Uitbreiding recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof en De Hertenhorst
Bestemmingsplan - gemeente Apeldoorn
Vastgesteld op 17-07-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan Uitbreiding recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof en De Hertenhorst van de gemeente Apeldoorn.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0200.bp1182-vas1 met de bijbehorende regels.
1.3 ander werk
Een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.4 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.5 bedrijfsmatige exploitatie
Het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer dan wel exploitatie, dat in de logiesverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
1.6 bedrijfswoning
Een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
1.7 bestaand
- bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning;
- bij gebruik: het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
1.8 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.9 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.10 bijgebouw
Een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat ten dienste staat van en in bouwmassa ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, waaronder in ieder geval begrepen een huishoudelijke bergruimte, garage of hobbyruimte.
1.11 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.12 bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.13 erkend archeoloog
Een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen archeoloog die voldoet aan de door en krachtens de Monumentenwet gestelde kwalificaties en eisen.
1.14 gebouw
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.15 hoge archeologische verwachtingswaarde
Een aan een gebied toegekende waarde die aangeeft dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten hoog is dan wel dat het belang van de mogelijke archeologische waarde en/of vondsten hoog is.
1.16 hoofdgebouw
Een gebouw dat op een kavel door zijn ligging, constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.17 hoofdverblijf
- a. het adres waar betrokkene woont of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
- b. het adres waar, bij ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden tenminste twee derde van de tijd zal overnachten.
1.18 kampeermiddel
Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen recreatiewoning of stacaravan zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.
1.19 kavel
De bij een bestaand of te realiseren gebouw behorende gronden, samenvallend met de eigendomsgrens of met de grens van het gehuurde.
1.20 lawaaisporten
De autosport, de motorsport, de (model-)vliegsport, karting en soortgelijk geluidproducerende sporten.
1.21 middelhoge archeologische verwachtingswaarde
Een aan een gebied toegekende waarde die aangeeft dat ter plaatse de trefkans op archeologische vondsten middelhoog is dan wel dat het belang van de mogelijke archeologische waarde en/of vondsten middelhoog is.
1.22 nevenactiviteit
Een activiteit die uitsluitend naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en uitsluitend door de bewoner en/of ondernemer van die hoofdfunctie uitgeoefend kan worden en wat betreft vloeroppervlakte ondergeschikt is aan die hoofdfunctie.
1.23 nutsvoorziening
Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
1.24 peil
Het peil gemeten vanaf het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte bouwterrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein wordt gemeten vanaf de aansluitende, afgewerkte gemiddelde maaiveldhoogte.
1.25 permanente bewoning
Gebruik als hoofdverblijf als bedoeld in de Wet GBA, waaronder wordt verstaan:
- a. het gebruik als woning door een zelfde persoon, (deel van) een gezin of samenwoning op een wijze die ingevolge het in de Wet GBA bepaalde noopt tot inschrijving in het persoonsregister van de gemeente, en/of
- b. het in de periode van 1 november tot 15 maart meer dan 70 maal ter plaatse nachtverblijf houden, terwijl betrokkene niet elders daadwerkelijk over een hoofdverblijf beschikt.
1.26 prostitutie
Het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen.
1.27 recreatieverblijf
Een op de grond staand bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar gebruikt wordt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen.
1.28 recreatiewoning
Een gebouw of gedeelte van een gebouw, geen woonkeet, geen trekkershut en geen stacaravan of een ander bouwwerk op wielen zijnde, dat uitsluitend één woning bevat, niet voor permanente bewoning bestemd is en dat gedurende het hele jaar gebruikt wordt voor verblijfsrecreatieve doeleinden.
1.29 seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seksinrichting wordt mede begrepen:
- a. seksbioscoop
Een inrichting, bestemd voor het door middel van audiovisuele middelen doen plaatsvinden van voorstellingen van erotische en/of pornografische aard. - b. seksclub
Een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht. - c. seksautomaat
Een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van audiovisuele voorstellingen van erotische en/of pornografische aard. - d. sekswinkel
Een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en gegevensdragers, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker. - e. prostitutiebedrijf
Een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie.
1.30 stacaravan
Onderkomens, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dienen of kunnen dienen tot het dag- en/of nachtverblijf van een of meer personen, en die door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over een korte afstand kunnen worden verreden, doch niet bestemd en/of geschikt zijn om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze onderkomens wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt zijn om te worden verreden, worden zij aangemerkt als stacaravan.
1.31 trekkershut
Een klein gebouw, zonder eigen sanitaire voorzieningen, bestemd voor verblijfsrecreatie.
1.32 verblijfsrecreatie
Recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen, trekkershutten en/of stacaravans, niet zijnde een recreatiewoning.
1.33 waarde
De aan een bouwwerk, gebied of specifiek element in een gebied toegekende kenmerkende waarde op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, geografie, aardkunde, natuur, landschap en/of ecologie.
1.34 woning
Een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.4 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het in de vorm van bedrijfsmatige exploitatie bieden van recreatief verblijf aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben, in kampeermiddelen en tot het bedrijf behorende trekkershutten en stacaravans;
- b. parkeren en ontsluitingswegen;
- c. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende bouwwerken en sanitaire voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Naast de algemene bouwregels van artikel 8 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.
Bebouwing | Maximale oppervlakte /inhoud | Maximale goothoogte | Maximale bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen: | ||||
- sanitaire voorzieningen | 5 m2 per kampeermiddel | 3 m | 6 m | - voor het bepalen van de oppervlakte aan sanitaire voorzieningen worden bijgebouwen bij stacaravans niet meegeteld; - voor recreatiebedrijf Lierderholt is 150 m² aan centrale sanitaire voorzieningen toegestaan |
- stacaravans | 55 m2 | 3,50 m | ||
- trekkershutten | 30 m2 | 3,50 m | ||
Bijgebouwen bij stacaravans | 6 m2 | 3 m | - bij de ingang van een stacaravan is een aanbouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 3 m2 en een bouwhoogte van ten hoogste 3,50 m | |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen: | ||||
- kampeermiddelen | ||||
- antennes | 15 m | |||
- overig | 10 m |
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing binnen het bestemmingsvlak en de oppervlakte per gebouw teneinde de bebouwing in een compacte eenheid te situeren, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 11 opgenomen procedureregels van toepassing.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De in artikel 12 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.
Artikel 4 Leiding - Hoogspanningsverbinding
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
4.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen, in afwijking van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
De in artikel 12 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.
Artikel 5 Waarde - Archeologie Hoog
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gronden met een hoge archeologischeverwachtingswaarde.
5.2 Bouwregels
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
- a. Behoudens het onder c bepaalde dient bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 50 m2 de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarde in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door de erkend archeoloog;
- 4. de verplichting om na beëindiging van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarde is omgegaan.
- c. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het onder b bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarde van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Artikel 6 Waarde - Archeologie Middelhoog
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gronden met een middelhogearcheologische verwachtingswaarde.
6.2 Bouwregels
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
- a. Behoudens het onder c bepaalde dient bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 100 m2 de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarde van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarde in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door de erkend archeoloog;
- 4. de verplichting om na beëindiging van de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarde is omgegaan.
- c. Het overleggen van een rapport is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Het onder b bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarde van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Algemene regels
8.2 Afdekking van gebouwen
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
9.1 Strijdig gebruik onbebouwde grond
9.2 Strijdig gebruik bebouwde grond
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
- a. ten behoeve van het bouwen van zonnecollectoren, beeldende kunstwerken (waaronder begrepen follies), riool-overstortkelders, rioolgemalen, boven- en ondergrondse containerruimten, informatie- en reclameborden, niet voor bewoning bestemde gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde van openbaar nut, indien deze redelijkerwijs niet kunnen worden ondergebracht in nabij gelegen bebouwing, een en ander voorzover -indien het gebouwen betreft- de inhoud niet meer dan 60 m3 en de goothoogte niet meer dan 3 meter bedraagt, en -indien het bouwwerken geen gebouwen zijnde betreft- de oppervlakte niet meer dan 10 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter bedraagt; van de bouwhoogtebepaling zijn uitgezonderd beeldende kunstwerken en ontluchtingspijpen; van de inhoudsbepaling zijn uitgezonderd riool-overstortkelders en rioolgemalen en van de oppervlaktebepaling zijn uitgezonderd beeldende kunstwerken;
- b. ten aanzien van de voorgeschreven bouwhoogte voor antenne-installaties, voor zover deze de bouwhoogte daarvan niet meer dan 40 meter bedraagt en deze bouwhoogte noodzakelijk is in verband met het beoogde gebruik;
- c. indien en voor zover het in geringe mate afwijken ten aanzien van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen, aanduidingsgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak noodzakelijk is ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein;
- d. indien en voor zover het afwijken ten aanzien van bouwgrenzen, aanduidingsgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak noodzakelijk is, indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is, mits die afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 10 meter bedraagt;
- e. ten aanzien van de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte van gebouwen, aanduidingsgrenzen, bouwhoogte van bouwwerken, oppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, dieptes, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanwijzingen, maten en afstanden, eventueel met overschrijding van de bouwgrens, mits deze afwijkingen niet meer bedragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages; met dien verstande dat van de inhoudsmaat voor (bedrijfs)woningen niet kan worden afgeweken;
- f. ten aanzien van de voorgeschreven hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het bouwen van zonnecollectoren, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 10 meter.
10.2 Voorwaarden voor afwijken
Afwijken als bedoeld in dit artikel is alleen mogelijk:
- a. voor zover het in het plan beoogde stedenbouwkundig en landschappelijke beeld niet onevenredig wordt aangetast;
- b. voor zover zich geen dringende redenen daartegen verzetten;
10.3 Aangrenzende percelen
Afwijken als bedoeld in lid 10.1 is niet mogelijk indien enig aangrenzend terrein of gebouw in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met de regels van het plan en/of de verwezenlijking van de bestemming volgens het plan of de handhaving van de verwerkelijkte bestemming overeenkomstig het plan onmogelijk maakt en dit niet door het stellen van voorschriften aan de vergunning kan worden voorkomen.
10.4 Bouwwerken onder het overgangsrecht
Het in lid 10.1 onder e bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in artikel 13 van deze regels (Overgangsrecht bouwwerken).
Artikel 11 Algemene Procedureregels
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden schriftelijk in kennis zijn gesteld van het voornemen tot het stellen van nadere eisen en in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Artikel 12 Omgevingsvergunning Voor Het Uitvoeren Van Een Werk, Geen Bouwwerk Zijnde, Of Van Werkzaamheden
12.1 Vergunningplicht
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning de hierna genoemde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren. Bij het verlenen van de vergunning wordt getoetst aan de in onderstaand schema bij de desbetreffende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden aangegeven specifieke beoordelingscriteria en aan de in lid 12.3 opgenomen algemene beoordelingscriteria.
Bestemming | werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden | Specifieke beoordelingscriteria |
Recreatie -Verblijfsrecreatie | het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden | - de aanwezige differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijft behouden - de aanwezige hoogteverschillen blijven behouden - de bestaande kwetsbare vegetaties blijven behouden - de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het agrarisch gebruik van de gronden |
Recreatie -Verblijfsrecreatie | het graven en dempen van sloten, aanleggen van drainage en diepploegen | - de hoge grondwaterstanden alsmede het optreden van kwel blijven behouden - de aanwezige differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijven behouden - de aanwezige hoogteverschillen blijven behouden - de bestaande kwetsbare vegetaties blijven behouden - de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn noodzakelijk voor het agrarisch gebruik van de gronden |
Recreatie -Verblijfsrecreatie | dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen, watergangen en/of waterpartijen | - de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –kwantiteit wordt niet onevenredig aangetast - bij de waterbeheerder is advies ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden |
Recreatie -Verblijfsrecreatie | uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding, zoals de wateraan- en afvoer, beïnvloeden door bemaling en onderbemaling, het draineren van gronden, het verbreden en verdiepen, verbeteren en dempen van watergangen en greppels, en het slaan van putten | - de hoge grondwaterstanden alsmede het optreden van kwel blijven behouden - de differentiatie in abiotische milieu-omstandigheden blijft behouden - de waterkwaliteit blijft behouden - de morfologie beken en waterlopen blijft behouden - de bestaande kwetsbare vegetaties blijven behouden |
12.2 Uitzonderingen vergunningplicht
Het in lid 12.1 opgenomen verbod geldt niet:
- a. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud, waaronder werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van een normale agrarische bedrijfsexploitatie zoals spitwerkzaamheden, met dien verstande dat kwekerijen en boomgaarden niet onder normale agrarische bedrijvigheid worden begrepen, en werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van het bos- en natuurbeheer, waaronder mede begrepen houtproductie in de vorm van uitdunning van bos;
- b. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden waarmee is begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
- c. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die in redelijkheid slechts kunnen worden aangemerkt als zijnde van zodanig ondergeschikte aard en omvang dat enige wezenlijke invloed op de betreffende waarde en functies niet te verwachten is;
- d. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden binnen een afstand van 10 m uit bestaande gebouwen;
- e. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals waterontrekking, voor zover daarvoor een vergunning vereist is krachtens artikel 6.4 van de Waterwet;
- f. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden, zoals het onttrekken van oppervlaktewater, voor zover daarvoor een vergunning is vereist krachtens artikel 6.5 onder a van de Waterwet of voor zover deze worden uitgevoerd door of vanwege het waterschap;
- g. voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van een door gedeputeerde staten goedgekeurd natuurontwikkelingsplan;
- h. voor het verharden van (fiets)paden binnen het tracé van de onverharde weg.
12.3 Algemene beoordelingscriteria
Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in artikel 12 lid 12.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in lid 12.1 bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht Bouwwerken
13.1 Overgangsrecht
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
13.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 10%.
13.3 Afwijken bij bijgebouwen
Indien lid 13.1 van toepassing is op bijgebouwen als bedoeld in artikel 1 lid 1.10, kan het bevoegd gezag eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 13.1 bepaalde ten behoeve van het geheel vernieuwen van een gedeelte van die bijgebouwen. Afwijken is alleen mogelijk wanneer gelijktijdig voor elke m2 waarvoor bij omgevingsvergunning wordt afgeweken 2 m2 aan bestaande bijgebouwen wordt afgebroken, met het doel om te komen tot een sanering van de aanwezige bebouwing.
13.4 Overgangsrecht niet van toepassing
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 14 Overgangsrecht Gebruik
14.1 Overgangsrecht
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
14.2 Ander strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
14.3 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
14.4 Overgangsrecht niet van toepassing
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Uitbreiding recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof en De Hertenhorst.
Vastgesteld bij besluit van de raad der gemeente Apeldoorn
d.d. 17 juli 2014 nr. 92-2014
Mij bekend,
De griffier,
Namens hem:
John de Meij
manager Team Omgevingsrecht & Advies
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof en De Hertenhorst hebben plannen voor een beperkte uitbreiding. In de geldende bestemmingsplannen 'Recreatiebedrijven Hoenderloo' en 'Stuwwalrand Parkzone Zuid' is reeds voor deze recreatiebedrijven een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die was beperkt tot kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans. Uitvoering van deze plannen moest wachten op ontwikkelingsruimte vanuit het groei en krimpbeleid van de provincie. Deze ruimte is nu beschikbaar, maar voortschrijdend inzicht heeft geleerd dat de beperking voor toeristisch kamperen in de wijzigingsbevoegdheid niet meer wenselijk is. Voorliggend bestemmingsplan is zodoende opgesteld om voor de vier genoemde bedrijven gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid inclusief een beperkte afwijking ten aanzien van de toe te stane kampeermiddelen. Daarom is er geen sprake van een wijzigingsplan maar van een bestemmingsplan.
1.2 Ligging En Begrenzing
De recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof zijn gelegen bij de kern Hoenderloo. Recreatiebedrijf De Hertenhorst is gelegen bij de kern Beekbergen. De plangrens van deze vier terreinen komt exact overeen met de begrenzing van de desbetreffende wijzigingsbevoegdheden voor deze terreinen.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
Voor de recreatiebedrijven De Pampel, Het Lierderholt, Het Veluws Hof is het bestemmingsplan 'Recreatiebedrijven Hoenderloo' zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 30 juni 2005 en onherroepelijk verklaard op 15 november 2006, geldend.
Voor het Recreatiebedrijf De Hertenhorst is het bestemmingsplan 'Stuwwalrandzone Parkzone Zuid' zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 26 april 2001 en gedeeltelijk goedgekeurd door gedeputeerde staten van Gelderland op 4 december 2001, geldend.
1.4 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk wordt kort het relevante beleidskader ten aanzien van recreatie voor de vier recreatiebedrijven beschreven. Hier wordt ook nog wat uitgebreider aandacht besteed aan de geldende bestemmingsplannen. In hoofdstuk 3 worden uitbreidingen van de vier recreatiebedrijven weergegeven, inclusief de motivering voor de uitbreiding vanuit het geldende bestemmigsplan. Hoofdstuk 4 gaat in op de haalbaarheid van het plan ten aanzien van de diverse milieuaspecten. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens de juridische planopzet behandeld. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid beschreven.
2 Beleidskader
2.1 Streekplan Gelderland
In het Streekplan Gelderland, tevens Structuurvisie, zijn de vier recreatieterreinen aangeduid als 'recreatiecluster (groei krimp)'. Dit duidt op groei- en krimp van verblijfsrecreatie op het Veluwemassief. Ten aanzien van de mogelijke ontwikkelingen van verblijfsrecreatie op het Veluwemassief (in het Reconstructieplan Veluwe Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) genoemd) geldt een specifiek beleid, te weten het Groei- en krimp-scenario, zoals ontwikkeld in het kader van de nota Veluwe 2010 en uitgewerkt in het Reconstructieplan Veluwe.
Uitsnede kaart Ruimtelijke Ontwikkeling, Streekplan Gelderland
Het Groei- en krimpscenario gaat uit van een betere ruimtelijke afstemming op het Veluwemassief van recreatie en natuur om zo een kwaliteitsslag voor beiden te kunnen maken. Hoofdlijn van dit scenario is het enerzijds groei (ontwikkelingsmogelijkheden) toestaan aan recreatiebedrijven op vanuit natuuroverwegingen minder kwetsbare plekken en anderzijds krimp (saneren) van recreatiebedrijven, die vanuit natuuroverwegingen ongunstig gelegen zijn.
Het Groei- en krimpscenario gaat uit van de volgende inhoudelijke hoofdlijnen:
- groei en krimp houden elkaar in evenwicht; het Groei- en krimpscenario leidt per saldo tot nul-groei in hectares verblijfsrecreatie op het Veluwemassief.
- groei vindt plaats binnen de aangegeven zoekgebieden voor recreatieclusters van bedrijven (zie themakaart 25 ‘Recreatie’ en beleidskaart ‘ruimtelijke ontwikkeling’);
- voorwaarde is dat de betreffende uitbreiding of omzetting past in de ontwikkelingsvisie die voor het gehele zoekgebied is opgesteld;
- groei wordt ingezet voor toeristische verblijfsrecreatie, d.w.z. voor verblijfsrecreatie, waarbij sprake is van een toeristische verhuur van overnachtingseenheden (tenten, toer- en stacaravans, recreatiebungalows) onder een bedrijfsmatige exploitatie van de terreinen;
- groei wordt ingezet ten behoeve van kwaliteitsverbetering van de bedrijven; deze verbetering heeft zowel betrekking op de bedrijven zelf, als op de omgeving en de aanwezige natuur;
- terreinen, waar permanente bewoning plaatsvindt, worden uitgesloten van groei; dergelijke terreinen komen alleen nog in aanmerking voor mogelijke ontwikkelingskansen, wanneer gegarandeerd is, dat de permanente bewoning is beëindigd;
- krimp wordt in eerste instantie gezocht in de in het scenario aangegeven solitaire bedrijven;
- krimp vindt plaats hetzij via sanering van bedrijven, hetzij via uitplaatsing naar de aan de Veluwe grenzende gebieden. In beginsel vindt dit plaats op basis van vrijwilligheid en goed overleg met de betrokken ondernemers. In krimpgebied worden de planologische rest- en omwisselcapaciteiten gesaneerd;
- in het kader van het Groei- en krimpscenario is sprake van een specifieke toepassing van het regime van bos- en natuurcompensatie. Daarbij vindt de fysieke compensatie voor de groei plaats in de vorm van realisering van de krimplocaties; hierbij wordt uitgegaan van 100% compensatie, in plaats van de gebruikelijke 120, 130 of 140%.
Om de kwalitatief best mogelijke invulling te realiseren is voor elk van de zoekgebieden recreatieclusters op gemeentelijk niveau een ontwikkelingsvisie gemaakt.
Om Veluwebreed een zorgvuldige afweging mogelijk te maken heeft de provincie een streekplanuitwerking opgesteld als kader voor de gemeentelijke visies.
2.1.1 Streekplanuitwerking Groei & Krimp
Op de Veluwe worden 15 recreatieclusters onderscheiden die de status ‘zoekgebied’ hebben. Binnen deze zoekgebieden kan middels wijziging van het bestemmingsplan ruimte beschikbaar komen als middel om verblijfsrecreatie op een gezonde en duurzame wijze te ontwikkelen.
De groei in recreatieclusters is aan voorwaarden gebonden. Voorkomen moet worden dat de kernwaarden van het toeristisch-recreatieve product (i.c. de bijzondere, groene omgeving van de Veluwe) worden gemarginaliseerd. Gemeenten hebben voor de zoekgebieden recreatieclusters visies opgesteld, om een balans te vinden tussen het behouden van de kernwaarden en het scheppen van ontwikkelingsmogelijkheden voor de verblijfsrecreatie. Deze zogenaamde clustervisies vormen een leidraad en eerste toetsingskader op lokaal niveau.
Alle vier de terreinen vallen binnen een 'zoekgebied recreatiecluster (groei)'.
2.1.2 Clustervisie verblijfsrecreatie Cluster Hoenderloo
Voor het cluster Hoenderloo is in 2008 de clustervisie Hoenderloo opgesteld. De gemeente Apeldoorn heeft voor de cluster Hoenderloo al een bestemmingsplan voor de groei van een aantal bedrijven vastgesteld. Dit zijn de bedrijven het Lierderholt, ’t Veluws hof, de Pampel en het Schinkel. De clustervisie honoreert deze al vastgestelde planologische ruimte. Nieuwe uitbreidingen moeten de procedure van “Groei en krimp” doorlopen, waarbij de bedrijven hun uitbreidingsplannen indienen bij de provincie en onder andere getoetst wordt aan de clustervisie.
Op de visiekaart is dan ook af te lezen dat de gewenste uitbreidingen voor De Pampel en Het Lierderholt al zijn aangegeven op de kaart als recreatiebedrijf. Alleen voor het recreatiebedrijf Het Veluws Hof is de gewenste uitbreiding nog niet opgenomen als onderdeel van het recreatiebedrijf.
2.2 Verordening Ruimte Gelderland
In de Verordening Ruimte van de provincie Gelderland is het plangebied op de kaart Recreatie aangegeven als 'Recreatieparken Veluwe' . Hiervoor geldt dat op de Veluwe uitbreiding kan worden toegestaan, indien deze uitbreiding zijn grondslag vindt in de "groei- en krimpbenadering" zoals weergegeven in de streekplanuitwerking Groei en Krimp.
2.3 Structuurvisie Apeldoorn Biedt Ruimte
Op 30 mei 2013 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Apeldoorn biedt ruimte vastgesteld. In deze visie wordt het belang van toeristische vernieuwing en de positie van Apeldoorn met de campings, bungalowparken en atracties als belangrijk concentratiepunt binnen de Veluwe beschreven. Daarnaast biedt De Veluwe het hoogst gewaardeerde landschap van Nederland. Er wordt gestreefd om het toeristische aanbod op de Veluwe bij de tijd houden en de kwaliteit ervan te verhogen. In deze structuurvisie wordt daarom ingezet op:
a. het vernieuwen en verbreden van het aanbod aan toeristisch recreatieve voorzieningen en verblijfaccommodatie:
b. het versterken van de samenhang tussen de aangeboden toeristisch recreatieve
voorzieningen (arrangementen), ook in regionaal verband (Veluwe, Stedendriehoek).
2.4 Notitie Speelruimte Verblijfsrecreatie
De gemeente Apeldoorn heeft de Notitie speelruimte verblijfsrecreatie vastgesteld. Deze notitie biedt flexibiliteit voor de ondernemers om de verblijfsrecreatieve bestemming naar keuze in te richten met tenten, tourcaravans, sta-caravans en trekkershutten (geen zomerhuisjes). Deze flexibiliteit is in het bestemmingsplan verwerkt.
Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben in november 2011 goedkeuring verleend aan de tweede groei en krimp tender, waardoor een aantal Apeldoornse ondernemers uitbreidingshectares toegewezen hebben gekregen. Om deze ontwikkeling planologisch mogelijk te maken is herziening van het bestemmingsplan aan de orde.
Ondernemers hebben aangegeven dat de huidige regeling beperkend is in het licht van gewijzigde voorkeuren van consumenten. Daarnaast is voor de maatvoering aansluiting gezocht bij bestaande provinciale kaders.
2.5 Bestemmingsplannen
2.5.1 Bestemmingsplan Recreatieterreinen Hoenderloo
Het groeikrimp beleid is reeds vertaald in het bestemmingsplan Recreatieterreinen Hoenderloo. Na een onafhankelijke beoordeling van ondernemersplannen op het punt van bedrijfseconomische noodzaak c.q. grote wenselijkheid enerzijds en een serie planologische toetsingscriteria anderzijds is aan de bedrijven uitbreidingsruimte toegewezen. In het kader van het door de provincie ontwikkelde groei- en krimpbeleid is bij de vier recreatiebedrijven een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor uitbreiding met een tweede fase. De vier betrokken bedrijven kunnen de eerste fase van hun beoogde uitbreiding via een directe bestemming realiseren. De omvang hiervan blijft binnen de reeds vaststaande krimpplannen qua capaciteit. De tweede fase komt via een wijzigingsbevoegdheid aan de orde als er de komende tijd meer krimpruimte tot stand is gekomen via sanering van bedrijven elders. Met deze aanpak wordt mogelijke strijdigheid met de Vogel- en Habitatrichtlijn vermeden. Er wordt met andere woorden niet geanticipeerd op nog te realiseren krimpruimte als compensatie voor de geboden uitbreidingsruimte.
Concreet is de volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming "Bos- en natuurgebied" van gronden met op de plankaart de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid verblijfsrecreatie fase 2" wordt gewijzigd in de bestemming "Verblijfsrecreatieve doeleinden" ten behoeve van de uitbreiding van het aan die gronden grenzend verblijfsrecreatieterrein, met inachtneming van de volgende bepalingen:
1.de provincie Gelderland dient schriftelijk verklaard te hebben dat ter realisering van het project krimp en groei elders op de Veluwe minimaal 5,15 ha verblijfsrecreatief terrein is aangekocht ter sanering. Het koopcontract in verband met deze transactie(s) dient ondertekend te zijn;
2.op de gronden met de aanduiding "minimaal aandeel van terrein voor toeristisch kamperen" geldt, dat recreatief nachtverblijf is toegestaan, met dien verstande dat het bij die aanduiding vermelde percentage van de oppervlakte van die gronden uitsluitend mag worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans. Het in de vorige zin bedoelde percentage bedraagt 100%, behoudens bij Veluws Hof, waar het percentage 20% bedraagt.
2.5.2 Bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid
Het groeikrimp beleid is tevens vertaald in het bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid. Deze uitbreidingsmogelijkheid wordt via een wijzigingsbevoegdheid onder voorwaarden mogelijk gemaakt om recht te doen aan de belangen van natuur en landschap in dit waardevolle natuurgebied. In de voorschriften zijn hiervoor de nodige bepalingen opgenomen.
2.6 Instemming Provincie
De provincie Gelderland heeft per brief van 7 juni 2005 ingestemd met de tweedeling in fasering en tevens toegezegd, dat deze tweede faseplannen niet behoeven te concurreren met andere groeiplannen en, zodra er voldoende krimp zou zijn opgebouwd, direct gerealiseerd zouden kunnen worden.
Bij brief van 10 november 2011 heeft de provincie de uitslag van de groeitender groei en krimp 2011 medegedeeld en aangegeven welke ingediende groeiplannen door de provincie positief zijn beoordeeld. Hierin waren ook de groeiplannen voor onder andere De Pampel (0,65 ha), Het Veluws Hof (2,0 ha) en Het Lierderholt (1.4035 ha) meegenomen.
Deze terreinen zijn dan ook meegenomen in de voor de groeitender uitgevoerde natuurtoets en blijken daarin te passen. Kortom, bovengenoemde groeiplannen uit de cluster Hoenderloo kunnen worden gerealiseerd, met dien verstande, dat hiervoor nog wel een Natuurbeschermingwetvergunning moet worden aangevraagd en zij planologisch definitief dienen te worden geregeld (via de toepassing van de wijzigingsbevoegheid uit het bestemmingsplan verblijfsrecreatie Hoenderloo).
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen wordt het volgende toegelicht.
De uitbreidingen van de campings moeten de procedure doorlopen van Groei en Krimp. Uitgangspunt is dat de krimp voorafgaat aan de groei van recreatiebedrijven. In de tender van 2011 is sprake van krimp op de volgende locaties:
- 1. Recreatiepark Samoza-terrein Puszta (3 ha) en Recreatiepark Samozaterrein Mosterdveen (10 ha), Nunspeet
- 2. Filipsberg (2 ha), Wapenveld
- 3. Oase (8,8 ha), Ede.
Overzicht krimplocaties 2011 (uit natuurtoets Groei en Krimp)
In de streekplanuitwerking Groei en Krimp is als beleid vastgesteld, dat de krimp formeel geregeld is, zodra de eigendomsoverdracht is vastgelegd. Deze eigendomsoverdracht heeft bij de notariële aktepassering plaatsgevonden.
Inmiddels heeft ook de planologische vertaling plaatsgevonden voor:
- Vierhouten (gemeente Nunspeet), Puszta en Mosterdveen: bestemmingsplan Recreatieterreinen van de gemeente Nunspeet, vastgesteld op 1 november 2012 en onherroepelijk en voor
- Heerde: Provinciale Staten hebben op 20 maart 2013 een provinciaal inpassingsplan voor Filipsberg vastgesteld.
Voor de Oase in Ede, waarvan de grond in eigendom is bij het Ministerie van Defensie is het bestemmingsplan nog niet in procedure gebracht.
2.7 Conclusie
De plannen voor de vier recreatiebedrijven passen goed binnen het provinciale beleid en zijn reeds opgenomen in het gemeentelijk beleid middels de reeds opgenomen wijzigingsbevoegdheden in de geldende bestemmingsplannen.
3 Beschrijving Plangebied
Het plangebied bestaat uit vier recreatiebedrijven, gelegen nabij Hoenderloo en Beekbergen. De plangebieden komen exact overeen met de begrenzing van de wijzigingsgebieden zoals opgenomen in de geldende bestemmingsplannen.
3.1 De Pampel
Het recreatiebedrijf De Pampel is gelegen aan de Woeste Hoefweg 35 te Hoenderloo. In het geldende bestemmingsplan is aan De Pampel een uitbreiding van 3,2 ha in het oosten toegestaan. Onderstaande motivering is hierbij opgenomen:
De hoge kwaliteit van dit bedrijf rechtvaardigt een uitbreiding, waarmee de continuïteit voldoende wordt gewaarborgd. De bedrijfseconomische noodzaak hiertoe is evident aanwezig. Gezien het feit dat het bedrijf zich met succes richt op de toeristische markt en zich garant stelt de beoogde uitbreiding uitsluitend voor piekbehoeften in het hoogseizoen te benutten, kan een toevoeging van 3,2 ha van het reeds lang in bezit zijnde gebied worden gehonoreerd.
Hoewel de landschappelijke en natuurlijke kwaliteit van dit bos bescheiden is, zal een substantieel deel bewaard moeten blijven. Hiermee wordt voorkomen dat de Pampel en bungalowpark Hoenderloo aanééngroeien en het waarborgt tevens een doorgaande zone voor das en ander wild. Hierbij wordt beoogd een strook van 80 tot 100 meter breed (met een oppervlakte van 3,8 ha) vrij te houden.
De reeds jaren geleden aangebrachte randbeplanting gedaan in het kader van landschappelijke inpassing, onttrekt het uit te breiden gedeelte reeds grotendeels aan het zicht vanaf de weg. Deze uitbreiding is goed inpasbaar met behoud van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, waardoor een netto verlies nauwelijks aan de orde is.
In het geldende bestemmingsplan is een deel van de toegestande uitbreiding direct bestemd, namelijk 2,55 ha (op onderstaande locatie aangegeven met een dunne rode lijn). Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de overige uitbreiding van het bedrijf die reeds is vastgelegd middels een wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan (op onderstaande locatie aangegeven met een dikke rode lijn). Het betreft een uitbreiding ten noordoosten van het bestaande terrein met 0,65 ha. Deze uitbreiding zal worden gebruikt voor toeristisch kamperen inclusief stacaravans.
3.2 Het Lierderholt
Het recreatiebedrijf Het Lierderholt is gelegen aan de Spoekweg 49 te Beekbergen. In het geldende bestemmingsplan is aan Het Lierderholt een uitbreiding van 4,0 ha in het oosten toegestaan. Onderstaande motivering is hierbij opgenomen:
Voor het op kwaliteit houden van dit volwaardige bedrijf wordt, ondanks de wat solitaire ligging, een uitbreiding wenselijk en aanvaardbaar geacht van 25% van het huidige oppervlak, dat wil zeggen ca. 4 ha (direct aansluitend aan de oostzijde in het middengebied). De planologische situering brengt met zich mee dat de voorgestelde uitbreiding geen wezenlijke verstoring of aantasting van het omringende natuurgebied hoeft te betekenen. Het bedrijf kent een rustige ontsluiting naar de Arnhemseweg en heeft een extensieve op natuur gerichte opzet, waarbij de uitbreiding dient voor toeristisch kamperen, welke zich goed laat voegen in de aanwezige terreinsituatie met respect voor aanwezige natuurwaarden. Zowel aan de noordzijde, als aan de zuidzijde wordt voldoende afstand tot de perceelsgrens in acht genomen. Over de niet benodigde eigen gronden kan gesproken worden ten gunste van een toevoeging aan de vrije wildbaan en beheer door een natuurterreinbeheerder.
In het geldende bestemmingsplan is een deel van de toegestande uitbreiding direct bestemd, namelijk 2,0 ha (op onderstaande locatie aangegeven met een dunne rode lijn). Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de overige uitbreiding van het bedrijf die reeds is vastgelegd middels een wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan (op onderstaande locatie aangegeven met een dikke rode lijn). Het betreft een uitbreiding ten oosten van het bestaande terrein met 2,0 ha. Deze uitbreiding zal worden gebruikt voor toeristisch kamperen inclusief stacaravans. Tevens zal een centrale voorziening worden aangelegd van circa 150 m2.
3.3 Het Veluws Hof
Het recreatiebedrijf Het Veluws Hof is gelegen aan de Krimweg 154 te Hoenderloo. In het geldende bestemmingsplan is aan Het Veluws Hof een uitbreiding van 4,0 ha in het westen toegestaan. Onderstaande motivering is hierbij opgenomen:
Voor het Veluws Hof is de uitbreiding gedacht aansluitend aan het recreatieterrein in de strook van 4 hectare aan de westzijde, dat deels relatief lage natuurwaarden herbergt. Gekozen is voor deze oplossing om de volgende redenen:
•Er is uit het ondernemersplan naar voren is gekomen dat uitbreiding noodzakelijk is voor kwaliteitsverbetering en risicospreiding. Deze kwaliteitsverbetering moet zich uiten in de vorm van extensivering en te ontwikkelen toeristische plaatsen. Het vervolgonderzoek bevestigt deze in een eerder stadium al getrokken conclusies.
•De uitbreidingslocatie maakt onderdeel uit van een te versterken ecologische verbindingszone met hoge natuurwaarde. Door uitbreiding in de voorgestelde omvang van 4 ha zal deze niet in gevaar komen. Door bovendien de toeristische staanplaatsen aan de westzijde van de uitbreiding te situeren is een goede natuuur-inpassing met beperkte uitstraling op het aangrenzende natuurterrein verzekerd. Ook wordt er rekening mee gehouden dat aan de noordzijde van de uitbreidingsstrook een gedeelte van het terrein waar het huidige sportveld ligt geen verblijfsrecratiebestemming komt maar parkstrook met recreatief medegebruik.
•Overigens wil de betrokken ondernemer in beginsel meewerken aan overdracht van resterende gronden aan een natuurbeherende instantie ten gunste van een ecologische verbindingszone voor de fauna.
In het geldende bestemmingsplan is een deel van de toegestande uitbreiding direct bestemd, namelijk 2,0 ha (op onderstaande locatie aangegeven met een dunne rode lijn). Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de overige uitbreiding van het bedrijf die reeds is vastgelegd middels een wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan (op onderstaande locatie aangegeven met een dikke rode lijn). Het betreft een uitbreiding ten westen van het bestaande terrein met 2,0 ha. Deze uitbreiding zal worden gebruikt voor toeristisch kamperen inclusief stacaravans.
3.4 De Hertenhorst
Het recreatiebedrijf De Hertenhorst is gelegen aan de Kaapbergweg 45 te Beekbergen. In het geldende bestemmingsplan is aan De Hertenhorst een uitbreiding van 1.4035 ha in het noorden toegestaan middels een wijzigingsbevoegdheid. Onderstaande motivering is hierbij opgenomen:
Van alle geuite wensen met een omvang van ca 26 ha is na zorgvuldige afweging dus 9 ha in het voorliggende plan gehonoreerd. Het betreft de volgende bedrijven: Hertenhorst (ca 2 ha) [...]. In enkele gevallen wordt de uitbreiding nadrukkelijk voor toeristisch kamperen bestemd om de aanwezige natuur optimaal te beschermen.
De opgenomen uitbreidingsmogelijkheden worden via een wijzigingsbevoegdheid onder stringente voorwaarden mogelijk gemaakt om recht te doen aan de belangen van natuur en landschap in dit waardevolle natuurgebied.
Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van het bedrijf die reeds is vastgelegd middels een wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan. Het betreft een uitbreiding ten noorden van het bestaande terrein met 1,4035 ha (op onderstaande locatie aangegeven met een dikke rode lijn). Deze uitbreiding zal worden gebruikt voor toeristisch kamperen inclusief stacaravans.
4 Milieuaspecten
In het kader van de wijzigingsbevoegdheden zijn de diverse milieuaspecten reeds bekeken. De eerste vijf aspecten waren al behandeld in de geldende plannen, hier wordt volstaan met een korte samenvatting die eventueel is aangevuld en/ of geactualiseerd. Vervolgens zijn nog enkele overige milieuaspecten behandeld, die in dit kader ook om de aandacht vragen.
4.1 Bodem
Indien uit historisch onderzoek blijkt dat sprake is van een onverdachte locatie kan verkennend veldonderzoek achterwege blijven. Ingeval de bestemming echter gericht is op het realiseren van bouwwerken bestemd voor verblijf van mensen, is het raadzaam alvast een volledig NVN-bodemonderzoek uit te voeren omdat dit onderzoek dan ook vereist zal zijn bij het afgeven van de benodigde bouwvergunning.
Blijkens het gemeentelijk bodeminformatiesysteem bestaan er geen vermoedens over bodemverontreiniging op de beoogde uitbreidingslokaties. Het is aan de bedrijven om het benodigde onderzoek tijdig te laten uitvoeren ten behoeve van een bouwvergunning.
4.2 Archeologie
Op de gemeentelijke beleidskaart voor archeologische waarden gelden verschillende verwachtigswaarden. Het Veluws Hof en de Hertenhorst zijn vrijwel geheel gelegen in een gebied met een hoge verwachtingswaarde (rood), andere terreinen liggen deels in een gebied met een middelhoge verwachting.
Uitsnede beleidskaart archeologishe waarden, gemeente Apeldoorn
Om deze mogelijke archeologische waarden te beschermen is een dubbelbestemming opgenomen ten aanzien van de gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde.
4.3 Cultuurhistorie
In of in de directe omgeving van het plangebied komen geen rijks- of gemeentelijke monumenten voor. Ook is er geen sprake van een aanwijzing als beschermd dorps- of stadsgezicht.
4.4 Watertoets
In het plangebied varieert de grondwaterstand van 10 m onder het maaiveld in het westen tot 30 m onder maaiveld in het oosten. De bodem bestaat overwegend uit zand. Oppervlaktewater is in het plangebied niet aanwezig.
Dit alles heeft er toe geleid dat er begin jaren 1980 alleen een vuilwaterriool is aangelegd. Het regenwater van wegen en andere verharding wordt in de bodem geïnfiltreerd. Van de wegen wordt het regenwater door middel van zinkputten geïnfiltreerd en de woningen lozen het regenwater in het algemeen op het maaiveld in de eigen tuin en/of in een eigen zinkput.
De meeste campings lozen hun afvalwater door middel van een eigen pompinstallatie op het gemeentelijke vuilwaterriool. Ook op de campings is en moet er ten behoeve van de uitbreidingen dus alleen een vuilwaterriool aangelegd worden en het regenwater moet in de bodem geïnfiltreerd worden.
De uitbreiding van het aantal recreanten bedraagt per saldo ongeveer 700 personen. Het extra afvalwater van deze personen zal naar verwachting zonder problemen door het rioolgemaal verwerkt kunnen worden.
4.5 Natuurwaarden
Bestemmingsplan Recreatiebedrijven Hoenderloo
In het bestemmingsplan Recreatiebedrijven Hoenderloo zijn uit oogpunt van de aanwezige natuur- en landschapswaarden de volgende conclusies getrokken:
- Het uitbreidingsgebied van de Pampel herbergt deels een vegetatie met een bijzonder karakter in de vorm van eikenhakhoutbos. Om deze reden is het niet wenselijk dat hier het gehele boogde uitbreidingsterrein voor verblijfsrecreatie wordt vrij gegeven. Het is belangrijk dat er een deel van dit bos behouden blijft om zo dit karakter te behouden. Voor de Pampel is het wel mogelijk om een beperkt gedeelte hiervan voor toeristisch kamperen te benutten. Hierbij wordt gedacht aan een uitbreiding van 3,2 ha direct grenzend aan het huidige kampeerterrein. Op deze wijze blijft een substantieel deel als eikenhakhoutbos behouden en kan een strook van 80 à 100 m breed dienst doen als ecologische zone voor aanwezige fauna.
- De uitbreiding van het Veluws Hof wordt gewenst in een gebied dat zowel hoge als lage natuurwaarden herbergt. Aansluitend aan het recreatieterrein ligt een strook van 2 à 3 ha dat relatief lage waarden (natuurbehoudswaarde 4) herbergt. In dit gebied is om deze reden uitbreiding denkbaar. In het resterende gebied zijn hoge natuurwaarden aanwezig (natuurbehoudswaarde 6). Om deze reden is bij honorering van uitbreiding in dit gedeelte terughoudendheid op zijn plaats.
- Het beoogde uitbreidingsgebied van 't Lierderholt is een aansluitend bosgebied met een behoorlijke natuurwaarde. Terughoudendheid is bijgevolg op zijn plaats. Het betreft een besloten particulier terrein van circa 10 ha buiten de vrije wildbaan. Bij een zorgvuldige landschappelijke inpassing zou hierbinnen, zonder de waarde van het omringende natuurgebied en recreatieve uitloopgebied geweld aan te doen, een bescheiden uitbreiding vorm gegeven kunnen worden van circa 4 ha.
Op deze maximaal toe te stane uitbreidingsruimte is de grootte van grond met rechtstreekse bestemming (fase 1) en de grond met een wijzigingsbevoegdheid (fase 2) tezamen gebaseerd. Hiervoor dienen de recreatieondernemers nog wel een Natuurbeschermingwetvergunning aan te vragen.
Gebiedsbescherming
Wat betreft gebiedsbescherming is de "Natuurtoets Groei en Krimp; tweede groeitender 2011" (Arcadis, 2011) relevant. Deze natuurtoets is in de bijlage opgenomen. De natuurtoetstoets ligt aan de basis van de toewijzing van de groei in de aangewezen groeiclusters. Daarin is opgenomen de toetsing aan de instandhoudingsdoelen c.q. de kwalificerende habitattypen, habitatsoorten en vogelrichtlijnsoorten. Geconcludeerd wordt dat door de totale omvang van aangevraagde uitbreidingsplannen terug te brengen van 41,05 ha tot 23,8 ha het saldo in evenwicht is (en mogelijk zelfs positief voor een aantal soorten en habitattypen). Dit heeft er toe geleid dat aan een aantal uitbreidingsplannen dus is beperkt, de uitbreidingen van Hoenderloo fase 2 zijn daarin wel gehonoreerd.
Soortenbescherming
Wat betreft de soortbescherming is te verwijzen naar de eerder afgegeven Ontheffing van de Flora- en faunawet (FF/75C/2005/0046). Deze ontheffing is in de bijlage opgenomen. Bij de aanvraag is rekening gehouden met de aanwezigheid van beschermde soorten en zijn locaties waar deze voorkomen buiten de uitbreidingen gehouden. Daarmee was de voorgenomen uitbreiding in overeenstemming met de natuurwetgeving. De verwachting is dat de huidige voorgestelde uitbreidingen haalbaar zijn. Mogelijk mitigerende maatregelen die nog kunnen voortvloeien uit een thans in uitvoering zijnde actualiserend onderzoek, zullen als randvoorwaarden worden opgenomen.
4.6 Geluid
De Wet geluidhinder stelt dat verblijfsrecreatie geen geluidgevoelige bestemming is. Echter, jurisprudentie vereist wel een nadere beschouwing in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Enerzijds dient de akoestische kwaliteit ter hoogte van nieuwe verblijfsrecreatie te worden beschouwd. Er verblijven immers mensen en bij onaanvaardbaar hoge geluidniveaus is er mogelijk geen sprake meer van een goede ruimtelijke ordening. Anderzijds dient ook het akoestische effect van een plan op de bestaande en omliggende leefomgeving te worden beschouwd. Bij een significante verkeerstoename kan immers sprake zijn van onaanvaardbaar hogere geluidsbelasting.
Resultaten
Op basis van de verkeersmilieukaart is de toekomstige geluidbelasting (2022) bepaald en in onderstaande figuren weergegeven. De classificatie is afgestemd op permanent wonen. Uit de onderstaande figuren valt af te leiden dat ter hoogte van de uitbreidingslocaties sprake is van een rustig gebied met, zeker voor een kortstondig recreatief gebruik, een voldoende goede kwaliteit.
Ten opzichte van het huidige recreatieve gebruik neemt het gebruik niet zodanig toe dat er een verkeerstoename wordt gegenereerd van meer 30%. Hiervoor liggen de uitbreidingslocaties ook te ver bij elkaar vandaan. Hiermee neemt de geluidsbelasting niet hoorbaar toe in de omgeving.
Op grond van het bovenstaande is het plan uitvoerbaar.
4.7 Luchtkwaliteit
Ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit dient voor nieuwe verblijfsrecreatie te worden bepaald of het plan voldoet aan de Wet milieubeheer. Het plan valt niet onder de situaties die zijn vastgelegd in de Ministeriële Regeling "Niet in betekenende mate bijdragen" en is niet opgenomen in het NSL.
Resultaten
Uit een berekening volgens de NIBM-tool van Infomil en gelet op de verspreide ligging van de uitbreidingslocaties blijkt dat het plan, zelfs met een worst-case aanname, niet in betekenende mate bijdraagt en dat er wordt voldaan aan de Wet milieubeheer.
4.8 Milieuzonering En Externe Veiligheid
Bij de ontwikkeling van gebieden wordt met behulp van de systematiek uit de VNG uitgave “Bedrijven en milieuzonering” (uitgave 2009), bepaald binnen welke straal bedrijven invloed hebben op de omgeving en met welke milieuaspecten (zoals geluid, gevaar, e.d.) rekening gehouden dient te worden. In de VNG uitgave zijn voor de diverse SBI-codes deze zogenoemde milieuzones bepaald ten opzichte van gevoelige functies zoals woningen, uitgaande van het referentie-omgevingstype “rustige woonwijk”. Tevens is aangegeven voor welke milieuaspecten gecorrigeerd kan worden in geval van een ander omgevingstype.
Naast de geadviseerde milieuzonering voor bedrijven op basis van de VNG brochure “Bedrijven en milieuzonering”, kunnen er ook nog afstandscriteria uit specifieke milieuwetgeving gelden. Denk hierbij aan de Wet milieubeheer, de agrarische geurwetgeving (Wgv) of de veiligheidsregelgeving (Bevi/Revi). Deze wetgeving geldt uiteindelijk als toetsingskader voor de toegestane milieueffecten. Ook deze afstandscriteria worden meegenomen bij de beoordeling van de aangevraagde ontwikkeling.
Per locatie wordt navolgend ingegaan op de milieuzoneringsaspecten.
De Pampel
In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten het aspect milieuzonering voor het recreatiebedrijf De Pampel aangegeven:
Resultaat onderzoek
Inwaartse zonering
Binnen het onderzoeksgebied (50 à 100 meter rond het plangebied zijn geen bedrijven en instellingen gelegen (voor het aspect externe veiligheid en geur (veehouderijen).
Uitwaartse zonering
De gewenste activiteit op de planlocatie is uitbreiding recreatieterrein. De geldende afstanden volgens de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ voor deze gewenste activiteit zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Voor de gewenste activiteit op de planlocatie geldt een aan te houden milieuzone van 50 meter.
Op meer dan 50 meter van de planlocatie bevinden zich andere gevoelige object of woningen. Deze gevoelige objecten bevinden zich dus buiten de geldende milieuzone.
50 meter milieucontour rondom De Pampel
Overige aspecten
In het plangebied zijn met betrekking tot externe veiligheid en elektromagnetische velden de volgende aspecten gecheckt:
Conclusie
Het plan om op het adres de Woeste Hoefweg 35 te Hoenderloo het recreatieterrein uit te breiden is kansrijk.
Het Lierderholt
Voor het Lierderholt is bij onderstaande berekening uitgegaan van twee uitbreidingen. In voorliggend bestemmingsplan wordt alleen de zuidelijke uitbreiding geregeld.
In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten het aspect milieuzonering voor het recreatiebedrijf Het Lierderholt aangegeven:
Resultaat onderzoek
Inwaartse zonering
Binnen het onderzoeksgebied (50 à 100 meter rond het plangebied zijn geen bedrijven en instellingen gelegen (voor het aspect externe veiligheid en geur (veehouderijen).
Uitwaartse zonering
De gewenste activiteit op de planlocatie is uitbreiding recreatieterrein. De geldende afstanden volgens de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ voor deze gewenste activiteit zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Voor de gewenste activiteit op de planlocatie geldt een aan te houden milieuzone van 50 meter voor de activiteiten.
Propaantank
Het Lierderholt valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) vanwege de aanwezigheid van een propaantank (propaantank is groter dan 13 m3). Op de locatie Spoekweg 49 staat een bovengrondse propaantank van 40 m3. Het bedrijf heeft een PR 10-6- contour (plaatsgebonden risico) van 45 meter rondom de tank. Binnen de PR 10-6- contour bevinden zich geen woningen van derden.Juridisch behoeven de objecten in de inrichting niet beschermd te worden.
50 meter milieucontour rondom Het Lierderholt
Overige aspecten
In het plangebied zijn met betrekking tot externe veiligheid en elektromagnetische velden de volgende aspecten gecheckt:
Conclusie
Het plan om op het adres de Spoekweg 49 te Beekbergen het recreatieterrein uit te breiden is kansrijk.
Het Veluws Hof
In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten het aspect milieuzonering voor het recreatiebedrijf Het Veluws Hof aangegeven:
Resultaat onderzoek
Inwaartse zonering
Binnen het onderzoeksgebied (50 à 100 meter rond het plangebied zijn geen bedrijven en instellingen gelegen (voor het aspect externe veiligheid en geur (veehouderijen).
Uitwaartse zonering
De gewenste activiteit op de planlocatie is uitbreiding recreatieterrein. De geldende afstanden volgens de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ voor deze gewenste activiteit zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Voor de gewenste activiteit op de planlocatie geldt een aan te houden milieuzone van 50 meter.
Op meer dan 50 meter van de planlocatie bevinden zich andere gevoelige object of woningen. Deze gevoelige objecten bevinden zich dus buiten de geldende milieuzone.
50 meter milieucontour rondom Het Veluws Hof
Overige aspecten
In het plangebied zijn met betrekking tot externe veiligheid en elektromagnetische velden de volgende aspecten gecheckt:
Conclusie
Het plan om op Krimweg 154 te Hoenderloo een uitbreiding van het recreatieterrein te realiseren is kansrijk.
De Hertenhorst
In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten het aspect milieuzonering voor het recreatiebedrijf De Hertenhorst aangegeven:
Resultaat onderzoek
Inwaartse zonering
Binnen het onderzoeksgebied (50 à 100 meter rond het plangebied zijn geen bedrijven en instellingen gelegen (voor het aspect externe veiligheid en geur (veehouderijen).
Uitwaartse zonering
De gewenste activiteit op de planlocatie is uitbreiding recreatieterrein. De geldende afstanden volgens de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ voor deze gewenste activiteit zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Voor de gewenste activiteit op de planlocatie geldt een aan te houden milieuzone van 50 meter.
Op meer dan 50 meter van de planlocatie bevinden zich andere gevoelige object of woningen. Deze gevoelige objecten bevinden zich dus buiten de geldende milieuzone.
50 meter milieucontour rondom De Hertenhorst
Overige aspecten
In het plangebied zijn met betrekking tot externe veiligheid en elektromagnetische velden de volgende aspecten gecheckt:
Hoogspanningsleiding
Over de planlocatie is een hoogspanningslijn (Kattenberg-Apeldoorn) aanwezig. De aan te houden indicatieve zone van de hoogspanningslijn bedraagt 80 meter aan weerszijden van de lijn. De planlocatie is in deze zone gelegen. De berekende specifieke zone bedraagt 38,5 meter aan weerszijden van de lijn. De planlocatie is in deze zone gelegen.
In de nieuwe situaties gelden belemmeringen voor objecten waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0,4 microTesla. Aangezien er hier sprake is van uitbreiding van recreatieobjecten is het mogelijk dat er kinderen kunnen verblijven. Voor langdurig verblijf van kinderen is hier mogelijk sprake. Vanuit het voorzorgprincipe wordt aanbevolen om de uitbreiding niet binnen de hieronder weergegeven zones te realiseren.
Specifieke zone Hoogspanningslijn Apeldoorn-Kattenberg (links) en rechts geprojecteerd in uitbreiding
Conclusie
Het plan om op de locatie Hertenhorst, Kaapbergweg 45 te Beekbergen uit te breiden is kansrijk onder de voorwaarde dat de uitbreiding op meer dan 38,5 meter van de hoogspanningslijn wordt geprojecteerd. Om dit te beschermen is een dubbelbestemming voor de hoogspanningsleiding opgenomen.
4.9 Conclusie
Vanuit de milieuaspecten zijn geen belemmeringen voor de gewenste uitbreidingen.
5 Juridische Planopzet
Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied.
Bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) de in de Wet algemene bepalingen overgangsrecht geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is het plan opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008) en de Wabo. Tevens is de regeling ontleend aan de gemeentelijke standaard voor het landelijk gebied.
De in dit bestemmingsplan voorkomende regeling zal hieronder kort worden besproken.
5.1 Planregels
Een bestemmingsplan kent aan gronden een bestemming toe en verbindt regels aan deze bestemming. Deze regels betreffen het gebruik van de gronden, maar onder meer ook de bouwmogelijkheden. De regels zijn nader onder te verdelen in:
- inleidende regels;
- bestemmingsregels;
- algemene regels;
- overgangs- en slotregels.
Inleidende regels
In deze regels staan de begrippen verklaard die in de planregels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen. Verder wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden om bijvoorbeeld een goot- of bouwhoogte te bepalen.
Bestemmingsregels
Deze regels betreffen het hart van het bestemmingsplan. In de bestemmingsregels wordt aangegeven waarvoor en - zo nodig - hoe de betreffende gronden gebruikt en mogen worden bebouwd. In dit bestemmingsplan komt alleen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' voor. Tevens gelden twee dubbelbestemmingen voor archeologie, namelijk 'Waarde - Archeologie Hoog' en 'Waarde - Archeologie Middelhoog' en een dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Deze (dubbel)bestemmingen worden hieronder uitvoeriger behandeld.
Algemene regels
Het gaat hier om algemene regels die betrekking hebben op alle bestemmingen in het plan. In plaats van bij elke bestemming dezelfde regel te plaatsen, kan gebruik worden gemaakt van een algemene regel. In dit plan wordt gebruik gemaakt van de anti-dubbeltelbepaling, algemene gebruiksregels, algemene aanduidingsregels, algemene afwijkingsregels en algemene wijzigingsregels.
Overgangs- en slotregels
Hieronder zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Deze laatste regel geeft aan op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
5.2 Bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie
Voor alle vier de uitbreidingslocaties wordt uitgegaan van een gemengd terrein, waar conform de gemeentelijke Recreatienota, toeristisch kamperen, trekkershutten en stacaravans zijn toegestaan. Hierbij wordt uitgegaan van een dichtheid van circa 30 kampeerplaatsen per hectare. Voor stacaravans geldt een maximale oppervlakte van 55 m2, voor trekkershutten is deze gelegd op 30 m2. Per kampeermiddel is tevens 5 m2 aan sanitaire voorzieningen toegestaan. Voor Het Lierderholt is tevens een centrale sanitaire voorziening van 150 m2 mogelijk gemaakt.
5.3 Dubbelbestemmingen
5.3.1 Waarde - Archeologie Hoog en Middelhoog
Ter bescherming van de mogelijk aanwezige archeologische waarden zijn een tweetal archeologische dubbelbestemmingen opgenomen. Bij de gebieden met een hoge verwachtingswaarde is een archeologisch onderzoek verplicht bij bodemingrepen dieper dan 0,35 m over een oppervlakte van meer dan 50 m2. Bij een middelhoge verwachting is een archeologisch onderzoek verplicht bij bodemingrepen dieper dan 0,35 m over een oppervlakte van meer dan 100 m2.
5.3.2 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Rondom de hoogspanningsverbinding bij recreatiebedrijf De Hertenhorst is een zone van 38,5 m aan weerszijde opgenomen. Hierbinnen mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd.
6 Economische Uitvoerbaarheid
Voor zover nu valt te overzien vloeien uit het plan geen risicodragende investeringen voort voor de gemeente. De plannen van de ondernemers worden voor eigen rekening uitgevoerd.
Bijlage 1 Natuurtoets Groei En Krimp
Bijlage 1 Natuurtoets groei en krimp
Bijlage 2 Aanvullende Natuurtoets De Hertenhorst
Bijlage 2 aanvullende natuurtoets De Hertenhorst
Bijlage 3 Ontheffing Flora En Fauna
Bijlage 3 Ontheffing flora en fauna
Bijlage 4 Natuurontwikkeling Aangekochte Recreatieterreinen Op De Veluwe
Bijlage 4 Natuurontwikkeling aangekochte recreatieterreinen op de Veluwe
Bijlage 5 Natuurtoets Flora- En Faunawet
Bijlage 5 Natuurtoets Flora- en faunawet
Bijlage 6 Rapport Effecten Stikstofdepositie De Hertenhorst
Bijlage 6 rapport effecten stikstofdepositie De Hertenhorst
Bijlage 7 Procedureschema
Ontwerpplan ter inzage | 10-05-2012 - 20-06-2012 |
Vaststelling door gemeenteraad | 17-07-2014 |
Terinzagelegging vastgesteld plan | 31-07-2014 - 10-09-2014 |