KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 2 Anti-dubbeltelregel
Artikel 3 Overige Regels
Artikel 4 Leiding - Hoogspanning
Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
Artikel 7 Slotregel
Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Paraplubestemmingsplan landschapselementen buitengebied

Bestemmingsplan - Gemeente Brummen

Vastgesteld op 23-03-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan landschapselementen buitengebied' met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBG700087-va01 van de gemeente Brummen.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 erfbeplanting

beplanting ter plaatse van een erf, waaronder in ieder geval een houtsingel, hoogstamfruitboomgaard, hagen en solitaire bomen worden verstaan.

1.4 geriefhoutbosje

een bosje dat voornamelijk uit één boomsoort bestaat, zoals eik, es, wilg of els, en groter is dan 500 m2.

1.5 gemengd bos

een loofbos, waarbinnen ook de boomsoort grove den aanwezig is.

1.6 loofbos

een cluster van loofbomen, zoals zomereik, gewone beuk, ruwe berk en wilde lijsterbes, met daartussen beplanting, zoals gewone hulst of venijnboom.

1.7 houtsingel

een brede landschappelijke afscheiding, vaak tussen weilanden, die bestaat uit bomen en struiken. Een houtsingel is een lijnvormig landschapselement van 4 tot maximaal 20 meter breed. Houtsingels lijken veel op houtwallen. Bij een houtwal is er sprake van een opgeworpen wal, waar de beplanting op staat en bestaat uit de beplantingssoorten;

  • Boomvormers: Quercus robur (Zomereik), Betula pendula (Ruwe berk) en Sorbus aucuparia (Wilde lijsterbes) en;
  • Struikvormers: Crataegus monogyna (Eenstijlige meidoorn), Acer campestre (Veldesdoorn), Viburnum opulus (Gelderse roos), Rosa canina (Hondsroos), Corylus avellana (Gewone hazelaar), Rhamnus frangula (Vuilboom), Ilex aquifolium (Gewone hulst), Vogelkers (Prunus Padus);
  • Incidenteel: Prunus avium (Zoetekers), Malus sylvestris (Wilde appel), Tilia x europea (Hollandse linde).

1.8 knip- en scheerheg

een lijnvormig landschapselement langs kavelgrenzen (niet op of langs het woonerf), met aaneengesloten begroeiing van inheemse struiken (zoals eenstijlige meidoorn, veldesdoorn en sleedoorn), dat regelmatig wordt geknipt of geschoren.

1.9 singel

een bomenrij, bestaande uit elzen (zwarte els) en/of wilgen (schietwilg), vaak op een slootkant.

1.10 struweelhaag

een lijnvormig landschapselement met een aaneengesloten opgaande begroeiing van inheemse, overwegend doornachtige, struiken, die vrij uit mogen groeien, zoals eenstijlige meidoorn, sleedoorn en hondsroos.

1.11 vogelbosje

een bosje dat voornamelijk uit (besdragende) struiken (zoals meidoorn, Gelderse roos en lijsterbes) bestaat en is niet groter is dan 500 m2.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Overige Regels

3.1 Reikwijdte

3.2 Toevoeging regeling

Aan de agrarische bestemmingen in de in artikel 3.1.2 opgenomen plannen wordt de volgende regeling toegevoegd:

Artikel 4 Leiding - Hoogspanning

Aan de in artikel 3.1.2 opgenomen plannen wordt de volgende dubbelbestemming toegevoegd:

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsleiding; met de daarbij behorende

  1. a. Belemmerde strook;
  2. b. Voorzieningen.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op of in de in dit artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd;
  2. b. op of in de in dit artikel bedoelde gronden zijn geen gebouwen en bouwwerken toegestaan, met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen en bouwwerken;
  3. c. indien bestaande gebouwen en/of bouwwerken worden vervangen, vernieuwd of veranderd is dit toegestaan indien de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen of andere-bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende hoogspanningsleiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies is verkregen van de betreffende netbeheerder.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend een gebruik dat geen rekening houdt met een ongestoorde werking van de bovengrondse hoogspanningsleiding en de risico's die ermee verbonden zijn.

Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Aan de in artikel 3.1.2 opgenomen plannen wordt de volgende dubbelbestemming toegevoegd:

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsverbinding; met de daarbij behorende

  1. a. Masten en (veiligheids)voorzieningen.

In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. op of in de in dit artikel bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd;
  2. b. op of in de in dit artikel bedoelde gronden zijn geen gebouwen en bouwwerken toegestaan, met uitzondering van bestaande (vergunde) gebouwen en bouwwerken;
  3. c. indien bestaande gebouwen en/of bouwwerken worden vervangen, vernieuwd of veranderd is dit toegestaan indien de oppervlakte en hoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen of andere-bouwwerken worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende hoogspanningsleiding;
  2. b. vooraf schriftelijk advies is verkregen van de betreffende netbeheerder.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

6.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan landschapselementen buitengebied' van de gemeente Brummen.

Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Zienswijzen

Bijlage 1 Nota van beantwoording zienswijzen