KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie
Artikel 4 Waarde - Archeologie 1
Artikel 5 Waarde - Archeologie 2
Artikel 6 Waarde - Archeologie 3
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Horecabedrijven
Bijlage 2 Landschappelijk Inrichtingsplan
Bijlage 1 Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 4 Quickscan Bedrijven En Milieuzonering
Bijlage 5 Vergunningencheck Digitale Watertoets
Bijlage 6 Natuurtoets Over De Weide 3 Asch
Bijlage 7 Onderzoek Stikstofdepositie
Bijlage 8 Verslaglegging Omgevingsdialoog
Bijlage 9 Adviesrapport Beperkingen Spuitzone
Bijlage 10 Nota Zienswijze

Asch, Over de Weide 3

Bestemmingsplan - Gemeente Buren

Vastgesteld op 30-01-2024 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 aan huis verbonden bedrijf

een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid, met ondergeschikte detailhandel ten dienste van het aan huis verbonden bedrijf, dat uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.2 aan huis verbonden beroep

een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, als ook ondergeschikte detailhandel ten dienste van het dienstverlenend beroep, dat uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.

1.6 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bedrijfsmatige exploitatie

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer en exploitatie, voor het gehele recreatieterrein dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.

1.8 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.

1.9 bestaand

  1. a. bij bouwwerken:

bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden volgens een omgevingsvergunning

  1. b. bij gebruik:

het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan volgens een omgevingsvergunning.

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.11 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.12 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond verbonden is, of die direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 dagrecreatie

verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.

1.20 evenement

een activiteit gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden en/of gericht op vermaak en ontspanning.

1.21 extensief dagrecreatief medegebruik

een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.

1.22 gebouw

bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.23 groepsaccommodatie

een accommodatie die logies overwegend aan personen in groeps- en/of familieverband verstrekt voor recreatief verblijf.

1.24 hoofdgebouw

een gebouw, of gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken.

1.25 hoofdverblijf

de verblijfplaats die feitelijk het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Van een hoofdverblijf is in ieder geval sprake indien een persoon gedurende een aaneengesloten periode van een half jaar tenminste 2/3 van die tijd daar verblijft.

1.26 kampeermiddel

niet als bouwwerk aan te merken tent, vouwwagen, kampeerauto, caravan of hiermee gelijk te stellen onderkomen, dat bestemd is voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

1.27 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie.

1.28 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.29 paviljoen

een multifunctioneel gebouw met buitenruimte welke gebruikt wordt ten behoeve van congres, studie, vergadering, workshops en kleinschalige dagrecreatie, zoals beschreven als 'Horecabedrijf categorie 4' in de Staat van horecabedrijven.

1.30 peil

  1. a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst;
  2. b. voor een woonschip: de waterspiegel;
  3. c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld.

1.31 permanente bewoning c.q. gebruik als hoofdverblijf

het gebruiken van een onderkomen als hoofdverblijf.

1.32 plan

het bestemmingsplan 'Asch, Over de Weide 3' met identificatienummer NL.IMRO.0214.ASCOverdeWeide3-BVA1 van de gemeente Buren.

1.33 recreatieverblijf

een onderkomen, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief gebruik en nachtverblijf door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben.

1.34 recreatiewoning

een gebouw dat dient als recreatieverblijf.

1.35 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.36 Staat van horecabedrijven

de Staat van horecabedrijven die van deze regels deel uitmaakten is bijgevoegd als bijlage 1.

1.37 verblijfsrecreatie

recreatief nachtverblijf, waarbij overnacht wordt in recreatieverblijven.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. afstand: de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot (bouw)perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
  2. b. bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  3. c. dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
  4. d. goothoogte: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  5. e. inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  6. f. oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  7. g. oppervlakte van een overkapping: tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
  8. h. vloeroppervlakte: de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3 Relatieteken

Daar waar op de verbeelding twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van:
      • 7 recreatieverblijven;
      • een groepsaccommodatie voor ten hoogste 12 personen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  2. b. een bedrijfswoning, waarbij geldt dat deze deel moet uitmaken van hetzelfde gebouw als de groepsaccommodatie;
  3. c. aan huis verbonden beroep en/of bedrijf;
  4. d. een werkplaats ten dienste van de bestemming, waarbij geldt dat deze deel moet uitmaken van hetzelfde gebouw als de groepsaccommodatie;
  5. e. een paviljoen dat voorziet in een horecabedrijf in categorie 4 van de Staat van horecabedrijven;
  6. f. dagrecreatie;
  7. g. eendaagse evenementen;
  8. h. sanitaire voorzieningen en schuilgelegenheid;

Met daarbij horende:

  1. i. wegen en paden;
  2. j. parkeervoorzieningen
  3. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. l. (erf)beplanting en groenvoorzieningen;
  5. m. speelvoorzieningen;
  6. n. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Waarde - Archeologie 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.

4.2 Bouwregels

4.3 Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een sloopvergunning;
  2. b. Aan de omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een deskundige wanneer de latere verstoringsdiepte dieper reikt dan 0,30 m onder maaiveld en het grondoppervlak van de werken meer bedraagt dan 1.000 m2;
  3. c. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.

5.2 Bouwregels

5.3 Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een sloopvergunning;
  2. b. Aan de omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een deskundige wanneer de latere verstoringsdiepte dieper reikt dan 0,30 m onder maaiveld en het grondoppervlak van de werken meer bedraagt dan 2.000 m2;
  3. c. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.

Artikel 6 Waarde - Archeologie 3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.

6.2 Bouwregels

6.3 Omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. a. In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een sloopvergunning;
  2. b. Aan de omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een deskundige wanneer de latere verstoringsdiepte dieper reikt dan 0,30 m onder maaiveld en het grondoppervlak van de werken meer bedraagt dan 100.000 m2;
  3. c. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

7.1 Grond

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

7.2 Bedrijfswoningen

Bij de beoordeling van een bouwaanvraag voor een bedrijfswoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als bedrijfswoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest. Ook bedrijfswoningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet meer als bedrijfswoning fungeren, worden daartoe gerekend.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten

voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan volgens de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat bestaande maten, die meer bedragen dan de bouwregels in de betreffende bestemming toestaan, als ten hoogste toelaatbaar mogen worden aangehouden;

8.2 Parkeren

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gronden of bouwwerken voor permanente bewoning, met uitzondering van de toegelaten bedrijfswoningen;
  2. b. gebruik als seksinrichting;
  3. c. gebruik als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik.

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

10.1 Evenementen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van meerdaagse evenementen.

10.2 Grenzen en aanduidingen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan, onder voorwaarde dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:

  1. a. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, als de afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein, er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking verzetten en de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,0 m;
  2. b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, als afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 0,5 m;
  3. c. het afwijken van de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.

10.3 Nutsvoorzieningen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

11.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Asch, Over de Weide 3'.

Bijlage 1 Staat Van Horecabedrijven

Bijlage 1 Staat van horecabedrijven

Bijlage 2 Landschappelijk Inrichtingsplan

Bijlage 2 Landschappelijk inrichtingsplan

Bijlage 1 Vormvrije M.e.r.-beoordeling

Bijlage 1 Vormvrije m.e.r.-beoordeling

Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 4 Quickscan Bedrijven En Milieuzonering

Bijlage 4 Quickscan bedrijven en milieuzonering

Bijlage 5 Vergunningencheck Digitale Watertoets

Bijlage 5 Vergunningencheck digitale watertoets

Bijlage 6 Natuurtoets Over De Weide 3 Asch

Bijlage 6 Natuurtoets Over de Weide 3 Asch

Bijlage 7 Onderzoek Stikstofdepositie

Bijlage 7 Onderzoek stikstofdepositie

Bijlage 8 Verslaglegging Omgevingsdialoog

Bijlage 8 Verslaglegging omgevingsdialoog

Bijlage 9 Adviesrapport Beperkingen Spuitzone

Bijlage 9 Adviesrapport beperkingen spuitzone

Bijlage 10 Nota Zienswijze

Bijlage 10 Nota zienswijze