KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Groen
Artikel 3 Sport - Zwembad
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 5 Water
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2
Artikel 7 Waarde - Archeologie 3
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Slotregel

wijzigingsplan zwembad 2521

Wijzigingsplan - Culemborg

Vastgesteld op 18-08-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Bijlage Bij Toelichting

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

De regels van het bestemmingsplan 'Lanxmeer' zijn overeenkomstig van toepassing. In deze regels wordt verstaan onder:

plan:

het wijzigingsplan voor de bouw van het 2521 zwembad aan de Multatulilaan in de wijk Lanxmeer, gemeente Culemborg;

bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0216.WPZWEMBAD2521-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen indien van toepassing);

Artikel 2 Wijze Van Meten

De regels van het bestemmingsplan 'Lanxmeer' zijn overeenkomstig van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Groen

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. helofytenfilters, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - helofytenfilter';

  3. bermen en beplantingen;

  4. speelvoorzieningen;

  5. waterhuishoudkundige voorzieningen;

  6. bestaande nutsvoorzieningen;

  7. voorzieningen voor langzaam verkeer;

  8. inritten;

  9. bestaande parkeervoorzieningen.

In deze bestemming zijn wadi's begrepen, met dien verstande dat wadi's in de bestemming 'Groen' en de bestemming 'Verkeer- en Verblijfsgebied' gezamenlijk met een oppervlakte van ten minste 3.430 m2 zijn toegestaan.

2.2 Bouwregels

Artikel 3 Sport - Zwembad

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Zwembad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. zwembad;

  2. gebouwen ten behoeve van een zwembad, met daarbij behorende voorzieningen zoals een kantine,

met de daarbij behorende:

  1. wegen en paden;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  4. groenvoorzieningen;

  5. bouwwerken;

  6. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer-Verblijfsgebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. voorzieningen voor verkeer en verblijf;

  2. parkeervoorzieningen;

  3. taxistandplaats;

  4. groenvoorzieningen;

  5. speelvoorzieningen;

  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  7. nutsvoorzieningen;

  8. standplaats voor ambulante handel;

  9. (muziek)kiosk, abri’s, telefooncellen, straatmeubilair, e.d.

In deze bestemming zijn wadi's begrepen, met dien verstande dat wadi's in de bestemming 'Verkeer- en Verblijfsgebied' en de bestemming 'Groen' gezamenlijk met een oppervlakte van ten minste 3.430 m2 zijn toegestaan.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. water en waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterlopen en waterpartijen;

  2. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en duikers;

  3. groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Waarde - Archeologie 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde – Archeologie 2’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

6.2 Bouwregels

  1. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een reguliere bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² en een fundering gelegen op een diepte van meer dan 0,3 m onder maaiveld, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.

  2. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:

1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.

2. De verplichting tot het doen van opgravingen.

3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

6.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.

  2. Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een deskundige wanneer de latere verstoringsdiepte dieper reikt dan 0,3 m onder maaiveld en het grondoppervlak van de werken meer bedraagt dan 100 m².

  3. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorwaarden kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk.

Artikel 7 Waarde - Archeologie 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Waarde - Archeologie 3’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden van de gronden.

7.2 Bouwregels

  1. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een reguliere bouwvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en een fundering gelegen op een diepte van meer dan 0,3 m onder maaiveld, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.

  2. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de bouwvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:

  1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.

  2. De verplichting tot het doen van opgravingen.

  3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.2 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden

7.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

  1. In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een sloopvergunning.

  2. Aan de sloopvergunning kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een deskundige wanneer de latere verstoringsdiepte dieper reikt dan 0,3 m onder maaiveld en het grondoppervlak van de werken meer bedraagt dan 500 m².

  3. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan onmiddellijk melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorwaarden kunnen verbinden aan de sloopvergunning.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels deel uitmakende van het wijzigingsplan voor de bouw van het 2521 zwembad aan de Multatulilaan, gemeente Culemborg.

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg d.d.