Coldenhovenseweg
Bestemmingsplan - Gemeente Brummen
Vastgesteld op 02-04-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Coldenhovenseweg met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPEECE430000-va01 van de gemeente Brummen;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 achtererfgebied:
het gebied zoals bepaald in de Algemene Maatregel van Bestuur voor vergunningsvrij bouwen;
1.6 ambulante handel:
elke verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten aan de consument, door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in het handelsregister of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt;
1.7 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw, overkapping of bijbehorend bouwwerk zijnde;
1.8 archeologisch deskundige:
de gemeentelijke archeoloog of een ander door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie;
1.9 archeologisch monument:
terrein dat op basis van de Erfgoedwet is aangewezen als beschermd monument.
1.10 archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die is gecertificeerd op grond van de Erfgoedwet.
1.11 archeologische waarde:
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde, met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context;
1.12 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.13 bebouwingsgebied:
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
1.14 bebouwingspercentage:
het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, dat mag worden bebouwd;
1.15 bed- en breakfast:
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de woonfunctie. Onder een bed- en breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
1.16 bedrijf:
elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze planregels eveneens als bedrijf aangemerkt;
1.17 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.18 bedrijfsmatige activiteiten:
bedrijfsmatige activiteiten - geen dienstverlening zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheden, geheel of overwegend door middel van handwerk;
1.19 bedrijventerrein:
een terrein in gebruik voor nijverheid, handel en zakelijke dienstverlening, waaronder mede een industrieterrein;
1.20 begane grond:
de eerste op, of nagenoeg op, het maaiveld gelegen bouwlaag van een gebouw, niet zijnde onderbouw;
1.21 bestaand:
- a. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, daaronder vallen niet bouwwerken die bestaan op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
- b. bestaand gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het plan, daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende bestemmingsplannen, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan;
1.22 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.23 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.24 Bevi-inrichtingen:
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.25 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.26 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, niet zijnde een overkapping.
Aangebouwde bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning mogen tevens gebruikt worden ten behoeve van de woonfunctie;
1.27 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.28 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.29 bouwlaag:
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitzondering van onderbouw en kapverdieping;
1.30 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.31 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.32 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.33 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.34 bruto vloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van gebouwen ten dienste van de bedrijfsactiviteiten, met inbegrip van de daartoe behorende opslag en overige dienstruimten;
1.35 consumentgerichte dienstverlening:
een dienstverlenend (ambachtelijk) bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een goudsmid, schoenmaker, videotheek, reisbureau, geldwisselkantoor, internetcafé en dergelijke alsmede bedrijven gericht op het persoonlijk welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals een kappersbedrijf, schoonheidssalon, pedicure en/of een (para-)medische praktijk;
1.36 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.37 daknok:
hoogste punt van een schuin dak;
1.38 dakvoet:
laagste punt van een schuin dak;
1.39 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of (af)leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Perifere detailhandel en de verkoop van lpg zijn niet toegestaan;
1.40 dienstverlenend bedrijf:
inrichting ten behoeve van het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.41 dienstverlening:
onder dienstverlening wordt verstaan: consumentgerichte dienstverlening, publieksgerichte dienstverlening en zakelijke dienstverlening;
1.42 druiplijn:
onderste horizontale lijn van een dakvlak dat geen goot heeft;
1.43 erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.44 erker:
een uitbouw van de gevel van het hoofdgebouw;
1.45 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.46 geluidgevoelige objecten:
gebouwen die dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.47 geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
1.48 geurgevoelig object van categorie A:
een woning, school, ziekenhuis of een vergelijkbaar geurgevoelig object, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt, niet zijnde bedrijven, kantoren of vergelijkbare objecten;
1.49 hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.50 hoofdgebouw:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en dat, indien op het perceel meerdere gebouwen aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.51 horeca:
een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:
- a. dranken, maaltijden en/of logies worden verstrekt en;
- b. gelegenheid wordt geboden voor het gebruik van de producten ter plaatse en;
- c. sprake is van een zekere dienstverlening, zoals het serveren en/of verstrekken van servies en bestek;
deze ondernemingen zijn onder te verdelen in vier categorieën;
1.52 horeca in de categorie 1:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse bereid zijn en genuttigd plegen te worden, alsmede afgehaald kunnen worden. Daaronder worden onder andere begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, konditorei, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of tearoom, restaurant;
1.53 horeca in de categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse (niet zijnde een discotheek), alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse bereid zijn en genuttigd plegen te worden, al dan niet in combinatie met het bieden van dansgelegenheid. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar, nacht-café (met nachtvergunning);
1.54 horeca in de categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het bieden van dansgelegenheid, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing;
1.55 horeca in de categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en bed- en breakfast;
1.56 industrieterrein:
een terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
1.57 kantoor:
gebouw gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.58 kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis:
de in bijlage 1 genoemde aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten aan huis die door de beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend door uitsluitend de bewoner;
1.59 kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van wegen en waterlopen, zoals een brug, duiker of viaduct, alsmede van beeldende kunst;
1.60 luifel:
een uitstekend afdak aan een gebouw;
1.61 maatschappelijke voorziening:
het uitoefenen van activiteiten ten behoeve van sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg en/of zorg en welzijn en/of jeugd- en kinderopvang en/of onderwijs en/of religie en/of bibliotheken en/of openbare dienstverlening en/of verenigingsleven, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.62 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.63 ondergeschikte detailhandel:
een vorm van detailhandel die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie, waardoor deze qua aard, omvang en verschijningsvorm als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.64 overkapping:
een bouwwerk met een dak met ten hoogste twee wanden, al dan niet tot de constructie zelf behorend;
1.65 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de gemiddelde hoogte van het direct aansluitend terrein;
1.66 perifere detailhandel:
een vorm van detailhandel die gericht is op het verhandelen van volumineuze of brand- en explosiegevaarlijke stoffen en van ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van het productassortiment een groot oppervlak van minimaal 500 m2 bruto vloeroppervlakte per detailhandelsvestiging, nodig hebben voor de uitstalling en goed bereikbaar moeten zijn;
1.67 persoonlijke dienstverlening:
dienstverlening gericht op het persoonlijk welbevinden, de gezondheid en/of op het uiterlijk van personen, zoals kappersbedrijven, schoonheidssalons en pedicures;
1.68 productiegebonden detailhandel:
een vorm van detailhandel die gericht is op het verhandelen van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.69 prostitutie:
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten;
1.70 publieksgerichte dienstverlening:
dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, copy-shop en dergelijke. Persoonlijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, horeca en seksinrichtingen worden hieronder niet begrepen;
1.71 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.72 staat van bedrijfsactiviteiten
de in bijlage 2, bijlage 3, bijlage 4 en bijlage 5 bij deze planregels opgenomen staten van bedrijfsactiviteiten behorende bij dit plan;
1.73 standplaats:
een ruimte op of aan de openbare weg of aan openbaar water, dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats, waar het toegestaan is ambulante handel uit te oefenen;
1.74 straatmeubilair:
verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten;
1.75 technische maatregel ter beperking van geuroverlast:
een technische maatregel aan een object ter beperking van geuroverlast, zoals een balansventilatie met koolstoffilter;
1.76 tuin:
een gedeelte van het erf dat geheel of gedeeltelijk is ingericht met gazons, planten en/of bomen.
1.77 voorgevel:
de naar de openbare ruimte (weg, voet-/fietspad) gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan de openbare ruimte grenst, geldt de als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen gevel(s);
1.78 voorgevellijn:
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
1.79 voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze voortvloeit uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.80 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
1.81 webwinkel:
een vorm van detailhandel, waarbij:
- a. de transactie via internet tot stand komt en;
- b. ter plaatse alleen opslag en distributie plaatsvindt (geen showroom) en;
- c. afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt;
1.82 werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde;
1.83 wonen:
het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van woonvormen met een maatschappelijk karakter met intensieve begeleiding, met dien verstande dat kamerhuur in een pand beperkt is en blijft tot maximaal vier personen;
1.84 woning of wooneenheid:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en/of bestemd voor de huisvesting van één huishouden;
1.85 zakelijke dienstverlening:
het verlenen van diensten in een kantoorachtige omgeving op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens;
2.2 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
2.3 het bebouwingspercentage:
een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de breedte, diepte c.q. lengte van gebouwen:
tussen de buitenwerkse (hoofd)gevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
2.6 de diepte van een (ondergronds) bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk;
2.7 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, wolfseinden en ondergeschikte bouwdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend;
2.8 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:
- a. tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
- b. voor bouwwerken zonder wanden het overdekte en/of bebouwde grondoppervlakte, gemeten loodrecht onder het dakoppervlak en/of bouwwerk;
2.10 berekeningsaantal:
bij het voldoen aan de parkeernorm dient bij de navolgende parkeervoorzieningen uitgegaan te worden van het berekende aantal parkeerplaatsen conform onderstaande tabel:
Parkeervoorziening | Theoretisch aantal | Berekeningsaantal | Opmerking |
Enkele oprit zonder garage | 1 | 0,8 | Oprit min. 5,0 meter diep |
Lange oprit zonder garage of carport | 2 | 1 | |
Dubbele oprit zonder garage | 2 | 1,7 | Oprit min. 4,5 meter breed |
Garage zonder oprit (bij woning) | 1 | 0,4 | |
Garagebox (niet bij woning) | 1 | 0,5 | |
Garage met enkele oprit | 2 | 1 | Oprit min. 5,0 meter diep |
Garage met lange oprit | 3 | 1,3 | |
Garage met dubbele oprit | 3 | 1,8 | Oprit min. 4,5 meter breed |
2.11 afronden:
bij het bepalen van de parkeernorm wordt op één decimaal nauwkeurig gerekend waarna de uitkomst wordt afgerond op hele getallen en waarbij vanaf 0,5 en hoger naar boven wordt afgerond;
2.12 woningtype:
bij het bepalen van woningentype gelden de volgende oppervlaktematen voor het gebruiksvloeroppervlak (NEN2580):
Grondgebonden | Appartement | |
Goedkoop | < 110 m2 | < 100 m2 |
Midden | 110 m2 - 155 m2 | 100 m2 - 1125 m2 |
Duur | > 155 m2 | > 125 m2 |
2.13 maatvoering:
de ruimte voor het parkeren van auto's is afgestemd op gangbare personenauto's waaraan wordt voldaan indien de afmetingen van:
- a. bedoelde parkeerruimten ten minste 2,5 x 5 m in geval van kops parkeren en 2 x 6 m bij langsparkeren bedragen;
- b. een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte, voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst – ten minste 3, 5 x 6 m bedragen;
2.14 uitzondering bij wijze van meten:
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, koelinstallaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten behorend bij milieucategorie 1 tot en met 3.2 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
- b. bestaande bedrijven en de verandering of uitbreiding daarvan, die afwijken van het bepaalde onder a, mits:
- 1. het bestaande bedrijf legaal aanwezig is;
- 2. de verandering of uitbreiding plaats vindt binnen de bestaande inrichtingsgrenzen;
- 3. de verandering of uitbreiding niet leidt tot een hogere milieucategorie als genoemd in de in bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten dan die van toepassing is op het bestaande bedrijf;
- 4. de verandering of uitbreiding niet leidt tot een ander soort bedrijf dan het bestaande bedrijf;
- c. in afwijking van het bepaalde onder a zijn Bevi-inrichtingen niet toegestaan;
- d. tevens voor een groothandel in metalen en -halffabrikaten, SBI-2008 46722,46723 als genoemd in de in Bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten en een groothandel in papier;
- e. webwinkels;
- f. onzelfstandige kantoorfuncties;
met daaraan ondergeschikt:
- g. interne ontsluitingswegen ten behoeve van aanliggende bedrijven en aangrenzende bestemmingen;
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. wegen en paden;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. straatmeubilair;
- l. groenvoorzieningen;
- m. waterlopen en waterpartijen alsmede voorzieningen ten behoeve van afvoer, tijdelijke berging en infiltratie van hemelwater;
- n. nutsvoorzieningen, geen gebouwen zijnde;
- o. voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
- p. geluidwerende voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- q. gebouwen, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen;
binnen de bestemming zijn uitgesloten:
- r. nieuwe activiteiten die genoemd zijn in onderdeel C en onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. artikel 3.2.2 onder b voor het vergroten van de bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 26 meter;
- b. artikel 3.2.2 onder b voor het vergroten van de bouwhoogte van ventilatiekanalen, koelinstallaties en schoorstenen tot maximaal 50 meter;
- c. artikel 3.2.2 onder c voor het vergroten van het maximum bebouwingspercentage tot 100%;
- d. de afwijking als bedoeld in artikel 3.4 onder a en b kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
- e. de afwijking als bedoeld in artikel 3.4 onder c kan slechts worden verleend, mits:
- 1. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
- 3. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 8.3.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Gemengd
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, voor zover bestaand en met dien verstande dat op een perceel uitsluitend die vorm van detailhandel is toegestaan, zoals deze aanwezig was bij het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;
- b. dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen;
- c. tevens voor het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging zoals opgenomen in Bijlage 2;
- d. parkeervoorzieningen, wegen en paden;
- e. straatmeubilair;
- f. groenvoorzieningen;
- g. speelvoorzieningen;
- h. openbare nutsvoorzieningen;
- i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- j. geluidwerende voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- k. gebouwen, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen;
- l. tuinen, erven en terreinen.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a voor het vergroten van de bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 12 meter, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van berokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis, indien:
- 1. de kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteit niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de woning;
- 2. de kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteit een onevenredige parkeerdruk met zich meebrengt;
- 3. de kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteit afbreuk doet aan het woon- en leefklimaat van de buurt;
- 4. de beroeps- / bedrijfsvloeroppervlakte in de woning en de bijbehorende bouwwerken meer bedraagt dan 30%;
- 5. de beroeps- / bedrijfsvloeroppervlakte in de woning en de bijbehorende bouwwerken meer bedraagt dan 50 m2;
- 6. een reclame- en/of naambord aan de gevel of op het bouwperceel groter is dan 0,5 m2;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel nadat de bestaande detailhandelsfunctie is beëindigd;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
- 1. geluidszoneringsplichtige inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
- 2. m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten;
- 3. risicovolle (bedrijfs)activiteiten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Waarde - Archeologie Hoog
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie hoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van archeologische waarden.
5.2 Voorrangsregeling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de dubbelbestemming 'Waarde -Archeologie hoog' voor de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
5.3 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Bestaande afwijkingen
Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte, oppervlakte of afstand tot een ander gebouw of een grenslijn in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte, oppervlakte of afstand, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.
7.2 Ondergeschikte bouwonderdelen
De grenzen van het bebouwingsvlak en/of de bestemmingsgrens mogen naar de buitenzijde tot 0,50 meter worden overschreden door ondergeschikte bouwonderdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en airco's.
7.3 Aangrenzende terreinen
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
8.1 Aanvulling gebruiksverbod
Onder het gebruiken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt tevens verstaan het in gebruik geven of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
8.2 Vormen van verboden gebruik
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:
- a. opslagdoeleinden, anders dan in verband met het toegelaten gebruik, waarbij in ieder geval als strijdig gebruik wordt aangemerkt: brand- en explosiegevaarlijke opslag, waaronder opslagruimte voor vuurwerk;
- b. het gebruik of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- c. het gebruik of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutie;
- d. andere doeleinden dan waarvoor het bevoegd gezag een omgevingsvergunning heeft verleend.
8.3 Parkeernormen rest bebouwde kom
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
9.1 geluidzone - industrie
In afwijking van het bepaalde voor de ter plaatse voorkomende bestemmingen zijn geluidgevoelige objecten binnen de 'geluidzone - industrie' uitsluitend toegestaan, indien wordt voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder.
9.2 milieuzone - geurzone 2
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bestemmingsregels in die zin dat de bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- b. de bestemmingsregels ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor openbare en semi-openbare diensten, zoals nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van (de bediening van) kunstwerken, toiletgebouwtjes, en de naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, met dien verstande dat:
- 1. de inhoud ten hoogste 100 m3 bedraagt;
- 2. de bouwhoogte ten hoogste 4 meter bedraagt;
- c. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door ondergeschikte bouwdelen, zoals:
- 1. (hoek-)erkers over ten hoogste de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met ten hoogste 1,50 meter wordt overschreden;
- 2. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken met meer dan 0,5 meter, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met ten hoogste 1,50 meter wordt overschreden;
- d. de bestemmingsregels ten behoeve van de bouw van sculpturen en andere kunstzinnige bouwwerken tot een bouwhoogte van 15 meter;
- e. geluidwerende voorzieningen.
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
11.1 Algemene wijzigingsregel
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van:
- a. het in geringe mate, doch niet meer dan 5 meter afwijken van een bestemmingsgrens, bouwgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
- b. het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 50 m2 en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 5 meter.
Artikel 12 Algemene Procedureregels
12.1 Toepassing uniforme voorbereidingsprocedure Awb
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eis ex artikel 3.6, lid 1 sub d, van de Wet ruimtelijke ordening, is de volgende procedure van toepassing:
- a. een ontwerp van een besluit tot het stellen van een nadere eis ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende ten minste twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
- b. burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan deze terinzagelegging, kennis van het ontwerpbesluit en de terinzagelegging ervan in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen die in de gemeente verspreid worden;
- c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk en/of mondeling zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
- d. de overeenkomstig het vorige lid ingediende zienswijzen worden betrokken bij het besluit omtrent de voorgenomen nadere eis.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 13.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Artikel 13.1 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 13.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het artikel 13.2 onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Artikel 13.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
14.1 Citeertitel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Coldenhovenseweg.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten - Functiemenging
Bijlage 3 Parkeernormen
Bijlage 4 Toelichting Parkeerbehoefte Basisscholen En Kinderdagverblijven
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Op 15 maart 2018 werd het bestemmingsplan Eerbeek door de gemeenteraad van Brummen vastgesteld. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State werd het bestemmingsplan Eerbeek opnieuw en op een tiental onderdelen gewijzigd vastgesteld op 3 september 2020. Vervolgens is beroep ingesteld tegen gewijzigde onderdelen van het bestemmingsplan. Gebleken is dat in het vastgestelde bestemmingsplan voor één locatie per abuis een verkeerde vernummering opgenomen is. Vasthouden aan een voorwaardelijke verplichting voor oprichting en instandhouding van een geluidscherm is echter niet langer doelmatig en noodzakelijk.
Coldenhovenseweg 67
In het bestemmingsplan van 15 maart 2018 heeft de raad aan de verbeelding een geluidscherm toegevoegd. Dit scherm diende ertoe de huidige bestaande bedrijfsvoering van bedrijf aan de Coldenhovenseweg 67 te respecteren en akoestisch te waarborgen. Daarnaast diende dit scherm ertoe de voorgenomen bestemmingswijziging van de woning Tullekenweg 1 planologisch aanvaardbaar te maken, te weten de wijziging van een akoestisch onbeschermde bedrijfswoning op een gezoneerd industrieterrein, naar een akoestisch beschermde burgerwoning op een gedezoneerd bedrijventerrein. In de planregels van het bestemmingsplan van 15 maart 2018 waren de realisatie en instandhouding van een geluidscherm niet ten nadele van het bedrijf aan de Coldenhovenseweg 67 afdwingbaar.
In het opnieuw vastgestelde bestemmingsplan van 3 september 2020 heeft de raad, naast het herstel van enkele gebreken, de realisatie en instandhouding van dit geluidscherm als voorwaardelijke verplichting willen verbinden aan de bedrijfsvoering van het bedrijf aan de Coldenhovenseweg 67. Tegen die wijziging heeft dat bedrijf beroep aangetekend. Per abuis is in de aangepaste planregels echter een verkeerde verwijzing opgenomen, waardoor de voorwaardelijke verplichting verwijst naar een ander bedrijf dan het bedrijf aan de Coldenhovenseweg 67. Deze onjuiste verwijzing zou hersteld moeten worden. Inmiddels is echter door gemeente en het bedrijf anderszins voorzien in een geluidscherm. Gemeente en het bedrijf hebben een overeenkomst gesloten waarin initiatiefnemer verplicht wordt een geluidscherm dat voldoet aan opgelegde eisen op te richten en in stand te houden. Dit geluidscherm wordt eveneens middels een doelvoorschrift via het milieuspoor geborgd. Het is daarom niet meer nodig om een extra publiekrechtelijke borging van het geluidscherm in het bestemmingsplan op te nemen.
Met dit bestemmingsplan worden bovengenoemde onvolkomenheden hersteld.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Dit bestemmingsplan behelst een integrale herziening van de zone gelegen op de grens van de kavel Coldenhovenseweg 67 en de kavel Tullekenweg 1.
Het plangebied is weergegeven in afbeelding 1.1 en afbeelding 1.2.
Afbeelding 1.1 Ligging plangebied
Afbeelding 1.2 Plangebied
1.3 Vigerende Plannen
Met dit bestemmingsplan wordt het volgende bestemmingsplan gedeeltelijk integraal herzien:
- Eerbeek, vastgesteld d.d. 3 september 2020.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt het plan nader toegelicht. Hoofdstuk 3 beschrijft de juridische opzet waarbij de plankaart en planregels worden besproken. Tot slot volgt in de hoofdstuk 4 een beschrijving van de uitvoerbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Reparatie
De achtergrond en opname van het geluidscherm in het bestemmingsplan is reeds uiteengezet in paragraaf 1.1. De gemeente, de eigenaar van het perceel aan de Coldenhovenseweg 67 en de eigenaar van Tullekenweg 1 zijn al enige tijd in overleg over de realisatie van een ander geluidscherm dat voldoet aan de benodigde eisen op grond van de geldende milieubeschikking. Naar aanleiding van het ingestelde beroep is in overleg met de eigenaar van het bedrijf afgesproken dat het scherm op een wat andere wijze gerealiseerd gaat worden dan staat weergegeven op de verbeelding van het bestemmingsplan van 3 september 2020. Het scherm wordt op een iets andere locatie op eigen terrein vormgegeven, waarbij de eigenaar tevens een langer geluidscherm wenst op te richten. De gemeente en de eigenaar hebben hiervoor een privaatrechtelijke overeenkomst afgesloten, waarmee de realisatie en de instandhouding van het geluidscherm is gegarandeerd. Op basis van de geldende milieubeschikking was al een geluidscherm dat aan een aantal voorwaarden moet voldoen vereist. Het te plaatsen geluidscherm dat nu met de eigenaar is afgestemd voldoet aan deze voorwaarden. Op deze wijze is een duidelijke en ook afdwingbare regeling tot stand gekomen die er voor zorgt dat het woon- en leefklimaat in de woning Tullekenweg 1 verbeterd en de bedrijfsvoering van bedrijf aan de Coldenhovenseweg 67 wordt gerespecteerd. Het is daarom niet meer noodzakelijk om het geluidscherm ook nog in het bestemmingsplan te regelen. Met dit bestemmingsplan wordt de aanduiding voor het geluidscherm van de verbeelding gehaald en verwijderd uit de planregels. Daarnaast zijn op basis van het geldende bestemmingsplan sowieso geluidschermen en andere geluidwerende voorzieningen tot een hoogte van maximaal 6 meter toegestaan.
2.2 Uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan dient ter reparatie van onjuistheden in het bestemmingsplan Eerbeek zoals vastgesteld op 3 september 2020. Voor de toelichting op de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt ten aanzien van de aspecten huidige situatie, beleidskader en omgevingsaspecten verwezen naar de toelichting op het bestemmingsplan Eerbeek.
Hoofdstuk 3 Juridische Planopzet
3.1 Standaard En Plansystematiek
Het bestemmingsplan is een ruimtelijk besluit, waarin de regels voor het gebruik en het bebouwen van gronden worden vastgelegd. In een bestemmingsplan wordt door middel van bestemmingen en aanvullende aanduidingen aangegeven op welke gronden welke functies toegestaan zijn en hoe deze gronden bebouwd mogen worden.
Om de vergelijkbaarheid te bevorderen bestaat er een landelijke standaard voor de verbeelding van bestemmingsplannen (SVBP2012). De toepassing van de SVBP2012 is verplicht. Hiermee wordt geborgd dat alle bestemmingsplannen overeenkomen voor wat betreft kleurgebruik, naamgeving, gebruik van arceringen en dergelijke.
3.2 Toelichting Op De Regels
Deze paragraaf geeft een toelichting op het juridisch plangedeelte van dit bestemmingsplan; de planregels en de verbeelding. Hierna volgt een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Daarnaast wordt in deze paragraaf ingegaan op de overige regels uit het bestemmingsplan. Conform SVBP2012 zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.
Artikel 2 Wijze van meten
In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoeringen in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
De kavel Coldenhovenseweg 67 heeft de bestemming 'Bedrijventerrein' gekregen. Op gronden met deze bestemming zijn bedrijven tot en met categorie 3.2 overeenkomstig de bij de aanduiding behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Daarnaast is de bestaande metaalgroothandel toegestaan.
Daarnaast is er binnen de bestemming ruimte voor webwinkels en onzelfstandige kantoorfuncties.
Algemene voorzieningen die passen bij een bedrijventerrein, zoals: wegen, tuinen, parkeer-, groen-, waterhuishoudkundige en nutsvoorzieningen, zijn eveneens toegestaan.
Geluidwerende voorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 6 meter.
Nieuwe m.e.r.-plichtige bedrijfsactiviteiten zijn nadrukkelijk uitgesloten. Bevi-inrichtingen zijn eveneens uitgesloten.
De toegestane bouwwerken dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd. In de regels zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen. Deze maatvoeringen hebben onder meer betrekking op de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen, de toegestane hoogte en het bebouwingspercentage.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken en van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving, ter waarborging van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, de verkeers-, sociale en brandveiligheid en in het kader van rampenbestrijding.
Het bevoegd gezag is bevoegd - onder voorwaarden - af te wijken van de planregels en toe te staan dat de bouwhoogte van gebouwen en/of de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en/of het bebouwingspercentage wordt vergroot. Een belangrijke voorwaarde om af te wijken is dat het bedrijf dient te voorzien in voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein.
In de specifieke gebruiksregels is expliciet aangegeven dat het verboden is gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan te gebruiken ten behoeve van een bedrijfswoning (anders dan op grond van de regels is toegestaan), voor detailhandel (met uitzondering van bepaalde vormen van detailhandel), voor bewoning van bedrijfsruimten en voor zelfstandige horeca.
Binnen deze bestemming is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee bedrijfsactiviteiten uit een maximaal categorie 4.2 of bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de Staat van Bedrijfsactiviteiten kunnen worden toegestaan. Hierbij dient sprake te zijn van bedrijfsactiviteiten die naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bij recht toegestane bedrijfsactiviteiten.
Perifere detailhandel is middels een afwijking van de gebruiksregels toegestaan op de daarvoor aangewezen delen van het bedrijventerrein.
Artikel 4 Gemengd
De kavel Tullekenweg 1 is bestemd als 'Gemengd'. Op deze gronden zijn detailhandel (voor zover bestaand), dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en bedrijfsactiviteiten die zijn opgenomen in de categorieën A en B zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging toegestaan.
Algemene voorzieningen die passen bij een gemengd gebied, zoals: tuinen, parkeer-, groen-, waterhuishoudkundige en nutsvoorzieningen, zijn eveneens toegestaan.
Geluidwerende voorzieningen zijn toegestaan tot een hoogte van 6 meter.
De toegestane bouwwerken dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd. In de regels zijn maatvoeringen ten aanzien van de toegestane bebouwing opgenomen. Deze maatvoeringen hebben onder meer betrekking op de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrenzen, de toegestane hoogte en het bebouwingspercentage.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken en van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving, ter waarborging van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, de verkeers-, sociale en brandveiligheid en in het kader van rampenbestrijding.
Het bevoegd gezag is bevoegd - onder voorwaarden - af te wijken van de planregels en toe te staan dat de bouwhoogte van gebouwen wordt vergroot.
Het gebruik van gronden en bouwwerken voor kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis is onder voorwaarden toegestaan.
Detailhandel mag niet terugkeren op het moment dat de bestaande detailhandelsfunctie wordt beëindigd. Hiermee wordt de verplaatsing van detailhandel naar het kernwinkelgebied bevorderd.
Geluidszoneringsplichtige inrichtingen, m.e.r.(beoordelings)plichtige inrichtingen en risicovolle (bedrijfs)activiteiten zijn niet toegestaan.
Binnen deze bestemming is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee bedrijfsactiviteiten tot en met categorie C of bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen op de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging kunnen worden toegestaan. Hierbij dient sprake te zijn van bedrijfsactiviteiten die naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bij recht toegestane bedrijfsactiviteiten.
Artikel 5 Waarde - Archeologie hoog
Deze bestemming draagt zorg voor de bescherming van mogelijk aanwezige archeologische waarden in een gebied met een hoge archeologische waarde.
In de bouwregels en in het stelsel van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden is de feitelijke bescherming van de gronden geregeld.
Het bouwen en het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden niet dieper dan 30 centimeter onder maaiveld en niet groter dan 100 m2 zijn vrijgesteld van nader onderzoek naar archeologische waarden.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
De anti-dubbeltelregel moet op grond van het Besluit ruimtelijke ordening worden opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het overgebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Artikel 7 Algemene bouwregels
In deze regels zijn algemene bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen in het plan gelden, voor zover er geen voor de bestemming geldende bouwregels van toepassing zijn. Hierin zijn regels opgenomen ten behoeve van bestaande afwijkingen en het effect van bouwen op aangrenzende terreinen.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels
Deze bepalingen geven algemene gebruiksregels die voor het gehele plan van toepassing zijn.
In de algemene gebruiksregels is geregeld dat voor het parkeren voldaan moet worden aan de parkeernormen uit het gemeentelijk parkeerbeleid. Hiervan mag met een omgevingsvergunning afgeweken worden, indien het betreffende bedrijf kan aantonen met minder parkeergelegenheid toe te kunnen.
Artikel 9 Algemene aanduidingsregels
De diverse aanduidingen welke niet gelieerd zijn aan één enkelbestemming worden in dit artikel gedefinieerd. Daarbij gaat het om:
1. geluidzone - industrie: de geluidzone rondom het industrieterrein Eerbeek-Zuid, is vastgelegd middels deze gebiedsaanduiding. Binnen deze zone zijn geluidgevoelige objecten niet toegestaan.
2. milieuzone - geurzone 2: de zogenaamde TLO-geurzones 4 en 5 zijn vastgelegd middels deze aanduiding. Met de juiste compenserende maatregelen is het mogelijk om nieuwe geurgevoelige objecten toe te voegen. Hierbij is gekozen voor het instrument van de omgevingsvergunning voor binnenplanse afwijking. Bij woningen waarbij de geurbelasting per saldo afneemt kan worden afgezien van compenserende maatregelen. Wel zal een voorwaardelijke bepaling gelden, dat een woning pas kan worden opgeleverd als zeker is gesteld dat een andere hoger belaste woning aan de woningvoorraad wordt onttrokken.
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
In deze regels is aan het bevoegd gezag de bevoegdheid gegeven om af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Deze regels zijn niet van toepassing, indien en voor zover er specifieke in de bestemming zelf geregelde afwijkingsregels van toepassing zijn. Er is onder andere geregeld dat nutsvoorzieningen kunnen worden gerealiseerd tot een maximum van 20 m2. Ten slotte zijn de voorwaarden voor de toepassing van deze afwijkingsregels hier opgenomen.
Artikel 11 Algemene wijzigingsregels
Het plan kan gewijzigd worden ten behoeve van: het in geringe mate aanpassen van het plan zoals bestemmingsgrens of bouwgrens en het oprichten van nutsvoorzieningen met een maximale oppervlakte van 50 m2.
Artikel 12 Algemene procedureregels
Met dit artikel wordt de uniforme voorbereidingsprocedure overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard op besluiten tot het stellen van nadere eisen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
Het overgangsrecht is vastgelegd in de vorm zoals in het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven.
Artikel 14 Slotregel
Deze regel bevat de citeerregel van het plan.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 Wro moet in het kader van een bestemmingsplan onder andere inzicht worden verschaft in de economische uitvoerbaarheid van het plan. In verband daarmee is onderzocht of voor het bestemmingsplan op grond van artikel 6.12 lid 1 Wro de verplichting bestaat om een of meer exploitatieplannen vast te stellen.
Artikel 6.12 lid 1 van de Wro geeft aan dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Bedoelde bouwplannen worden beschreven in artikel 6.2.1 Bro.
Het onderhavige bestemmingsplan betreft een actualisering van bestaande bestemmingsplannen, waarbij de bestaande functies opnieuw worden vastgelegd. Hiertoe heeft de gemeente Brummen een projectbudget gereserveerd.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan dient ter reparatie van onjuistheden in het bestemmingsplan Eerbeek waartoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State reeds heeft opgedragen. Dit bestemmingsplan is in nauw overleg met belanghebbenden tot stand gekomen.