Facetplan parkeren
Bestemmingsplan - gemeente Arnhem
Vastgesteld op 30-05-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De Reparatiewet Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is op 29 november 2014 in werking getreden (Stb. 2014, 458). In deze wet is onder andere bepaald dat artikel 8 lid 5 Woningwet vervalt. Ingevolge dit artikel kunnen in de bouwverordening stedenbouwkundige voorschriften – waaronder voorschriften met betrekking tot parkeren – worden opgenomen. Met de intrekking van artikel 8 lid 5 Woningwet, vervalt de grondslag voor artikel 2.5.30 van de bouwverordening. Nu de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening, en daarmee de parkeerregeling uit artikel 2.5.30, komt te vervallen moet de parkeerregeling in het bestemmingsplan worden geregeld (en, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, in het omgevingsplan). In de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (per 1 november 2014) is een bepaling opgenomen, die het mogelijk maakt in de regels een koppeling te maken met beleidsregels. Een bestemmingsplan kan daarmee regels bevatten “waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels”.
Op grond van artikel 133 van de Woningwet houdt de bouwverordening aanvullende werking tot 1 juli 2018, tenzij het bestemmingsplan expliciet bepaalt dat de bepalingen van de Bouwverordening niet van toepassing zijn (zie o.a. AbRvS 13 mei 2009, 200806725/1/H1 en AbRvS 30 oktober 2002, 200202284/1). Er is dus sprake van een overgangstermijn. Na 1 juli 2018 verliezen de stedenbouwkundige bepalingen in de Bouwverordening hun (aanvullende) werking.
In Arnhem is alleen in de recent vastgestelde bestemmingsplannen (vanaf 2015) een parkeerregeling opgenomen. Hierbij wordt verwezen naar de beleidsregels van het Arnhemse parkeerbeleid. Ook in de overige bestemmingsplannen moet een parkeerregeling worden opgenomen. Anders kan bij aanvragen om een omgevingsvergunning gebaseerd op oudere bestemmingsplannen geen parkeertoets meer kan plaatsvinden.
Met voorliggend facetbestemmingsplan worden alle daarvoor in aanmerking komende bestemmingsplannen relatief eenvoudig in één ruimtelijke procedure voorzien van een parkeerregeling. In deze regeling wordt het gemeentelijk parkeerbeleid van toepassing verklaard op de huidige situatie als op toekomstige aanvragen om omgevingsvergunningen voor het bouwen. Indien deze regels gedurende de planperiode worden gewijzigd, gelden deze wijzigingen vanaf het tijdstip van bekendmaking.
1.2 Keuze Voor Een Facetplan
Het gebied waar het parkeren geregeld moet worden is omvangrijk. Voor de gronden binnen dit gebied gelden veel verschillende bestemmingsplannen van wisselende ouderdom. Omdat de parkeerregeling de individuele bestemmingsplangebieden overstijgt, en slechts één onderdeel van de ruimtelijke ordening in het gebied omvat, is besloten het gewenste beschermingsregime juridisch te verankeren via een facetbestemmingsplan. Het facetbestemmingsplan wordt niet als zodanig genoemd in de Wet ruimtelijke ordening maar is een mogelijkheid (die ook in de jurisprudentie is geaccepteerd) om plannen gedeeltelijk te herzien gedurende de looptijd van een bestemmingsplan.
1.3 Situering En Begrenzing Plangebied
Het plangebied voor deze facetherziening omvat het merendeel van de bestemmingsplannen van de gemeente Arnhem. In bijlage 1 van de regels is een overzicht van de bestemmingsplannen opgenomen. Voor twee gebieden is het 'Facetplan' parkeren niet van toepassing:
- Voor gebieden waarvoor geen bestemmingsplan geldt. Met een facetplan wordt een geldend bestemmingsplan gewijzigd (in dit geval wordt er een bestemming aan een geldend bestemmingsplan toegevoegd). Voor deze gebieden is dat niet mogelijk. Indien voor deze gebieden een nieuw bestemmingsplan wordt opgesteld, wordt hierin de toetsing aan de Beleidsregels parkeren opgenomen. Dit geldt onder andere voor Kleefsewaard en delen van Stadsblokken en Meinerswijk.
- Voor gebieden waar in het geldende bestemmingsplan een specifieke parkeernorm is opgenomen. Voor deze gebieden is een verwijzing naar de algemene Beleidsregels parkeren niet nodig. Dit geldt onder andere voor Schuytgraaf en een aantal projecten in de zuidelijke binnenstad.
1.4 Opzet Bestemmingsplan
Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en regels en gaat vergezeld van een toelichting. Op de kaart zijn de bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. Deze bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.
Dit plan is conform de Wro vormgegeven volgens de SVBP (Standaard voor vergelijkbare Bestemmingsplannen) 2012. Het SVBP geeft voorschriften over inrichting van de kaart (kleuren en tekens) en de opbouw van de regels.
1.5 Geldende Plannen
Voor de gronden waarop voorliggend facetbestemmingsplan betrekking heeft vigeren diverse bestemmingsplannen. Deze plannen, met name de plannen die dateren voor 2015, omvatten geen danwel onvoldoende juridische handvaten om het parkeren op een adequate wijze te kunnen regelen. Nadat voorliggend plan rechtskracht heeft geldt voor heel Arnhem dezelfde parkeerregeling.
1.6 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft het juridisch en beleidskader voor dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 volgt een toelichting op de regels van het bestemmingsplan en de economische uitvoerbaarheid. De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan komt in hoofdstuk 4 aan bod.
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk Beleid En Regelgeving
2.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het ruimtelijk rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid en de toepasselijke regelgeving. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifieke voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven.
2.2 Beleid En Regelgeving
2.2.1 Rijksbeleid
Reparatiewet BZK
De Reparatiewet BZK is op 29 november 2014 in werking getreden (Stb. 2014, 458). In die wet worden de bepalingen van de Woningwet geschrapt die de grondslag vormen voor het opnemen van stedenbouwkundige voorschriften in de Bouwverordening. Dit was al de bedoeling van de wetgever bij de invoering van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008.
Een belangrijk stedenbouwkundig voorschrift betreft het in artikel 2.5.30, eerste lid van de (Model)Bouwverordening opgenomen verplichting dat ten behoeve van het parkeren van auto’s in voldoende mate ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hiervoor is het Besluit ruimtelijke ordening aangepast. Artikel 3.1.2, tweede lid, onder a van het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een bestemmingsplan regels kan bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels.
De Reparatiewet BZK 2014 regelt dat gemeenten de stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening moeten opnemen in bestemmingsplannen. Parkeren dient dus voortaan in het bestemmingplan geregeld worden. Hiervoor kunnen beleidsregels worden vastgesteld (artikel 3.1.2, tweede lid, onder a van het Besluit ruimtelijke ordening). In die gevallen dat in een bestemmingsplan nog geen regels zijn opgenomen ten aanzien van het parkeren is in de Reparatiewet BZK 2014 voorzien in overgangsrecht door een nieuw artikel in de Woningwet op te nemen, te weten artikel 133 van de Woningwet. Op grond van dit artikel houdt de bouwverordening aanvullende werking tot 1 juli 2018, tenzij het bestemmingsplan expliciet bepaalt dat de bepalingen van de Bouwverordening niet van toepassing zijn (zie o.a. AbRvS 13 mei 2009, 200806725/1/H1 en AbRvS 30 oktober 2002, 200202284/1). Er is dus een overgangstermijn. Na 1 juli 2018 verliezen de stedenbouwkundige bepalingen in de Bouwverordening hun (aanvullende) werking.
Het is dus zaak om de stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening, waaronder het parkeren, goed in een bestemmingsplan te vertalen.
2.2.2 Gemeentelijk beleid
Arnhemse beleidsregels voor parkeren
Het Arnhems parkeerbeleid richt zich vooral op het tegengaan (voorkomen) van parkeeroverlast en op het stimuleren van intensief ruimtegebruik.
De gemeente Arnhem bereidt momenteel de actualisatie van het Arnhemse parkeerbeleid voor. Indien deze beleidsregels in werking treden, gaan ze het nieuwe toetsingskader vormen voor de onderdelen parkeren en laden en lossen.
Met voorliggend facetbestemmingsplan worden alle daarvoor in aanmerking komende bestemmingsplannen relatief eenvoudig in één ruimtelijke procedure voorzien van een parkeerregeling. In deze regeling wordt het gemeentelijk parkeerbeleid van toepassing verklaard op de huidige situatie als op toekomstige aanvragen om omgevingsvergunningen. Indien deze regels gedurende de planperiode worden gewijzigd, gelden deze wijzigingen vanaf het tijdstip van bekendmaking.
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving En -Verantwoording
3.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staat een toelichting op de regels van het bestemmingsplan en de economische uitvoerbaarheid
3.2 Opzet Van De Regels
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is de verplichting opgenomen om ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De Standaard voor vergelijkbare bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012) is verplicht.
De Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 maakt het mogelijk bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid.
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en bijbehorende plankaart waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Deze plankaart kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De plankaart en de planregels dienen in samenhang te worden bekeken.
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Inleidende regels (begripsbepalingen en wijze van meten);
- Bestemmingsregels;
- Algemene regels (o.a. afwijkingen);
- Overgangs- en slotregels.
3.2.1 Inleidende regels
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en bevatten:
- Artikel 1 Begrippen
In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen, voor een eenduidige interpretatie van deze begrippen.
3.2.2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels.
Dit hoofdstuk geeft de reikwijdte van dit facetbestemmingsplan aan.
Alle ruimtelijke plannen waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft zijn genoemd in bijlage 1 bij de regels
3.2.3 Algemene regels
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit:
- Artikel 2 Anti-dubbeltelregel
Deze regel bepaalt dat er niet twee keer voor eenzelfde locatie een bouwplan kan worden ingediend. - Artikel 3 Overige regels
In dit artikel wordt een koppeling gelegd tussen de regels van het bestemmingsplan en de gemeentelijke beleidsregels voor het parkeren. De normen voor parkeren, stallen, laden en lossen zelf liggen namelijk niet vast in dit bestemmingsplan maar in gemeentelijke beleidsregels. Deze beleidsregels geven aan wanneer er sprake is van voldoende ruimte voor parkeren, stallen, laden en lossen. Uitgegaan wordt altijd van de gemeentelijke beleidsregels voor het parkeren zoals die gelden op het moment van de ontvangst van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
In dit artikel zijn in lid 3.2 voorwaarden opgenomen ten aanzien van de aspecten parkeren en laden en lossen. Dit artikel zich met name op bestaande situaties waarbij geen sprake is van een omgevingsvergunning. In lid 3.3 wordt aangegeven als strijdig gebruik van gronden en bouwwerken is aangemerkt. Strijdig gebruik is het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor parkeren, stallen, laden en lossen overeenkomstig het gemeentelijke beleid.
De leden 3.4 en 3.5 regelen de mogelijkheid dat er afgeweken kan worden en bepalen de voorwaarden hiervoor.
Met dit artikel wordt onder meer voorkomen dat noodzakelijke parkeerplaatsen op eigen terrein worden verwijderd en de parkeerdruk op de openbare ruimte onevenredig wordt verhoogd.
3.2.4 Overgangs- en slotbepalingen
In hoofdstuk 4 staan de overgangs- en slotbepalingen. In de overgangsbepalingen is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan.
3.3 Handhaving
Bestemmingsplannen zijn bindend voor overheid en burger. Enerzijds kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen (optreden tegen strijdig gebruik en/of bebouwing). Anderzijds vormt het bestemmingsplan ook het juridisch kader voor de burger waar deze uit af kan leiden wat zijn eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van zijn buren en directe omgeving. Het bestemmingsplan geeft immers de gewenste planologische situatie voor het betreffende gebied binnen de planperiode aan.
In de nota “beleidsuitgangspunten handhaving bestemmingsplannen” zijn de volgende uitgangspunten opgenomen:
- stringent beleid: als uitgangspunt geldt dat in principe elke overtreding wordt aangepakt;
- géén stilzwijgend gedogen;
- gewenste maar illegale ontwikkelingen zo mogelijk vooraf maar in ieder geval zo snel mogelijk legaliseren;
- gedogen van illegale gevallen alleen in uitzonderlijke gevallen, bij voorkeur alleen tijdelijk en met redenen omkleed.
Deze beleidsuitgangspunten zijn geëvalueerd in de nota "Handhavingsplan Fysieke Leefomgeving 2011-2014". De destijds geformuleerde uitgangspunten pretenderen dat alle overtredingen worden opgespoord en aangepakt. Deze ambitie blijkt met de beschikbare menskracht te ambitieus en daarom is in de nieuwe nota een prioriteitsstelling opgenomen waarin wordt aangegeven aan welke handhavingsonderwerpen op het gebied van bouwregelgeving en de gebouwde omgeving de komende periode met name aandacht wordt besteed. Dit houdt in dat het uitgangspunt dat in principe elke overtreding wordt aangepakt afhankelijk wordt van de prioriteitsstelling uit het Handhavingsplan. De prioriteitsstelling is ondermeer afhankelijk van het type overtreding en het type gebied (beschermd stadsgezicht, buitengebied, industrieterrein enz.) waar de overtreding wordt geconstateerd en zal op basis van politieke realiteit per looptijd van het Handhavingsplan worden geactualiseerd.
De grondslag voor een goed werkend handhavingsbeleid wordt gevormd door een inventarisatie van het feitelijke gebruik en de bestaande bebouwing zo kort mogelijk voor respectievelijk het in ontwerp ter visie leggen van casu quo het in werking van een bestemmingsplan. Als vervolg op deze inventarisatie zullen de verleende omgevingsvergunning voor het bouwen en gevolgde afwijkingsprocedures worden geregistreerd.
Handhavend optreden tegen overtredingen van bestemmingsplannen kan niet alleen plaatsvinden via publiekrechtelijke, maar ook via de strafrechtelijke weg. De opsporingsambtenaren van de gemeente of politie zullen in die gevallen proces-verbaal van de overtreding maken. Het (reguliere) bestuursrechtelijke traject zal gelijktijdig worden ingezet.
3.4 Exploitatie
Voorliggend bestemmingsplan is beheermatig van aard. De uitvoering van het bestemmingsplan brengt geen kosten met zich mee. Een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid kan achterwege gelaten worden.
Hoofdstuk 4 Procedure
4.1 Publicatie Voornemen
Volgens artikel 1.3.1 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening moet het voornemen tot een op ontwikkeling gericht bestemmingsplan worden gepubliceerd. Dit is een beheerbestemmingsplan dat geen ontwikkelingen mogelijk maakt. Daarom is het niet nodig om het voornemen te publiceren
4.2 Vooroverleg
Conform artikel 3.1.1 van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de wettelijke overlegpartners. Gelet op de aard van dit facetbestemmingsplan is het voeren van vooroverleg met overlegpartners niet noodzakelijk.
4.3 Terinzagelegging Ontwerp-bestemmingsplan
Het bestemmingsplan heeft vanaf 20 februari 2018 tot en met 2 april 2018 in ontwerp ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is één zienswijze ingediend.
4.4 Vaststelling
Vaststelling van het plan heeft plaatsgevonden op 30 mei 2018. Hierbij is het plan op een aantal onderdelen gewijzigd ten opzichte van het ontwerp van het plan.
De wijziging als gevolg van de zienswijze betreft de als bijlage bij de regels opgenomen lijst met aan te passen bestemmingsplannen. In deze lijst is de verwijzing naar het bestemmingsplan Fluvium Midden - Westervoortsedijk West geschrapt. In verband daarmee is ook de verbeelding aangepast. Daarnaast is naar aanleiding van de zienswijze artikel 3 van de regels aangepast. Ambtshalve zijn eveneens enkele kleine redactionele wijzigingen in de regels aangebracht. Tenslotte is de tekst van artikel 3 van de regels via een aangenomen raadsamendement tijdens de vaststelling van het bestemmingsplan aangepast.
4.5 Terinzagelegging Vastgesteld Bestemmingsplan
Na gewijzigde vaststelling op 30 mei 2018 is het bestemmingsplan op 5 juni 2018 voor een periode van 6 weken tot en met 16 juli 2018 ter inzage gelegd.
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem
Onder de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem wordt verstaan: de 'Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003', dan wel zoals deze regels komen te luiden na wijziging van deze regels.
1.2 plan:
Het bestemmingsplan Facetplan parkeren met identificatienummer NL.IMRO.0202.933-0301 van de gemeente Arnhem.
1.3 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.4 vigerende bestemmingsplannen
Alle binnen de gemeente Arnhem op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Reikwijdte en toepassing
- De regels van dit plan hebben betrekking op de in bijlage 1 bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
- De regels van dit plan gelden in aanvulling op de in bijlage 1 bij deze regels genoemde bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen.
- De regels van de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen zoals genoemd in bijlage 1 van deze regels blijven buiten toepassing voor zover er sprake is van strijdigheid met de regels van dit plan en blijven voor het overige onverminderd van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 2 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 3 Overige Regels
3.1 Parkeren
- Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken - waarvoor een omgevingsvergunning is benodigd - daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. - De onder a. bedoelde ruimte voor het parkeren van personenauto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's
- Aan het bepaalde onder a. wordt geacht te zijn voldaan indien de ruimte voor parkeren of stallen voldoet aan de in de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem daartoe opgenomen normen.
3.2 Laden of lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, dient, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan, in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor het genoemde in lid 3.1 overeenkomstig de beleidsregels als bedoeld in lid 3.6.
3.4 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 3.1 en 3.2:
- indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
- voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
3.5 Voorwaarden voor afwijken
Afwijken van de regels, als bedoeld in de leden 3.1 en 3.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de parkeersituatie in de openbare ruimte;
- de woon- en leefsituatie.
3.6 Beleidsregels
- Burgemeester en wethouders passen deze bouwregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
- Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
4.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Facetplan parkeren.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Overzichtslijst Van Toepasselijke Bestemmingsplannen
Plannaam | Datum vaststelling |
Elderveld | 23-03-1971 |
Laar, De gemeente Elst | 09-05-1973 |
Laar I, De | 30-07-1974 |
Eusebiusplein en omgeving | 31-03-1976 |
Nieuwe Weerdjes | 20-04-1976 |
Pleyroute - IJsseloord | 23-02-1981 |
Sint Marten | 06-11-1978 |
Transvaalbuurt | 08-10-1984 |
Oud Heijenoord | 08-10-1984 |
Polder Meinerswijk | 25-03-1985 |
Westervoortsedijk hoek Oude Veerweg naar Westervoort | 24-05-1988 |
Utrechtsestraat - Renssenstraat | 04-07-1988 |
Bedrijventerrein IJsseloord II | 03-07-1995 |
Arnhem Centraal | 04-12-1995 |
Arnhem Centraal I | 15-04-1997 |
Arnhem Centraal II | 06-10-1998 |
Geitenkamp | 02-10-2000 |
Rijnkade - Paradijs | 05-06-2000 |
Sonsbeekkwartier - Vogelwijk | 02-10-2000 |
Bedrijventerrein Westervoortsedijk | 14-11-2002 |
Klarendal-Sint Marten | 16-01-2003 |
Arnhem Centraal III | 11-11-2003 |
Malburgen - Midden | 28-06-2004 |
Malburgen - Oost | 25-02-2008 |
Binnenstad en Singels | 15-03-2005 |
Monnikenhuizen - Klarenbeek | 31-01-2005 |
Heijenoord-Het Dorp | 25-02-2008 |
Rivierzone | 30-11-2009 |
Malburgen - De Wheme | 30-05-2011 |
Bedrijventerrein het Broek | 26-01-2009 |
Elsweide - Over het Lange Water | 29-06-2009 |
Elden 2012 | 17-12-2012 |
Alteveer-Cranenvelt | 26-09-2005 |
Lombok-Hulkestein-Utrechtsestraat | 24-09-2007 |
Presikhaaf 1 | 29-05-2006 |
Presikhaaf 2 | 24-11-2008 |
Buitengebied Arnhem Noord 2007 | 26-02-2007 |
Spijkerkwartier - Boulevardkwartier - Spoorhoek | 29-06-2009 |
Malburgen - Midden I | 15-04-2008 |
Sonsbeekkwartier - Vogelwijk | 25-02-2008 |
Arnhems Broek - Van Verschuerwijk | 25-02-2008 |
Geitenkamp en omgeving | 21-07-2010 |
Zwaluwstraat | 17-12-2007 |
De Laar 2007 | 24-09-2007 |
Merwedestraat en omgeving | 17-12-2007 |
Kemperberg | 2012-04-04 |
Schuytgraaf 2011 | 7-5-2011 |
Hoogstede - Klingelbeek | 13-12-2010 |
Malburgen Midden partiële herziening 2009-01 | 30-11-2009 |
Saksen Weimar | 30-11-2009 |
Coehoorn | 01-11-2010 |
Centrumring Rond deel Oost | 13-12-2010 |
Rijnboog Kenniscluster | 07-04-2011 |
Bartok | 13-7-2015 |
Klarendal - Sint Marten 2012 | 21-5-2013 |
Presikhaaf 1 Waalstraat - IJssellaan | 13-12-2010 |
Malburgen - Dijkzone Oost | 31-01-2011 |
Presikhaaf 1 - Het Podium 2 | 26-10-2010 |
Keerlus & Parkeerplaatsen Monnikenhuizen | 29-3-2012 |
Malburgen - West 2010 | 31-01-2011 |
Presikhaaf 3 | 5-7-2011 |
Spijkerbroek | 05-07-2011 |
Parken Sonsbeek, Zijpendaal en Gulden Bodem 2011 | 19-12-2011 |
Bestemmingsplan Arnhem Zuid-Oost | 04-07-2011 |
Landgoed Laag Erf | 29-5-2012 |
IJsseloord 1 | 8-12-2011 |
Stadsblokken - Meinerswijk 2015 | 28-9-2015 |
MFC Klarendal | 04-07-2011 |
Hoogkamp Sterrenberg Gulden Bodem 2012 | 26-11-2012 |
Bedrijventerrein Bakenhof | 26-03-2012 |
Hoogstede - Zuid | 27-8-2012 |
Gelredome - Nijmeegseweg - Rijnhal | 25-11-2013 |
Elderveld 2011 | 24-04-2012 |
Natuurbegraafplaats Heidepol | 8-12-2011 |
Burgemeesterswijk - Transvaalbuurt 2013 | 30-6-2014 |
Rivierzone 2013 | 27-4-2014 |
Kemperberg, gedeeltelijke herziening 2012-01 | 24-6-2013 |
Ziekenhuis Rijnstate | 22-4-2013 |
Bloemenkiosk Jansplaats | 29-05-2012 |
Het Dorp | 2013-02-18 |
Saksen Weimar 2012 | 27-02-2012 |
Fluvium - SB gebouw | 25-6-2012 |
Trainingsaccommodatie Vitesse Papendal | 10-9-2012 |
SB West | 14-1-2013 |
Alteveer - Beethovenlaan | 25-03-2013 |
Winkelcentrum- en Park Presikhaaf | 27-8-2012 |
Weerdjes | 22-4-2013 |
Bestuurskwartier | 22-4-2013 |
Woonwagenstandplaats Immerlooplein | 29-05-2012 |
Statenlaan 2012 | 27-8-2012 |
Remise e.o. | 18-3-2013 |
Arnhems Buiten | 17-6-2013 |
Kemperberg - Sylvahoeve | 17-12-2012 |
Leemlagen | 29-6-2015 |
Arnhem Centraal - Oost | 30-09-2013 |
Velperweg e.o. | 27-11-2017 |
Cobercoterrein | 26-5-2015 |
Nijhoffstraat | 25-11-2013 |
Rijzenburg | 30-6-2014 |
Saksen - Weimar fase 3 | 25-11-2013 |
Rijnboog - Paradijs | 25-11-2013 |
Braamweg 1 | 30-6-2014 |
Rijnhal - Decathlon | 29-9-2014 |
Fluvium Noord | 26-5-2014 |
DroomPark Hooge Veluwe | 28-9-2015 |
Voormalige Marechausseekazerne Thomas á Kempislaan | 29-9-2014 |
Parkzone Drielsedijk | 30-5-2015 |
Deltakwartier | 14-11-2016 |
Motorcrossterrein Arnhem | 6-4-2016 |
Het Gelders Huis | 30-5-2015 |
Malburgen MW6 | 28-4-2015 |
De Nieuwe Vaart | 9-3-2015 |
Saksen Weimar fase 5 t/m 7 | 13-7-2015 |
Rosendaalseweg 503 | 14-11-2016 |
Dr. Willem Dreessingel 96-110 | 19-12-2016 |
HKA | 18-7-2016 |
Landgoed Klingelbeek | 10-7-2017 |
IFV-terrein Kemperbergerweg | 30-1-2017 |
Kemperbergerweg 723A | 8-5-2017 |
Bethaniënstraat 248-250 | 19-12-2016 |
Utrechtseweg 280-284 | 27-3-2017 |
Heijenoordseweg 7 | 25-9-2017 |
Windpark en zonneveld Koningspleij Noord | 10-7-2017 |