KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Maatschappelijk
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Bouwregels
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 9 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheidsaspecten
Hoofdstuk 4 Juridische Opzet
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Herziening Urkerhard

Bestemmingsplan - gemeente Urk

Vastgesteld op 30-05-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Herziening Urkerhard van de gemeente Urk;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0184.BP2013Ukhmfc-0301 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.6 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is, tevens dienstwoning;

1.7 bestaand bouwwerk:

een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.10 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten (zie toelichting voor een nadere uitleg);

1.14 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.15 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.16 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.17 dienstverlenend bedrijf en/of instelling:

een bedrijf of instelling waar diensten, zoals persoonlijke verzorging, reisbureaus, kleine reparaties en dergelijke, niet zijnde horecabedrijven, al dan niet tegen betaling, worden aangeboden;

1.18 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.19 gevellijn:

een als zodanig aangegeven lijn, die deel uitmaakt van een bouwvlak;

1.20 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.21 kantoor:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens zijn indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt te worden voor het verrichten van administratieve en/of wetenschappelijke arbeid;

1.22 kunstwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.23 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, (sociaal-)medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;

1.24 multifunctionele voorzieningen:

een voorziening voor sociaal-culturele en sport- en recreatieve functies, alsmede een horecafunctie,horeca bestaand uit catering, snackbar, evenementen, cusussen, bijeenkomsten, beurzen en bruiloften.

1.25 ondergronds bouwen:

een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk dat wordt of is gebouwd onder het maaiveld;

1.26 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is vebonden.

1.27 pand:

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is vebonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.28 peil:

de bovenkant van de afgewerkte begane grond vloer nabij de hoofdtoegang van een gebouw;

1.29 plankaart:

de plankaart van het bestemmingsplan Urkerhard, bestaande uit de geometrische verbeelding:

1.30 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf waaronder begrepen een seksclub een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.31 voorgevel:

de in de gevellijn, of binnen de in de planregels aangegeven afstand tot deze gevellijn, gebouwde zijde van een gebouw, indien een bouwperceel met meerdere zijden aan een gevellijn grenst, of als de gevellijn ontbreekt, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);

1.32 wijziging:

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening;

1.33 woning:

een gebouw of gedeelte van een gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizonttale vlak.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een multifunctionele voorziening;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen;
  3. c. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
  4. d. kantoren tot 500 m2 bvo:
  5. e. een bedrijfswoning;

met de daarbij behorende:

  1. f. tuinen, erven en terreinen;
  2. g. groenvoorzieningen;
  3. h. voet en rijwielpaden;
  4. i. parkeervoorzieningen;
  5. j. speelvoorzieningen;
  6. k. verhardingen;
  7. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

  1. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen, bijbehoren bouwwerken gelden de volgende regels:
    1. a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    2. b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan aangegeven op de plankaart;
    3. c. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan aangegeven op de plankaart, met dien verstande dat de bouwhoogte van een kerktoren niet meer mag bedragen dan 40 m.
    4. d. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3 m bedragen;
    5. e. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4 m.
  1. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
    1. a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
    2. b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3m.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing

Artikel 5 Algemene Bouwregels

Indien de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan afwijkt van de in de planregels gegeven regels, mag in afwijking van deze regels, de bestaande:

  1. a. goot- en bouwhoogte;
  2. b. oppervlakte van een bouwwerk;
  3. c. oppervlakte van een bouwvlak;
  4. d. inhoud;
  5. e. afstanden;

als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering, inhoud of oppervlakte op een legale wijze bij of krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet ruimtelijke ordening en -voorzover van toepassing- de Woningwet tot stand is gekomen.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, wordt in ieder geval gerekend, het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan ten behoeve van:

  1. 1. het oprichten van bouwwerken voor doeleinden van openbaar nut met een oppervlakte, voorzover het een gebouw betreft, van maximaal 25 m² en een maximale goothoogte van 3 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg, de kade of een waterloop, de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden;
  2. 2. het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bebouwingsgrenzen, voorzover niet zijnde bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de analoge verbeelding;
  3. 3. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van palen en masten, met een hoogte van niet meer dan 12m.

Artikel 8 Algemene Wijzigingsregels

Met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a, Wet ruimtelijke ordening kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen voor wat betreft het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de analoge verbeelding.

Artikel 9 Overige Regels

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bebouwing en beplanting in verband met in acht te nemen afstanden tot wegen ten aanzien van de verkeersveiligheid en in verband met in acht te nemen afstanden tot watergangen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan verlenen van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10 %.
  3. 3. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Herziening Urkerhard .

Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering van 30 mei 2013

De Voorzitter,

De Griffier,

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding


Op 27 oktober 2011 heeft de gemeente Urk voor de wijk Urkerhard een bestemmingsplan vastgesteld. De Raad van State heeft echter aan het perceel aan de Vlechttuinen 8 het besluit van de raad vernietigd. Het gevolg is dat het betreffende perceel geen onderdeel meer uitmaakt van het bestemmingsplan Urkerhard. De gemeente wil ook dit perceel van een actueel bestemmingsplan voorzien. Ten behoeve daarvan is dit bestemmingsplan opgesteld.


Uit de uitspraak blijkt dat er een onbedoeld verschil is ontstaan tussen de feitelijke aanwezige functies en hetgeen op grond van het bestemmingsplan Urkerhard is toegestaan. Dit betreft met name de horeca-activiteiten en de mogelijkheden voor het houden van evenementen. Met dit bestemmingsplan worden deze functies alsnog mogelijk gemaakt.

1.2 Leeswijzer


In hoofdstuk 2 wordt inhoudelijk ingegaan op het plan en de aanwezige functies. In hoofdstuk 3 vindt een verantwoording van de uitvoerbaarheidsaspecten plaats. Hoofdstuk 4 gaat in op de juridische regeling. In hoofdstuk 5 komen de economische en maatschappelijk uitvoerbaarheid aan bod.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Aan de Vlechttuinen 8 is een multifunctioneel centrum gevestigd. In het centrum vinden sport activiteiten en horeca-activiteiten plaats waaronder catering en een snackbar maar ook activiteiten als evenementen, cursussen, bijeenkomst, beurzen en bruiloften.

Voor de wijk Urkerhard is een bestemmingsplan vastgesteld. In dit bestemmingsplan was voor deze locatie een maatschappelijke bestemming opgenomen. Binnen de bestemming 'Maatschappelijk' waren horeca-activiteiten alleen maar als ondersteunende functie opgenomen. De bestaande situatie past daar niet goed binnen. Om die reden is door Raad van State voor deze locatie het bestemmingsplan Urkerhard vernietigd. Het gevolg is dat het eerdere bestemmingsplan Polderwijk van kracht is. In dit plan waren ruimere horecamogelijkheden opgenomen. Om ook dit perceel van een recent bestemmingplan te voorzien dat aansluit bij de regelingen zoals die nu op Urk gelden is het onderhavige bestemmingsplan opgesteld.

Er wordt dus niets meer geregeld dan thans bestemd en aanwezig is.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheidsaspecten

Er dient te worden aangetoond dat het plan uitvoerbaar is. Met dit plan wordt alleen het bestaande gebruik, zoals ook in het voorgaande bestemmingsplan was bestemd opnieuw vastgelegd. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in dit plan dan ook niet nodig.

Hoofdstuk 4 Juridische Opzet

Een van de doelen van de bestemmingsplanherzieningen binnen de gemeente Urk was om de diversiteit aan regelingen terug te dringen. Uitgangspunt bij het opstellen van de herzieningen was dan ook zoveel mogelijk vergelijkbare regelingen te hanteren. Het is daarom ook wenselijk om voor dit bestemmingsplan zoveel mogelijk aan te sluiten bij regeling van Urkerhard. In dit bestemmingsplan is de regeling voor maatschappelijke functies aangevuld met de in het plangebied aanwezige functies die nog niet in de functieomschrijving waren meegenomen.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid


Binnen het gebied doen zich geen ontwikkelingen voor. Alleen de bestaande situatie wordt bestemd. Dit heeft dan ook geen financiële gevolgen voor de gemeente.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan wordt opgesteld omdat door de Raad van State voor dit perceel het bestemmingplan Urkerhard is vernietigd doordat niet alle bestaande functies die al wel bij recht mogelijk waren, waren opgenomen. Het bestemmingsplan Urkerhard heeft eerder inclusief het onderhavige perceel de gebruikelijke bestemmingsplan procedure doorlopen. Het huidige gebruik op de onderhavige kavel is geen onderwerp van discussie tijdens de procedure. De gemeente acht een procedure zonder de voorbereidingsprocedure ex afdeling 3.4 Awb dan ook geoorloofd.