Mantelzorgwoning
Bestemmingsplan - Gemeente Brummen
Vastgesteld op 15-10-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Mantelzorgwoning' met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBREEPMZ10000-va01 van de gemeente Brummen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 afhankelijke woonruimte:
Een voor huisvesting van een (zelfstandig) huishouden geschikt gebouw, dat ruimtelijk ondergeschikt is aan en/of ruimtelijke een geheel vormt met het hoofdgebouw en blijvend onderdeel uitmaakt van de kavel van het hoofdgebouw. Het betreft een aangebouwde of vrijstaande bijgebouwen of een tijdelijke mantelzorgunit met een eigen toegang en eigen voorzieningen, maar wel gelegen op hetzelfde perceel en in de nabijheid van de woning waarin de zorgverlener of zorgvrager woont. De afhankelijke woonruimte is ten behoeve van mantelzorg (verlenen of ontvangen). Het bijgebouw of de tijdelijke unit blijft een onderdeel van de bestaande woning en er is geen sprake van een nieuwe woonbestemming.
1.4 inwoning:
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden aan en/of uitbouwen en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet is toegestaan.
1.5 mantelzorg:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Artikel 2 Reikwijdte
2.1 Herziening bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan herziet de volgende bestemmingsplannen op de wijze zoals aangegeven in artikel 2.2:
Naam bestemmingsplan | Planidentificatie | Vastgesteld op…onherroepelijk |
Brummen | ||
Kom Brummen | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100000-va01 | 26-11-2009 |
Voorsterweg 81 | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100001-oh01 | 23-06-2010 |
Engelenburgerlaan | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100004-va01 | 17-04-2014 |
Voorsterweg 55 t/m 69 | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100005-va01 | 27-10-2011 |
Kom Brummen, wijziging Arnhemsestraat | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100006-va01 | 04-10-2011 |
Cortenoeverseweg 32 | NL.IMRO.0213.BPBRKOM100007-oh01 | 04-09-2012 |
Wilhelminastraat 16 | NL.IMRO.0213.BPBRKOM130000-va01 | 15-03-2012 |
De Hazenberg Rhienderen Noord | NL.IMRO.0213.BPBRHARH110000-oh01 | 02-07-2010 |
Centrumplan Brummen | NL.IMRO.0213.BPCENTBR1200000-va01 | 19-09-2013 |
Elzenbos | NL.IMRO.0213.BPBRELZ120000-va01 | 20-05-2010 |
Eerbeek | ||
Kom Eerbeek | NL.IMRO.0213.BPEEKOM300000-va01 | 28-01-2010 |
Het Hungeling ongenummerd, tussen 2a en 4, Eerbeek | NL.IMRO.0213.BPEEKOM300001-va01 | 30-06-2011 |
Lombok | NL.IMRO.0213.BPEERB1330000-va01 | 18-02-2010 |
Bestemmingsplan Lombok, partiele herziening Weverweg ongenummerd (naast nummer 2) | NL.IMRO.0213.BPEELB1330001-va01 | 26-05-2011 |
Bestemmingsplan Wilhelminapark/ Palisiumpark | NL.IMRO.0213.BPEEWP320000-va01 | 25-10-2012 |
Kleine Kernen | ||
Dorpsstraat ongenummerd, nabij 60 Hall | NL.IMRO.0213.BPKK500002-va02 | 24-05-2012 |
Leuvenheim, hoek Metelerkampweg-Arnhemsestraat | NL.IMRO.0213.BPKKLEUV510001-va02 | 24-05-2011 |
Buurtweg 16 t/m 30 | NL.IMRO.0213.BPKKOEK520000-va01 | 27-10-2011 |
Kleine Kernen | NL.IMRO.0213.BPKK500000-va01 | 28-03-2013 |
Overige locaties Brummen en Eerbeek | NL.IMRO.0213.BPBREEOL900000-va02 | 27-06-2013 |
2.2 Herziening regels
De regels van de bestemmingsplannen zoals opgenomen in artikel 2.1 worden gewijzigd in die zin dat:
- a. voor zover aanwezig, alle regels die betrekking hebben op mantelzorg worden verwijderd;
- b. de regels zoals opgenomen in dit bestemmingsplan worden toegevoegd.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Algemene Gebruiksregels
3.1 Inwoning
Een gebruik van woningen voor inwoning ten behoeve van mantelzorg is toegestaan overeenkomstig de inwoonregeling gemeente Brummen (2014).
3.2 Afhankelijke woonruimte
Een bewoning van bijgebouwen of een tijdelijke mantelzorgunit als afhankelijke woonruimte wordt aangemerkt als gebruik in strijd met de bestemming.
Artikel 4 Algemene Afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 ten behoeve van de bewoning als afhankelijke woonruimte in een bijgebouw of een tijdelijke mantelzorgunit en het in verband hiermee afwijken van de bouwregels voor bijgebouwen ten behoeve van het vergroten van de toegestane oppervlakte met dien verstande dat:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
- b. de vrijstaande of aangebouwde woonruimte (bijgebouw of mantelzorgunit) dient functioneel ondergeschikt te zijn aan de woning;
- c. een aanvraag ten behoeve van mantelzorg kan worden ingediend voor alle woningen waar permanente bewoning is toegestaan;
- d. een tijdelijke mantelzorgunit moet achter de voorgevellijn van de woning gesitueerd worden;
- e. een bijgebouw mag voor de voorgevellijn gesitueerd worden indien het bestemmingsplan dat toestaat;
- f. de afstand van de achtergevel van de woning tot de tijdelijke mantelzorgunit mag maximaal 15 meter bedragen. Van deze afstand kan door het college van B&W worden afgeweken zodra de omstandigheden op of de inrichting van het perceel plaatsing van een tijdelijke mantelzorgunit binnen een afstand van maximaal vijftien meter tot de woning niet mogelijk maakt;
- g. een tijdelijke mantelzorgunit mag een oppervlakte hebben van maximaal 80 m2 en dit gaat niet ten koste van het aantal m2 dat aan bijgebouwen is toegestaan in het geldende bestemmingsplan of conform het Besluit omgevingsrecht;
- h. indien een mantelzorg woning wordt ingericht in een bestaand bijgebouw dat al groter is dan wat het vigerende bestemmingsplan of het Besluit omgevingsrecht als maximum aantal m2 bijgebouwen toelaat, dan mag maximaal 80 m2 worden ingericht als woonruimte ten behoeve van mantelzorg;
- i. mantelzorg in de vorm van afhankelijke woonruimte in een (deels) nieuw op te richten bijgebouw is toegestaan conform de oppervlakteregels van bijgebouwen zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht of het geldende bestemmingsplan;
- j. de goot- en bouwhoogte van de woonruimte gerealiseerd in bijgebouwen dient te voldoen aan de regels voor bijgebouwen in het geldende bestemmingsplan of het Besluit omgevingsrecht;
- k. in afwijking onder j kan via een afwijking een hogere bouwhoogte worden toegestaan indien dit op grond van noodzakelijke voorzieningen in de afhankelijke woonruimte noodzakelijk is;
- l. in afwijking onder j geldt voor tijdelijke mantelzorgunits een maximale bouwhoogte van 3,50 meter;
- m. parkeren dient in alle gevallen op eigen terrein plaats te vinden en er mag geen tweede inrit gevormd worden;
- n. aangetoond moet zijn dat geen onevenredige aantasting van belangen van derden (omwonenden, agrariërs, bedrijven) plaatsvindt;
- o. de omgevingsvergunning kan worden ingetrokken indien de noodzaak vanuit oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is, in verband waarmee ook de tijdelijke mantelzorgunit moet worden verwijderd.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Mantelzorgwoning'.