Leuvenheim, hoek Metelerkampweg-Arnhemsestraat
Bestemmingsplan - Brummen
Vastgesteld op 24-05-2011 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Leuvenheim, hoek Metelerkampweg-Arnhemsestraat' van de gemeente Brummen;
1.2 bestemmingsplan
de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0213.BPKKLEUV510001-va02 met bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie;
1.4 aan huis gebonden bedrijf
bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, danwel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; evenwel met uitzondering van een seksinrichting;
1.5 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt;
1.6 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.7 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.8 afhankelijke woonruimte
een onderdeel van het hoofdgebouw, aan en/of uitbouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.9 afwijking van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.10 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.11 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bestaand
- a. bij bebouwing:
bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning; - b. bij gebruik:
gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bijgebouw
een met het hoofdgebouw verbonden (wel of niet vanuit het hoofdgebouw te bereiken) of daarvan vrijstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw, in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht ten dienste staat van het hoofdgebouw;
1.16 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.17 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.18 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder;
1.19 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.20 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.21 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.22 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.23 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.24 evenement
een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak;
1.25 functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan;
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 half-vrijstaande woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
1.28 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.29 inwoning
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden aan en/of uitbouwen en bijgebouwen en dat woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is;
1.30 jongerenontmoetingsplaats (JOP)
een door het gemeentebestuur als zodanig aangewezen of ingerichte voor jongeren bedoelde openbare locatie, al dan niet met voorzieningen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.31 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.32 nadere eis
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
1.33 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.34 ondergronds bouwwerk
(een gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil;
1.35 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak;
1.36 parkeervoorzieningen
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
1.37 peil
- a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. voor een woonwagen, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van de bestaande verharding van de standplaats;
- d. voor een bouwwerk ten behoeve van spoorwegdoeleinden: de bovenkant van de spoorstaaf.
1.38 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.39 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.40 seksuele dienstverlening
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
1.41 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.42 voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
1.43 voorziening van algemeen nut
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterbeheer, afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.44 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Wijze van meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.2 Dakkapellen en wolfseinden
Bij de berekening van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen en wolfseinden niet meegerekend.
2.3 Uitzondering bij wijze van meten
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen, met uitzondering van jongerenontmoetingsplaatsen;
- e. kunstwerken;
- f. evenementen;
- g. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
en de daarbij behorende:
- h. bermen en beplanting;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. paden;
- k. hondenuitlaatplaatsen;
- l. voorzieningen van openbaar nut;
- m. waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijking van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 sub d en 3.2.2 teneinde een jongerenontmoetingsplaats te realiseren, met dien verstande dat:
- a. de bouwhoogte van een bouwwerk geen gebouw zijnde maximaal 5 meter mag bedragen en de oppervlakte maximaal 30 m2;
- b. de locatie waar de betreffende voorziening wordt gerealiseerd op een goede wijze bereikbaar is vanaf de openbare weg;
- c. in de directe omgeving van de voorziening voldoende openbare verlichting aanwezig is;
- d. de plaatsing van het bouwwerk geen onevenredige hinder of gevaar voor het verkeer mag opleveren;
- e. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 11, bevoegd de bestemming “Groen” te wijzigen in de bestemming “Verkeer – Verblijfsgebied”, onder de volgende voorwaarden:
- a. de bouw- en gebruiksregels in artikel 5 (“Verkeer – Verblijfsgebied”) zijn van overeenkomstige toepassing;
- b. er mag geen onevenredige hinder ontstaan voor de omgeving;
- c. er mag geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvinden.
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Tuin” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gelegen hoofdgebouwen;
met de daarbij behorende:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- b. waterlopen en waterpartijen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Verkeer – Verblijfsgebied” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
- e. speelvoorzieningen, met uitzondering van jongerenontmoetingsplaatsen;
- f. kunstwerken;
- g. evenementen;
- h. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. hondenuitlaatplaatsen;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. straatmeubilair;
- m. ondergrondse afvalcontainers;
- n. waterlopen en waterpartijen.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijking van de bouwregels
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:
- a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
- c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
- d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
- e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
- f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
6.4 Afwijking van de bouwregels
6.5 Afwijking van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1.1, sub a voor:
- a. de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en de ruimtelijke uitwerking in overeenstemming is met de woonfunctie, dan wel geen ernstige hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt.
- 1. Dit betekent dat:het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 40% van het totale vloeroppervlakte van de woning voor dat doel mag worden gebruikt, met een maximum van 50 m2 per woning;
- 2. de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
- 3. de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
- 4. degene die het aan huis gebonden bedrijf uitoefent ook de gebruiker is van de woning;
- 5. slechts beroepen of bedrijven toelaatbaar zijn, die behoren tot de categorie 1 en 2 van de als bijlage bijgevoegde “Staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemming Wonen”;
- 6. geen onevenredige verstoring mag plaatsvinden van de voorzieningenstructuur;
- 7. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop –als ondergeschikte nevenactiviteit- van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het aan huis gebonden bedrijf;
- 8. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken;
- 9. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, casu quo primair op eigen terrein moet worden geparkeerd door gebruiker en bezoekers;
- 10. het bij de woning behorende bouwperceel niet mag worden gebruikt voor werkzaamheden en opslag ten behoeve van het aan huis gebonden bedrijf;
- 11. vrijstaande bijgebouwen niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
- b. de bewoning van een deel van het hoofdgebouw en/of bijgebouwen als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
- 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige;
- 2. op het perceel een woning aanwezig dient te zijn;
- 3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
- 4. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
- 5. inwoning in beginsel plaatsvindt in of direct aansluitend aan de woning met uitzondering van sub 6, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben;
- 6. het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte uitsluitend is toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is en het bijgebouw op maximaal 10 meter van het hoofdgebouw staat;
- 7. maximaal 60 m2 van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning;
- 8. het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning intrekken indien de noodzaak vanuit oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene Bouwregels
8.1 Algemene regels
Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht indien daarvoor een bestaand bouwwerk of complex van bouwwerken met daarbij behorende perceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan het plan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
8.2 Milieu
Wegverkeerslawaai
Geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet Geluidhinder en de bijbehorende besluiten mogen, onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming, slechts worden opgericht indien en voor zover wordt voldaan aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder en de bijbehorende besluiten.
8.3 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen
8.4 Algemene regels over bestaande afstanden en andere maten
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken:
- a. van de regels voor de bouw van een luifel of erker aan de voorgevel van een hoofdgebouw, mits:
- 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
- 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de voorgevel van het hoofdgebouw;
- 3. de hoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
- 4. er geen bezwaren bestaan vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid;
- 5. de luifel of erker stedenbouwkundig aanvaardbaar is.
- b. van de regels voor de bouw van openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits:
- 1. het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m2;
- 2. dat bestaat uit één bouwlaag;
- 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5m.
- c. van de regels voor het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde tot maximaal 5 meter, mits:
- 1. de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden niet onevenredig worden aangetast;
- 2. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving gewaarborgd wordt.
- d. van de regels ten behoeve van het oprichten van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 20 meter;
- e. van de regels ten behoeve van het oprichten van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 40 meter;
- f. van de regels betrekking hebbende op (bedrijfs)woningen voor het uitbreiden van de woning met een afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg met dien verstande dat:
- 1. de bebouwingsmogelijkheden met niet meer dan 30 m2 in één bouwlaag worden overschreden;
- 2. de afhankelijke woning met de hoofdwoning is verbonden en er geen zelfstandige woning gerealiseerd wordt;
- 3. het karakter van de omringende bebouwingsstructuur niet mag worden aangetast;
- 4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden;
- 5. de bereikbaarheid voor algemene en nutsvoorzieningen moet zijn gewaarborgd, evenals de
- 6. bereikbaarheid voor hulpdiensten;
- 7. er voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 11, de bestemming te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 11 Algemene Procedureregels
Procedure wijziging
Bij het wijzigen van het plan ingevolge de in deze regels opgenomen wijzigingsbevoegdheden dient artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening in acht te worden genomen.
Artikel 12 Overige Regels
12.1 Algemene regels
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.
12.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
- b. de parkeervoorzieningen;
- c. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- d. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- e. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- f. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 overgangsrecht bouwwerken
13.2 overgangsrecht gebruik
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Leuvenheim, hoek Metelerkampweg-Arnhemsestraat' van de gemeente Brummen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 mei 2012.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bij De Bestemming Wonen
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten bij de bestemming Wonen
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek, Mos Mechanica B.v., 28 November 2007
Bijlage 1 verkennend bodemonderzoek, MOS Mechanica B.V., 28 november 2007
Bijlage 2 Luchtkwaliteitsonderzoek, Buijvoets, 5 Mei 2008
Bijlage 2 luchtkwaliteitsonderzoek, Buijvoets, 5 mei 2008
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek, Buijvoets, 10 Juli 2010
Bijlage 3 akoestisch onderzoek, Buijvoets, 10 juli 2010
Bijlage 4 Archeologisch Onderzoek, Synthegra, 4 Februari 2008
Bijlage 4 archeologisch onderzoek, Synthegra, 4 februari 2008
Bijlage 5 Quick Scan Flora En Fauna, Sab, 25 Februari 2008
Bijlage 5 quick scan flora en fauna, SAB, 25 februari 2008
Bijlage 6 Nader Onderzoek Flora En Fauna, Sab, 22 Januari 2009
Bijlage 6 nader onderzoek flora en fauna, SAB, 22 januari 2009
Bijlage 7 Ontheffing Flora- En Faunawet, Ministerie Van Lnv, 1 Mei 2009
Bijlage 7 ontheffing flora- en faunawet, ministerie van LNV, 1 mei 2009