Alde Steeg
Bestemmingsplan - Beuningen
Vastgesteld op 07-02-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Alde Steeg' van de gemeente Beuningen;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0209.BPaldesteeg-dfva met de bijbehorende regels;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.7 bedrijf aan huis
het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende aangebouwde bijgebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
1.8 begeleid wonen
een vorm van al dan niet zelfstandig wonen dat - in ieder geval functioneel - gekoppeld is aan een instelling van maatschappelijke zorgverlening en/of verpleging;
1.9 beroep aan huis
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.10 bestaand
- bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;
- bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.13 bijbehorend bouwwerk
- uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
- hieronder vallen in ieder geval bijgebouwen;
1.14 bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw, dat door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
1.15 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.16 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.17 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.18 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.19 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.20 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.21 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.22 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
1.23 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.24 hoofdgebouw
een (deel van een) gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.25 horeca/ restauratieve voorzieningen
het verstrekken van te nuttigen voedsel en dranken, in beginsel alleen overdag en 's avonds;
1.26 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder vergaderaccommodatie ten behoeve van de aanwezige kantoorfunctie;
1.27 langzaamverkeersroutes:
routes voor ongemotoriseerd verkeer, scootmobielen, wandelaars, skeeleraars, en dergelijke, daarbij behorende bermen en straatmeubilair;
1.28 peil
de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld op het bouwperceel;
1.29 praktijkruimte
een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verlenen van medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee gelijk te stellen diensten;
1.30 seksinrichting
een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk pornografische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van pornografische en/of erotische aard plaats heeft, en/of tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht dan wel bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot seksuele handelingen;
1.31 twee- aaneen gebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
1.32 voorgevel
de naar de openbare weg en/of voet- of fietspad gekeerd gevel;
1.33 vrijstaand bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel binnen het bouwblok gelegen gebouw;
1.34 woning
een complex van ruimten, inclusief aan- en uitbouwen, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.35 zone
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.36 zorghotel
complex van ruimten, soms verbonden aan een ziekenhuis of woon-zorgcentrum, waar mensen tijdelijk kunnen verblijven met zorg en begeleiding als overbrugging tot terugkeer naar huis na een ziekenhuisopname, tot opname in een woon-zorgcentrum of zorgwoning of ter ontlasting van hun mantelzorger(s).
1.37 zorgunit
complex van ruimten bedoeld voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking die een intensievere vorm van zorgverlening gedurende een langere periode nodig hebben, waaronder in ieder geval begeleid wonen of een zorghotel wordt verstaan.
1.38 zorgwoning
woningen bedoeld voor mensen die nu al aantoonbaar zorg nodig hebben of in de nabije toekomst zorg verwachten nodig te hebben, waarbij deze zorg op afroep of 24 uurszorg beschikbaar is vanuit een woon-zorgcentrum.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Maatschappelijk
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. zorgwoningen;
- b. zorgunits;
- c. zorgbehandelkamers;
met daaraan ondergeschikt ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik:
- d. dienstverlening;
- e. kantoren;
- f. horeca en/of restauratieve voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- g. tuinen;
- h. paden;
- i. groenvoorzieningen;
- j. waterlopen en waterpartijen;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van verkeer niet zijnde garages voor auto's, zoals fietsenstallingen, hellingbanen en ondergrondse opslag voor afval.
3.2 Bouwregels
De bouwmogelijkheden zijn begrensd door het opnemen van situerings- en maatvoeringseisen voor gebouwen en andere bouwwerken in de verbeelding van het plan en de hieronder opgenomen regels.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van het gebruik van gronden voor parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
- a. de maatschappelijke functie als hoofdfunctie behouden blijft;
- b. de ontwikkeling hydrologisch neutraal is.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. fiets- en voetpaden;
- b. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. keerwanden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. verblijfsgebied;
- g. verkeersvoorzieningen;
- h. waterlopen;
- i. wegen, straten en paden;
- j. wegverkeer;
- k. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van verkeer niet zijnde garages voor auto's, zoals fietsenstallingen, hellingbanen en ondergrondse opslag voor afval.
4.2 Bouwregels
De bouwmogelijkheden zijn begrensd door het opnemen van situerings- en maatvoeringseisen voor gebouwen en andere bouwwerken in de hieronder opgenomen regels.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
met de daarbij behorende:
- b. tuinen en erven;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen.
5.2 Bouwregels
De bouwmogelijkheden zijn begrensd door het opnemen van situerings- en maatvoeringseisen voor gebouwen en andere bouwwerken in de verbeelding van het plan en de hieronder opgenomen regels.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te laten gebruiken in strijd met de bestemming.Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken, en het laten gebruiken, van:
- a. gronden en opstallen voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, behoudens verlening van een omgevingsvergunning conform het bepaalde in 5.4;
- b. de gronden voor buitenopslag;
- c. de gronden en opstallen voor detailhandel, behoudens bij een aan huis verbonden beroep of bedrijf voor zover het gaat om een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit dat direct verband houdt met het aan huis verbonden beroep of bedrijf;
- d. vrijstaande bijgebouwen bij woningen voor bewoning;
- e. meer dan 15 m² aan bijgebouwen voor het houden van dieren.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag is bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikellid 5.3 sub a teneinde een beroep of bedrijf aan huis toe te staan dat gezien de aard, omvang en intensiteit passend is binnen de woonfunctie. Van een dergelijk aan huis verbonden beroep of bedrijf is sprake indien de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft. Dat is het geval indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. het bebouwingspercentage ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totaal op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlakte, met dien verstande dat de bebouwde oppervlakte van 45 m² voor deze functie niet mag worden overschreden;
- b. de woning blijft voldoen aan de bepalingen ingevolge of krachtens de Woningwet;
- c. het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dat wil zeggen dat de gebruiker van de woning ook de beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteit ontplooit;
- d. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent bijvoorbeeld dat het geen activiteit mag zijn waarvoor een vergunning of melding op grond van de milieuwetgeving verplicht is. Ook mag de activiteit geen industriële handelingen inhouden; evenmin is een seksinrichting toegestaan;
- e. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten;
- f. buitenopslag is niet toegestaan;
- g. de activiteit mag niet in vrijstaande bijgebouwen worden ontplooid;
- h. detailhandel mag niet plaatsvinden tenzij het gaat om een beperkte verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit dat direct verband houdt met het aan huis verbonden beroep of bedrijf;
- i. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
- j. er mag geen onevenredige verstoring plaatsvinden in de voorzieningenstructuur van het centrum.
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de archeologische informatie in de bodem.
6.2 Bouwregels
Ten opzichte van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
- a. Voor het oprichten van bouwwerken groter dan 100 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop het bouwen betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
- b. In afwijking van het gestelde onder a hoeft geen rapport als bedoeld onder a te worden overlegd, indien:
- 1. het bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing, waarbij de bebouwing op dezelfde fundering plaatsvindt als de te vervangen bebouwing en niet dieper wordt uitgegraven dan de onderzijde van de bestaande fundering;
- 2. het bouwen betrekking heeft op het vervangen van bestaande bebouwing, waarbij de bebouwing op maximaal 2,5 meter ter weerszijden van de bestaande fundering wordt gerealiseerd;
- 3. in verband met het bouwen geen grondwerkzaamheden plaatsvinden dieper dan 0,30 meter onder het 'peil';
- c. Wanneer uit het onder a genoemde rapport, of uit andere beschikbare archeologische informatie, blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, mag alleen worden gebouwd:
- 1. tot een diepte van maximaal 0,30 meter onder het 'peil' en bij de grondwerkzaamheden voor dit bouwen een door de gemeente aangewezen archeoloog aanwezig is;
- 2. voorafgaand aan de werkzaamheden opgravingen zijn gedaan.
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op de gronden liggende hoofdbestemmingen overeenkomstig het bepaalde binnen deze hoofdbestemmingen, indien hiervoor uit hoofde van de bescherming van de archeologische informatie geen bezwaar bestaat; daartoe wordt voor verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende provinciaal archeoloog.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.5 Afwijken
Het bevoegd gezag is bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 6.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op de gronden liggende hoofdbestemmingen overeenkomstig het bepaalde binnen deze hoofdbestemmingen, indien hiervoor uit hoofde van de bescherming van de archeologische informatie geen bezwaar bestaat; daartoe wordt voor verlening van de vergunning advies ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
8.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 2 meter bedraagt.
Artikel 9 Algemene Procedureregels
9.1 Afwijken van het bestemmingsplan
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Artikel 10 Overige Regels
10.1 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in de gebruiksregels (artikel 3.3, 4.3 en 5.3) is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
11.2 Afwijken
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 11.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 11.1 met maximaal 10%.
11.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 11.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.4 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
11.5 Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.4 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
11.6 Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 11.4 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
11.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 11.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Alde Steeg (Gemeente Beuningen).
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
.........................................................
De griffier,
Bijlage 1 Bodemonderzoek
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Luchtkwaliteitonderzoek
Bijlage 3 Luchtkwaliteitonderzoek
Bijlage 4 Quickscan Natuurwaarden
Bijlage 4 Quickscan natuurwaarden
Bijlage 5 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 5 Archeologisch onderzoek
Bijlage 6 Archeologisch Onderzoek (Proefsleuven)
Bijlage 6 Archeologisch onderzoek (proefsleuven)
Bijlage 7 Uitganspunten En Berekeningen Verkeersgeneratie
Bijlage 7 Uitganspunten en berekeningen verkeersgeneratie