Weg door de Plas ong.
Bestemmingsplan - gemeente Brummen
Vastgesteld op 18-03-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan Weg door de Plas ong. met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBG700074-va01 van de gemeente Brummen.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Aan huis verbonden beroep
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, daaronder niet begrepen prostitutie, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.6 Aan huis verbonden bedrijf
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, cosmetisch of hiermee gelijk te stellen gebied, daaronder niet begrepen prostitutie, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.7 Agrarisch bedrijf
Een bedrijf met agrarische doeleinden.
1.8 Agrarische doeleinden
Doeleinden die gericht zijn op het voortbrengen van producten door middel van het houden van dieren, tenzij anders is bepaald in deze regels.
1.9 Bestaand
- bij bouwwerken: bestaande legale bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig waren of krachtens een verleende bouwvergunning of omgevingsvergunning voor het bouwen worden of mogen worden gebouwd;
- bij gebruik: bestaand gebruik dat bestond op het tijdstip ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
1.10 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.11 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.12 Bijgebouw
Een met het hoofdgebouw verbonden (wel of niet vanuit het hoofdgebouw te bereiken) of daarvan vrijstaand gebouw dat door de vorm en gebruik onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht ten dienste staat van het hoofdgebouw.
1.13 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.14 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.15 Bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.16 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk (2 of meer) met wanden omsloten ruimte vormt.
1.17 Hobbymatig houden van dieren
Het uit liefhebberij/vrijetijdsbesteding houden van dieren zonder bedrijfsmatig karakter en dat niet valt onder het begrip 'Agrarisch bedrijf', waarbij de onderstaande dieraantallen als richtlijn kan worden gehanteerd:
- 10 schapen;
- 5 paarden;
- 10 geiten;
- 25 stuks pluimvee;
- 25 konijnen;
- 10 overige landbouwhuisdieren.
1.18 Hoofdgebouw
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.19 Huishouden
Zelfstandige bewoning door een persoon, een gezin of een andere, minder traditionele woonvorm, waarbij sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning, van continuïteit in de samenstelling van de groep en van een zekere mate van onderlinge verbondenheid/
1.20 Luifel
Zelfstandige bewoning door een persoon, een gezin of een andere, minder traditionele woonvorm, waarbij sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning, van continuïteit in de samenstelling van de groep en van een zekere mate van onderlinge verbondenheid.
1.21 Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt, zonder dan wel met ten hoogste één wand omsloten is.
1.22 Paardenbak
Een terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport.
1.23 Peil
De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte bouwterrein, met een maximum van 7,5 meter boven NAP (Normaal Amsterdams Peil).
1.24 Seksinrichting
Een voor publiek toegankelijk, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoning van erotische-pornografische aard plaatsvindt. Hieronder wordt in elk geval verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, sekstheater, of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.25 Voorgevelrooilijn
De aangeduide lijn die strak loopt langs de voor-, zij-, respectievelijk achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen
1.26 Wonen
Wonen in een woning.
1.27 Woning
Een complex van ruimten (exclusief bijgebouwen), uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte maaiveld ter plaatse van het bouwwerk.
2.3 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden wolfseinden en dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel . Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden verhoogde raam- en entreepartijen eveneens buiten beschouwing gelaten, mits de gezamenlijke breedte van raam- en/of entreepartijen niet meer bedraagt dan 30% van de breedte van de gevel van de woning waar de raam- en/of entreepartijen zich bevinden.
2.4 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, luifels, gevelversieringen, standleidingen voor hemelwater, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, liftschachten, gevel- of kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Van Toepassing Verklaring
Op onderhavig wijzigingsplan 'Weg door de plas ong' zijn de regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan Parkeren', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Brummen bij besluit van 18 oktober 2018 en vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0213.BPBREEPPARK10000-VA01 van overeenkomstige toepassing, zulks met dien verstande dat:
- a. de verbeelding is gewijzigd zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBG700074-va01 bijbehorende dit wijzigingsplan.
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met daaraan ondergeschikt:
- a. erven voor onder andere tuinen en parkeervoorzieningen.
het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep en of bedrijf, met dien verstande dat maximaal 50 m2 van de oppervlakte van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt voor een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf. Voor een aan huis gebonden bedrijf geldt dat deze uitsluitend is toegestaan indien deze voorkomt in categorie 1 van de Lijst van aan-huis-gebonden zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels;
- b. het op hobbymatige basis houden van dieren.
4.2 Bouwregels
Op gronden met deze bestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming toegestaan.
Daarbij geldt het volgende:
- a. voor woningen geldt het volgende:
- 1. het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen;
- 2. de maximale goot en bouwhoogte van een woning mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 meter en 9 meter;
- 3. woningen dienen ten minste op 1 meter achter de voorgevelroolijn te worden gebouwd;
- 4. voor woningen geldt dat de bestaande oppervlakte met maximaal 25% mag worden vergroot tot een maximum van 150 m²;
- 5. de herbouw van de woning is mogelijk waarbij de nieuwe bebouwingscontour op enig punt is geprojecteerd op maximaal 3 meter van de bestaande bebouwingscontour;
- 6. de oppervlakte van de bij woning behorende bijgebouwen mag per woning gezamenlijk maximaal 75 m² bedragen;
- 7. Voor bijgebouwen de maximale goot en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 3 meter en 6 meter;
- 8. Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
- de maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal de in onderstaande tabel opgenomen bouwhoogte:
Bouwwerken geen gebouwen zijnde Bouwhoogte in meters Zwembaden 0,6 Overkappingen 3 Verlichtings- en vlaggenmasten 8
- de maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal de in onderstaande tabel opgenomen bouwhoogte:
- 9. per woning is maximaal één zwembad toegestaan met een maximale oppervlakte van 75 m2;
- 10. per woning mag de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen maximaal 30 m2 bedragen;
- 11. bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen het bestemmingsvlak mag maximaal 2 m bedragen met uitzondering van schuttingen en andere terreinafscheidingen, die gelegen zijn voor de voorgevel of in het verlengde daarvan, waarvoor een maximale bouwhoogte geldt van 1 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan het oprichten van een paardenbak worden toegestaan, hierbij gelden de volgende regels:
- a. per woning is maximaal 1 paardenbak toegestaan;
- b. de maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20 m bij 60 m;
- c. er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad;
- d. de afstand van de paardenbak tot woningen van derden of andere gebouwen van derden bedraagt ten minste 50 meter;
- e. de initiatiefnemer dient een door het college goed te keuren inrichtingsplan te overleggen.
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van lichtmasten en omheiningen en springhindernissen ten behoeve van de paardenbak toegestaan, met dien verstande dat:
- g. de bouwhoogte van lichtmasten maximaal 8 m bedraagt;
- h. de bouwhoogte van een omheining langs de paardenbak en springhindernissen in de paardenbak maximaal 1,5 meter bedraagt.
Artikel 5 Waarde - Archeologie Laag
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie laag' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
5.2 Bouwregels
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Bestaande afstanden en andere maten
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
8.1 Strijdig gebruik
- a. onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen voor de exploitatie van een seksinrichting.
- b. onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de gemeentelijke parkeernota Parkeernota 2007.
Artikel 9 Overige Regels
9.1 Voorwaardelijke verplichting parkeren
- a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien er voldoende parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen wordt gerealiseerd. Voldoende betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de gemeentelijke Parkeernota 2007. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd dient er rekening te wordengehouden met de wijziging.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
10.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 11 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Weg door de Plas ong.'.
Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 1 Landschappelijke inpassing
Bijlage 2 Lijst Van Aan-huis-gebonden Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst van aan-huis-gebonden bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Landschappelijke Inpassing
Bijlage 1 Landschappelijke inpassing
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 3 Quickscan Flora en fauna
Bijlage 4 Nader Onderzoek Kerkuil En Steenmarter
Bijlage 4 Nader onderzoek kerkuil en steenmarter