Lienden, Hogebrinksestraat ong.
Bestemmingsplan - Gemeente Buren
Vastgesteld op 17-12-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Aan huis verbonden bedrijf
Een bedrijf, gericht op het verlenen van diensten en/of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid, met ondergeschikte detailhandel ten dienste van het aan huis verbonden bedrijf, dat uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.2 Aan huis verbonden beroep
Een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig, adviesgevend of daarmee gelijk te stellen dienstverlenend beroep, als ook ondergeschikte detailhandel ten dienste van het dienstverlenend beroep, dat uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Agrarisch bedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
1.6 Archeologisch deskundige
De regioarcheoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
1.7 Archeologisch onderzoek
Onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg verricht door een BRL SIKB 4000 Archeologie gecertificeerde dienst, bedrijf of instelling en minimaal werkende volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
1.8 Archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van het in dat gebied voorkomende bodemarchief.
1.9 Bebouwd oppervlak
De oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
1.10 Bebouwingspercentage
Het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, binnen de op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, dat mag worden bebouwd.
1.11 Bed & breakfast
Een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt en bedoeld voor kortstondig, wisselend recreatief of zakelijk verblijf.
1.12 Bedrijfsoppervlakte (bvo)
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.13 Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.
1.14 Bestaand
- bij bouwwerken:
Bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden volgens een omgevingsvergunning
- bij gebruik:
Het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan volgens een omgevingsvergunning;
1.15 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.16 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en bijlagen.
1.17 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.19 Bodemarchief
De in de bodem aanwezige overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.20 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.21 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.22 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd.
1.23 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.24 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.25 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waar volgens de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. Indien twee bouwvlakken met de figuurrelatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één enkel bouwvlak.
1.26 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond verbonden is, of die direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.27 Bouwwerk, geen gebouw zijnde
Een bouwwerk, dat niet is aan te merken als gebouw.
1.28 Commissie Ruimtelijke kwaliteit
De op grond van de ‘Erfgoedverordening Buren 2021’ ingestelde commissie met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Erfgoedwet, de Erfgoedverordening Buren, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het cultuurhistorisch inclusief archeologisch beleid in de meest brede zin.
1.29 Containerteelt
Het kweken van planten en bomen in potten.
1.30 Dagrecreatie
Verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat.
1.31 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Een internetwinkel of webwinkel wordt alleen als detailhandel aangemerkt als de mogelijkheid bestaat ter plaatse producten te bekijken en/of af te halen.
1.32 Escortbedrijf
Een bedrijf uitgeoefend door een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.
1.33 Extensief dagrecreatief medegebruik
Een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor niet gemotoriseerde dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.
1.34 Gebouw
Bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.35 Grondgebonden agrarisch bedrijf
Een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de grond waarover het bedrijf beschikt bij de bedrijfsvoering.
1.36 Grondgebonden agrarische productie
De agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de openlucht.
1.37 Hoofdgebouw
Een gebouw, of gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als bij het belangrijkste gebouw is aan te merken.
1.38 Hoofdverblijf
De verblijfplaats die feitelijk het centrum vormt van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Van een hoofdverblijf is in ieder geval sprake indien een persoon gedurende een aaneengesloten periode van een half jaar tenminste 2/3 van die tijd daar verblijft.
1.39 Huishouden
Elke bewoning van één of meer personen waarbij, voor zover het gaat om meer personen, de intentie bestaat de samenstelling continu te alten zijn en er sprake is van onderlinge verbondenheid.
1.40 Huisvesting in verband met mantelzorg
Huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
1.41 Kampeermiddel
Niet als een bouwwerk aan te merken tent, vouwwagen, kampeerauto, caravan of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor tijdelijk recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.42 Kleinschalig kamperen
Een vorm van kamperen waarbij maximaal 25 kampeermiddelen voor een korte periode en uitsluitend tussen 15 maart en 31 oktober zijn toegestaan.
1.43 Landschappelijke inpassing
Het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot ruimtelijke beeld dat recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.
1.44 Mantelzorg
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
1.45 Materieel
AI wat nodig is voor de uitvoering van een werk of bedrijf zoals gereedschappen, werktuigen en machines, geen bouwwerk zijnde en dat ten behoeve van dat werk of bedrijf naar behoefte verplaatst kan worden.
1.46 Nevenactiviteit
Een ander gebruik naast het bestaande gebruik, maar daaraan ondergeschikt en waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan.
1.47 Neventak
Een ander gebruik dan het bestaande gebruik, waarbij het bestaande gebruik volwaardig blijft bestaan.
1.48 Niet-grondgebonden agrarische productie
De agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten niet afhankelijk is van de bodem waarop de productie plaatsvindt, dan wel waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in gebouwen.
1.49 Nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.50 Onderzoeksrapport
Een in rapportvorm vervat schriftelijk verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aan- of afwezigheid van archeologische waarden.
1.51 Omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.52 Overkapping
Elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand.
1.53 Peil
- Voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- voor een woonschip: de waterspiegel;
- In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld.
1.54 Perceel
Een aaneengesloten stuk grond met een bepaald doel of eigendom.
1.55 Perceelsgrens
De scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
1.56 Permanente bewoning
Het gebruiken van een onderkomen als hoofdverblijf.
1.57 Plan
Het bestemmingsplan 'Lienden, Hogebrinksestraat ong.' met identificatienummer NL.IMRO.0214.LIEHogebrinksestr-BVA1 van de gemeente Buren.
1.58 Productiegebonden detailhandel
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.59 Selectiebesluit
Een gemotiveerd besluit van het bevoegd gezag om archeologische waarden al dan niet te behouden. Doorgaans wordt een selectiebesluit opgesteld door een archeologisch deskundige namens het bevoegd gezag, i.e. College van burgemeester en wethouders. Selectiebesluit is geen besluit in de zin van Awb. Het wordt niet officieel gepubliceerd.
1.60 Stacaravan
Een aanhangwagen, al dan niet in gedeelten verrijdbaar, die kan dienen als recreatief onderkomen, overnachting daaronder mede begrepen, dan wel een ander, al dan niet in gedeelten verrijdbaar kampeermiddel, dat niet is of kan worden uitgerust om als aanhangwagen achter een motorvoertuig over de openbare weg te worden voortbewogen.
1.61 Streekproducten
Producten die zijn voortgebracht op agrarische bedrijven gelegen in de gemeente Buren of in direct aangrenzende gemeenten.
1.62 Teeltondersteunende voorziening
Voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te verbeteren of de kwaliteit van de producten te verbeteren.
1.63 Voorgevel
De naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.64 Voorgevelrooilijn
De lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen en het verlengde daarvan.
1.65 Waterbodem
De waterbodem omvat de bodem en oevers van oppervlaktewaterlichamen. Alles wat binnen oppervlaktewaterlichamen is gelegen valt onder het begrip waterbodem met uitzondering van de droge oevergebieden.
1.66 Waterhuishoudkundige voorzieningen
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en waterkwaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, et cetera;
1.67 Webwinkel
Het hobbymatig of bedrijfsmatig verkopen van goederen of aanbieden van diensten via internet, waarbij deze elders worden bezorgd of geleverd.
1.68 Woning
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten.
Afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot (bouw)perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
Bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Breedte, lengte, diepte van een bouwwerk:
afstand tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of het de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
Dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Oppervlakte van een overkapping:
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Peil:
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
voor een woonschip:
- de waterspiegel;
in andere gevallen:
- de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld.
Vloeroppervlakte:
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, regenpijpen, stoeptreden, luifels, balkons en overstekende daken, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Oeverwalgebied
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Oeverwalgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- grondgebonden agrarische productie;
- het weiden van dieren;
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - containerteelt' niet grondgebonden agrarische productie in de vorm van containerteelt;
- grondgebonden agrarische bedrijven ter plaatse van de aanduiding ‘bouwvlak';
- productiegebonden detailhandel en detailhandel in streekproducten;
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak:
- grondgebonden agrarische bedrijven;
- be- en verwerken van agrarische producten;
- bedrijfswoningen;
- instandhouding, herstel en ontwikkeling van landschappelijke- en natuurwaarden;
- extensief dagrecreatief medegebruik.
Met de daarbij behorende:
- wegen en paden;
- parkeervoorzieningen;
- watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- (erf)beplanting;
- tuinen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
- nutsvoorzieningen
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 3.1 voor tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten, als:
- het bedrijf kan aantonen dat het aantal te realiseren logieseenheden is afgestemd op de eigen behoefte aan tijdelijke arbeidskrachten;
- de huisvesting uitsluitend binnen een bouwvlak wordt gerealiseerd;
- het geen huisvesting in stacaravans of andere kampeermiddelen betreft;
- uitsluitend werknemers worden gehuisvest die bij het betreffende agrarisch bedrijf werkzaam zijn;
- de huisvesting uitsluitend is voor werknemers die tijdelijk, dat wil zeggen maximaal negen maanden per jaar, bij het bedrijf werkzaam zijn;
- er geen sprake is van zelfstandige wooneenheden;
- er geen sprake is van permanente bewoning;
- het vloeroppervlak per arbeidskracht minimaal 12,5 m2 bedraagt;
- de logieseenheden voldoen aan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
- de huisvesting voldoet aan de eisen gesteld door de Stichting Normering Flexwonen (SNF) of het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) of diens rechtsopvolger(s), aan te tonen door een certificaat;
- een nachtregister wordt bijgehouden waaruit blijkt welke werknemers op het bedrijfsperceel gehuisvest zijn;
- voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
- het gebruik niet leidt tot belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
- de in de omgeving aanwezige functies en waarden niet onevenredig worden aangetast;
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
Met daarbij behorende:
- in- en uitritten;
- nutsvoorzieningen;
- speelvoorzieningen;
- voet- en fietspaden;
- watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen naar de bestemming 'Tuin' voor het gebruik als tuin bij een woning, indien er geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
- structureel groen;
- een goede woon- en leefsituatie;
- een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen.
Artikel 5 Waarde - Archeologisch Waardevol Gebied 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch Waardevol Gebied 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de op en/of in deze gronden voorkomende en aantoonbaar te verwachten archeologische waarden.
5.2 Bouwregels
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologisch Waardevol Gebied 2':
- te wijzigen in een andere in dit bestemmingsplan opgenomen archeologische bestemming indien dit op basis van de uitkomsten van nader uitgevoerd archeologisch onderzoek of naar oordeel van de archeologisch deskundige noodzakelijk is; of
- geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat:
- ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 6 Waarde - Archeologisch Waardevol Verwachtingsgebied 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch Waardevol Verwachtingsgebied 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de op en/of in deze gronden voorkomende en aantoonbaar te verwachten archeologische waarden.
6.2 Bouwregels
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologisch Waardevol Verwachtingsgebied 2':
- te wijzigen in een andere in dit bestemmingsplan opgenomen archeologische bestemming indien dit op basis van de uitkomsten van nader uitgevoerd archeologisch onderzoek of naar oordeel van de archeologisch deskundige noodzakelijk is; of
- geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat:
- ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere hier voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden.
7.2 Bouwregels
Op gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met de regels van dit plan wordt in ieder geval verstaan:
- gebruik als seksinrichting
- gebruik als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik
- het gebruik van gronden en opstallen voor de plaatsing van kampeermiddelen
- gebruik van gronden of bouwwerken voor (permanente) bewoning, met uitzondering van toegelaten (bedrijfs)woningen en huisvesting voor mantelzorg.
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
10.1 Vrijwaringszone - weg
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Nutsvoorziening
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 50 m³ en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
11.2 Bed & breakfast
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van woningen met bijbehorende bouwwerken voor bed & breakfast, als:
- het een woning betreft, die tevens bewoond blijft;
- de woonfunctie op het perceel als hoofdfunctie in stand blijft;
- maximaal vier bed & breakfast appartementen ten behoeve van de overnachting van in totaal maximaal 8 personen worden gerealiseerd;
- de bed & breakfast voorziening niet functioneert als een zelfstandige woning;
- het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
- het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
- het gebruik niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven en functies.
11.3 Evenementen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden voor het houden van evenementen.
11.4 Kleinschalige voorzieningen in de toeristische en recreatieve sector
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan voor het gebruik van gronden voor kleinschalige voorzieningen in de toeristische en recreatieve sector, als:
- het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;.
- het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast;
- het gebruik niet leidt tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven en functies;
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Lienden, Hogebrinksestraat ong.' van de gemeente Buren.
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 Archeologisch onderzoek
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 Quickscan natuurwetgeving