Erichem Landgoed Peerenbosch
Bestemmingsplan - Gemeente Buren
Vastgesteld op 14-02-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Erichem, Landgoed Peerenbosch' met identificatienummer NL.IMRO.0214.ERIPeerenbosch-BVA1 van de gemeente Buren.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan huis gebonden bedrijf:
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft door de gebruik(st)er van de woning.
1.6 aan huis gebonden beroep:
het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend door de gebruiker van de woning.
1.7 aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen, waarbij de hoofdgebouwen met ten minste één wand aan elkaar gebouwd zijn.
1.8 achtererfgebied:
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
1.9 ambachtelijke bedrijf/ambachtelijke bedrijvigheid:
een bedrijf, gericht op het uitoefenen van een ambacht, zijnde het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen en het installeren van goederen.
1.10 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.11 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het met een aanduiding aangegeven gebied, dat ten hoogste tot het bebouwd oppervlak mag behoren.
1.12 bed & breakfast:
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief verblijf.
1.13 bestaand:
- a. bij bouwwerken:
bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
- b. bij gebruik:
gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, bestond.
1.14 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.15 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van het hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk, met een dak.
1.16 bouwen:
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.17 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.18 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder.
1.19 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.20 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.21 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.22 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk, een werk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk, dat werk of dat gebied.
1.23 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.25 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.26 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.27 extensief dagrecreatief medegebruik:
een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor niet gemotoriseerde dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.
1.28 gastenverblijf
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat dient voor recreatief verblijf door personen, die elders hun hoofdverblijf hebben, inclusief nachtverblijf voor één of meerdere nachten.
1.29 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.31 huishouden:
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of willen voeren.
1.32 kampeermiddel:
een al dan niet als bouwwerk aan te merken tent, tentwagen, kampeerauto, trekkershut, (sta) caravan of hiermee gelijk te stellen onderkomen, dat bestemd is voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.33 landgoed:
een onroerende zaak, waarop openbaar toegankelijke bossen, landschappelijke beplanting, terreinen met natuurwaarde en/of waterpartijen, zijn gelegen rond een of meerdere woningen.
1.34 landschappelijke beplanting:
opgaande, uit houtgewas bestaande beplanting, in hoofdzaak bestaande uit streekeigen soorten, ter verfraaiing van het landschap en/of ter inpassing van hierin voorkomende bouwwerken en werken.
1.35 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde bepaald wordt door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
1.36 mantelzorg:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.37 molen:
bouwwerk bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht.
1.38 natuurwaarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de hydrologie en door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk, als in onderlinge samenhang.
1.39 omgevingsvergunning:
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals deze wet luidde ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan.
1.40 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder eigen wanden dat aan maximaal een deel van één zijde een gesloten wand kent, waaronder begrepen een carport.
1.41 paardenbak:
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
1.42 perceelsgrens:
de scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
1.43 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.44 seksinrichting:
een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomaat, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.45 voorgevel:
- a. voor hoofdgebouwen op een bouwperceel waar de figuur 'gevellijn' is opgenomen: de naar de figuur 'gevellijn' gerichte gevel(s) van het gebouw;
- b. in andere gevallen: de lijn die gelijk loopt aan de naar de straat gerichte voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan. Van een hoofdgebouw gelegen op de hoek van meer dan 1 straat moeten alle gevels van het hoofdgebouw, gelegen aan de straatkant, gezien worden als voorgevel.
1.46 vrijstaande woning:
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
1.47 webwinkel:
een vorm van detailhandel zonder showroom of verkoopruimte aan huis, waarbij de verkoop en betaling uitsluitend via internet plaatsvindt.
1.48 woning:
een (gedeelte van een) gebouw, niet zijnde een woonwagen, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens:
tussen de grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Toelichting bij de goothoogte:
Als gootlijn wordt aangemerkt het snijpunt van het verticale gevelvlak met de bovenzijde van het aansluitende dakvlak.
De te toetsen goothoogte is die hoogte die representatief kan worden geacht voor de hoofdmassa. Onderstaande figuur toont voorbeelden wat onder de representatieve goothoogte wordt verstaan en wat onder ondergeschikte delen wordt verstaan. De ondergeschikte goothoogte mag niet meer dan 1/3e deel van de breedte van het dakvlak bedragen.
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 peil:
- 1. Voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- 2. In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, oorspronkelijke maaiveld.
2.7 ondergeschikte bouwdelen:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - Landgoed
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. instandhouding, herstel en ontwikkeling van landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en de natuurwaarden van een landgoed;
- b. bos en natuur;
- c. water en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen;
- d. extensief dagrecreatief medegebruik met bijbehorende paden, met dien verstande dat een fietspad uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'pad' en de aanduiding 'ontsluiting';
- e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' een weg ter ontsluiting van het landgoed voor gemotoriseerd verkeer;
- f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'rijbak' een paardenbak.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Water
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterpartijen, watergangen en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen;
- b. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan waterpartijen, watergangen en bijbehorende oeverzones;
- c. bruggen, overkluizingen, duikers, dammen en stuwen;
- d. extensief dagrecreatief medegebruik met bijbehorende paden;
- e. steigers en vlonders;
- f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens een ontsluiting van het landgoed voor gemotoriseerd verkeer door middel van een brug of overkluizing/duiker.
4.2 Bouwregels
Op gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend worden gebouwd:
- a. bruggen en overkluizingen ter verbinding van de aangrenzende gronden;
- b. duikers, stuwen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming;
- c. bij de bouw van de in artikel 4.1 sub e genoemde bouwwerken mag de oppervlakte niet meer bedragen dan 10 m² en dient de betrokken waterbeheerder voor vergunningverlening te worden gehoord.
Artikel 5 Wonen - Landgoed
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen en daarbij behorende doeleinden, incl. mantelzorg en/of aan huis gebonden beroep of bedrijf en/of webwinkel;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gastenverblijf', tevens voor een gastenverblijf;
- c. tuinen en landschappelijke beplantingen;
- d. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden, cultuurhistorische waarden en de natuurwaarden van het landgoed;
- e. water en daarbij behorende voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterberging daaronder mede begrepen;
- f. parkeervoorzieningen bij de woningen;
- g. wegen en paden, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' een weg ter ontsluiting van het landgoed voor gemotoriseerd verkeer is toegestaan.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Het bevoegd gezag kan na afloop van 3 jaren na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met deze bestemming. Dit is uitsluitend mogelijk indien voldaan is aan een van de volgende voorwaarden:
- 1. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplanplan een start is gemaakt met de bouw van de woning of woningen, maar niet is afgerond, of;
- 2. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplan geen woning of woningen zijn opgericht, of;
- 3. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplan de woning of woningen niet in gebruik zijn genomen;
- b. bij een deels gerealiseerd bestemmingsplan voor woningen, worden alleen die woningen wegbestemd die niet voldoen aan bovengenoemde voorwaarden onder a sub 1., 2. en/of 3.;
- c. bij toepassing van het bepaalde onder a., wijzigt de bestemming naar de bestemming uit het meest recente voorgaand, geldende bestemmingsplan.
Artikel 6 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevol Gebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, met dien verstande dat de gronden tevens zijn bestemd voor de op de plankaart eveneens aangegeven overige bestemmingen.
- b. Tot de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de onder a. bedoelde gronden worden gerekend:
- 1. reliëf: de ruggen, geulen, dijken, kaden en huisterpen;
- 2. waterhuishouding: de contouren van de waterpartijen;
- 3. erkaveling: de tracés en patronen van de kavelgrenzen, wegen en waterlopen;
- 4. bebouwing: de locaties van de bebouwing, zoals deze op de desbetreffende gronden voorkomen, dan wel uit historische bronnen bekend zijn.
6.2 Bouwregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied' mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voorzover deze zijn toegestaan voor de in lid 6.1 bedoelde, eveneens op de verbeelding voor deze gronden aangegeven, overige bestemmingen, mits hierbij de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheid tot het herstel van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waterstaat - Beheerszone Watergang
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beheerszone Watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. bescherming en beheer van de naastgelegen watergangen;
- b. werkzaamheden in het kader van de verbetering van de naastgelegen watergangen.
7.2 Bouwregels
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van bruggen en overkluizingen ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting'.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 7.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven overige bestemmingen, en na overleg met de betrokken waterbeheerder is gebleken dat hierdoor waterstaatkundige belangen niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Ondergronds bouwen
9.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen c.q. bouwhoogten niet meer dan 1 meter bedraagt.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik strijdig met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan het gebruiken van gronden en/of bouwwerken:
- a. als seksinrichting, zijnde een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden en waaronder in elk geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
- b. als escortbedrijf, zijnde een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
- c. als smartshop, zijnde een ruimte waarin detailhandel plaatsvindt in psychotrope stoffen;
- d. als coffeeshop, zijnde een alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt;
- e. als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik;
- f. als woning, waarbij er meer woningen ontstaan dan het aantal woningen dat is toegestaan middels deze regels.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van woningen ten behoeve van Bed & breakfast, waaronder wordt verstaan een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief verblijf, indien en voor zover:
- a. het betreft een woning, die tevens bewoond blijft;
- b. niet meer dan 3 slaapkamers, ten behoeve van maximaal 6 personen, van de betreffende woning worden ingericht en gebruikt voor Bed & breakfast;
- c. de Bed & breakfast voorziening niet functioneert als een zelfstandige woning;
- d. indien is aangetoond dat Bed & breakfast niet gerealiseerd kan worden in de woning, kan gebruikt gemaakt worden van een bijbehorend bouwwerk;
- e. parkeren plaats vindt op eigen terrein. Hierbij geldt een parkeernorm van ten minste 1,0 parkeerplaats per slaapkamer;
- f. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen of voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven.
11.2 Aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:
- a. het afwijken van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende redenen zijn die zich tegen de afwijking verzetten, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,5 m;
- b. het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak, niet zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen in het plan is aangegeven niet meer bedraagt dan 2,5 m;
- c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m.
11.3 Nutsvoorzieningen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, alsmede voor beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen met geen grotere hoogte dan 6 m en lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.
11.4 Aan huis gebonden beroep/bedrijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van een deel van de woning ten behoeve van een aan huis gebonden beroep of bedrijf met in acht name van het volgende:
- a. maximaal 40% van het vloeroppervlak van alle bestaande gebouwen;
- b. het onbebouwde deel van het perceel van het bestemmingsvlak niet wordt gebruikt voor de beoogde activiteit, met uitzonderingen van parkeervoorzieningen die zijn afgestemd op de activiteit;
- c. degene die de activiteiten uitvoert, moet de bewoner van de woning zijn;
- d. geen detailhandel plaatsvindt, tenzij het als ondergeschikte activiteit van het bedrijf of beroep plaatsvindt;
- e. er geen (milieu)belemmering plaatsvindt voor omliggende functies en bedrijven;
- f. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefmilieu;
- g. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid;
- h. er geen onevenredige verkeers- en parkeeroverlast voor de omgeving ontstaat;
- i. parkeren plaatsvindt op eigen terrein, tenzij aangetoond wordt dat er voldoende parkeergelegenheid is in de directe omgeving;
- j. geen buitenopslag plaatsvindt.
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
12.1 Wetgevingszone - wijzigingsgebied wegbestemmen woningbouw
- a. Het bevoegd gezag kan na afloop van 3 jaren na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied wegbestemmen woningbouw'.
- b. Het wijzigen van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied wegbestemmen woningbouw' is uitsluitend mogelijk indien voldaan is aan een van de volgende voorwaarden:
- 1. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplanplan een start is gemaakt met de bouw van de woning of woningen, maar niet is afgerond, of;
- 2. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplan geen woning of woningen zijn opgericht, of;
- 3. binnen 3 jaar na onherroepelijkheid van dit bestemmingsplan de woning of woningen niet in gebruik zijn genomen;
- 4. bij een deels gerealiseerd bestemmingsplan voor woningen, worden alleen die woningen wegbestemd die niet voldoen aan bovengenoemde voorwaarden 1., 2. en 3.;
- 5. De bestemming wijzigt naar de bestemming uit het meest recente voorgaande, geldende bestemmingsplam.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
13.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Erichem, Landgoed Peerenbosch".
Bijlage 1 Inrichtingsplan
Bijlage 1 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 1 Ladder voor duurzame verstedelijking
Bijlage 2 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 2 Archeologisch onderzoek
Bijlage 3 Bodemonderzoeken
Bijlage 4 Akoestische Onderzoeken
Bijlage 4 Akoestische onderzoeken
Bijlage 5 Geuronderzoek
Bijlage 6 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 6 Quickscan Flora en Fauna
Bijlage 7 Stikstofonderzoek
Bijlage 8 Waterparagraaf
Bijlage 9 Beeldkwaliteitplan
Bijlage 10 Presentatie Welstand
Bijlage 10 Presentatie welstand