bestemmingsplan De Berghorst (incl. partiele herziening), herziening regels 2012
Bestemmingsplan - Wierden
Vastgesteld op 02-10-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan De Berghorst (incl. partiele herziening), herziening regels 2012van de gemeente Wierden;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0189.BP2011000027-VA01, met de bijbehorende regels (en bijlagen).
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Gebouwen en bouwwerken
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. de breedte van een gebouw:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren; - b. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; - c. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; - d. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; - e. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; - f. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m2);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m3);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (o).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Werking
Op de gronden binnen het plangebied, blijven de op 5 april 2011 respectievelijk 4 oktober 2011 door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplannen "De Berghorst" en "De Berghorst, partiele herziening Berghorst ong." gelden, met dien verstande dat de regels van de bestemmingsplannen "De Berghorst" en "De Berghorst, partiële herziening Berghorst, ong." als volgt worden herzien:
- in artikel 2 wordt de wijze van meten van de goothoogte als volgt vastgelegd: "vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel."
- artikel 6.2.1 onder e gaat als volgt luiden: " ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte', de goothoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven goothoogte, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - goot', de goothoogte ter plaatse van de achtergevel maximaal 6 m dient te bedragen.
- artikel 6.2.2 onder e2 gaat als volgt luiden: " indien bij behorend bij een hoofdgebouw met meerdere bouwlagen: de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 15% van de bouwhoogte, met dien verstande dat het verschil minimaal 1 m bedraagt;
- artikel 6.4 onder a gaat als volgt luiden: "onder d en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd tot op een afstand van niet minder dan 1,50 m";
- artikel 6.4 onder b gaat als volgt luiden: "onder e ten behoeve van een lessenaarsdak en kan worden toegestaan dat de goothoogte aan één zijde van een hoofdgebouw wordt vergroot tot niet meer dan 7 m;
- artikel 6.4 onder c gaat als volgt luiden: "onder f en kan worden toegestaan dat de dakhelling wordt verminderd tot 0º dan wel wordt gebouwd met een afwijkende dakvorm of een plat dak;
- artikel 6.4 wordt aangevuld met onderdeel e, luidend als volgt: "e. het bepaalde in 6.2.2 onder a en kan worden toegestaan dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken voor percelen groter dan 500 m² maximaal 150 m² bedraagt."
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 5.1met maximaal 10%.
5.3 Uitzondering
Het bepaalde in 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.4 Gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
5.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik te veranderen of te laten veranderen in een ander met het plan strijdig gebruik, tenzij door de verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik als bedoeld in 5.4 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik te hervatten of te laten hervatten.
5.6 Uitzondering
Het bepaalde in 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het BestemmingsplanDe Berghorst (incl. partiele herziening), herziening regels 2012".
oktober 2012.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Wierden in de vergadering van 02 oktober 2012
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 5 april 2011 respectievelijk 4 oktober 2011 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan "De Berghorst" en het bestemmingsplan "De Berghorst, partiele herziening Berghorst ong." vastgesteld. Nadien is gebleken dat er in bepaalde regels sprake was van onjuistheden en dat de gebruikelijke bijgebouwenregeling geen gehele doorwerking heeft gevonden. Voorts is in bepaalde gevallen en als gevolg van aanpassingen tijdens het planproces sprake van niet passende verwijzingen.
Met dit bestemmingsplan worden de waargenomen onregelmatigheden hersteld. Voor het overige blijven de genoemde bestemmingsplannen onverkort van kracht.
1.2 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het bestemmingsplan "De Berghorst (incl. partiele herziening), herziening regels 2012" bestaat uit de volgende stukken:
- verbeelding, schaal 1: 1.000. (kaart nummer NL.IMRO.0189.BP2011000027-VA01);
- planregels.
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan.
Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. De toelichting heeft geen rechtskracht.
Hoofdstuk 2 Het Plan
2.1 Algemeen
Dit plan betreft een gedeeltelijke herziening van de regels van de in 1.1 genoemde bestemmingsplannen, en dan uitsluitend voor onderdelen van de artikelen 2 (Wijze van meten) en 6 (Wonen).
Voor het overige blijven dus de in 1.1 genoemde bestemmingsplannen gelden.
2.2 Aanpassing Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 2 behoeft aanpassing voor wat betreft het begrip 'goothoogte'. Op grond van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen dient over de wijze van meten van de goothoogte de volgende bepaling te worden opgenomen:
"vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel."
2.3 Aanpassing Artikel 6 Wonen
In artikel 6.2.1 onder e is een redactie gebezigd die niet de gewenste duidelijkheid biedt. Door toevoeging van de woorden 'ter plaatse' wordt die duidelijkheid verkregen. De redactie gaat dan als volgt luiden: .....ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - goot', de goothoogte ter plaatse van de achtergevel 6 m dient te bedragen.
In artikel 6.2.2 onder e2 is in plaats van 'verminderd' het woord 'vermeerderd' opgenomen. De redactie moet als volgt luiden: .....de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 15% .......
In artikel 6.4 onder a is de verwijzing niet correct. Verwezen moet worden naar 6.2.1 onder d.
In artikel 6.4 onder b is de verwijzing niet correct. Daar moet verwezen worden naar 6.2.1 onder e.
In artikel 6.4 onder c is de verwijzing niet correct. Daar moet verwezen worden naar 6.2.1 onder f.
Artikel 6.4 moet worden aangevuld met de volgende afwijkingsmogelijkheid:
"e. het bepaalde in 6.2.2 onder a en kan worden toegestaan dat de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken voor percelen groter dan 500 m² maximaal 150 m² bedraagt."
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Inspraak En Overleg
In het kader van de in 1.1 genoemde bestemmingsplannen is inspraak verleend en zijn daarvoor in aanmerking komende instanties in de gelegenheid gesteld een overlegreactie in te dienen.
Dit herzieningsplan betreft dusdanig ondergeschikte aanpassingen - en voornamelijk ter reparatie van onvolkomenheden - dat inspraak en overleg niet nodig wordt geacht.
Het ontwerp van dit bestemmingsplan wordt op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegd. Voor belanghebbenden bestaat de gelegenheid een zienswijze bij de gemeenteraad in te dienen.
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Ingevolge het bepaalde in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening gaat een bestemmingsplan vergezeld van een toelichting waarin ook inzicht wordt gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan.
Dit herzieningsplan betreft ondergeschikte aanpassingen van de regels en onder die omstandigheden behoeft het aspect economische uitvoerbaarheid niet verder te worden belicht.
De kosten van dit herzieningsplan worden gedekt uit de exploitaie De Berghorst.
oktober 2012.