscheiden in:

  1. a. hallenhuisboerderij: woning en bedrijf in een hoofdvolume, zowel grote als kleine oppervlakken;
  2. b. dwarshuisboerderij/krukhuisboerderij: woning en bedrijf wel in één gebouw, maar in de architectuur duidelijk van elkaar onderscheiden, T-vormige (dwarshuis) of L-vormige plattegrond (krukhuis).

1.104 seksinrichting

het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.

1.105 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.106 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.107 stacaravan

een stacaravan is een recreatief onderkomen, met kenmerken van een caravan, waarin voorzieningen zijn getroffen voor dag- en/of nachtverblijf, dat in één geheel en op een eigen as-/wielstelsel kan worden aangevoerd en bestemd is voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.108 standplaats voor kampeermiddel

een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.

1.109 stand still-principe

beginsel dat erop gericht is verslechtering van de grondwaterkwaliteit tegen te gaan en het vergroten van risico's op verontreiniging van het grondwater te voorkomen.

1.110 stap vooruit-principe

beginsel dat erop gericht is de risico's op verontreiniging van het grondwater te verminderen en de grondwaterkwaliteit te verbeteren.

1.111 steltenberg

een steltenberg is een hooiberg met een onderbouw die minimaal 0,5 meter onder de kap is aangekapt aan één of meerdere zijden

1.112 teeltondersteunende voorzieningen

  1. 1. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen:
    1. a. teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m (niet zijnde teeltondersteunende kassen of boomteelthekken) die maximaal 6 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden waaronder worden verstaan folies, insectengaas, acryldoek, vraatnetten, boogkassen tot 0,5 m, hagelnetten, wandelkappen en schaduwhallen;
  2. 2. permanente teeltondersteunende voorzieningen:
    1. a. laag: teeltondersteunende voorzieningen met een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m die langer dan 6 maanden worden gebruikt, zoals bakken op stellingen, regenkappen en containervelden; hieronder worden niet verstaan teeltondersteunende kassen en boomteelthekken;
    2. b. hoog: teeltondersteunende kassen met een bouwhoogte van meer dan 1,5 m die langer dan 6 maanden worden gebruikt.

1.113 trekkershut

een trekkershut is een gebouw, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor kortstondig recreatief dag- en/of nachtverblijf voor steeds wisselende groepjes recreanten, die hun hoofdverblijf ergens anders hebben.

1.114 tuincentrum

een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.

1.115 verblijfsrecreatief terrein

terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, en blijkens die inrichting en exploitatie bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen, recreatiewoningen en/of andere recreatieverblijven ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

1.116 verkoop agrarische producten

het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, voor zover deze producten op het eigen bedrijf zijn geteeld of het resultaat zijn van ambachtelijke be- of verwerking van agrarische producten.

1.117 verkoopvloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

1.118 vervolgfunctie

één of meer functies of één of meer activiteiten als alternatief voor de agrarische bedrijfsvoering die ter plaatse is beëindigd.

1.119 verwevingsgebied

een als zodanig op de verbeelding aangegeven gedeelte van een reconstructiegebied ingericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar hervestiging of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.

1.120 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf met een omvang van meer dan 70 Nge.

1.121 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.122 voormalig bedrijfsbebouwing

bebouwing die niet meer in gebruik is voor de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf.

1.123 waterbergingsgebied

een gebied waar, in tijden van overvloedige neerslag, water tijdelijk vastgehouden kan worden.

1.124 Wgh-inrichtingen

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.125 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.

1.126 woning

een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.127 wooneenheid

een woning.

1.128 zorgboerderij als nevenfunctie

een (voormalig) agrarisch bedrijf waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten en waar geen sprake is van nachtverblijf.

1.129 zorgboerderij als vervolgfunctie

een maatschappelijke functie waar ouderen en/of mensen met een lichamelijke beperking of een verstandelijke handicap begeleid werkzaamheden kunnen verrichten en waar tevens sprake kan zijn van nachtverblijf.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  • ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  • ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 hoogte van een windmolen

vanaf het peil tot aan de de tip (van de wieken) van de windmolen.

2.7 inhoud van een bouwwerk, niet zijnde recreatiewoningen

tussen de bovenkant van de begane grondvloer, de binnenzijde van de buitenmuren en/of scheidsmuren en de binnenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 inhoud van een recreatiewoning

tussen de bovenkant van de begane grondvloer, de binnenzijde van de buitenmuren en/of scheidsmuren en de binnenzijde van daken en dakkapellen, met dien verstande dat wanneer er sprake is van een kelder gemeten dient te worden tussen de bovenkant van de vloer van de kelder, de binnenzijde van de buitenmuren (en/of het hart van de scheidsmuren) en de binnenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder a, b, e, f en g;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': een glastuinbouwbedrijf zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder d;
  3. d. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.92;
  4. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - foliebassin': tevens een foliebassin;
  5. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin': tevens een mestbassin;
  6. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - proefboerderij': tevens een proefboerderij;
  7. h. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': tevens een zorgboerderij;
  8. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij': in afwijking van het bepaalde onder a en v, uitsluitend een kwekerij;
  9. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': uitsluitend een veldschuur;
  10. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak': uitsluitend een paardenbak;
  11. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag': tevens mestopslag in mestsilo's;
  12. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwproducten': tevens groothandel in landbouwproducten en het verpakken van voederproducten;
  13. n. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, voedersilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, (erf)ontsluitingen en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het tijdelijk bergen van water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. o. bed & breakfast;
  2. p. evenementen;
  3. q. extensieve dagrecreatie;
  4. r. kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  5. s. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan': tevens een onoverdekte natuurijsbaan ondergeschikt aan de agrarische functie;
  6. t. kleinschalig kamperen ter plaatse van de adressen zoals opgenomen inBijlage 4;
  7. u. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties;

met dien verstande dat:

  1. v. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  2. w. ter plaatse van de aanduiding '- geen reconstructie' en 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied', naast het bepaalde onder a, tevens een intensieve veehouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c is toegestaan.

Tabel 3.1 Niet-agrarische nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100
inpandige opslag en stalling - 500
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) - 200
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) gehele bedrijf 100
zorgboerderij (exclusief overnachten) gehele bedrijf 200

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. paardenbakken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat mestbassins ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin', mestopslag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag', veldschuren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur', bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan', nutsvoorzieningen en hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'teeltondersteunende voorzieningen', nutsvoorzieningen, erf- of terreinafscheidingen, veekeringen en lage tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat kuilvoerplaten, sleufsilo's, mestplaten en mestzakken ook buiten het bouwvlak, maar aansluitend aan het bouwvlak en binnen een zone van 50 m vanaf de grens van het bouwvlak gerealiseerd mogen worden, met dien verstande dat voldoende afstand tot omliggende hindergevoelige objecten in acht wordt genomen;
  5. e. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat lage permanente teeltondersteunende voorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 2 ha en hoge tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en maximum hoogte van 4 m ook buiten het bouwvlak, mits aansluitend aan het bouwvlak, gerealiseerd mogen worden;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te zijn;
  7. g. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat gebouwen en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding- overschrijding bouwvlak' buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  8. h. in afwijking van het bepaalde onder j, bedraagt de goothoogte voor bedrijfsgebouwen ten hoogste zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum goothoogte';
  9. i. in afwijking van het bepaalde onder j, bedraagt het oppervlak aan bedrijfsgebouwen ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak';
  10. j. overigens geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max.
oppervlak
max.
inhoud
max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling (min./max.)
bedrijfswoning (inclusief uitbouwen) één, tenzij middels een maatvoering- of functieaanduiding anders is aangegeven - 750 m³ 4,5 m 10 m 20°/55°**
- bijgebouwen en overkappingen
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
- 3 m

3 m
6 m

6 m
20°/55°**

20°/55°**
veldschuren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
paardenbakken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak' - bestaand* - - bestaand* -
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' - 2 ha - 4,5 m 6 m -
hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen - 500 m² - 6 m -
rijhal ten behoeve van een paardenfokkerij > 70 Nge - 1.000 m² - 5,5 m 12 m 12°/55°**
bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' - bestaand* - bestaand* bestaand* -
bedrijfsgebouwen ten behoeve van paardenhouderij ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' - bestaand* - 5,5 m 12 m 12°/55°**
overige bedrijfsgebouwen - volledig bouwvlak - 5,5 m 12 m 12°/55°**
- sleufsilo's
- voedersilo's
- mestsilo's
- - - - 2 m
15 m
6 m
-
mestopslagplaten - - - - 3 m -
luchtwassers - - - - 12 m -
lichtmasten ten behoeve van paardenbakken - - - - 6 m -
overige bouwwerken behorende bij mestzakken buiten het bouwvlak - - - - 2 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - - -
1 m
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

** = Niet van toepassing voor platte, ondergeschikte bouwdelen.

- = Niet van toepassing.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:

  1. a. indien en voor zover meer dan 1.000 m² aan bebouwing wordt opgericht kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en de afmeting van de bebouwing alsmede aan de terreininrichting teneinde een verantwoorde landschappelijke inpassing van het agrarisch bedrijf te verzekeren;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kunnen nadere eisen gesteld worden aan de situering en/of de lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het karakteristieke pand te verzekeren.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. buitenopslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat de totale stapelhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;
  2. b. buitenopslag ten behoeve van nevenfuncties is niet toegestaan;
  3. c. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de bestaande totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  4. d. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;
  5. e. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten hoogste 10;
  6. f. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan tenzij een afwijking zoals bedoeld in de leden 3.4.6 of 3.4.7 is verleend;
  7. g. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;
  8. h. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan;
  9. i. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen in gebruik voor de intensieve veehouderijtak ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', waar tevens de aanduiding 'intensieve veehouderij' geldt, bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte';
  10. j. niet- agrarische nevenfuncties in veldschuren zoals een plattelandskamer zijn niet toegestaan;
  11. k. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak'

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder a, b, e, f en g;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij': een intensieve veehouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': een glastuinbouwbedrijf zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder d;
  3. d. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij': een paardenhouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.92;
  4. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - bijenhal': tevens een bijenhal;
  5. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin': tevens een mestbassin;
  6. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - windmolen': tevens een windmolen;
  7. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': uitsluitend een veldschuur;
  8. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak': uitsluitend een paardenbak;
  9. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - siertuin': tevens een siertuin;
  10. k. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': tevens een zorgboerderij;
  11. l. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het reliëf, de kleinschaligheid, de openheid en de beplantingselementen (houtsingels en houtwallen);
  12. m. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, voedersilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, (erf)ontsluitingen en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het tijdelijk bergen van water;
  13. n. ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van bedrijf - bosbouwbedrijf': tevens een bosbouwbedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  1. o. ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan': tevens een onoverdekte natuurijsbaan ondergeschikt aan de agrarische functie;
  2. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dierenweide': tevens een dierenweide;
  3. q. bed & breakfast;
  4. r. evenementen;
  5. s. extensieve dagrecreatie;
  6. t. kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  7. u. kleinschalig kamperen ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in bijlage Bijlage 4;
  8. v. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties;

met dien verstande dat:

  1. w. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  2. x. ter plaatse van de aanduiding 'geen reconstructiezone' en 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' naast het bepaalde onder a tevens een intensieve veehouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c is toegestaan.

Tabel 4.1 Niet-agrarische nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100
inpandige opslag en stalling - 500
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) - 200
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) gehele bedrijf 100
zorgboerderij (exclusief overnachten) gehele bedrijf 200

- = Niet van toepassing.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. paardenbakken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat:
    1. 1. mestbassins ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin';
    2. 2. kuilvoerplaten ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'kuilvoerplaat';
    3. 3. veldschuren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur';
    4. 4. nutsvoorzieningen, erf- of terreinafscheidingen en veekeringen en bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
    5. 5. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde';
    6. 6. Vlaminckhorst 38 - 40 te Heino, een veldschuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' voor zover landschappelijk ingepast zoals bedoelt in het beplantingsplan welke is opgenomen in bijlage 11 bij de regels.

ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;

  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te zijn;
  2. e. In afwijking van het bepaalde onder f, bedraagt het oppervlak aan bedrijfsgebouwen ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak';
  3. f. overigens geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max.
oppervlak
max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling (min./max.)
bedrijfswoning (inclusief uitbouwen) één, tenzij middels een maatvoering- of functieaanduiding anders is aangegeven - 750 m³ 4,5 m 10 m 20°/55°**
bijgebouwen en overkappingen
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
- 3 m

3 m
6 m

6 m
20°/55°**

20°/55°**
hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen - 500 m² - - 6 m -
veldschuren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
paardenbakken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak' - bestaand* - - bestaand* -
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' - 2 ha - 4,5 m 6 m -
rijhal ten behoeve van een paardenfokkerij > 70 Nge - 1.000 m² - 5,5 m 12 m 12°/55°**
bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' - bestaand* - bestaand* bestaand * -
overige bedrijfsgebouwen volledig bouwvlak 5,5 m 12 m 12°/55°**
- sleufsilo's
- voedersilo's
- mestsilo's
- - - - 2 m
15 m
6 m
-
mestopslagplaten - - - - 3 m -
luchtwassers - - - - 12 m -
lichtmasten ten behoeve van paardenbakken - - - - 6 m -
lichtmasten ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' - - - - 8 m -
windmolens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - windmolen' - - - - bestaand* -
antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' - - - - 15 m -
bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde' - bestaand* - bestaand* bestaand* -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - - -

1 m
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

** = Niet van toepassing voor platte, ondergeschikte bouwdelen.

- = Niet van toepassing.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:

  1. a. indien en voor zover meer dan 1.000 m²aan bebouwing wordt opgericht kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en de afmeting van de bebouwing alsmede aan de terreininrichting teneinde een verantwoorde landschappelijke inpassing van het agrarisch bedrijf te verzekeren;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kunnen nadere eisen gesteld worden aan de situering en/of de lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het karakteristieke pand te verzekeren.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. buitenopslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat de totale stapelhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;
  2. b. buitenopslag ten behoeve van nevenfuncties is niet toegestaan;
  3. c. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  4. d. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;
  5. e. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten hoogste 10;
  6. f. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan tenzij een afwijking zoals bedoeld in de leden 4.4.8 of 4.4.9 is verleend;
  7. g. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;
  8. h. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan;
  9. i. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen in gebruik voor de intensieve veehouderijtak ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', waar tevens de aanduiding 'intensieve veehouderij' geldt, bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte';
  10. j. niet- agrarische nevenfuncties in veldschuren zoals een plattelandskamer zijn niet toegestaan;
  11. k. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak'

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.8 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur En Landschapswaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf zoals genoemd in artikel 1 lid 1.10 onder a, b en g;

alsmede voor:

  1. b. vervallen;
  2. c. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het reliëf, de kleinschaligheid, de openheid, de beplantingselementen (houtsingels en houtwallen), kwelgebieden, bijzondere graslanden en/of met deze biotopen samenhangende fauna;
  3. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals kuilvoerplaten, sleufsilo's, voedersilo's, mestvoorzieningen, teeltondersteunende voorzieningen, paardenbakken, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, (erf)ontsluitingen en voet- en fietspaden, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het tijdelijk bergen van water;
  4. e. ter plaatse van de aanduiding: 'specifieke vorm van bedrijf - bosbouwbedrijf': tevens een bosbouwbedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. bed & breakfast;
  2. g. evenementen;
  3. h. extensieve dagrecreatie;
  4. i. kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  5. j. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties;

met dien verstande dat:

  1. k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan;
  2. l. ter plaatse van de aanduiding 'geen reconstructiezone' en 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' naast het bepaalde onder a tevens een intensieve veehouderij zoals bedoeld in artikel 1 lid 1.10 onder c is toegestaan.

Tabel 5.1 Niet-agrarische nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100
inpandige opslag en stalling - 500
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) - 200
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100
rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) gehele bedrijf 100
zorgboerderij (exclusief overnachten) gehele bedrijf 200

- = Niet van toepassing.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. paardenbakken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  3. c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat erf- of terreinafscheidingen, nutsvoorzieningen en veekeringen ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te zijn;
  5. e. In afwijking van het bepaalde onder f, bedraagt het oppervlak aan bedrijfsgebouwen ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak';
  6. f. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max.
oppervlak
max.
inhoud
max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling (min./
max.)
bedrijfswoning (inclusief uitbouwen) één, tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven - 750 m³ 4,5 m 10 m 20°/55°**
bijgebouwen en
overkappingen
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
- 3 m

3 m
6 m

6 m
20°/55°**
20°/55°**
hoge permanente teeltondersteunende voorzieningen - 500 m² - - - -
kassen ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' - 2 ha - 4,5 m 6 m -
rijhal ten behoeve van een paardenfokkerij > 70 nge - 1.000 m² - 5,5 m 12 m 2°/55°**
bedrijfsgebouwen ten behoeve van paardenhouderij ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij' - bestaand* - 5,5 m 12 m 12°/55°**
overige bedrijfsgebouwen - volledig bouwvlak - 5,5 m 12 m 12°/55°**
- sleufsilo's
- voedersilo's
- mestsilo's
- - - - 2 m
15 m
6 m
-
mestopslagplaten - - - - 3 m -
luchtwassers - - - - 12 m -
lichtmasten ten behoeve van paardenbakken - - - - 6 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - - -

1 m
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - -
3 m
-

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

** = Niet van toepassing voor platte ondergeschikte bouwdelen.

- = Niet van toepassing.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:

  1. a. indien en voor zover meer dan 1.000 m²aan bebouwing wordt opgericht kunnen nadere eisen worden gesteld aan de situering en de afmeting van de bebouwing alsmede aan de terreininrichting teneinde een verantwoorde landschappelijke inpassing van het agrarisch bedrijf te verzekeren;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kunnen nadere eisen gesteld worden aan de situering en/of de lengte-breedteverhouding van nieuw te bouwen bebouwing en de nokrichting van de kappen van gebouwen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het karakteristieke pand te verzekeren.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zijn niet toegestaan;
  2. b. buitenopslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met dien verstande dat de totale stapelhoogte ten hoogste 4 m bedraagt;
  3. c. buitenopslag ten behoeve van nevenfuncties is niet toegestaan;
  4. d. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  5. e. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;
  6. f. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten hoogste 10;
  7. g. paardenbakken zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan tenzij een afwijking zoals bedoeld in de leden 5.4.7 of 5.4.8 is verleend;
  8. h. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 5 per jaar;
  9. i. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan;
  10. j. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen in gebruik voor de intensieve veehouderijtak ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', waar tevens de aanduiding 'intensieve veehouderij' geldt, bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte';
  11. k. niet- agrarische nevenfuncties in veldschuren zoals een plattelandskamer zijn niet toegestaan;
  12. l. het oppervlak aan bedrijfsgebouwen bedraagt ten hoogste het oppervlak zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak'

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.8 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven vallende in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf': tevens een aannemersbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afvalverwerkingsbedrijf': tevens een afvalverwerkingsbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. d. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf': tevens een agrarisch loonbedrijf;
  4. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf': tevens een autobedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  5. f. ter plaatse van de aanduiding ’specifieke vorm van bedrijf- groothandel en verkooppunt in motorbrandstoffen’: tevens een groothandel en verkooppunt in motorbrandstoffen;
  6. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf': tevens een constructiebedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  7. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autosloopbedrijf': tevens een autosloopbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  8. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bevi': tevens een bevi inrichting;
  9. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in tuinplanten': een groothandel in tuinplanten;
  10. k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf': tevens een installatiebedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  11. l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatiebedrijf': tevens een landbouwmechanisatiebedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  12. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machinebouw en staalbedrijf': tevens een machinebouw en staalbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  13. n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - siersmederij': tevens een siersmederij uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  14. o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf': tevens een transportbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  15. p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - diervoederbedrijf': tevens een diervoederbedrijf uit categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  16. q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf': tevens een installatiebedrijf;
  17. r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergisting': een biomassavergistingsbedrijf inclusief biogasinstallatie met een maximale verwerkingscapaciteit van 67.500 ton per jaar;
  18. s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kaasmakerij': een kaasmakerij;
  19. t. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf': tevens een nutsbedrijf uit categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  20. u. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie': tevens een waterzuiveringsbedrijf;
  21. v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterbassin': uitsluitend een waterbassin;
  22. w. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
  23. x. ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg': tevens een lpg vulpunt;
  24. y. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus'; tevens een detailhandel in volumineuze goederen;
  25. z. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening;
  26. aa. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
  27. ab. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalige bedrijfsbebouwing': voormalige bedrijfsbebouwing;
  28. ac. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. ad. evenementen;
  2. ae. het verhandelen van ter plaatse vervaardigde goederen;

met dien verstande dat:

  1. af. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. ter plaatse van de PR 10-6-contour rond de aanduiding 'vulpunt lpg': is de realisatie van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten niet toegestaan;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te zijn;
  4. d. overigens geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. oppervlak max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte dakhel- ling min./
max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoering- of functieaanduiding anders is aangegeven - 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen
- waarvan aangebouwd
150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20°/55°

20°/55°
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalig bedrijfsbebouwing' -
bestaand*



bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' -
70% van het bouwvlak


-
5,5 m
10 m
12°/55°
overige bedrijfsgebouwen - bestaand* - 5,5 m 10 m 12°/55°
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

- = Niet van toepassing.

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

met dien verstande dat:

  1. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
    1. 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de bedrijfswoning is in geen geval toegestaan;
    2. 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    3. 3. het gebruik van kassen, anders dan hobbykassen is in geen geval toegestaan;
    4. 4. van het bepaalde onder 2 kan eenmalig worden afgeweken indien en voor zover sloop van legaal opgerichte landschapsontsierende gebouwen heeft plaatsgevonden; hierbij geldt het volgende:
      • indien er sprake is van sloop tot 250 m² mag het gesloopte oppervlak teruggebouwd worden;
      • indien er sprake is van sloop van meer dan 250 m² mag te allen tijde 250 m² teruggebouwd worden;
      • van het gesloopte oppervlak boven 250 m² mag ten hoogste 1/3 worden teruggebouwd met dien verstande dat het maximum oppervlak dat wordt teruggebouwd nooit meer bedraagt dan 850 m².

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – Bevi';
  2. b. nieuwe Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  3. c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  4. d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  5. e. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  6. f. per bedrijf mag de oppervlakte van het kantoor niet meer bedragen dan 50% van het totale vloeroppervlak met een maximum van 400 m² per bedrijf;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel in de vorm van een shop ten hoogste 125 m²;
  8. h. overige detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de hoofdfunctie;
  9. i. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de hoofdfunctie;
  10. j. buitenopslag met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalige bedrijfsbebouwing' buitenopslag niet is toegestaan;
  11. k. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;
  12. l. de oppervlakte aan bebouwing in gebruik voor kantoor ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' bedraagt ten hoogste 40%;
  13. m. de verwerkingscpaciteit van de biomassavergistingsinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - biomassavergisting' bedraagt ten hoogste 67.500 ton per jaar.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 7 Detailhandel - Tuincentrum

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een tuincentrum annex kwekerij;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': tevens een hoveniersbedrijf;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. evenementen.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven 750 m³ - 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- - 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20°/55°

20°/55°
bedrijfsgebouwen - - bestaand* 5,5 m 10 m 12°/55°
kassen - - bestaand* bestaand* bestaand* -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven uit categorie 2 van de Staat van Horecabedrijven;
  2. b. dagrecreatieve voorzieningen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. evenementen.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud/ oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoering-aanduiding anders is aangegeven 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
bedrijfsgebouwen - bestaand* 5,5 m 10 m 12°/55°
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen in de vorm van een nevenfunctie, met inachtneming van het volgende:

  1. a. per bestemmingsvlak is ten hoogste 1 kleinschalig kampeerterrein toegestaan;
  2. b. ten behoeve van bebouwing geldt het volgende:
    1. 1. ten behoeve van sanitaire voorzieningen mag maximaal 50 m² worden bijgebouwd;
    2. 2. overige voorzieningen ten behoeve van de nevenfunctie mogen uitsluitend binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden;
  3. c. ten behoeve van het gebruik van gronden geldt het volgende:
    1. 1. het gedeelte van de nevenfunctie waarvoor geen bebouwing nodig is, is tevens toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
    2. 2. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
    3. 3. de nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  4. d. uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, zijn toegestaan;
  5. e. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  6. f. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  7. g. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  8. h. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  9. i. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
  10. j. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
  11. k. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische- en natuurwaarden in de directe omgeving dienen niet onevenredig te worden aangetast;
  12. l. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groen, randbeplanting, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  2. b. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen ten behoeve van waterbeheer.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen overkappingen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. het maximum bebouwd oppervlak bedraagt ten hoogste 15 m² per bestemmingsvlak;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
  4. d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Groen - 1

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen rond recreatieterreinen, bedrijven en tevens voor inritten mits de landschappelijke inpassende functie niet onevenredig wordt aangetast
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal': een geluidwal.

10.2 Bouwregel

Op de gronden mag niet worden gebouwd.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Horeca

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven uit categorie 1a en 1b van de Staat van Horecabedrijven;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1': een café en restaurant;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2': een café, restaurant, zalenverhuur en partycentrum;
  3. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 3': een theehuis;
  4. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. evenementen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud/ oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
bedrijfsgebouwen - be- staand* 5,5 m 10 m 12°/55°
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

11.3 Afwijken van de bouwregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van een nevenfunctie in de vorm van kleinschalig kamperen, met inachtneming van het volgende:

  1. a. per bestemmingsvlak is ten hoogste 1 kleinschalig kampeerterrein toegestaan;
  2. b. ten behoeve van bebouwing geldt het volgende:
    1. 1. ten behoeve van sanitaire voorzieningen mag maximaal 50 m2 worden bijgebouwd;
    2. 2. overige voorzieningen ten behoeve van de nevenfunctie mogen uitsluitend binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden;
  3. c. ten behoeve van het gebruik van gronden geldt het volgende:
    1. 1. het gedeelte van de nevenfunctie waarvoor geen bebouwing nodig is, is tevens toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
    2. 2. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
    3. 3. het kleinschalig kamperen is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  4. d. uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, zijn toegestaan;
  5. e. de nevenfunctie dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  6. f. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  7. g. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  8. h. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  9. i. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
  10. j. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
  11. k. bestaande landschappelijke, cultuurhistorische- en natuurwaarden in de directe omgeving dienen niet onevenredig te worden aangetast;
  12. l. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

11.5 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een assurantiekantoor;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. evenementen.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud/ opper vlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
overige bedrijfsgebouwen - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

12.3 Afwijken van de bouwregels

12.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar.

Artikel 13 Landhuis

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen ;

alsmede voor:

  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': het wonen met daaronder begrepen kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gastenverblijf': tevens 1 gastenverblijf;
  3. d. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
  4. e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. evenementen;
  2. g. de in tabel 13.1 vermelde toegestane nevenfuncties.

Tabel 13.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
bed & breakfast - -
natuur- en milieueducatie, rondleidingen - 100
tentoonstellingsruimte, museum - 500
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100
inpandige opslag en stalling - 500
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) - 200
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100

- = Niet van toepassing.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./ max.
woningen één, tenzij middels een aanduiding anders is aangegeven bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
bijgebouwen en overkappingen - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
overige bebouwing - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* Zoals legaal aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven.

- = Niet van toepassing.

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gezondheidszorg, onderwijs, openbare dienstverlening, verenigingsleven;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'naschoolse opvang': uitsluitend een naschoolse opvang annex kinderdagverblijf';
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgappartementen'; tevens14 zorgappartementen;, een honden- en kattenkennel en het houden van dieren in relatie tot de bestemming;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': tevens een dierenpension;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voormalige bedrijfsbebouwing': voormalige bedrijfsbebouwing;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. evenementen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud/ oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoering- of functieaanduiding anders is aangegeven 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voormalig bedrijfsbebouwing' - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
overige bedrijfs gebouwen - bestaand* bestaand* bestaand* bestaand*
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- buiten bouwvlakken
- overige plaatsen
- - -

1 m
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

met dien verstande dat:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
    1. 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning, is in geen geval toegestaan;
    2. 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    3. 3. het gebruik van kassen, anders dan hobbykassen, is in geen geval toegestaan;
    4. 4. van het bepaalde onder 2 kan eenmalig worden afgeweken indien bebouwing, niet zijnde de woning, wordt gesaneerd, met dien verstande dat het oppervlak van de nieuw op te richten bebouwing ten hoogste 50% mag bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken met een maximum van 250 m².

14.3 Afwijken van de bouwregels

14.4 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar met dien verstande dat evenementen gerelateerd aan de bestemming Maatschappelijk niet in aantal beperkt zijn.

Artikel 15 Maatschappelijk - Begraafplaats

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een begraafplaats;
  2. b. aula, berging, urnenmuur;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. overigens geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. oppervlakte max. inhoud max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./
max.
- aula
- berging
1
1
500 m² - 3 m
2,5 m
7,5 m
3,5 m
12°/55°
12°/55°
bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 -

- = Niet van toepassing.

Artikel 16 Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden en bos;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. houtoogst;
  4. d. water;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein': uitsluitend een hondendressuurterrein met bijbehorende voorzieningen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - challenge run': een sport- en speeltoestel ten behoeve van recreatief gebruik;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij': een kwekerij;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur': tevens een veldschuur;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - graftombe': tevens een graftombe;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ponytrail': een parcours voor pony's ten behoeve van recreatief gebruik;
  11. k. verblijfsrecreatief gebruik van de gronden direct grenzend aan de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in lid 16.3.2;
  12. l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, parkeervoorzieningen, bruggen, paden, recreatieve voorzieningen en trafohuisjes;
  13. m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk- kapel': tevens een kapel.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur' tevens gebouwen zijn toegestaan met dien verstande dat voor deze gebouwen de bestaande maten gelden;
  3. c. de bouwhoogte van een hoogzit bedraagt ten hoogste 8 m;
  4. d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  5. e. de bouwhoogte van kapel bedraagt ten hoogste 4 m;
  6. f. de goothoogte van een kapel ten hoogste 2,5 meter.

16.3 Afwijken van de bouwregels

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Natuur - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. landschaps- en natuurontwikkeling;
  2. b. de extensieve dagrecreatie;
  3. c. een watergang ten behoeve van de waterhuishouding;
  4. d. de zandwinning;
  5. e. het aanbrengen en/of oprichten van een geluidswerende/afschermende voorziening;
  6. f. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen, zoals een gemaal.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt de volgende regel:

  • op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals terreinomheiningen, picknicksets, steigers, banken en trimtoestellen met een hoogte van ten hoogste 2 m toegestaan.

Artikel 18 Recreatie - Dagrecreatie

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van speelweiden en waterplassen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagcamping': tevens een dagcamping;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dienstgebouw': tevens een dienstgebouw;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': uitsluitend een volkstuincomplex;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens opslag ten dienste van de bestemming recreatie - Dagrecreatie;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1': uitsluitend dagrecreatief gebruik;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals sport- en speelvoorzieningen, paden, in- en uitritten, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water met dien verstande dat sport- en speelvoorzieningen niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1';

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. evenementen, met dien verstande dat evenementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1' niet zijn toegestaan.

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

18.3 Afwijken van de bouwregels

18.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. op een dagcamping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - dagcamping' is toegang uitsluitend toegestaan van zonsop- tot zonsondergang;
  2. b. de kavelgrootte per volkstuintje ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' bedraagt ten hoogste 300 m²;
  3. c. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar met dien verstande dat evenementen gerelateerd aan de bestemming Recreatie - Dagrecreatie niet in aantal beperkt zijn.

18.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een recreatieterrein voor recreatiewoningen, mobiele kampeermiddelen, overige verblijfsrecreatieve objecten met bijbehorende centrale voorzieningen zoals een restaurant, kampwinkel, zwembad, receptie, sanitairvoorzieningen, bowlingbaan en andere vergelijkbare voorzieningen ten dienste van de bestemming;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - ehs': tevens een recreatieterrein met behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in de kleinschaligheid, de beplantingselementen (houtopstanden, -singels en houtwallen) en/of met deze biotopen samenhangende fauna en voor recreatiewoningen, mobiele kampeermiddelen, overige verblijfsrecreatieve objecten met bijbehorende centrale voorzieningen zoals een restaurant, kampwinkel, zwembad, receptie, sanitairvoorzieningen, bowlingbaan en andere vergelijkbare voorzieningen ten dienste van de bestemming;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie': één recreatiebungalow ten behoeve van groepsaccommodatie en overige verblijfsrecreatieve objecten;
  4. d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat recreatiewoningen, sanitaire voorzieningen en overige verblijfsrecreatieve objecten ook buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden;
  3. c. het maximale aantal aaneengebouwde recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 4, met dien verstande dat de afstand tussen recreatiewoningen die niet aaneengebouwd zijn ten minste 5 m bedraagt;
  4. d. de onderlinge afstand tussen overige verblijfsrecreatieve objecten bedraagt ten minste 5 m;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing uitgesloten' zijn recreatiewoningen, overige verblijfsrecreatieve objecten en andere geurgevoelige objecten zoals bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij niet toegestaan;
  6. f. voor het overige geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. aantal max. inhoud max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./ max.
bedrijfswoningen één, tenzij anders met een aanduiding is aangege ven - 750 m³ - 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen
- waarvan aangebouwd
- - - 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
overige bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak - - - volledig bouwvlak - 10 m -
sanitaire voorzieningen buiten het bouwvlak - - - - - 3,5 m -
recreatie bungalow (inclusief bijgebouwen) ter plaatse van de aanduiding (sr-gra) één - 750 m³ 240 m² - - 15º /65º
recreatiewoningen (inclusief kelders en bijgebouwen) - geen, tenzij anders met een aanduiding is aangegeven 300 m³ (inclusief bergingen van ten hoogste 6 m²) - 3,5 m 6 m -
overkappingen behorende bij de recreatiewoning - één per recreatiewoning - 25 m² - 3 m -
overige verblijfsrecreatie- overige objecten - - - 60 m² (inclusief bergingen en overkappingen van ten hoogste 6 m²) - 3,5 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - - -

1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - - 3 m -

- = Niet van toepassing.

19.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. kampeer- en recreatieterreinen dienen bedrijfsmatig geëxploiteerd te worden;
  2. b. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

19.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van een tweede bedrijfswoning binnen bouwvlakken met de bestemming recreatie - Verblijfsrecreatie - 1 met inachtneming van het volgende:

  1. a. de tweede bedrijfswoning dient uit oogpunt van een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk te zijn;
  2. b. permanent toezicht door twee bedrijfshoofden dient noodzakelijk te zijn;
  3. c. de wijzigingsbevoegdheid is niet van toepassing op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
  4. d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;
  5. e. de afstand van de tweede bedrijfswoning tot de hoofdbebouwing of de eerste bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 25 m;
  6. f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde dan wel de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;
  7. g. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

Artikel 20 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. solitaire recreatiewoningen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. voor het overige geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. aantal max. inhoud max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./ max.
Recreatiewoningen (inclusief kelders) één, tenzij anders met een aanduiding is aangegeven - 300 m³ tenzij anders middels de aanduiding 'maximum volume' is aangegeven - 3,5 m 6 m -
bergingen - - - 6 m² 3 m 6 m -
overkappingen behorende bij de recreatiewoning - één per recreatiewoning - 25 m² - 3 m -
erf- of terreinafscheidingen:- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - - -

1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - - 3 m -

- = Niet van toepassing.

met dien verstande dat:

  1. c. in afwijking van het bepaalde onder b de oppervlakte van bergingen bij recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' 50 m2 per recreatiewoning bedraagt en tevens het volgende geldt:
    1. 1. de goothoogte van de berging bedraagt ten hoogste 3 m;
    2. 2. de bouwhoogte van de berging bedraagt ten hoogste 6 m.

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 onder a teneinde bergingen en overkappingen zoals bedoeld in lid 20.2 onder b en onder c buiten het bouwvlak te realiseren met inachtneming van het volgende:

  1. a. overschrijding van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover binnen het bouwvlak redelijkerwijs geen ruimte te vinden is voor de berging of de overkapping of indien realisatie binnen het bouwvlak tot een onmogelijke of ongewenste erfinrichting leidt;
  2. b. bergingen en overkappingen mogen uitsluitend in een zone van 10 meter rond het bouwvlak worden gerealiseerd;
  3. c. van de bevoegdheid tot afwijken wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien de omliggende percelen niet onevenredig in hun gebruik worden beperkt.

20.4 Specifieke gebruiksregel

  1. a. Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.
  2. b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden overgangsrecht.

Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een recreatieterrein voor mobiele kampeermiddelen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

21.2 Bouwregels

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

21.3 Specifieke gebruiksregel

Parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 22 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 4

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van groepsaccommodaties;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. bij de bestemming horende horeca en kantoorvoorzieningen.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. voor het overige geldt het volgende:
max. aantal gebouwen per bouwvlak max. inhoud bebouwingspercentage max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./ max.
bedrijfswoningen (inclusief bijgebouwen en overkappingen) geen - - - - -
- groepsaccommodatie
- kantoorruimte
- kantinegebouw
2

1
1
- 75% van het bouwvlak* 4 m 10 m -
erf- of terreinafscheidingen:- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - -

1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* Met dien verstande dat het gezamenlijke oppervlak van de groepsaccommodaties ten hoogste 250 m² bedraagt.

- = Niet van toepassing.

Artikel 23 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een groepsaccommodatie;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. voor het overige geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoningen (inclusief bijgebouwen en overkappingen) één, tenzij anders met een aanduiding is aangegeven 750 m³ - 4,5 m 10 m 20º/55º
groepsaccommodatie 1 - bestaand* 3,5 m 10 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* Zoals legaal aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

Artikel 24 Sport

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - sportveld, sporthal en sportcentrum' en 'volkstuin': sportvelden, sporthallen en sportcentra;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'manege': een manege met daarbij behorende voorzieningen zoals tredmolens en buitenrijbanen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal': een sporthal;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': een sportveld;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': een volkstuincomplex;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport': voorzieningen voor de paardensport;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalige bedrijfsbebouwing': voormalige bedrijfsbebouwing;
  8. h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, ontsluitingswegen, in- en uitritten, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water;

met daaraan ondergeschikt:

  1. i. kleinschalig kamperen ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Bijlage 4;
  2. j. evenementen;
  3. k. horeca;

met dien verstande dat:

  1. l. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' een bedrijfswoning niet is toegestaan.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, lichtmasten en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'manege', mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud/oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling min./max.
bedrijfswoning één, tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven 750 m³ 4,5 m 10 m 20º/55º
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- 150

50 m²
3 m

3 m
6 m

6 m
20º/55º

20º/55º
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport' -
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalig bedrijfsbebouwing' -
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bedrijfsgebouwen - bestaand* tenzij anders middels een maatvoeringaanduiding is aangegeven bestaand* tenzij anders middels een maatvoeringaanduiding is aangegeven bestaand*tenzij anders middels een maatvoeringaanduiding is aangegeven bestaand* met uitzondering van bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege'; hiervoor geldt:
12°/55°
ballenvangers - - - 7 m -
lichtmasten ter plaatse van de aanduiding 'manege' - - - 8 m -
overige lichtmasten - - - 16 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - -
1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - 3 m -

* = Zoals legaal aanwezig op het moment van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.

- = Niet van toepassing.

met dien verstande dat:

  1. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
    1. 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning is in geen geval toegestaan;
    2. 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    3. 3. het gebruik van kassen, anders dan hobbykassen, is in geen geval toegestaan;
    4. 4. van het bepaalde onder 2 kan eenmalig worden afgeweken indien bebouwing, niet zijnde de woning, wordt gesaneerd, met dien verstande dat het oppervlak van de nieuw op te richten bebouwing ten hoogste 50% mag bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken met een maximum van 250 m².

24.3 Afwijken van de bouwregels

24.4 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt de volgende regel:

  • het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 5 per jaar met dien verstande dat evenementen gerelateerd aan de bestemming Sport niet in aantal beperkt zijn.

Artikel 25 Verkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken en voet- en fietspaden;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
  3. c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, verkeers- en informatieborden, parkeervoorzieningen, kunstobjecten, tunnelbakken, tunnels, taluds, viaducten, bruggen, duikers, faunapassages, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, groen en water.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de inhoud van een gebouw bedraagt ten hoogste 25 m³;
  3. c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  4. d. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 15 m;
  5. e. de bouwhoogte van antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' bedraagt ten hoogste 40 m;
  6. f. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 26 Verkeer - Onverhard

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Onverhard' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. onverharde wegen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. de inhoud van een gebouw bedraagt ten hoogste 25 m³;
  3. c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
  4. d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m;
  5. e. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 15 m.

26.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Verkeer - Onverhard te wijzigingen in de bestemming Verkeer indien de wijziging betrekking heeft op het aanwijzen tot verharde weg.

Artikel 27 Verkeer - Railverkeer

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, bruggen, taluds en spoorwegovergangen;
  2. b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, (ontsluitings)wegen en water.

27.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend seinhuisjes, transformatorstations, onderstations, schakelstations, relaishuisjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' is een antennemast toegestaan met een hoogte van ten hoogste 15 m;
  3. c. de oppervlakte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 150 m² per gebouw;
  4. d. de goothoogte bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  5. e. de bouwhoogte van masten en portalen bedraagt ten hoogste 10 m;
  6. f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 28 Water

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water;
  2. b. verkeer te water;
  3. c. oeverstroken;
  4. d. schouwpaden;
  5. e. extensieve dagrecreatie;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie': dagrecreatie;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals water ten behoeve van waterberging en waterhuishouding en bruggen.

28.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder waterbouwkundige en cultuurtechnische kunstwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van een glijbaan ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie' bedraagt ten hoogste 6 m, met dien verstande dat dit is toegestaan voor ten hoogste 1 glijbaan;
  3. c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting of bruggen bedraagt ten hoogste 3 m.

Artikel 29 Water - 1

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor beperkt recreatief gebruik alsmede de zandwinning en natuurontwikkeling.

29.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van vissteigers met een hoogte van ten hoogste 2 m.

Artikel 30 Water - 2

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor beperkt recreatief gebruik hieronder niet begrepen de surf- en zwemsport.

30.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van vissteigers met een hoogte van ten hoogste 2 m.

Artikel 31 Wonen

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen daaronder begrepen kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'kas': tevens kassen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens opslag;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - recreatiewoning annex bijgebouw': een recreatiewoning annex bijgebouw;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' voormalige bedrijfsbebouwing;
  6. f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en paardenbakken;
  7. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – zonwerings- annex klussenbedrijf' een zonwerings- annex klussenbedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. bed & breakfast;
  2. i. evenementen;
  3. j. nevenfuncties ter plaatse van de adressen zoals opgenomen in Bijlage 4;
  4. k. de in tabel 31.1 vermelde nevenfuncties;

met dien verstande dat:

  1. l. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' een woning niet is toegestaan.

Tabel 31.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan

nevenfunctie maximaal aantal m²
gronden in gebruik voor nevenfunctie bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie
verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten - 100
inpandige opslag en stalling - 500
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) - 200
kano-, boot- of fietsenverhuur - 100

- = Niet van toepassing.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. b. bijgebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevel gebouwd worden;
  3. c. de afstand tussen de woning en het bijgebouw bedraagt ten hoogste 20 m;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' dienen de woningen aaneengebouwd te zijn;
  5. e. verder geldt het volgende:
max. aantal per bouwvlak max. inhoud max. oppervlak max. goothoogte max. bouwhoogte dakhelling
woningen één, tenzij middels een maatvoering-of functieaanduiding anders is aangegeven 750 m³*** - 4,5 m
10 m
20º/55º*
bijgebouwen en overkappingen:
- waarvan aangebouwd
- Een vrijstaande steltenberg
-

- 150 m²**
50 m²
-
3 m
3 m

5 m
6 m
6 m

7 m
20º/55º*
20º/55º*

gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig bedrijfsbebouwing'
- bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - recreatiewoning annex bijgebouw' - bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
bestaand*
lichtmasten ten behoeve van paardenbakken - - - - 6 m -
erf- of terreinafscheidingen:
- voor de voorgevel
- overige plaatsen
- - - -

1 m
2 m
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde - - - - 3 m -

* = Niet van toepassing voor platte, ondergeschikte bouwdelen.

** = Tenzij anders middels een maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte bijgebouwen' of een maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte' is aangegeven.

*** = Tenzij anders middels een maatvoeringaanduiding 'maximum volume' is aangegeven.

- = Niet van toepassing.

met dien verstande dat:

  1. f. voor de reeds bestaande bijgebouwen boven de 150 m² het volgende geldt:
    1. 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing is in geen geval toegestaan;
    2. 2. nieuwbouw is in geen geval toegestaan;
    3. 3. het gebruik van kassen, anders dan hobbykassen, is in geen geval toegestaan;
    4. 4. van het bepaalde onder 2 kan eenmalig worden afgeweken indien bebouwing boven de 150 m², niet zijnde de woning, wordt gesaneerd, met dien verstande dat het oppervlak van de nieuw op te richten bebouwing ten hoogste 50% mag bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken met een maximum van 250 m²;
  2. g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' het volgende geldt:
    1. 1. het uitbreiden van bestaande bebouwing, niet zijnde de voormalige bedrijfswoning is in geen geval toegestaan;
    2. 2. nieuwbouw van gebouwen, uitgezonderd de voormalige bedrijfswoning, is in geen geval toegestaan;
    3. 3. nieuwbouw van de voormalige bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan mits de nieuwbouw plaatsvindt op of binnen de bestaande funderingen;
    4. 4. het gebruik van kassen is in geen geval toegestaan.

31.3 Afwijken van de bouwregels

31.4 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  2. b. bed & breakfast is uitsluitend toegestaan in de woning;
  3. c. het aantal slaapplaatsen ten behoeve van bed & breakfast bedraagt ten hoogste 10;
  4. d. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan binnen bestaande bebouwing;
  5. e. het aantal evenementen bedraagt ten hoogste 2 per jaar;
  6. f. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige beroepen- en bedrijven-aan-huis bedraagt ten hoogste 35% van de maximaal toegestane bebouwing met een maximum van 100 m²; in het kader van deze kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is geen horeca en detailhandel toegestaan.

31.5 Afwijken van de gebruiksregels

Ten behoeve van nevenfuncties

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.1 ten behoeve van het toestaan van een of meer nevenfuncties, anders dan bij recht toegestane nevenfuncties, met inachtneming van het volgende:

  1. a. nevenfuncties zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing';
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn de nevenfuncties kleinschalig kamperen en plattelandskamers ook toegestaan op gronden zonder de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing';
  3. c. de nevenfunctie dient plaats te vinden binnen de bestaande bebouwing;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt dat (het gedeelte van) nevenfuncties waarvoor geen bebouwing nodig is, tevens zijn toegestaan op gronden buiten het bouwvlak, mits grenzend aan het bouwvlak;
  5. e. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  6. f. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  7. g. buitenopslag ten behoeve van de nevenfunctie is niet toegestaan;
  8. h. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van nevenfuncties dient niet onevenredig groot te zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de nieuwe activiteit;
  9. i. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  10. j. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  11. k. horeca is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte functie die ten dienste staat van de nevenactiviteit;
  12. l. het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten mag niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 250 m²;
  13. m. bij een combinatie van nevenfuncties mag het bebouwingsoppervlak ten behoeve van de activiteiten niet meer bedragen dan 50% van de totale oppervlakte aan gebouwen met een maximum van 850 m² en mag er niet meer dan 5.000 m² aan onbebouwde gronden in gebruik worden genomen;
  14. n. ten behoeve van de nevenfunctie niet-agrarische bedrijven geldt tevens het volgende:
    1. 1. bedrijven uit categorie 3 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan tenzij uit onderzoek is gebleken dat de functie, eventueel na het nemen van maatregelen, qua invloed en milieubelasting gelijk te stellen is aan bedrijfsfuncties uit categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    2. 2. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  15. o. ten behoeve van de nevenfunctie kleinschalig kamperen geldt tevens het volgende:
    1. 1. de nevenfunctie is alleen toegestaan in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
    2. 2. het aantal standplaatsen bedraagt ten hoogste 25;
    3. 3. uitsluitend mobiele kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, zijn toegestaan;
    4. 4. de afstand tot het bouwvlak van derden bedraagt ten minste 50 m;
    5. 5. de afstand tot andere verblijfsrecreatieve terreinen bedraagt ten minste 500 m;
    6. 6. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing;
    7. 7. ten behoeve van sanitaire voorzieningen mag maximaal 50 m² worden bijgebouwd;
  16. p. ten behoeve van de nevenfunctie plattelandskamers geldt tevens het volgende:
    1. 1. het aantal plattelandskamers op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' bedraagt ten hoogste 5, met dien verstande dat de oppervlakte per kamer ten hoogste 50 m² bedraagt;
    2. 2. het aantal plattelandskamers op overige gronden bedraagt ten hoogste 1, met dien verstande dat de oppervlakte ten hoogste 50% bedraagt van het oppervlak van het bijgebouw met een maximum van 50 m²;
    3. 3. de afstand tussen de plattelandskamers en het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 25 m;
  17. q. ten behoeve van gevoelige functies waar langdurig kinderen verblijven geldt het volgende:
    1. 1. deze functies zijn niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
    2. 2. het bepaalde onder 1 is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen.

31.6 Wijzigingsbevoegdheden

Artikel 32 Leiding - Gas - 1

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas - 1' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten minste 114 mm, ten hoogste 324 mm en een druk van ten hoogste 40 bar.

32.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

32.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 32.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

32.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat buitenopslag niet is toegestaan.

32.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 33 Leiding - Gas - 2

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas - 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten minste 324 mm, ten hoogste 914 mm en een druk van ten hoogste 66 bar.

33.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

33.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 33.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

33.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat buitenopslag niet

is toegestaan.

33.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 34 Leiding - Hoogspanningsverbinding

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 110 kV.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 50 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

34.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 34.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 35 Leiding - Water

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.

35.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

35.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 35.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 36 Waarde - Archeologie - 1

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone met een hoge archeologische verwachting.

36.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 36.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;
    3. 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 37 Waarde - Archeologie - 2

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in een archeologische verwachtingszone met een middelhoge archeologische verwachting.

37.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 37.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    2. 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5.000 m2;
    3. 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.

37.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 38 Waarde - Archeologie - 3

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in gebieden zoals opgenomen op de Archeologische Monumenten kaart.

38.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    1. 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    2. 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  3. c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    1. 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 39 Waarde - Landschap - 1

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Landschap - 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van waarden die samenhangen met de essen, te weten:

  1. a. openheid;
  2. b. reliëf;

met dien verstande dat:

  1. c. omschakeling naar fruitteelt en boomkwekerij zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.1 en artikel 4 lid 4.1 op gronden met deze dubbelbestemming niet is toegestaan.

39.2 Bouwregels

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden in afwijking van artikel 3, 4 en 5 de volgende regels:

  1. a. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.2 onder c en e op gronden met deze dubbelbestemming zijn niet toegestaan;
  2. b. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zoals opgenomen in de bevoegdheid tot afwijken in artikel 4 lid 4.4.4 en artikel 5 lid 5.4.4 op gronden met deze dubbelbestemming zijn niet toegestaan;
  3. c. de realisatie van nieuwe bouwvlakken zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3 lid 3.7.1 en artikel 4 lid 4.8.1 op gronden met deze dubbelbestemming is niet toegestaan;
  4. d. bouwvlakvergroting zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.7.3, artikel 4 lid 4.8.3 en artikel 5 lid 5.8.2 op gronden met deze dubbelbestemming is niet toegestaan;
  5. e. omschakeling naar de bestemming Agrarisch zoals opgenomen in artikel 6 lid6.6.3 en artikel 31 lid 31.6.1 op gronden met deze dubbelbestemming is niet toegestaan.

39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 40 Waarde - Landschap - 2

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarden - Landschap - 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), bestemd voor behoud, versterking en ontwikkeling van waarden die samenhangen met de kommen, te weten:

  1. a. openheid;

met dien verstande dat:

  1. b. omschakeling naar fruit- en sierteelt en boomkwekerij zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.1 en artikel 4 lid 4.1 op gronden met deze dubbelbestemming niet is toegestaan.

40.2 Bouwregels

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden in afwijking van artikel 3, 4 en 5 de volgende regels:

  1. a. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.2 onder c en e op gronden met deze dubbelbestemming zijn niet toegestaan;
  2. b. permanente en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak zoals opgenomen de bevoegdheid tot afwijken in artikel 4 lid 4.4.4 en artikel 5 lid 5.4.4 op gronden met deze dubbelbestemming zijn niet toegestaan;
  3. c. de realisatie van nieuwe bouwvlakken voor fruit-, sierteelt- en boomkwekerij zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3 lid 3.7.1 en artikel 4 lid 4.8.1 op gronden met deze dubbelbestemming is niet toegestaan;
  4. d. omschakeling naar de bestemming Agrarisch zoals opgenomen in artikel 6 lid 6.6.3 en artikel 31 lid 31.6.1 op gronden met deze dubbelbestemming is niet toegestaan.

40.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 41 Waterstaat - Waterbergingsgebied

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.

41.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 41.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  4. d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.

41.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 41.2 onder c. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens gebruik te maken van de bevoegdheid tot afwijken, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

41.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 42 Waterstaat - Waterkering

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de aanleg, het onderhoud, het beheer en de verbetering van (hoofd)waterkeringen, alsmede voor de afvoer van water, sediment en ijs de waterhuishouding en/of verkeer te water met de daarbij behorende voorzieningen.

42.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 42.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 1 m;
  3. c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  4. d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.

42.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 42.2 onder c. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens gebruik te maken van de bevoegdheid tot afwijken, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.

Artikel 43 Waterstaat - Intrekgebied

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Intrekgebied aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor functies die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening.

43.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
    1. 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van ten hoogste 2 m;
    2. 2. bebouwing ten behoeve van de waterleidingmaatschappij;
  2. b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  3. c. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.

43.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 43.1 teneinde in intrekgebieden ook nieuwe niet-risicovolle en grote risicovolle functies toe te staan, mits daarbij wordt voldaan aan het stand still-principe;
  2. b. in afwijking van het bepaalde onder a kunnen nieuwe grootschalige risicovolle functies in intrekgebieden alleen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het stap-vooruitprincipe;
  3. c. in afwijking van het bepaald in lid 43.1 en onverlet het bepaalde onder a en b, kunnen binnen intrekgebieden met stedelijke functies nieuwe grootschalige risicovolle functies worden toegestaan mits deze functie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en aan het stand still-principe.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 44 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten

beschouwing.

Artikel 45 Algemene Bouwregels

45.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten

  1. a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    1. 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    2. 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  3. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
  4. d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing indien gebruikgemaakt wordt van de saneringsregeling zoals opgenomen in:
    1. 1. artikel 6, lid 6.2 sub e4;
    2. 2. artikel 31, lid 31.2 sub f4.

45.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  1. a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  2. b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  3. c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.

45.3 Herbouw (bedrijfs)woningen

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat algehele herbouw van (bedrijfs)woningen uitsluitend mag plaatsvinden op of binnen de bestaande funderingen.

45.4 Afstand bebouwing ten opzichte van de weg

Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste een afstand van 15 m in acht genomen te worden tussen gebouwen en de as van de weg met de bestemming Verkeer en Verkeer - Onverhard, tenzij deze op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan minder bedraagt, in dat geval geldt dat de bestaande afstand als ten hoogste toelaatbaar wordt aangehouden.

45.5 Voldoende parkeergelegenheid

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Artikel 46 Vastgestelde Wijzigingsplannen

Op de gronden met de bestemming 'vastgestelde wijzigingsplannen' is, naast de regels van het bestemmingsplan Buitengebied, een van de onderstaande wijzigingsplannen van toepassing:

Artikel 47 Algemene Gebruiksregels

  1. a. Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
  2. b. Het gebruik van boerderijkamers en plattelandskamers voor permanente bewoning is niet toegestaan.
  3. c. Het gebruik van recreatiewoningen en overige verblijfsrecreatieve objecten voor permanente bewoning is niet toegestaan;
  4. d. In afwijking van het bepaalde onder c geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' permanente bewoning van de recreatiewoning op grond van een objectgebonden overgangsrecht wel is toegestaan.
  5. e. Prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan.

Artikel 48 Algemene Aanduidingsregels

48.1 geen reconstructiezone

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'geen reconstructiezone' het bepaalde in:

  • artikel 3 lid 3.1;
  • artikel 3 lid 3.7.1;
  • artikel 4 lid 4.1;
  • artikel 4 lid 4.8.1;
  • artikel 5 lid 5.1;
  • artikel 6 lid 6.6.3;
  • artikel 31 lid 31.6.1.

48.2 vestigingsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'vestigingsgebied' het bepaalde in:

  • artikel 3 lid 3.7.1;
  • artikel 3 lid 3.7.6;
  • artikel 4 lid 4.8.1;
  • artikel 4 lid 4.8.6;
  • artikel 5 lid 5.8.5;
  • artikel 6 lid 6.6.2;
  • artikel 6 lid 6.6.3;
  • artikel 31 lid 31.6.1;
  • artikel 31 lid 31.6.3.

48.3 geluidzone - industrie

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' de volgende regel:

  • een op grond van de hoofdbestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

48.4 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' de volgende regels:

  1. a. de gronden zijn bestemd voor functies die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening en de bescherming van de bodem- en de (grond)waterkwaliteit ten behoeve van drinkwatervoorziening;
  2. b. op de gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
    1. 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van ten hoogste 2 m;
    2. 2. bebouwing ten behoeve van de waterleidingmaatschappij;
  3. c. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b teneinde in grondwaterbeschermingsgebieden ook nieuwe niet-risicovolle en grote risicovolle functies toe te staan, mits daarbij wordt voldaan aan het stand still-principe;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder c kunnen nieuwe grootschalige risicovolle functies in intrekgebieden alleen worden toegestaan als dit noodzakelijk is vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang, waarvoor redelijke alternatieven ontbreken en mits voldaan wordt aan het stap-vooruit-principe;
  5. e. in afwijking van het bepaalde a onverlet het bepaalde onder c en d kunnen binnen intrekgebieden met stedelijke functies nieuwe grootschalige risicovolle functies worden toegestaan, mits deze functie voldoet aan de eis van een goede ruimtelijke ordening en aan het stand still-principe;
  6. f. omschakeling naar fruit- en sierteelt en boomkwekerij zoals opgenomen in artikel 3 lid 3.1 en artikel 4 lid 4.1 op gronden met deze aanduiding is niet toegestaan;
  7. g. de realisatie van nieuwe bouwvlakken voor fruit-, sierteelt- en boomkwekerij zoals opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3 lid 3.7.1 en artikel 4 lid 4.8.1 op gronden met deze aanduiding is niet toegestaan.

48.5 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'reconstructiezone - extensiveringsgebied' het bepaalde in:

  • artikel 3 lid 3.5
  • artikel 3 lid 3.7.3;
  • artikel 4 lid 4.5;
  • artikel 4 lid 4.8.3;
  • artikel 5 lid 5.5;
  • artikel 5 lid 5.8.2.

48.6 reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'reconstructiezone - landbouwontwikkelingsgebied' het bepaalde in:

  • artikel 3 lid 3.1;
  • artikel 3 lid 3.7.1;
  • artikel 3 lid 3.7.3;
  • artikel 4 lid 4.1;
  • artikel 4 lid 4.8.1;
  • artikel 4 lid 4.8.3;
  • artikel 5 lid 5.1;
  • artikel 6 lid 6.6.3;
  • artikel 31 lid 31.6.1.

48.7 reconstructiewetzone - verwevingsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'reconstructiezone - verwevingsgebied' het bepaalde in:

  • artikel 3 lid 3.7.3.

48.8 zandwinning

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'zandwinning' tevens het volgende:

  • op deze gronden mag bebouwing worden opgericht en mogen installaties worden geplaatst ten behoeve van de zandwinning met inachtneming van het volgende:
    1. 1. uitsluitend gebouwen ten behoeve van verblijf en/of opslag zijn toegestaan;
    2. 2. het aantal gebouwen bedraagt ten hoogste 1;
    3. 3. de bouwhoogte van het gebouw bedraagt ten hoogste 8 m;
    4. 4. de oppervlakte van het gebouw bedraagt ten hoogste 200 m²;
    5. 5. de bouwhoogte van sorteer-, meng-, opslag-, weeg- en verladingsinstallaties bedraagt ten hoogste 25 m;
    6. 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m.

48.9 maximaal 40 standplaatsen

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt op gronden met de aanduiding 'maximaal 40 standplaatsen' het aantal standplaatsen niet meer bedraagt dan 40.

Artikel 49 Algemene Afwijkingsregels

49.1 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 47 ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw/bedrijfsgebouw of nieuw te plaatsen woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:

  1. a. een afhankelijke woonruimte is noodzakelijk uit het oogpunt van mantelzorg;
  2. b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. c. de afhankelijke woonruimte is gesitueerd binnen het bouwvlak en voldoet aan de regels inzake bijgebouwen, met dien verstande dat de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte niet meer dan 75 m² bedraagt;
  4. d. de afhankelijke woonruimte heeft geen zelfstandig recht op bijgebouwen;
  5. e. indien er op het perceel geen geschikt bijgebouw aanwezig is, is op grond van doelmatigheidsmotieven het plaatsen van een tijdelijke woonunit toegestaan;
  6. f. tijdelijke woonunits mogen op of aansluitend aan het bouwvlak gerealiseerd worden;
  7. g. de tijdelijke woonunit dient landschappelijk ingepast te worden;
  8. h. een verzoek om afwijking wordt voorgelegd aan een deskundige met de vraag of aan het bepaalde onder a wordt voldaan.

49.2 Vergroten inhoudsmaat Sallandse boerderijvorm

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten behoeve van de vergroting van de inhoudsmaat van Sallandse boerderijen met inachtneming van het volgende:

  1. a. de maximum inhoud van 750 m³ mag overschreden worden indien er sprake is van het betrekken van een deel bij de woning;
  2. b. de bestaande afmetingen van dat gebouw mogen niet worden vergroot;
  3. c. de Sallandse boerderijvorm dient in stand te worden gehouden.

49.3 Afwijkingsregels voor de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande funderingen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 45.3 ten behoeve van de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen met inachtneming van het volgende:

  1. a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;
  2. b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  3. c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
  4. d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;
  5. e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  6. f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de voorkeursgrenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;
  7. g. de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

49.4 Kleinschalige windmolens

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten einde de realisatie van windmolens mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:

  1. a. windmolens zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak;
  2. b. per bouwvlak is ten hoogste 1 windmolen toegestaan;
  3. c. de tiphoogte van een windmolen bedraagt ten hoogste 25 m.
  4. d. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

Artikel 50 Algemene Wijzigingsregels

50.1 Woningsplitsing karakteristieke panden

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten einde het toestaan van extra woningen in monumenten en karakteristieke panden die hoofdgebouwen zijn, met inachtneming van het volgende:

  1. a. woningsplitsing is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens Bijlage 5Bijlage 6, Bijlage 7, of Bijlage 10 een karakteristiek hoofdgebouw betreft,

  1. b. woningsplitsing is niet toegestaan op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
  2. c. het bepaalde onder b is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;
  3. d. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden;
  4. e. door middel van een bouwtechnisch rapport is aangetoond dat de woningsplitsing bouwtechnisch haalbaar is en de cultuurhistorische waarde niet wordt aangetast;
  5. f. woningsplitsing in twee woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te splitsen pand meer dan 1.000 m³ bedraagt;
  6. g. woningsplitsing in drie woningen is uitsluitend toegestaan als de inhoud van het te splitsen pand meer dan 1.500 m³ bedraagt;
  7. h. ter plaatse van de gesplitste woning dient de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' te worden opgenomen, waarmee wordt aangegeven dat de woning aaneengebouwd is en dient te blijven;
  8. i. het gebruik vindt plaats binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het hoofdgebouw – zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting – behouden blijft. Tevens wordt bij het wijzigingsplan een sloopregeling opgenomen met toetsingscriteria, gericht op de bescherming van het karakteristieke pand.
  9. j. bij het wijzigingsplan kunnen beperkingen worden gesteld aan de oppervlakte van bijgebouwen bij de nieuwe woning;
  10. k. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden.

50.2 Realisatie woning in een karakteristiek bijgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde het toestaan van een extra woning in een karakteristiek gebouw of monument dat niet is aangebouwd aan de (voormalige) bedrijfswoning, met inachtneming van het volgende:

  1. a. het realiseren van een woning in een bijgebouw is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  2. b. de aanduiding 'karakteristiek' dient opgenomen te zijn omdat het blijkens Bijlage 5, Bijlage 6, Bijlage 7 of Bijlage 10 een karakteristiek bijgebouw betreft;
  3. c. de realisatie van een woning in een bijgebouw, gelegen op gronden binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding is niet toegestaan;
  4. d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;
  5. e. er wordt daadwerkelijk bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze gebouwen;
  6. f. de cultuurhistorische waarde van deze gebouwen wordt niet aangetast; door middel van een bouwtechnisch rapport is aangetoond dat de transformatie van het gebouw naar een woning bouwtechnisch haalbaar is en de cultuurhistorische waarde niet wordt aangetast;
  7. g. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;

met dien verstande dat:

  1. h. het gebruik plaatsvindt binnen het bestaande bouwvolume; uitbreiding van bebouwing is niet toegestaan waardoor het uitwendige karakter van het bijgebouw – zoals dit bepaald is door hoofdafmetingen, onderlinge maatverhoudingen, dakvorm en nokrichting – behouden blijft. Tevens wordt bij het wijzigingsplan een sloopregeling opgenomen met toetsingscriteria, gericht op de bescherming van het karakteristieke pand;
  2. i. bij het wijzigingsplan beperkingen kunnen worden gesteld aan de oppervlakte van bijgebouwen bij deze nieuwe woning.

50.3 Waarde - Archeologie

Burgemeester en wethouders kunnen één of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie - 1, Waarde - Archeologie - 2 en Waarde - Archeologie - 3 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

  1. a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  2. b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

50.4 Herbouw van (bedrijfs)woningen buiten bestaande funderingen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde de herbouw van (bedrijfs)woningen buiten de bestaande funderingen mogelijk te maken met inachtneming van het volgende:

  1. a. de herbouw vindt plaats binnen hetzelfde bouwvlak;
  2. b. de nieuwe situering van de (bedrijfs)woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  3. c. de nieuwe (bedrijfs)woning mag niet worden gerealiseerd op gronden gelegen binnen 50 m ten opzichte van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding;
  4. d. het bepaalde onder c is niet van toepassing indien uit berekeningen blijkt dat het jaargemiddelde magneetveld voldoet aan de normen;
  5. e. de herbouw buiten de bestaande funderingen is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
  6. f. de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van weg- en railverkeer mag de uiterste grenswaarde, zoals vastgelegd in de Wet geluidhinder, niet overschrijden;
  7. g. de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn.

50.5 wro-zone - wijzigingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen de onderliggende bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied wijzigen ten behoeve van de realisatie van fase 4 van de zandwinning met inachtneming van het volgende:

  1. a. de verhouding tussen de bestemmingen Water en Natuur voor het gehele gebied binnen de plangrenzen zoals aangegeven in Bijlage 8 bedraagt maximaal 67% en minimaal 33%;
  2. b. bij de inrichting gelden de oeverprofielen en de 2 m waterdieptelijn zoals aangegeven in Bijlage 9;
  3. c. de fasen I, II en III van de zandwinning dienen in overwegende mate te zijn uitgevoerd;
  4. d. de in bijlage 8 aangegeven grens tussen Water en Natuur dient in hoofdzaak te worden aangehouden;
  5. e. er wordt aansluiting gezocht bij de bestaande landschapsstructuur die wordt bereikt door:
    1. 1. aan de noord-, oost-, en westkant beplantingen en grondvormen aan te brengen zodat wordt aangesloten op de beslotenheid van het bos dat zich aan de noordkant van de plas bevindt;
    2. 2. aan de zuidzijde van de plas strakke, lange oevers aan te brengen, met rechte beplantingsvlakken en rechte bomenrijen waardoor een referentie ontstaat met de karakteristiek van het aangrenzende, overzichtelijke agrarische gebied.

Artikel 51 Overige Regels

51.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

51.2 Relatie

Indien blijkens het figuur 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, dan zijn voor het gebruik, het bouwen, bevoegdheid tot afwijken en wijzigingsbevoegdheden, de bepalingen met betrekking tot een 'enkel' bouwvlak van overeenkomstige toepassing.

51.3 Toegelaten gebruik in afwijking van de bestemming

De in hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingen voor nevenfuncties worden geacht te zijn verleend voor zover het activiteiten betreft die voldoen aan de regels voor nevenfuncties en voor zover de activiteiten legaal aanwezig waren ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan dan wel kunnen worden ontplooit middels een verleende omgevingsvergunning, afwijking, ontheffing of vrijstelling.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 52 Overgangsregels

52.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig, in afwijking van dit lid onder a, een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

52.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

52.3 Objectgebonden overgangsrecht

In afwijking van het bepaalde in artikel 47 onder c is permanente bewoning van het object dat is opgenomen in Bijlage 3 (Inventarisatie permanente bewoning -objectgebonden) wel toegestaan met inachtneming van het volgende.

  1. a. Het objectgebonden overgangsrecht is uitsluitend van toepassing op de locatie in bijlage Bijlage 3.
  2. b. Indien langer dan 1 jaar aaneengesloten geen gebruik wordt gemaakt van het recht om het object permanent te bewonen, vervalt dit recht.

Artikel 53 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het Bestemmingsplan Buitengebied Raalte, Verzamelplan 2020.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aanleiding om dit verzamelplan voor het buitengebied op te stellen was de constatering dat het bestemmingsplan op diverse percelen niet meer 'up to date' is. Dit kan omdat bijvoorbeeld geen agrarisch bedrijf meer op een perceel aanwezig is, of dat de regels niet meer aansluiten bij het huidige beleid. Ook zijn er de afgelopen jaren diverse projectbesluiten genomen die nog niet verwerkt zijn in het bestemmingsplan.

Het up-to-date maken van deze bestemmingen geeft ook een goede basis voor de overgang van het bestemmingsplan naar het omgevingsplan per 1-1- 2021 als de Omgevingswet in werking treedt.Met dit verzamelplan wordt het bestemmingsplan Buitengebied Raalte (door de gemeenteraad van Raalte op 8 juni 2012 vastgesteld) inclusief de correctieve herziening ( vastgesteld op 30 mei 2013) en de 2e correctieve herziening (vastgesteld op 19-02-2015), gedeeltelijk herzien. Het verzamelplan heeft betrekking op een gedeelte van de regels en op onderdelen van de verbeelding. Het gaat daarbij om:

  • wijzigingen op perceelsniveau naar aanleiding van initiatieven of geconstateerde omissies en enkele kleine verbeteringen die na enkele jaren werken met het plan naar voren zijn gekomen;
  • verwerking van de projectbesluiten die de afgelopen jaren zijn genomen worden opgenomen.

In principe zijn de aanpassingen 'beleidsneutraal” en zijn er geen directe bouwontwikkelingen gekoppeld aan deze herziening. Het bestemmingsplan is in hoofdzaak gericht op het vastleggen van de feitelijke situatie, vergunde situatie of bijvoorbeeld vastleggen van al afgesproken (sloop) verplichtingen in het kader van het beleid “Erven in beweging”.

1.2 Leeswijzer

De toelichting op deze herziening is als volgt opgebouwd.

In hoofdstuk 2 wordt een nadere toelichting gegeven op de wijze waarop het verzamelplan juridisch is vorm gegeven. In de hoofdstukken 3 en 4 wordt ingegaan op de verschillende aanleidingen om het bestemmingsplan te herzien. Hoofdstuk 5 gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Juridische Planbeschrijving

Voor het opstellen van verzamelplan of herzieningen zijn geen standaarden of modelafspraken voorhanden. Met de gekozen opzet van de herziening wordt getracht belanghebbenden een duidelijk inzicht te geven van de veranderingen ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied Raalte zoals vastgesteld op 8 juni 2012 (hierna aangemerkt als 'moederplan') alsmede inclusief de correctieve herziening (vastgesteld op 30 mei 2013) en de 2e correctieve herziening (vastgesteld op 19-02-2015, wat het totale juridisch planologische regime zal zijn na inwerkingtreding van de herziening

De herziening bevat de volgende onderdelen:

  • In de diverse hoofdstukken van de toelichting wordt inhoudelijk beschreven en gemotiveerd wat de veranderingen in dit verzamelplan inhouden. Ook wordt beschreven op welke onderdelen (verbeelding en/of regels) het plan wordt herzien.
  • In dit verzamelplan wordt de opmaak van de regels aangepast zodat het geheel beter leesbaar en overzichtelijker wordt. Benadrukt wordt dat er inhoudelijk niets wordt gewijzigd en bestaande rechten in stand worden gehouden. De regels die wel worden herzien zijn met geel gemarkeerd indien er sprake is van een aanvullende vaststelling van de regels of doorgehaald en groen gemarkeerd indien regels worden ingetrokken. De regels worden gekoppeld aan de plangrens omdat het verzamelplan ook betrekking heeft op bestemmingen die niet op de verbeelding worden herzien.

De verbeelding bestaat uit de plangrens met daarbinnen uitsluitend de gronden waarvoor opnieuw bestemmingen en aanduidingen worden vastgesteld. Voor deze gronden zijn, naast de bestemming of aanduiding die wijzigt, ook de andere geldende bestemmingen en aanduidingen opnieuw overgenomen.

Niet alle gronden zijn voorzien van bestemmingen en aanduidingen: op deze gronden wijzigen de bestemmingen en aanduidingen uit het moederplan en/of het reparatieplan niet. Alleen de gewijzigde aanduidingen of bestemmingen worden in dit verzamelplan opnieuw vastgesteld.

De in Hoofdstuk 4 genoemde projectbesluiten worden vertaald naar een bestemmingsplan, juridisch gezien staan tegen deze vertaling geen beroep meer open.

Hoofdstuk 3 Initiatieven

In dit hoofdstuk staat een overzicht van de wijzigingen die zijn aan gebracht in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan buitengebied Raalte. Al deze wijzigingen zijn getoetst aan het geldende bestemmingsplan en het provinciaal en gemeentelijk beleid. In onderstaand overzicht zijn alle wijzigingen benoemd en is kort de relatie met het beleid genoemd. Met betrekking tot de omgevingsaspecten zijn er in beginsel geen belemmeringen om de planologische situatie te wijzigen. Daarmee zijn alle wijzigingen beleidsmatig en planologisch aanvaardbaar en om die reden meegenomen in dit verzamelplan voor het buitengebied.

3.1 Overzichtslijst Wijziging Regels En Verbeelding Op Perceelsniveau

In de onderstaande tabel geldt:

Regels / verbeelding
Nr. Adres Wijziging regels wijziging verbeelding Toelichting
1 Brinkweg 108-110 te Heino aanduiding '2 wooneenheden' toegevoegd. De raad van de voormalige gemeente Heino heeft op 18 okt 1994 een voorbereidingsbesluit genomen voor verbouw van de woning Brinkweg 108. Oogmerk is positieve bestemming leggen op de noodwoning. Vervolgens heeft B&W van voormalige gemeente Heino bij besluit van 9 januari 1995, nr. V94097 van bouwvergunning verleend met toepassing art. 19 WRO/art.50, li8 WW voor verbouw van de noodwoning.
2 Stoevenweg 46-48 te Heino bestemming 'Wonen' en 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' Op dit perceel zijn de agrarisch bedrijfsactiviteiten beëindigd. De bestaande bedrijfsbebouwing wordt niet gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
3 Dalfserweg 1 te Heino bestemming 'Wonen' en 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' De agrarische activiteiten op de locatie zijn beëindigd.
Het dichtstbijzijnde agrarische bouwvlak ligt op 100 meter afstand. Op grond de Wet geurhinder en veehouderij geldt een minimale afstand van 50m (art. 3, lid 2 sub b. Wgv). Aan die afstand wordt voldaan.
4 Dalfserweg 10 te Heino bestemming 'Wonen' en aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige bedrijfsbebouwing' Op dit perceel zijn de agrarisch bedrijfsactiviteiten al voor vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Raalte in 2012 beëindigd. De bestaande bedrijfsbebouwing wordt niet gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Het dichtstbijzijnde agrarische bouwvlak ligt op 90 meter afstand. Op grond de Wet geurhinder en veehouderij geldt een minimale afstand van 50m (art. 3, lid 2 sub b. Wgv). Aan die afstand wordt voldaan. Er bestaan vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan bestemmingswijziging mee te werken
5 Hammerweg 11 te Raalte Vergroten van de bestemming 'wonen' en het bouwvlak Een vergunningsvrij bouwwerk staat gedeeltelijk buiten het huidige bouwvlak. Met dit verzamelplan wordt het bouwvlak vergroot zodat alle bouwwerken binnen het bouwvlak staan.
6 Heetenseweg 3 te Raalte De aanduidingen 'maximaal woning inhoud 961 m3' en '279 m2 voor bijgebouwen' is toegevoegd aan het perceel
Met omgevingsvergunning is medewerking verleend met toepassingvan de SvS- regeling. Deze is inmiddels gebouwd/bewoond.
7 Heetenseweg 9b te Heeten Vergroten bestemming 'wonen' en bouwvlak Alle bedrijfsgebouwen zijn inmiddels gesloopt. Bestemming is in Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied gewijzigd in Wonen (zonder sw- vbb) en bestemmingsvlak/bouwvlak afgestemd op nieuw erf.
Op 19 februari 2008 is de bouwvergunning verleend RB2008021 voor een kapschuur. De kapschuur is pas in 2013 gerealiseerd. Hierdoor is er geen rekening gehouden bij toekenning van een nieuw bouwvlak. De kapschuur ligt nu geheel buiten bouwvlak. Met deze herziening wordt dit hersteld.
8 Hagweg 7 te Raalte
bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'maximaal oppervlak bijgebouwing 286 m2'

Op dit perceel zijn de agrarisch bedrijfsactiviteiten beëindigd. De bestaande bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
9 Hellendoornseweg 79 te Luttenberg bestemming 'Wonen' De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd. De bedrijfsgebouwen worden gesloopt.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
10 Hollinksweg 13-15 te Heeten Aan het bouwvlak en de bestemming 'Agrarisch' wordt de aanduiding 'paardenhouderij' toegevoegd. Blijkens een melding in het kader van Activiteitenbesluit bestaan de agrarisch bedrijfsactiviteiten uitsluitend nog uit het houden van paarden. Er vinden tevens activiteiten plaats (africhten en trainen van paarden) welke volgens de begripsomschrijving ondereen paardenhouderij vallen.
Er bestaan vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan toevoeging van de functieaanduiding 'paardenhouderij' mee te werken.
De bedrijfswoning nr. 15 is geen onderdeel meer van het agrarisch bedrijf. Gebruik als plattelandswoning moet met omgevingsvergunning met afwijking.
11 Holterweg 27 te Heeten Verwijderen van de aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' De voormalige bedrijfsgebouwen zijn gesloopt en zijn ingebracht in een RvR- traject
12 Keizersweg 1 en 3 te Nieuw Heeten Bestemming 'Wonen' en aanduiding '2 wooneenheden' zijn toegevoegd. De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd. De aanwezige stallen worden gesloopt.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
13 Looweg7 en 9 te Luttenberg Bestemming 'Wonen' en aanduiding '2 wooneenheden' zijn toegevoegd. De agrarische activiteiten op de locatie zijn beëindigd. Er zijn enkele schuren gesloopt die worden ingebracht in een RvR traject waarbij de compensatiewoning op een andere locatie wordt gebouwd. Conform de Rood voor Rood regeling wordt de bestemming naar wonen gewijzigd.
14 Luttenbergerweg 66 te Luttenberg Aanpassing van het bestemmings-/bouwvlak Uitgestelde sloop was als verplichting opgenomen in omgevingsvergunning voor elders. De planologische situatie wordt aangepast aan kadastrale situatie.
15 Luttenbergerweg 74 te Luttenberg Bestemming 'Wonen' en de aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn toegevoegd. Agrarische functie van rundveestal stopt op 01-01-2020. In het kader van RvR- regeling vindt sloop van de rundveestal plaats. De overige voormalige bedrijfsbebouwing wordt gehandhaafd.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
16 Nieuwe Deventerweg 6 en 8 te Raalte Verkleinen woonbestemming Een gedeelte van de woonbestemming ligt op de gronden van het waterschap. Met dit verzamelplan wordt dit hersteld.
17 Nijverdalseweg 11 te Mariënheem Functieaanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf-zonwerings- annex klussenbedrijf' en maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlakte 500 m2' toegevoegd. Op het perceel Nijverdalseweg 11 is oude en vervallen bedrijfsbebouwing gesloopt. Ter compensatie is een nieuw bedrijfsgebouw gerealiseerd met een oppervlakte van 500 m2.
Hierin is het bedrijf 'Zonwering Vloedgraven' gevestigd. Dit gebouw is vergund met een tijdelijke omgevingsvergunning en past binnen de Beleidsnota 'Erven in beweging' dat de gemeenteraad van Raalte eind 2017 heeft vastgesteld. In deze beleidsnota is namelijk opgenomen dat bebouwing die 1:1 mag worden vervangen opgekrikt is van 250 m2 naar 500 m2, mits een significante kwaliteitsverbetering op het erf plaatsvindt. Dat laatste is het geval doordat er in totaal ruim 2.875 m2 voormalige landschapsontsierende bedrijfsbebouwing is verwijderd.
18 Okkenbroekstraat 32 te Nieuw Heeten Bestemming 'Wonen' opgenomen, waarbij het bouwvlak wordt aangepast aan nieuwe situatie. Agrarisch bedrijf is beëindigd en verkocht. In het kader van RvR- regeling vindt met uitzondering van 150 m² sloop van landschapsontsierende bebouwing plaats.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
19 Nieuwe Twentseweg 8 te Luttenberg Bestemming 'Wonen' is opgenomen. Het bouwvlak maakt onderdeel uit van een agrarisch bedrijf. Dit bedrijf ligt voor het grootse gedeelte binnen het grondgebied van de Gemeente Hellendoorn. Voor dit bedrijf is de rood voor rood regeling procedure doorlopen.

20 Pleegsterdijk 1-3 te Broekland Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen en het bouwvak is afgestemd op huidig erf. De agrarisch activiteiten bestaat alleen nog uit akkerbouw (kleinschalig) op het land. Binnen het plangebied is voor deze activiteiten nog opslag nodig van 250 m².
Er zijn geen dieren meer. aanwezig De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken
21 Portlanderdijk 58 en 60 te Heeten Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
22 Raamsweg 10 te Mariënheem De grenzen van de bestemming 'wonen' en 'sport' zijn gewijzigd De grenzen van de bestemming kwamen niet overheen met de kadastrale gegeven. Met dit verzamelplan wordt dit hersteld.
23 Raarhoeksweg 27a te Raalte Bestemming 'Wonen" is aangepast De huidige bestemming 'wonen' valt buiten het eigendom van de bewoners, met dit verzamelplan wordt het bestemmingsvlak aangepast.
24 Raarhoeksweg 37 te Raalte Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen en bouwvlak is afgestemd op bestaand erf. De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd.
De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
25 Ramelerveldweg 3 te Broekland Bouwvlak is aangepast Dit is een verplichting op basis van de omgevingsvergunning voor Heetsenseweg 3
26 Rozendaelseweg 24 te Heino De bestemming 'Wonen' is opgenomen De agrarische activiteiten zijn beëindigd en de schuren zijn gesloopt en ingezet voor een SvS traject.

De uitbreidingsruimte voor het dichtst bij gelegen agrarisch bedrijf liggen op meer dan 50m afstand van de woning. Hiermee wordt voldaan aan de afstanden die de Wet geurhinder en veehouderij hier aan stelt. De wijziging levert derhalve geen belemmering op voor omliggende functies.

27 Schaarsweg 3 te Nieuw Heeten De bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalige bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen. De agrarische bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en een gedeelte van de schuren zijn gesloopt en ingezet voor een SvS- traject. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en voorwaarden voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
28 Speelmansweg 22 te Heeten Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken
29 Ter Borgweg 8 Luttenberg Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen en bouwvlak afgestemd op huidig erf.
De agrarische activiteiten op deze locatie zijn beëindigd. Een gedeelte van bedrijfsgebouwen zijn gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.
30 Twentseweg 17, Twentseweg 63, Lemelerveldseweg 34, de Jongstraat 6 en Zonnenbergerweg 12-14)
Dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie- 1' en 'waarde- archeologie 2' toegevoegd De gemeente Raalte heeft in april 2010 de gemeentelijke archeologische verwachtingenkaart met bijbehorend beleid vastgesteld. Het vastgestelde archeologiebeleid is met dubbelbestemmingen vertaald in het bestemmingsplan. In dit gebied liggen verwachtingenzones. Naar nu blijkt ontbreken op een aantal locaties een gedeelte van de dubbelbestemmingen op de verbeelding. Met dit verzamelplan wordt deze omissie hersteld.
31 van der Capellenweg 21 te Heino maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte bijgebouwen 670m2' Op het perceel is naast de woning aanwezig:
- Een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw met oppervlak van 548 m²;
- Een garage/berging met een oppervlakte van 72 m²;
-De bijgebouwen vallen grotendeels onder het overgangsrecht. In het kader van SvS- regeling uit het beleid Erven in Beweging is 50 m² uitbreiding van de garage/berging vergund. Dit leidt tot uitzonderlijke planologische situatie welke vanuit een goede ruimtelijke ordening vraagt dat de bebouwing die nu onder het overgangsrecht staat wordt gelegaliseerd.
32 Veldhoekerweg te Heino De bestemmingsvlakken 'Water'en 'Agrarisch' zijn aangepast Voor de realisatie van de waterberging aan de Veldhoekerweg is het wijzigingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied Raalte, 17e wijziging, waterbergingen Kolkwetering' is op 8 september 2015 vastgesteld. Nadien is op verzoek een gedeelte van de geplande waterberging naar een andere locatie verplaatst. De beoogde locatie is overgaan naar andere eigenaar en behoudt agrarisch gebruik. Huidig agrarisch gebruik met afwijking geregeld. De omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan verwerken in het bestemmingsplan en de bestemming omzetten van Water naar Agrarisch.
33 Wijheseweg 66 te Raalte Functie aanduiding 'opslag' is opgenomen. Het perceel is in het bestemmingsplan Buitengebied opgenomen met de bestemming ‘Wonen’ en de aanduiding ‘voormalig bedrijfsbebouwing' De opslagactiviteiten vallen onder het overgangsrecht zoals opgenomen in artikel 52.2 van het bestemmingsplan Buitengebied. Met dit Verzamelplan wordt de opslag functie hersteld.
34 Zennepweg 2 te Luttenberg Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalige bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen en bouwvlak afgestemd op huidig erf. De agrarische activiteiten op deze locatie zijn beëindigd. In het kader van SvS- regeling wordt een schuur gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken.

35 Hooilandweg Aan het perceel kad. bekend gemeente Raalte, sectie P, nummer 1175 wordt de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk- kapel' toegevoegd. Om de oprichting van een kapel op het Heemkerkhof mogelijk te maken wordt de verbeelding aangepast en de bouwregels in artikel 16 Natuur gewijzigd.
36 Raalterweg te Heino Aan het perceel kad. bekend gemeente Heino, sectie K, nummer 551 wordt de bestemming 'Natuur' toegevoegd (m.u.v. gronden behorende tot plangebied bp Buitengebied Raalte, part. herz. nr. 7, voormalig terrein Slotman De op dit perceel geldende bestemming 'Agrarisch met waarden- Landschapswaarden' voorziet niet in het gebruik als dorpsbos, welke in de jaren negentig is aangelegd in het kader van het landinrichtingsplan Ruilverkaveling Raarhoek-Veldhoek. Met dit verzamelplan wordt dit hersteld.
37 Vlaminckhorstweg 42, nabij landgoed De Vlaminckhorst In verband met een voorwaardelijke landschappelijke inpassing is de functie aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- veldschuur' opgenomen voor schuur op perceel nabij landgoed Vlaminckhorst. Het landschappelijk raamwerk van de percelen ten oosten van landgoed de Vlaminckhorst wordt versterkt. Het gebruik is en blijft overwegend agrarisch. Ten behoeve van beheer en onderhoud van het bos- en
landbouwgebied rondom het landgoed (in de directe nabijheid van de kern Heino) wordt een schuur gerealiseerd op het perceel kad. bekend. gem. Heino, sectie K, nr. 250. De ontwikkeling is met afwijking van het bestemmingsplan vergund (Z2018-8565).
De schuur wordt door middel van de aanduiding 'veldschuur' bestemd
38 Holterweg 53 te Nieuw Heeten Het woonhuis op het perceel is toegevoegd aan de lijst met gemeentelijke monumenten (Bijlage 7) De aanduiding 'karakteristiek' is opgenomen In 2013 is het aantal gemeentelijke monumenten uitgebreid van 46 naar 77. Deze actualisatie was niet verwerkt in het moederplan.
39 Ten Haveweg 39 te Mariënheem Het woonhuis op het perceel is toegevoegd aan de lijst met gemeentelijke monumenten (Bijlage 7) De aanduiding 'karakteristiek' is opgenomen In 2013 is het aantal gemeentelijke monumenten uitgebreid van 46 naar 77. Deze actualisatie was niet verwerkt in het moederplan.
40 Zwarteweg 18 te Nieuw Heeten Het woonhuis op het perceel is toegevoegd aan de lijst met gemeentelijke monumenten (Bijlage 7) De aanduiding 'karakteristiek' is opgenomen In 2013 is het aantal gemeentelijke monumenten uitgebreid van 46 naar 77. Deze actualisatie was niet verwerkt in het moederplan.
41 Spanjaardsdijk 4 te Heeten
Bestemming 'Wonen' is opgenomen Voor het perceel Spanjaardsdijk 4 in Heeten is op verzoek van de eigenaren in 2019 een bestemmingswijziging doorgevoerd van 'Bedrijf' naar 'Wonen'. Daarbij is niet het gehele kadastrale perceel nr. 3539 meegenomen, hetgeen naar nu blijkt volgens de initiatiefnemers wel had gemoeten. Met deze planherziening wordt alsnog aan deze wens tegemoetgekomen. Op het bouwblok bevindt zich ook Spanjaardsdijk 6, de bestemmingswijziging geldt alleen voor de Spanjaardsdijk 4. Om het planologisch correct uit te voeren (het is een gezamenlijk bouwblok), maakt Spanjaardsdijk 6 deel uit van de planlocatie.
Aan de Spanjaardsdijk 6 is een timmer- en klusbedrijf gevestigd. Dit bedrijf grenst aan het plangebied en valt onder categorie 2 bedrijf volgens de VNG (vergelijkbaar met dienstverlening t.b.v. de landbouw, algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²).
Voor een bedrijf in categorie 2 geldt een afstandseis van:
• 30 meter voor geur en geluid
• 10 meter voor stof
• 0 meter voor gevaar
De woning Spanjaardsdijk 4 ligt op voldoende afstand van deze bedrijfsbestemming. Het bijgebouw (oude bedrijfshal, thans in gebruik voor privé- opslag) van de Spanjaardsdijk 4 grenst vrijwel aan het perceel van Spanjaardsdijk 6. De schuur van het timmer- en klussenbedrijf staat ook vrij dicht op de eigendomsgrens. Het bedrijf wordt door deze bestemmingswijziging niet in de ontwikkelingsmogelijkheden beperkt.
42 Spekschateweg 9 en 11 Bestemming 'Wonen' en aanduiding 'voormalig bedrijfsbebouwing' zijn opgenomen De agrarische activiteiten op deze locatie zijn beëindigd. De bedrijfsgebouwen worden niet gesloopt. De bestemmingswijziging is aanvaardbaar op basis van de uitgangspunten en de voorwaarden van het bestemmingsplan voor vervolgfuncties. Voorts bestaan er vanuit de overige omgevingsaspecten geen belemmeringen om aan de bestemmingswijziging mee te werken
43 Spekschateweg 12 Het bouwvlak van bestemming Wonen is aangepast en de aanduiding en'wonen uitgesloten' (-w) en maatvoeringsaanduiding oppervlakte bijgebouw 50 m² zijn opgenomen. De eigenaar van de schuur met nummer 12 wenst de bestaande schuur van ca 50 m² te slopen en enigszins oostelijk weer op te bouwen met een zelfde oppervlak. Dit is ruimtelijk en landschappelijk niet bezwaarlijk. Het bouwvlak op die locatie wordt enigszins aangepast om dit mogelijk te maken en is dusdanig neergelegd dat de bestaande boom ontzien kan worden bij de bouw van de nieuwe schuur. Om redenen van goede ruimtelijke ordening dient uitzondering te worden gemaakt voor woonfunctie van de schuur.
44 Slikkebaardweg 1 te Heino De schuur op het perceel is toegevoegd aan de lijst met Karakteristieke panden (Bijlage 10) aanduiding 'karakteristiek' opgenomen. In opdracht van de gemeente heeft Het Oversticht in 2008 een inventarisatie van karakteristieke panden uitgevoerd. Het buitengebied is geïnventariseerd op basis van een samengestelde veldwerklijst, waarop het adres Slikkebaardsweg 1 ontbrak. In vervolg hierop zijn enkele aanvullingen gedaan. De panden en erven zijn beoordeeld op basis van vooraf vastgestelde criteria. Op 28 oktober 2019 is Slikkebaardsweg 1 bezocht door een adviseur erfgoed van Het Oversticht. Ondanks enkele aanpassingen is de bebouwing nog zeer herkenbaar en relatief gaaf bewaard gebleven. Om deze reden wordt de schuur op het adres Slikkebaardsweg 1 als karakteristiek aangemerkt. Dit wordt in de herziening verwerkt.

3.2 Algemene Aanpassingen Van De Regels

De ambtshalve wijzigingen in dit bestemmingsplan zijn voornamelijk opgenomen om de leesbaarheid en de toetsbaarheid van het plan te verbeteren en eenduidigheid de creëren. De afgelopen jaren is praktijkervaring opgedaan met het moederplan en zijn verbetermogelijkheden en omissies aan het licht gekomen. Deze verbeteringen zijn in onderhavig bestemmingsplan verwerkt.

De aanpassingen zien op de correctie van spel- en tikfouten, het verduidelijken van intenties van bepalingen en het verbeteren van de afstemming tussen onderlinge regels.

Regels/ verbeelding
Nr. Adres Wijziging Regels/ verbeelding Toelichting
1. n.v.t. In de bouwregels (waar van toepassing) is het aantal m2 voor bijgebouwen en overkappingen vergroot van 100m2 naar 150 m2 In overeenstemming met vergunningsvrij bouwen is het aantal m2 voor bijgebouwen en overkappingen vergroot van 100 m2 naar 150 m2
2. n.v.t. In de agrarische bestemming(en) is een afwijkingsregel gebruik toegevoegd (3.6, 4.6 en 5.6). Doormiddel van deze afwijking wordt het mogelijk gemaakt om bewoning toe te staan na beëindiging agrarisch bedrijf.
3 n.v.t. In de regels van de agrarische bestemming(en) is een specifiek gebruik toegevoegd (3.5, 4.5 en 5.5).

'niet- agrarische nevenfuncties in veldschuren zoals een plattelandskamer zijn niet toegestaan'
In de planregels van het moederplan is het niet geheel duidelijk dat niet- agrarische nevenfuncties niet wenselijk zijn in veldschuren. Om dit te verduidelijk is dit onder specifiek gebruik toegevoegd.
4 n.v.t. In artikel 2 Wijze van meten is een definitie van overschrijding opgenomen:
'bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 m bedraagt'.

Om duidelijkheid te geven wanneer een overstek een overkapping wordt, is onder wijze van meten een definitie toegevoegd.
5 In specifieke gebruiksregels van artikel 3.5, 4.5 en 5.5 een lid toevoegen met tekst dat het oppervlak aan bedrijfsgebouwen ten hoogste het oppervlak bedraagt zoals aangegeven middels de maatvoeringsaanduiding 'maximum oppervlak' Voor agrarisch bedrijven die inkrimpen met toepassing SvS- regeling wordt met een maatvoeringsaanduiding voor de toegestane bedrijfsbebouwing een maximale oppervlakte op de verbeelding opgenomen en daarmee op 'slot' gezet.
6 In artikel 50 Algemene wijzigingsregels (50.1 en 50.2 is tekst toegevoegd dat in een wijzigingsplan bouwtechnische toets en een sloopregeling wordt opgenomen. In de regels is opgenomen dat bij een wijzigingsplan een regeling wordt opgenomen dat een bouwtechnische toets is vereist en de sloop van gebouwen met de aanduiding
'karakteristiek' omgevingsvergunningplichtig is.
7 In artikel 31.2 sub e in de 3e rij is een vrijstaand steltenberg opgenomen met max. goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 m en 7 m.
In artikel 1 zijn de volgende begrippen opgenomen:
1.56 hooiberg
Een hooiberg is een al dan niet met wanden omsloten vrijstaand bouwwerk met roed(en) en een (beweegbare) kap.
1.111 steltenberg
een steltenberg is een hooiberg met een onderbouw die minimaal 0,5 meter onder de kap is aangekapt aan één of meerdere zijden
Gebleken is dat de bouw van een steltenberg alleen met een uitgebreide procedure vergund kan worden. Gelet op aard en omvang van dergelijke streekeigen bijgebouwen is het vergunnen met een gebruikelijke procedure meer op zijn plaats. Met deze aanpassing van de regels wordt hieraan tegemoet gekomen.

Hoofdstuk 4 Omgevingsvergunning En Projectbesluit

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk staat een overzicht van de vergunde omgevingsvergunningen en genomen projectbesluiten. Deze projecten zijn ten tijde van de vergunningverlening reeds getoetst aan het geldende beleid en wet- en regelgeving. Daarmee zijn alle projecten beleidsmatig en planologisch aanvaardbaar en om die reden meegenomen in dit verzamelplan voor het buitengebied.

4.2 Overzichtlijst

Regels/ verbeelding
Nr. Adres wijziging Besluit datum besluitnummer
1 Bloemenbosweg 14 te Luttenberg Vergroten woonbestemming, bouwvlak in verband met bouwen Steltenberg 24 juli 2018 OGV-2017-328
2 Broeklanderdijk 58 te Broekland Splitsen in 2 wooneenheden 3 juli 2012 OGV-2011-425
3 Haarlesedijk 20 te Nieuw Heeten Vergroten van het bouwvlak 11 december 2017 OGV-2017-215
4 Hagweg 30 te Raalte Vergroten van het bouwvlak en vergroten maximaal m2 bijgebouwen 10 augustus 2011 OGV-2016-068
5 Heesweg 57 te Mariënheem Toestaan van een tweede woning 1 juni 2017 OGV-2017-042
6 Heetenerdijk 17 te Nieuw Heeten Toestaan van de functie 'metaalbewerking - machinebouw' en vergroten maximaal m2 bijgebouwen 22 juni 2015 OGV-2014-078
7 Hillebrandsweg 1 te Heino Vergroten woonbestemming en bouwvlak 24 mei 2011 RB2010186
8 Hogebroeksweg 25 te Raalte Vergroten woonbestemming en bouwvlak 17 juli 2018 OGV-2014-251
9 Hogeweg 29 te Raalte Aanpassen woonbestemming en bouwvlak 8 november 2017 OGV-2017-291
10 Hogeweg 34 te Raalte Aanpassen woonbestemming en bouwvlak 29 juni 2010 RB2010059
11 Hogeweg 34 te Raalte Vergroten woonbestemming en bouwvlak 28 augustus 2017 OGV-2017-179
12 Keizersveldweg 22 te Mariënheem Toestaan van de functie 'zorgboerderij' 6 september 2016 OGV-2015-364
13 Langeslag 45a te Laag Zuthem toevoegen van de bestemming 'Groen' 12 februari 2012 OGV-2012-065
14 Nieuwe Deventerweg 17 te Raalte Toestaan van een groothandel en verkooppunt in motorbrandstoffen 1 juni 2017 OGV-2012-434
15 Okkenbroekstraat 19 te Nieuw Heeten Toestaan van een verkooppunt van motorbrandstoffen + LPG 7 juli 2015 OGV-2014-237
16 Okkenbroekstraat 36 te Nieuw Heeten Toestaan van een tweede woning 4 december 2012 OGV-2012-210
17
Portlanderdijk 13 te Nieuw Heeten vergroten van een minicamping tot 40 standplaatsen 21 augustus 2018 22018-0719
18 Reuveldsweg 4 te Broekland Aanpassen bestemmings- en bouwvlak 9 juli 2014 OGV-2013-181
19 Stokvisweg 3 te Heeten Aanpassen woonbestemming en bouwvlak 21 december 2010 RB2010007
20 Spekschateweg 10 te Heeten Vergroten woonbestemming, bouwvlak en toevoegen tweede woning 9 oktober 2012 OGV-2012-126
21 Weeleweg 10 te Heeten Aanpassen woonbestemming en bouwvlak 11 november 2014 OGV-2014-185
22 Zwarteweg 18 te Nieuw Heeten Vergroten bouwvlak 20 augustus 2014 OGV-2014-083
23 Zwarteweg 18 te Nieuw Heeten Bestemmingswijzing naar Wonen 30 juli 2013 OGV-2012-335
24 Zwarteweg 24 te Nieuw Heeten Aanpassing/toevoeging van functie- en maatvoeringsaanduidingen. 29 augustus 2013 OGV-2013-212
25 Brunselweg 2 te luttenberg Aanpassen bestemming- en bouwvlak 28 juni 2011 OGV-2010-137
26 Hondemotsweg 40 te Raalte Sprake van omissie. 2e bedrijfswoning alsnog in bouwvlak opnemen 25 augustus2011 RB2009106
27 Hellendoornseweg 41 te Mariënheem Verplaatsing van het bestemmings- en bouwvlak 4 april 2019 Z2018-12427
28 Canadastraat 53 te Heino Toevoeging van de aanduiding '2 wooneenheden' 27 september 2012 OGV-2012-192
29 Haansweg 10 te Raalte Aanpassen van het bouwvlak en goothoogte 4 augustus 2015 OGV-2014-058

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Beleid En Sectorale Onderzoeken

Voorliggend bestemmingsplan betreft een verzamelplan van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Raalte. Deze herziening bestaat uit enkele aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het gaat om correcties van de verbeelding of de regels waarbij de beleidsmatige afweging, de toets aan relevant beleid en de sectorale onderzoeken al bij het opstellen van het basisplan hebben plaatsgevonden. Hiervoor wordt dan ook verwezen naar de toelichting van het basisplan.

Gebiedsbescherming - stikstofdepositie

‘Het belangrijkste te onderzoeken effect van de ontwikkelingsmogelijkheden in het bestemmingsplan op Natura 2000 is de toename van stikstofdepositie als gevolg van ontwikkelingsmogelijkheden. Deze herziening bestaat uit enkele aanpassingen van het bestemmingsplan Buitengebied Raalte die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het gaat om correcties van de verbeelding of de regels waarbij de beleidsmatige afweging, de toets aan relevant beleid en de sectorale onderzoeken al bij het opstellen van het basisplan hebben plaatsgevonden. Aan Wet natuurbescherming wordt met dit plan voldaan want met deze herziening worden geen nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt. Dit plan staat dan ook geen nieuwe stikstofdepositie toe, tenzij daarvoor een vergunning of vvgb is verleend door het daartoe bevoegde gezag.’

5.2 Economische Uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

5.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Vooroverleg

In het kader van vooroverleg is het conceptontwerp bestemmingsplan voorgelegd aan de direct betrokkenen en verzonden aan de overlegpartners. Van de provincie Overijssel is een schriftelijke reactie ontvangen

Provincie Overijssel

Dit bestemmingsplan past in ons ruimtelijk beleid. Er zijn dan ook geen ruimtelijke belemmeringen wanneer u dit plan in deze vorm in procedure brengt. Wij adviseren de gemeente om een plan niet eerder in procedure te brengen, als er zicht is op vergunbaarheid vanuit de Wet natuurbescherming. Momenteel worden de gevolgen van de uitspraak voor de vergunningverlening in beeld gebracht. Communicatie daarover verloopt via de website van bij12 en de website www.overijssel.nl/pas

Reactie gemeente:

De overlegreactie van de provincie Overijssel leid niet tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Wel is paragraaf 5.1 aangevuld met de paragraaf 'Gebiedsbescherming - stikstofdepositie'

Hiermee is het ambtelijk vooroverleg met de provincie (uit het Bro) afgerond.

Inspraak

Gezien de beperkte impact van de wijzigingen die in deze herziening voorgesteld worden is besloten het voorontwerpbestemmingsplan niet beschikbaar te stellen voor inspraak. Het bestemmingsplan is direct daarom direct als ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd.

Ter inzage

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 26 maart tot en met 6 mei 2020 ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn er 4 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn hierna samengevat weergegeven en voorzien van een reactie van de zijde van de gemeente. Daarbij is ook aangegeven of de zienswijze aanleiding heeft gegeven tot het aanpassen van het bestemmingsplan. Deze nota zienswijzen is opgenomen in bijlage 1.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Inventarisatie Permanente Bewoning -Objectgebonden

Bijlage 3 Inventarisatie permanente bewoning -objectgebonden

Bijlage 4 Nevenfunctie Minicamping

Bijlage 4 Nevenfunctie minicamping

Bijlage 5 Karakteristieke Panden - Deel 1

Bijlage 5 karakteristieke panden - deel 1

Bijlage 6 Karakteristieke Panden Deel 2

Bijlage 6 Karakteristieke panden deel 2

Bijlage 7 Gemeentelijke Monumenten Aanvulling

Bijlage 7 Gemeentelijke monumenten aanvulling

Bijlage 8 Grenzen Zandwinning

Bijlage 8 Grenzen zandwinning

Bijlage 9 Dwarsprofielen Zandwinning

Bijlage 9 Dwarsprofielen zandwinning

Bijlage 10 Karakteristieke Panden - Deel 3

Bijlage 10 Karakteristieke panden - deel 3

Bijlage 11 Beplatingsplan Veldschuur Vlaminckhorstweg

Bijlage 11 Beplatingsplan Veldschuur Vlaminckhorstweg

Bijlage 1 Nota Zienswijzen

Bijlage 1 Nota zienswijzen