Herziening Zeeheldenwijk
Bestemmingsplan - Gemeente Urk
Vastgesteld op 12-12-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplanHerziening Zeeheldenwijk met identificatienummer NL.IMRO.0184.BP2023ZHW-VA01 van de gemeente Urk
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en de daarbij behorende bijlagen);
1.3 aan huis verbonden beroep of bedrijf
een bedrijfsmatig door een bewoner van de woning verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk en voor zover behorend tot maximaal milieucategorie 1 genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 2, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden en waarbij wordt voldaan aan de 'Beleidsregel 'aan huis verbonden beroep of bedrijf';
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aaneengebouwde woning
een woning in een rij van 3 of meer niet-gestapelde woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd;
1.7 achtergevel
de oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw die tegenover de voorgevel ligt;
1.8 ambacht(elijke) werkzaamheden
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
1.9 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van Monumentenwet 1988 beschikt;
1.10 balkon
een boven de grond gelegen open ruimte met balustrade aan of in de buitenmuur van een huis, welke ruimte vanuit de woning toegankelijk is;
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bebouwingspercentage
het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, dat mag worden bebouwd;
1.13 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
1.14 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.15 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
1.16 bestaand bouwwerk
Een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
1.17 bestaand gebruik
Het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan of krachtens een omgevingsvergunning die voor dat tijdstip is ingediend;
1.18 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.19 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.20 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.21 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.22 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.23 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.24 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.25 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.26 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.27 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.28 brutovloeroppervlakte (bvo)
bruto-oppervlakte als bedoeld in NEN2580;
1.29 buitenopslag
het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de (agrarische) bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke;
1.30 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bijbehorend bouwwerk;
1.31 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met een maximale bruto vloeroppervlakte van 750 m2;
1.32 dienstverlening
de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.33 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en deze die inrichting niet verbiedt;
1.34 garagebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;
1.35 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden (twee of meer wanden die tot de constructie behoren) omsloten ruimte vormt;
1.36 gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
1.37 gebruiksoppervlakte wonen
de bewoonbare vloeroppervlakte, exclusief opslagruimten en dergelijke op basis van de Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN 2580;
1.38 gestapelde woning
een woning in een gebouw, dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
1.39 gevellijn
een als zodanig aangegeven lijn, die deel uitmaakt van een bouwperceel;
1.40 groenvoorziening(en)
het geheel van de aanplant op een perceel dan wel het aanbrengen of voorzien van groen, niet zijnde halfverharding of andere groene parkeeroplossingen.
1.41 grootschalige detailhandel
een detailhandelsonderneming of instelling met een ondergrens van 1.000 m2 wvo/1.250 m2 bvo die vanwege de schaal van in- en verkoop met bijbehorende vervoersbewegingen niet passen in een centrumgebied, waarvan uitgezonderd perifere detailhandel en supermarkten;
1.42 herenhuis
aanééngebouwde woning met een statige look, gekenmerkt door een grote hoogte in relatie tot de breedte in combinatie met een verticale gevelgeleding.
1.43 hofwoning
een aanééngebouwde woning met een kleinschalig karakter, die met de tegenover gelegen woningen deel uitmaakt van een architectonische ensemble.
1.44 hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.45 horecabedrijf
horeca conform de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels;
1.46 huishouden
een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te stellen -band gerelateerde personen, dat gezamenlijk een eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in een woning, zoals een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep. Kamergewijze bewoning door studenten, seizoensarbeiders of arbeidsmigranten wordt niet beschouwd als één huishouden;
1.47 indoor-leisure
inpandige voorzieningen ten behoeve van sport, cultuur en ontspanning, zoals een bowlingcentrum, fitnesscentrum, museum, poolcentrum, sauna en wellness;
1.48 installaties
een unit of eenheid als onderdeel van een samenhangend en vaak min of meer geavanceerd systeem dat een bepaald doel dient, zoals het verwarmen/koelen van ruimtes of de opwek/opslag van energie, niet zijnde windturbines of zonnepanelen;
1.49 inrichting
inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer;
1.50 internetwinkel
detailhandel via internet, met dien verstande dat:
- a. het te koop aanbieden, de uitstalling ten verkoop en het verkopen uitsluitend geschieden via internet en niet fysiek ter plaatse;
- b. en het leveren van goederen overwegend plaatsvindt via post-, pakket- of soortgelijke bezorgdiensten;
1.51 kantoor
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening -niet zijnde detailhandel -al dan niet met een (publieksgerichte) baliefunctie;
1.52 kap
een constructie van één of meer uitsluitend hellende dakvlakken met een helling van meer dan 20- en minder dan 65 graden;
1.53 kunstwerken
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
1.54 landschapswaarden
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht;
1.55 ligplaats
de ruimte die door een plezier- of vrachtvaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, wordt ingenomen, waarbij het vaartuig gedurende het gebruik van de ligplaats direct met het land is verbonden;
1.56 maatschappelijke voorziening
voorzieningen inzake welzijn, onderwijs, opvoeding, religie, verenigingsleven, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg en cultuur alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.57 milieugevoelige functie
functies die gevoelig zijn voor hinder door geur, stof, geluid en/of gevaar, zoals wonen, medische zorgverlening, onderwijs en kinderopvang;
1.58 normaal onderhoud
werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.59 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van telecommunicatie en de gas- water en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen, en zendmasten;
1.60 ondergeschikte horeca
een onderdeel van een bedrijf of instelling, geen horecabedrijf zijnde, in welk onderdeel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers en/of werknemers van dat bedrijf of die instelling;
1.61 onderkomen
een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen een al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, chalet, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent;
1.62 onzelfstandige woonruimte
woonruimte
- zonder toegang tot de groep van met elkaar in verbinding staande, niet gemeenschappelijke ruimten van een gebruiksfunctie en;
- die niet door een huishouden of personen (onder voorwaarden) kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (badruimte, toilet en keuken) buiten de wooneenheid;
1.63 openbaar toegankelijk gebied
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied, dat voor publiek algemeen toegankelijk is;
1.64 opslag
de opslag van goederen, met uitzondering van het stallen van auto's ten behoeve van de verkoop;
1.65 overig bouwwerk (ander bouwwerk)
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.66 partnerwoning
een woning waar een cliënt met een zorgindicatie samenwoont met een (gezonde) partner;
1.67 patiowoning
een specifiek type eengezinswoning waarbij de (bepalende) buitenruimte geheel is ingesloten door de bouwmassa van de woning, de aangrenzende woning(en) en/of muren.
1.68 praktijk- en of kantoorruimte
een niet voor bewoning bestemd aangebouwd gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat uitsluitend dienstbaar is aan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
1.69 peil
de onderkant van de afgewerkte begane grond vloer ten opzichte van het naastgelegen maaiveld en de hoogte van de as van de weg;
1.70 perifere detailhandel
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, motoren, landbouwwerktuigen en –machines, aanhangwagens, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels, woninginrichting en sanitair;
1.71 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.72 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf waaronder begrepen een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.73 straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's, antenne-installaties 5G e.d.;
1.74 supermarkt
een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar in hoofdzaak levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel – en in beperkte mate huishoudelijke artikelen worden verkocht, met een bruto vloeroppervlakte groter dan 750 m2;
1.75 twee-aaneengebouwde woning
woning die aan één zijde middels het hoofdgebouw met een andere woning is verbonden;
1.76 vegetatie- of waterbergend dak
een dak begroeid met beplanting of met waterbergend vermogen ten behoeve van duurzaamheid;
1.77 verbeelding
de digitale verbeelding van het bestemmingsplan;
1.78 verdieping(en)
de bouwlaag, respectievelijk bouwlagen, die boven de begane grondbouwlaag is/zijn gelegen;
1.79 versmarkt
een detailhandelsbedrijf al dan niet in de vorm van een zelfbedieningszaak waar in hoofdzaak levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen, zoals groente, brood, vlees en zuivel – en in beperkte mate huishoudelijke artikelen worden verkocht, met een bruto vloeroppervlakte kleiner dan 812 m2 bvo;
1.80 voorgevel
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
1.81 voorgevellijn
de naar de weg toegekeerde gevellijn van een bouwperceel;
1.82 voorste bouwperceelsgrens
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste bouwperceelsgrens aan;
1.83 vrijstaande woning
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;
1.84 waterhuishoudkundige voorzieningen
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterpartijen, oevers en taluds, waterberging, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang, voorzieningen voor de waterhuishouding e.d.;
1.85 waterwonen
wonen in woningen op of aan het water;
1.86 wijkgebouw
een wijkgebouw is een gebouw waar verschillende wijkverzorgende functies terecht kunnen en dito activiteiten worden georganiseerd, zoals een kleinschalige ruimteverhuur, een jeugdpunt, een steunpunt, een centrum voor jeugd en gezin, de GGD, etc. Een wijkgebouw functioneert als ontmoetingsplek;
1.87 wonen
het gehuisvest zijn in een woning;
1.88 woning
een complex van ruimten in een gebouw inclusief aan- en uitbouwen, dat blijkens de indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.89 woongebouw
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.90 woningsplitsing
het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning of zelfstandige woonruimte of een gedeelte daarvan naar twee of meer woningen/zelfstandige woonruimten;
1.91 woningomzetting
het omzetten van een (gedeelte van een) woning of zelfstandige woonruimte naar één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n), alsook het omzetten van één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n) naar één of meerdere woningen of zelfstandige woonruimten;
1.92 wooneenheid
een gedeelte van een woning of ander gebouw dat bedoeld/bestemd is voor afzonderlijke bewoning;
1.93 woonruimte
besloten ruimte die, al dan niet tezamen met andere ruimten, bestemd of geschikt is voor nagenoeg zelfstandige bewoning door één huishouden;
1.94 zelfstandige woonruimte
woonruimte
- met een eigen toegang tot de groep van met elkaar in verbinding staande, niet gemeenschappelijke ruimten van een gebruiksfunctie,
- die door een huishouden of personen (onder voorwaarden) kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (badruimte, toilet en keuken) buiten de wooneenheid.
1.95 zone
een in het plan als zodanig aangegeven gebied, waarvoor speciale, aanvullende bepalingen gelden in verband met de afweging van alle in het geding zijnde belangen;
1.96 zorgwonen
wonen met zorg voor mensen die vanwege hun leeftijd, gezondheid of beperkingen aangewezen zijn op enige zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional, vrijwilliger of mantelzorger wordt verstrekt;
1.97 zorgwoning
een woning die gekoppeld is aan een zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s) met een geïndiceerde zorgbehoefte.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de loodrechte afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
2.2 het bebouwingspercentage
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van een bouwvlak indien dat in de planregels wordt aangegeven;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals gesteld in artikel 2.10;
2.4 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.5 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
2.6 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.9 het verhardingspercentage
het al dan niet op de plankaart nader bepaalde percentage van gronden dat ten hoogste mag worden verhard, waarin ook het verharde deel van half- of deels verharde parkeeroplossingen mee wordt gerekend als verharding;
2.10 overige
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, ingangspartijen, galerijen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden. Onder ondergeschikte bouwdelen vallen geen windturbines op daken of soortgelijke voorzieningen;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten behorend tot milieucategorie 1 of 2 zoals genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen in Bijlage 2, met uitzondering van zelfstandige kantoren en verkooppunten van voertuigen of motorbrandstoffen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer' voor het toestaan van perifere detailhandel en/of grootschalige detailhandel, met uitzondering van een tuincentrum;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' voor het toestaan van een tuincentrum;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning' voor het toestaan van indoor-leisure;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', voor het toestaan van kantoren;
met daarbij horende:
- f. ondergeschikte horeca;
- g. bouwwerken;
- h. verhardingen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. water;
- l. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- m. wegen, voet- en fietspaden.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- e. de sociale veiligheid;
- f. externe veiligheid;
- g. duurzaamheid.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:
a. Lid 3.2.1 onder a en afwijken van het geldende Beeldkwaliteitsplan Overgangszone indien:
1. op advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit de hardheidsclausule kan worden toegepast;
2. het college besluit dat sprake is van een bijzondere omstandigheid waardoor andere belangen zwaarder wegen dan het welstandsbelang;
b. lid 3.2.2 onder b indien door een gewijzigde kavelinverdeling 2 verschillende bouwhoogtes op één bouwperceel gelden. In dat geval geldt de maximum bouwhoogte die voor het grootste deel van het bouwperceel van toepassing is.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Gemengd - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat maximaal 1 kerkgebouw is toegestaan;
- b. detailhandel;
- c. maximaal 1 sporthal;
- d. indoor-leisure;
- e. wonen;
- f. horeca, behorend tot horeca 1 of 2, zoals opgenomen in Bijlage 1;
- g. aan huis verbonden beroep of bedrijf; mits wordt voldaan aan de beleidsregel aan huis verbonden beroep of bedrijf;
met daarbij horende:
- h. bouwwerken;
- i. verhardingen;
- j. parkeervoorzieningen,
- k. groenvoorzieningen;
- l. water;
- m. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- n. wegen, voet- en fietspaden.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de parkeersituatie;
- d. de milieusituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de sociale veiligheid;
- g. externe veiligheid;
- h. duurzaamheid.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. water;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'ecologie' voor het realiseren van natuurcompensatie, waarbij het bepaalde in 22.3 van toepassing is;
- d. kunstwerken
met daarbij horende:
- e. voet- en fietspaden;
- f. speelvoorzieningen;
- g. vlonders en steigers;
- h. straatmeubilair;
- i. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- j. voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer.
5.2 Bouwregels
5.3 Gebruiksregels
5.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 5.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de duurzaamheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Maatschappelijk
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonzorglocatie' zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
- 1. zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' het maximum aantal zorgwoningen niet meer mag bedragen dan is aangeduid op de verbeelding;
- 2. partnerwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - partnerwoning' met dien verstande dat het maximum aantal partnerwoningen niet meer mag bedragen dan 9;
- 3. bij zorgwoningen horende voorzieningen, waaronder begrepen gemeenschappelijke voorzieningen en een bezoekersruimte;
- 4. voorzieningen voor dagbesteding;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij', uitsluitend een kinderboerderij voor het houden en beweiden van dieren met de daarbij horende voorzieningen en activiteiten, en tevens daaraan ondergeschikte detailhandel in zelfgemaakte artikelen, een speeltuin en natuur- en milieueducatie, met dien verstande dat het aantal kinderboerderijen binnen de bestemming niet meer dan 1 bedraagt;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', ondergeschikte kantoorruimte ten behoeve van de functies genoemd onder b en c;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfsingel' de instandhouding en ontwikkeling van de afschermende erfbeplanting met bijbehorende erfsloot op het perceel;
- f. ondergeschikte horeca;
- g. bouwwerken;
- h. verhardingen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. water;
- k. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- l. wegen, voet- en fietspaden;
- m. parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- e. de sociale veiligheid;
- f. externe veiligheid;
- g. duurzaamheid.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Omgevingsvergunning, voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ontsluitingswegen gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'brug', tevens een brug voor snel verkeer;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'ecologie' voor het realiseren van natuurcompensatie, waarbij het bepaalde in lid 22.3 van toepassing is;
met daarbij horende:
- d. in- en uitvoegstroken;
- e. voet- en fietspaden;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. kunstwerken;
- h. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- k. straatmeubilair.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 7.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid;
- c. duurzaamheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Verkeer - Verblijfsgebied
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonerven;
- b. woonstraten;
- c. parkeervoorzieningen;
met daarbij horende:
- d. voet- en fietspaden;
- e. speelplaatsen en buurtgroen;
- f. kunstwerken;
- g. water;
- h. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- i. straatmeubilair.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 8.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de duurzaamheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik in strijd met het bepaalde in artikel 22.2 ten aanzien van het parkeren.
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Water
9.1 Bestemmingsomschrjiving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds;
- b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. instandhouding en ontwikkeling van daar voorkomende natuur- en landschapswaarden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'ecologie' voor het realiseren en in stand houden van natuurcompensatie, waarbij het bepaalde in artikel 22.3 van toepassing is;
- e. kunstwerken
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering, van de in 9.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
- a. de (water)verkeersveiligheid;
- b. ter bescherming van de aanwezige landschaps- en natuurwaarden van het omringende gebied;
- c. de landschappelijke inpassing;
- d. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- e. de milieusituatie;
- f. de duurzaamheid;
- g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- h. de sociale veiligheid.
9.4 Specifieke gebruiksregels
9.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Wonen - Akkers
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Akkers' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. maatschappelijke voorzieningen;
- c. aan huis verbonden beroep of bedrijf;
met daarbij horende:
- d. bouwwerken;
- e. tuinen;
- f. verhardingen;
- g. woonerven;
- h. woonstraten;
- i. toegangswegen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. voet- en fietspaden;
- l. groenvoorzieningen, waarbij geldt dat het percentage openbare groenvoorzieningen en water gezamenlijk minimaal 10% van de opperlvakte Wonen - Akkers dient te bedragen;
- m. kunstwerken;
- n. water;
- o. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
alsmede voor:
- p. beheer en onderhoud van gronden gelegen binnen aangrenzende bestemmingen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de duurzaamheid;
- g. externe veiligheid.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in:
- a. Lid 10.2.1. onder a afwijken van het Beeldkwaliteitsplan Akkers indien:
- 1. op advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit de hardheidsclausule kan worden toegepast.
- 2. het college besluit dat sprake is van een bijzondere omstandigheid waardoor andere belangen zwaarder wegen dan het welstandsbelang
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 11 Wonen - Nieuwe Dorp
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Nieuwe Dorp' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen
met daarbij horende:
- b. aan huis verbonden beroep of bedrijf;
- c. bouwwerken;
- d. tuinen;
- e. verhardingen;
- f. woonstraten;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. voet- en fietspaden;
- i. groenvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de duurzaamheid;
- g. externe veiligheid.
11.4 Afwijken van de bouwregels
- a. burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in 11.2.3 onder g voor het bouwen van een erker, waarbij de afstand tot de aan de weg gelegen bouwperceelsgrens minder dan 3 meter bedraagt, mits:
- 1. de afstand niet minder dan 1 meter wordt;
- 2. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 11.2.7.
- b. burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in 11.2.3 bij Maatvoering onder j, ten behoeve van een afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens van minder dan 2 meter, mits:
- 1. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 11.2.7.
11.5 Specifieke gebruiksregels
11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Gemengd - Uit Te Werken
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten die zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen in Bijlage 2 behorende bij deze regels onder de categorieën 1 tot en met 2;
- b. maatschappelijke voorzieningen;
- c. indoor-leisure;
- d. wonen;
- e. aan huis verbonden beroep of bedrijf;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' geldt dat:
- 1. wonen niet is toegestaan en;
- 2. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- g. perifere detailhandel en grootschalige detailhandel;
met daarbij horende:
- h. ondergeschikte horeca;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfsingel' de instandhouding en ontwikkeling van de afschermende erfbeplanting met bijbehorende sloot op het perceel, direct aansluitend aan de zijdelingse bouwperceelsgrens en de achtergrens van het perceel;
- j. bouwwerken;
- k. verhardingen;
- l. parkeervoorzieningen;
- m. groenvoorzieningen;
- n. water;
- o. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
- p. wegen, voet- en fietspaden;
- q. kunstwerken.
alsmede voor:
- r. beheer en onderhoud van gronden gelegen binnen aangrenzende bestemmingen.
12.2 Uitwerkingsregels
- a. Voor de in lid 12.1 bedoelde gronden geldt dat verhardingen zoals bedoeld in 12.1 onder l zijn toegestaan, waarbij geldt dat in het geval van een bouwperceel:
- 1. maximaal 80% van de onbebouwde oppervlakte mag worden verhard;
- 2. het percentage onder 1 mag worden overschreden mits:
- de overschrijding in oppervlakte volledig wordt gecompenseerd door een vegetatiedak op bebouwing op hetzelfde bouwperceel;
12.3 Bouwregels
Zolang en voor zover een hiertoe strekkend uitwerkingsplan nog niet in werking is getreden, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
12.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Woongebied - Uit Te Werken
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend in de vorm van onderwijs en, intramurale zorg;
- c. aan huis verbonden beroep of bedrijf;
met daarbij horende:
- d. bouwwerken;
- e. tuinen;
- f. verhardingen;
- g. woonerven;
- h. woonstraten;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. voet- en fietspaden;
- k. groenvoorzieningen;
- l. kunstwerken;
- m. water;
- n. nutsvoorzieningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van het koude- warmtenet;
alsmede voor:
- o. beheer en onderhoud van gronden gelegen binnen aangrenzende bestemmingen.
13.2 Uitwerkingsregels
13.3 Bouwregels
Zolang en voor zover een hiertoe strekkend uitwerkingsplan nog niet in werking is getreden, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Artikel 14 Waarde - Archeologie 1 Zhw
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1 ZHW' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
14.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1 ZHW' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2 Zhw
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2 ZHW' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2 ZHW' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 16 Waarde - Archeologie 3 Zhw
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3 ZHW' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3 ZHW' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 17 Waarde - Archeologie 5
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 18 Waarde - Archeologie 6
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 6 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 19 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - waterstaatkundige functie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor:
- a. watergangen, waterpartijen, oevers en taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, instandhouding en ontwikkeling van daar voorkomende natuur- en landschapswaarden.
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
19.2 Bouwregels
Binnen deze dubbelbestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze dubbelbestemming worden gebouwd waarbij de volgende regels gelden:
- a. de bouwhoogte van scheepvaarttekens niet meer dan 15 m mag bedragen;
- b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 2,5 m mag bedragen.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ten dienste van de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, met dien verstande dat:
- a. voorafgaande aan de bouw het bevoegde waterstaatsgezag daarover is geraadpleegd;
- b. de waterstaatkundige belangen zich daar tegen niet verzetten.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene Bouwregels
21.1 Bestaande bebouwing
Indien de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan afwijkt van de in de planregels gegeven regels, mag in afwijking van deze regels, de bestaande:
- 1. goot- en bouwhoogte;
- 2. oppervlakte van een bouwwerk;
- 3. oppervlakte van een bouwvlak;
- 4. inhoud;
- 5. afstanden,
als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering, inhoud of oppervlakte op een legale wijze bij of krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet ruimtelijke ordening en -voorzover van toepassing- de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen.
21.2 Hogere waarde geluid
Wanneer bij uitwerkingsplannen een besluit hogere waarde geluid moet worden vastgesteld, geldt het volgende:
- a. Bij de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning gelden de regels zoals opgenomen in de beleidsregels 'Hogere waarde geluid';
- b. Bij de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld onder a worden de beleidsregels betrokken, zoals die op het moment van indiening van de aanvraag gelden.
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
22.1 Gebruik
- a. Het is verboden de gronden of opstallen te gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming;
- b. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruiken van een bijbehorend bouwwerk bij een woning ten dienste van bewoning door een persoon die vanwege zijn gezondheidstoestand is aangewezen op de niet bedrijfsmatige zorg van een bewoner van de woning;
- c. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van:
- 1. gebouwen ten behoeve van een seksinrichting;
- 2. gebouwen ten behoeve van een internetwinkel met afhaalpunt;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woonruimte;
- 4. gronden als staanplaats voor onderkomens;
- 5. gronden als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen, materialen en producten, voor zo ver niet noodzakelijk in verband met het normale beheer en onderhoud van de gronden;
22.2 Parkeergelegenheid en laad - en losmogelijkheid
- a. Bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruik, bouwen of afwijken dient, indien de omvang of de bestemming van een gebouw en/of het terrein daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, motorfietsen, fietsen, of andere voertuigen, op eigen terrein in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op of onder het gebouw, en/of op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw of terrein behoort. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer. De parkeergelegenheid bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruik, bouwen of afwijken wordt bepaald aan de hand van de Beleidsregels 'Parkeren Urk' zoals deze gelden op het moment van de indiening van de aanvraag;
- b. De onder a bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare auto's. Aan deze eis wordt voldaan door vast te houden aan de richtlijnen en maatvoering conform de Beleidsregels 'Parkeren Urk' of later door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vervangende beleidsregel(s);
- c. Indien de bestemming van een gebouw of het terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
- d. Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde onder a, b en c:
- 1. indien het voldoen aan die bepalingen op overwegende bezwaren stuit; en
- 2. voor zover op andere redelijke wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien; en
- 3. dient daarbij te voldoen aan de afwijkingsregels als opgenomen in de Beleidsregels 'Parkeren Urk' of later door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen vervangende beleidsregel(s).
- e. Ruimte(n) voor het bepaalde onder a, b en c dient, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze regels nodig is, beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik met de bestemming.
22.3 Ecologisch waardevolle zones
- a. Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
1. het gebruiken of het laten gebruiken van het op zodanig wijze aanbrengen van openbare verlichting, terreinverlichting, dan wel andere kunstmatige verlichting op gronden en/of aan bouwwerken langs de Urkervaart, niet zijnde vervanging van reeds voor het van kracht worden van dit bestemmingsplan aanwezige verlichting, waardoor de vliegroute van vleermuizen, zijnde de gronden op de verbeelding aangeduid met de aanduiding 'ecologie' niet meer als zodanig zal worden gebruikt;
2. het aanpassen van de oevers waardoor de op de verbeelding aangeduide gronden met de aanduiding 'ecologie' niet meer als zodanig zullen worden gebruikt;
- b. Met het oog hierop dient bij het aanbrengen van nieuwe verlichting langs de Urkervaart of het aanpassen van de oevers uit een door een deskundige opgestelde verklaring of rapport te blijken, dat deze verlichting of aanpassingen het leefgebied van de vleermuis, wezel of rugstreeppad niet zodanig zal verstoren, dat het gebruik hiervan afneemt.
22.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 23 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan ten behoeve van:
- a. het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bebouwingsgrenzen, voor zover niet zijnde bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de analoge verbeelding;
- b. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van palen en masten, met een hoogte van niet meer dan 12 meter.
- c. het verhogen van het woningaantal per deelgebied met maximaal 10 woningen, mits hierbij het totale aantal woningen voor het totale plangebied het maximum van 1650 woningen niet wordt overschreden.
Artikel 24 Algemene Wijzigingsregels
24.1 Algemeen
Met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a, Wet ruimtelijke ordening kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen voor wat betreft het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de verbeelding.
Artikel 25 Overige Regels
25.1 Algemene nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bebouwing en beplanting in verband met het in acht te nemen van afstanden tot wegen ten aanzien van verkeersveiligheid en in verband met het in acht nemen van afstanden tot watergangen.
25.2 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze gelden op het moment van vaststelling van dit plan.
Hoofdstuk 4 Hogere Grenswaarden Wet Geluidhinder
Artikel 26 Hogere Grenswaarden Verkeerslawaai
26.1 Hogere waarde bestaande woning
Met het vaststellen van dit bestemmingsplan wordt, gebruikmakend van artikel 7c, lid 9 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet, ter hoogte van de volgende bestaande woningen de daarbij aangegeven hogere grenswaarden ingevolge artikel 83, lid 1 van de Wet geluidhinder vastgesteld:
Woning | Maatgevende weg | Hogere grenswaarde (Lden) |
Urkerweg 60 | Urkerweg (N351) | 58 dB |
26.2 Overige zone - hogere waarde geluid 58 dB
- a. Met het vaststellen van dit bestemmingsplan wordt, gebruikmakend van artikel 7c, lid 9 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet, ter plaatse van de volgende aanduiding de daarbij aangegeven hogere grenswaarde ingevolge artikel 83, lid 1 van de Wet geluidhinder vastgesteld:
Aanduiding | Maatgevende weg | Hogere grenswaarde (Lden) |
'Geluidszone - Weg - Hogere Waarde Geluid 58dB' | Ensgat Urkerweg Michiel de Ruyterallee | 58 dB 58 dB 58 dB |
- b. Bij de beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg - hogere waarde geluid 58dB' gelden de regels zoals opgenomen in de beleidsregels 'Aanvaardbaar woon- en leefklimaat'.
26.3 geluidzone - weg - geluidsgevoelige zone
- a. Binnen de zone 'geluidzone - weg - geluidsgevoelige zone' mogen geen geluidsgevoelige functies worden opgericht, tenzij voldaan is aan de eisen zoals gesteld in de beleidsregels 'Hogere Waarde geluid' en 'Aanvaardbaar Woon en leefklimaat'.
Hoofdstuk 5 Overgangs- En Slotregels
Artikel 27 Overgangsrecht
27.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
27.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 28 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Herziening Zeeheldenwijk'.
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Aanmeldingsnotitie Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 1 Aanmeldingsnotitie vormvrije m.e.r.-beoordeling
Bijlage 2 Actualisatie Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 2 Actualisatie akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Waterparagraaf Zeeheldenwijk
Bijlage 3 Waterparagraaf Zeeheldenwijk
Bijlage 4 Waarden- En Verwachtingenkaart Programma Archeologie
Bijlage 4 Waarden- en verwachtingenkaart programma Archeologie
Bijlage 5 Rapportage Archeologisch Vooronderzoek En Verkennend Booronderzoek
Bijlage 5 Rapportage archeologisch vooronderzoek en verkennend booronderzoek
Bijlage 6 Addendum Beschermde Soorten
Bijlage 6 Addendum beschermde soorten
Bijlage 7 Beheerplan Kleine Marterachtigen Zeeheldenwijk
Bijlage 7 Beheerplan kleine marterachtigen Zeeheldenwijk
Bijlage 8 Oppervlaktewatertoetsing Zeeheldenwijk Actualisatie
Bijlage 8 Oppervlaktewatertoetsing Zeeheldenwijk actualisatie
Bijlage 9 Aeriusberekening 2025
Bijlage 9 Aeriusberekening 2025
Bijlage 10 Aeriusberekening 2040
Bijlage 10 Aeriusberekening 2040
Bijlage 11 Ladderonderbouwing Maatschappelijke Voorzieningen En Zorgwoningen Schokkerhoek
Bijlage 11 Ladderonderbouwing maatschappelijke voorzieningen en zorgwoningen Schokkerhoek
Bijlage 12 Ladderonderbouwing Woningen Schokkerhoek
Bijlage 12 Ladderonderbouwing woningen Schokkerhoek
Bijlage 13 Nge Onderzoek Schokkerhoek 2020
Bijlage 13 NGE onderzoek Schokkerhoek 2020
Bijlage 14 Stikstofrapport
Bijlage 15 Vormvrije M.e.r. Besluit Herziening Zeeheldenwijk
Bijlage 15 Vormvrije m.e.r. besluit herziening Zeeheldenwijk
Bijlage 16 Onderzoek Milieusituatie Bdt Fase 5
Bijlage 16 Onderzoek milieusituatie BDT Fase 5