Kom Urk 2013
Beheersverordening - Urk
Vastgesteld op 27-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
de beheersverordening Kom Urk 2013 van de gemeente Urk;
1.2 beheersverordening:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0184.BV2013KOMURK- 0301 met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ambachtelijk verzorgende bedrijvigheid:
ondergeschikte bedrijvigheid waarin geheel of overwegend door middel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, van goederen die verband houden met het ambacht;
1.6 archeologische verwachtingswaarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kans op archeologische vondsten in dat gebied;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bedrijf aan huis:
het bedrijfsmatig door een bewoner van de woning verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
1.9 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is, tevens dienstwoning;
1.10 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.11 beroep aan huis:
een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten door een bewoner van de woning op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de aangebouwde
1.12 bestaand bouwwerk:
een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
1.13 bestaande situatie (bebouwing en gebruik):
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen;
1.14 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat, door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, onder welk gedeelte niet is begrepen een vliering of onderbouw;
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.22 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.23 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.25 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, zoals de uitoefening van administratieve werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bankwezen of naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.26 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 gevellijn:
een als zodanig aangegeven lijn, die deel uitmaakt van een bouwvlak;
1.28 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.29 horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plaatse, of met bezorg- en/of afhaalservice, of een bedrijf waar muziek ten gehore wordt gebracht en gelegenheid wordt gegeven tot dansen, of een bedrijf waar gelegenheid tot overnachten wordt geboden, zoals beschreven in de 1;
1.30 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van de administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.31 kunstwerk:
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
1.32 kwetsbare objecten:
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
1.33 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, (sociaal-)medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.34 nadere eis:
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub d Wet ruimtelijke ordening;
1.35 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub c Wet ruimtelijke ordening;
1.36 ondergeschikte horeca:
een onderdeel van een bedrijf of instelling, geen horecabedrijf zijnde, in welk onderdeel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers en/of werknemers van dat bedrijf of die instelling;
1.37 perceel:
stuk grond zoals kadastraal is aangegeven of zoals in het huurcontract is opgenomen;
1.38 perifere detailhandel:
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en in goederen die vanwege de omvang en aard een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling te weten: bouwmarkten, tuincentra, de verkoop in grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en goederen voor woninginrichting waaronder meubels met een minimale oppervlakte van 1.000 m² bvo;
1.39 praktijk- en of kantoorruimte:
een niet voor bewoning bestemd aangebouwd gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat uitsluitend dienstbaar is aan de uitoefening van een beroep aan huis;
1.40 risicovolle inrichting (bevi-inrinchting):
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in de beheersverordening toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.41 seksinrichting/prostitutiebedrijf:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, seksautomatenhal, een seksbioscoop, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.42 staat van bedrijfsactiviteiten:
een als in de bijlage bij deze regels behorende en daarvan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.43 verkoopvloeroppervlak:
de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
1.44 voorgevel:
de in de gevellijn, of binnen de in de planregels aangegeven afstand tot deze gevellijn, gebouwde zijde van een gebouw, indien een bouwperceel met meerdere zijden aan een gevellijn grenst, de als zodanig door de burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);
1.45 vrijstaande woning:
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw;
1.46 wijziging:
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening;
1.47 woning:
gebouw of gedeelte van een gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen in de vorm van begeleid wonen door (licht-)verstandelijke gehandicapten en ex-psychiatrische patiënten;
1.48 zone:
een in het plan als zodanig aangegeven gebied, waarvoor speciale, aanvullende bepalingen gelden in verband met de afweging van alle in het geding zijnde belangen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 gevellijn:
de figuur 'gevellijn' op de verbeelding geeft de gevel aan, waaraan de goothoogte wordt gemeten. Aan de 'gevellijn' is tevens de nokrichting gerelateerd;
2.2 peil:
door de gemeente vastgesteld of vast te stellen peil nabij de hoofdtoegang van een gebouw (bovenkant afgewerkte begane grond vloer);
2.3 de goothoogte van een hoofdgebouw
vanaf het peil van de op de verbeelding aangegeven gevellijn tot de onderkant van de goot, waarbij de bestaande goothoogtes uitgangspunt zijn;
2.4 de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk
vanaf het gemiddelde peil tot aan het horizontale snijlijn van het dakvlak en het gevelvlak;
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.8 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen, inclusief de vergunningvrije bouwwerken;
2.9 het bebouwingspercentage:
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;
2.10 overige:
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, ingangspartijen, galerijen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 0,5 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven als genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 2 Staat vanBedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
- b. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- c. scheepswerf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifiek vorm bedrijf - scheepswerf';
- d. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
met daarbij behorende:
- e. bouwwerken;
- f. tuinen;
- g. erven;
- h. terreinen;
- i. parkeervoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. het vestigen van bedrijven welke niet zijn genoemd in 3.1 sub a;
- b. detailhandel;
- c. horeca;
- d. inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit besluit luidt op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan;
- e. bevi-inrichtingen;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan bedrijfsmatige opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- g. wonen, waar dit niet middels een aanduiding 'wonen' op de verbeelding is aangegeven.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'bedrijf- en nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
- b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met de daarbij behorende: - c. erven en terreinen;
- d. bergbezinkbassins;
- e. groenvoorzieningen;
- f. paden.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. ondergeschikte ambachtelijke verzorgende bedrijvigheid;
- c. wonen in combinatie met detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- d. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
met daarbij behorende: - e. bouwwerken;
- f. tuinen;
- g. erven;
- h. terreinen;
- i. parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;c. de milieusituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. wonen, waar dit niet middels een aanduiding 'wonen' op de verbeelding is aangegeven;
- b. grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentra en supermarkten.
5.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 6 Dienstverlening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. dienstverlening;
- c. verzorging (kapsalons, schoonheidssalons);
- d. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- e. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met daarbij behorende:
- f. bouwwerken;
- g. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wonen wordt begrepen, waar dit niet middels een aanduiding 'wonen' op de verbeelding is aangegeven.
6.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. horecabedrijven categorie 1 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=1';
- c. horecabedrijven categorie 3 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=3';
- d. dienstverlening;
- e. ambachtelijk verzorgende bedrijven;
- f. wonen;
met de daarbij behorende: - g. bouwwerken;
- h. verhardingen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel en tuincentra worden begrepen.
7.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. speelvoorzieningen;
- c. voet- en fietspaden;
- d. water;
- e. steigers;
- f. kunstwerken;
- g. straatmeubilair;
- h. nutsvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
Artikel 9 Horeca
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven categorie 1 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=1';
- b. horecabedrijven categorie 2 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=2';
- c. horecabedrijven categorie 3 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=3';
- d. horecabedrijven categorie 4 van Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'H=4';
- e. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
met de daarbij behorende: - f. bouwwerken;
- g. verhardingen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
- a. horeca-activiteiten uit een hogere categorie horeca dan aangegeven op de verbeelding en beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten;
- b. wonen, waar dit niet middels een aanduiding 'wonen' op de verbeelding is aangegeven.
9.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. ondergeschikte detailhandel tot maximaal 20% van het bruto vloeroppervlak met een maximum van 25 m², ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- c. ondergeschikte horeca tot maximaal 20% van het bruto vloeroppervlak, ter plaatse van de aanduiding H;
- d. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- e. kerken, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kerk';
- f. begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- g. waterreservoir, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterreservoir';
- h. galerie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - galerie';
met de daarbij behorende: - i. bouwwerken;
- j. verhardingen;
- k. parkeervoorzieningen;
- l. groenvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 11 Verkeer - Verblijfsgebied
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'verkeer- en verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonstraten;
- b. water;
- c. voet- en fietspaden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. speelvoorzieningen;
- g. kunstwerken;
- h. straatmeubilair;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. bermen en taluds.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watergangen, waterpartijen;
- b. waterhuishouding;
- c. bruggen;
- d. oevers en taluds.
12.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. vrije beroepen zoals opgenomen in Bijlage 3;
- c. stalling en opslag, ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - berging';
- d. bedrijvigheid tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in Bijlage 2, ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
met de daarbij behorende: - e. bouwwerken;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. tuinen;
- h. erven;
- i. paden.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
- a. de in Bijlage 4 van de regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieusituatie;
- d. de verkeerssituatie;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik van de gronden ten behoeve van beroep en bedrijf aan huis, met uitzondering van vrije beroepen zoals genoemd in Bijlage 3;
Onder strijdig gebruik wordt verstaan het uitoefenen van een Bed & breakfast en:
- a. het vloeroppervlak ten behoeve van de Bed & breakfast bedraagt meer dan 35 m²;
- b. er wordt slaapgelegenheid geboden aan meer dan zes personen;
- c. er is geen hoofdbewoner meer woonachtig;
- d. de uitstraling als woning is aangetast.
13.5 Afwijking van de gebruiksregels
Artikel 14 Waarde - Archeologie 1
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere aan de gronden toegekende bestemmingen, prevaleert de bestemming 'Waarde - Archeologie 1'.
14.2 Bouwregels
14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Waarde - Archeologie 2
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere aan de gronden toegekende bestemmingen, prevaleert de bestemming 'Waarde - Archeologie 2'.
15.2 Bouwregels
15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: de bescherming en instandhouding van het dorpsgezicht, zoals beschreven in het Aanwijzingsvoorstel voor bescherming van Urk als beschermd gezicht in de zin van de Monumentenwet 1988 in Bijlage 4 bij deze regels.
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijking van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 16.2, indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in 16.1beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 17 Waterstaat - Waterkering
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterkering. De belangen van deze dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
17.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in 17.1 bedoelde gronden geldt dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
17.3 Afwijking van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan in afwijking van het bepaalde in 17.2 worden toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde kunnen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende waterbeheerder.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 19 Algemene Bouwregels
Indien de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening afwijkt van de in de planregels gegeven regels, mag in afwijking van deze regels, de bestaande:
- a. goot- en bouwhoogte;
- b. oppervlakte van een bouwwerk;
- c. oppervlakte van een bouwvlak;
- d. inhoud;
- e. afstanden;
als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering, inhoud of oppervlakte op een legale wijze tot stand is gekomen.
Artikel 20 Algemene Afwijkingsregels
20.1 Algemene regels
Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat in afwijking van de regels van het plan:
- a. bouwwerken voor doeleinden van algemeen nut worden opgericht, met een oppervlakte, voor zover het een gebouw betreft, van maximaal 25 m² en een maximale goothoogte van niet meer dan 3 m, in verband waarmee bij het oprichten van bedoelde bouwwerken langs een weg de wegbeheerder en/of het waterschap gehoord worden;
- b. geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bebouwingsgrenzen, goot- en/of bouwhoogten en bestemmingsgrenzen worden aangebracht, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de verbeelding; ;
- c. bouwwerken, geen gebouw zijnde, in de vorm van palen en masten worden opgericht, met een bouwhoogte van niet meer dan 12 m.
20.2 Overschrijden bestemmings- en bouwgrenzen
Met een omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat in afwijking van de regels van het plan, bestaande bestemmings- en bouwgrenzen worden overschreden zoals op de kaart is aangegeven met dien verstande dat:
- 1. de grens waar de van de naar oppervlakte kleinste der te overschrijden bestemming met niet meer dan 10% van de oppervlakte van die bestemming wordt overschreden.
- 2. de maximaal toegestane goot- en/of bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 10% wordt overschreden.
- 3. een goede ruimtelijke ontwikkeling van het, in het plan, begrepen gebied niet mag worden geschaad.
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
21.1 Aanduidingsregels
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie- 50db(a)' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai en mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
21.2 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie- 50db(a)' is de bouw van geluidgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder uitsluitend toegestaan indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidgevoelige bebouwing niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Artikel 22 Algemene Procedureregels
Bij gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen op grond van artikel 3.6 lid 1 sub d Wet ruimtelijke ordening is de volgende procedure van toepassing:
- a. Het ontwerpbesluit voor het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken ter inzage;
- b. Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend door publicatie in één of meer in de gemeente verschijnende dag- of nieuwsbladen, alsmede door publicatie op de gemeentelijke website;
- c. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijke en mondelinge zienswijzen tegen het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders;
- d. Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na afloop van de terinzagelegging een beslissing. De beslissing is als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, met redenen omkleed.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 23 Overgangsrecht
23.1 Overgangsrecht bouwwerken
23.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 24 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de beheersverordening Kom Urk 2013.
Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering van 27 juni 2013.
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten