KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Hoogteverschillen, Natuur, Openheid
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Openheid
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bos
Artikel 8 Groen
Artikel 9 Horeca
Artikel 10 Maatschappelijk
Artikel 11 Natuur
Artikel 12 Recreatie
Artikel 13 Recreatie - Volkstuinen
Artikel 14 Sport
Artikel 15 Verkeer
Artikel 16 Water
Artikel 17 Water - Rivier
Artikel 18 Wonen
Artikel 19 Wonen - Woonboten
Artikel 20 Leiding - Gas
Artikel 21 Leiding - Riool
Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 23 Waarde - Ehs
Artikel 24 Waarde - Natuur
Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 27 Algemene Bouwregels
Artikel 28 Algemene Gebruiksregels
Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 30 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 32 Algemene Procedureregels
Artikel 33 Algemene Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Artikel 34 Overgangsrecht
Artikel 35 Slotbepaling
Bijlage 1 : Intensieve Veehouderijen
Bijlage 2 : Nevenactiviteiten
Bijlage 3 : Oppervlakte Bebouwing Binnen Bestemming Agrarisch Met Waarden - Hoogteverschillen, Natuur, Openheid
Bijlage 4 : Typen Bedrijvigheid
Bijlage 5 : Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 : Beleidskader
Bijlage 2 : Verstorings- En Verslechteringstoets Buitendijks Kamperen

Buitengebied Doesburg

Bestemmingsplan - Doesburg

Vastgesteld op 22-07-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

plan

het bestemmingsplan Buitengebied Doesburg van de gemeente Doesburg;

bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0221.BPL09001HBU-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

plankaart

de analoge en digitale verbeelding van de bestemmingen bij dit bestemmingsplan;

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

aan huis verbonden beroep

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

agrarisch bedrijf

een bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

agrarisch hulpbedrijf

een niet- industrieel bedrijf dat is gericht op het leveren van dieren, goederen en diensten aan agrarische bedrijven dan wel op het verwerken of opslaan van dieren en goederen, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven;

andere geluidsgevoelige gebouwen

gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;

ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen, tenzij in de regels anders is bepaald;

bed & boterham

een kleinschalige vorm van logiesaccommodaties, waarbij één of meerdere gastenkamers aanwezig zijn en waarbij de gastenkamers geen eigen kookgelegenheid hebben en waarbij er een gemeenschappelijke ruimte is waar gasten een door de ondernemer bereide maaltijd (ontbijt) kunnen nuttigen;

bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;

behendigheid motorsport

een dagrecreatieve ondergeschikte activiteit welke maximaal 1 dag per week mag worden uitgeoefend, zoals quad rijden;

beperkt kwetsbaar object

  1. a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, dienst- en bedrijfswoningen van derden, sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
  2. b. kantoorgebouwen, hotels en restaurants, winkels en bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten, onder c, vallen;
  3. c. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder de definitie voor kwetsbare objecten, onder d, vallen;
  4. d. objecten die met de onder a en b genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
  5. e. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

bestaand

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

boogkas

een transparante afdekking van gewassen, geen bouwwerk zijnde, met een hoogte van maximaal 1 m;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

dienstverlening

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;

eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

extensieve dagrecreatie

recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

geluidsbelasting vanwege een industrieterrein

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

geluidszoneringsplichtige inrichting

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;

grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;

hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;

hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

intensieve veehouderij

een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waar tenminste 250 m2 aan bedrijfsvloeroppervlak aanwezig is dat gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer, waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;

inwoning

het bewonen van één woning door twee of meer huishoudens met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn;

kampeermiddel

tenten, tentwagens, kampeerauto's of toercaravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

karakteristiek

gebouwen die staan op de lijst "gemeentelijk Monumenten Inventarisatie Programma" alsmede gebouwen met een voor Doesburg typische bouwstijl of bebouwing die deel uitmaakt van een beeldbepalend ensemble;

kas

een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal ten behoeve van het kweken van vruchten, bloemen en/of planten;

kleinschalig kampeerterrein

het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 15 kampeermiddelen, met dien verstande dat buiten de periode van 15 maart tot en met 15 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;

kweektunnel

een halfrond of nagenoeg halfrond verplaatsbaar bouwwerk overtrokken met lichtdoorlatend materiaal en bestemd voor de kweek van gewassen en de bescherming van gewassen tegen neerslag;

kwetsbaar object

  1. a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld bij de definitie voor beperkt kwetsbare objecten, onder a;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen;
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare -al dan niet begroeide- deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

landschapsplan

een plan bij realisering van nieuwe bouw- en/of gebruiksmogelijkheden waarin de ruimtelijke inpassing hiervan in de bestaande situatie wordt beschreven;

lichte horeca

activiteiten waar overdag kleine etenswaren en niet of licht alcoholische dranken worden verstrekt, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten;

maatschappelijke voorzieningen

culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

maatvoeringsgrens

de grens van een maatvoeringsvlak;

maatvoeringsvlak

een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;

natuurwaarden

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge ecologische samenhang;

nevenactiviteit

een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m2), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;

niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

de agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij en champignonkwekerij;

normaal onderhoud, gebruik en beheer

werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde;

onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

overkapping

een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

paardenbak

een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport;

peil

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
  4. d. voor woonboten en drijvende steigers: het waterpeil;

permanente bewoning

bewoning door een persoon of door groepen van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte/gebouw als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

recreatievoorzieningen

grootschalige voorzieningen ten behoeve van verblijfsrecreatie zoals een receptie, een zwembad, horeca, manege, detailhandel en dienstverlening en hiermee vergelijkbare voorzieningen met dien verstande dat deze ten dienste staan van de verblijfsrecreanten; onder recreatievoorzieningen wordt niet verstaan: voorzieningen ter ondersteuning van de recreatieve functie zoals sanitaire voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van opslag en onderhoud, (bedrijfs)woningen met bijbehorende bijgebouwen, kampeermiddelen, stacaravans of trekkershutjes;

recreatiewoning

een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie, waaronder tevens chalets worden verstaan;

regenkap

een bouwwerk met een hoogte van maximaal 4 m en bestemd voor de bescherming van gewassen tegen neerslag;

rolkas

een kas waarbij kenmerkend is, dat deze over een zekere afstand over rails kan worden verplaatst;

seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

Staat van Bedrijfsactiviteiten

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

stacaravan

een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen;

teeltondersteunende voorzieningen

constructies bedoeld ter tijdelijke ondersteuning van open grondteelt, zoals kweektunnels, regenkappen, tunnel-, boog- en rolkassen;

uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw; gebouwen welke met meer dan één zijde naar de weg gekeerd zijn hebben meerdere voorgevels;

woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

woonboot

een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, gebruikt als of bestemd tot woning.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen en met uitzondering van ondergrondse bouwwerken;

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.2

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3

Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 bestemmingsomschrijving

3.2 bouwregels

3.3 ontheffing van de bouwregels

3.4 ontheffing van de gebruiksregels

3.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - Hoogteverschillen, Natuur, Openheid

4.1 bestemmingsomschrijving

4.2 bouwregels

4.3 ontheffing van de bouwregels

4.4 ontheffing van de gebruiksregels

4.5 aanlegvergunning

4.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Openheid

5.1 bestemmingsomschrijving

5.2 bouwregels

5.3 ontheffing van de bouwregels

5.4 ontheffing van de gebruiksregels

5.5 aanlegvergunning

5.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:
    1. 1. specifieke vorm van bedrijf - agrarisch hulpbedrijf: een agrarisch hulpbedrijf;
    2. 2. specifieke vorm van bedrijf - overige bedrijvigheid: een bedrijf als bedoeld in bijlage 4 kolom "aard bedrijvigheid";
    3. 3. nutsvoorziening: een nutsvoorziening;
  2. b. het bestaande aantal bedrijfswoning(en), waarbij inwoning is toegestaan;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

6.2 bouwregels

6.3 ontheffing van de bouwregels

6.4 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  1. a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer;
  2. b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  3. c. vuurwerkbedrijven;
  4. d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r..

6.5 ontheffing van de gebruiksvoorschriften

6.6 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Bos

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Bos" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos;
  2. b. extensieve dagrecreatie;
  3. c. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur- en landschapswaarden;
  4. d. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen.

7.2 bouwregels

7.3 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos en van andere houtgewassen.

7.4 aanlegvergunning

Artikel 8 Groen

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, bestaande wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.

8.2 bouwregels

8.3 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van voetpaden

8.4 ontheffing van de gebruiksregels

aanleg voetpaden, wegen, paden, banen en oppervlakteverhardingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 8.3 voor de aanleg van voetpaden, wegen, paden, banen en oppervlakteverhardingen ten behoeve van de hulpverlening.

Artikel 9 Horeca

9.1 bestemmingsomschrijving

9.2 bouwregels

9.3 ontheffing van de gebruiksregels

andere vorm van horeca

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 9.1 voor het toestaan van een andere vorm van horeca, mits:

  1. a. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;
  2. b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

9.4 ontheffing van de bouwregels

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 bestemmingsomschrijving

10.2 bouwregels

Artikel 11 Natuur

11.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van landschappelijke, ecologische waarden en natuurwaarden;
  2. b. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  3. c. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.

11.2 bouwregels

11.3 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan het uitvoeren van de volgende andere-werken:

  1. a. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  2. b. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  3. c. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van aanwezige waterlopen;
  4. d. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en/of aanleg- en vissteigers;
  5. e. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  6. f. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  7. g. het aanpassen van het grondwaterpeil;

met uitzondering van andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen.

Artikel 12 Recreatie

12.1 bestemmingsomschrijving

12.2 bouwregels

12.3 ontheffing van de bouwregels

12.4 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan:

  1. a. ter plaatse van specifieke vorm van recreatie - buitendijks kamperen zijn alleen kampeermiddelen toegestaan in de periode van 1 april tot 30 september;
  2. b. een gebruik van stacaravans ten behoeve van permanente bewoning;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van dagrecreatieve activiteiten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross.

Artikel 13 Recreatie - Volkstuinen

13.1 bestemmingsomschrijving

13.2 bouwregels

Artikel 14 Sport

14.1 bestemmingsomschrijving

14.2 bouwregels

14.3 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van sporten die veel omgevingslawaai tot gevolg hebben, zoals (model)vliegsport en motorcross.

Artikel 15 Verkeer

15.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  3. c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met bijbehorende gebouwen, waaronder de bestaande nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen.

15.2 bouwregels

15.3 ontheffing van de bouwregels

hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 15.2.2 voor de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van een doelmatig wegbeheer met een maximale hoogte van 15 m.

Artikel 16 Water

16.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  2. b. waterstaatkundig beheer en onderhoud;
  3. c. waterberging en waterlopen;
  4. d. extensieve dagrecreatie;
  5. e. het behoud en versterking van de natuurlijke en/of ecologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.

16.2 bouwregels

Artikel 17 Water - Rivier

17.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Water - Rivier" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterstaatkundige doeleinden, zoals de berging en afvoer van water, ijs en sediment;
  2. b. waterstaatkundig beheer en onderhoud;
  3. c. water ten behoeve van scheep- en recreatievaart;
  4. d. een jachthaven met lichte horeca ter plaatse van de aanduiding jachthaven;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.

17.2 bouwregels

17.3 aanlegvergunning

Artikel 18 Wonen

18.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de bestaande woningen, waarbij inwoning is toegestaan;
  2. b. nevenactiviteiten als opgenomen in bijlage 2, met dien verstande dat:
    1. 1. maximaal 25% met een absoluut maximum van 350 m2 van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;
    2. 2. er geen detailhandel anders dan de verkoop van ter plaatse geproduceerde agrarische producten mag plaatsvinden;
    3. 3. er geen horeca mag plaatsvinden;
    4. 4. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
    5. 5. buitenopslag en/of buitenstalling van werktuigen niet is toegestaan;
    6. 6. opslag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding opslag;
    7. 7. er slechts sprake mag zijn van een geringe toevoeging van gebiedsvreemd geluid;
    8. 8. de nevenactiviteit geen aanzienlijke verkeersaantrekkende werking mag hebben;
    9. 9. er sprake is van een lage visuele uitstraling op het landschap;
  3. c. recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van Bed & Boterham, met dien verstande dat:
    1. 1. maximaal 30 m2 per gastenkamer is toegestaan;
    2. 2. er maximaal 2 gastenkamers mogen worden gerealiseerd, dan wel het bestaande aantal gastenkamers;
    3. 3. parkeren op eigen erf dient plaats te vinden;
  4. d. de bestaande paardenbakken;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

18.2 bouwregels

18.3 ontheffing van de bouwregels

18.4 ontheffing van de gebruiksregels

18.5 wijzigingsbevoegdheid

Artikel 19 Wonen - Woonboten

19.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - Woonboten" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maximaal tien woonboten;
  2. b. waterhuishoudkundige doeleinden;
  3. c. waterberging en waterlopen;
  4. d. extensieve dagrecreatie;
  5. e. het behoud en de versterking van de natuurlijke en/of ecologische waarden;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, tuinen en erven.

19.2 bouwregels

19.3 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatie.

Artikel 20 Leiding - Gas

20.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas 1 met een doorsnede van maximaal 12 inch en een druk van 40 bar;
  2. b. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas 2 met een doorsnede van maximaal 48 inch en een druk van 66,2 bar;
  3. c. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn leiding - gas 3 met een doorsnede van maximaal 48 inch en een druk van 80 bar;
  4. d. het beheer en onderhoud van de leiding;
  5. e. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

20.2 bouwregels

20.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.

20.4 aanlegvergunning

Artikel 21 Leiding - Riool

21.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  1. a. een ondergrondse rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding hartlijn - riool;
  2. b. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

21.2 bouwregels

21.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 21.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.

21.4 aanlegvergunning

Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie

22.1 bestemmingsomschrijving

22.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikel 3 tot en met 20) mag niet gebouwd worden.

22.3 sloopvergunning

22.4 aanlegvergunning

Artikel 23 Waarde - Ehs

23.1 bestemmingsomschrijving

23.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 20) zijn teeltondersteunende voorzieningen niet toegestaan.

Artikel 24 Waarde - Natuur

24.1 bestemmingsomschrijving

24.2 aanlegvergunning

Artikel 25 Waterstaat - Waterkering

25.1 bestemmingsomschrijving

De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.

25.2 bouwvoorschriften

25.3 ontheffing van de bouwvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 25.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

25.4 aanlegvergunning

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 26 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 27 Algemene Bouwregels

27.1

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

27.2

In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

Artikel 28 Algemene Gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 29 Algemene Aanduidingsregels

29.1 geluidzone - industrie

Artikel 30 Algemene Ontheffingsregels

30.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen met uitzondering van inhoudsmaat van woningen en met uitzondering van de genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen in de bestemming Agrarisch met waarden - Hoogteverschillen, natuur, openheid;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  4. d. van de regels en de bouw toestaan van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een inhoud van ten hoogste 50 m3 en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m ten dienste van het openbaar nut, zoals schakelhuisjes, wachthuisjes, transformatorhuisjes, telefooncellen, alsmede andere bouwwerken, zoals muurtjes, standbeelden en lichtmasten; gasdrukmeetstations en verkooppunten voor motorbrandstoffen uitgezonderd;
  5. e. de bouw van een schuilgelegenheid voor dieren met een oppervlakte van maximaal 15 m2 en een hoogte van maximaal 2,7 m, mits de perceelsgrootte minimaal 1 ha bedraagt en het perceel niet direct grenst aan het erf van een woning.

30.2

Ontheffing als bedoeld in artikel 30.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels

31.1

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:

  1. a. het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
    2. 2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    3. 3. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het toestaan van de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen met een hoogte van ten hoogste 3,5 m en een inhoud van ten hoogste 75 m3 ten dienste van het openbare nut en overige openbare dienstverlening;
  3. c. de reconstructie van de binnen het plangebied gelegen wegen, met dien verstande dat de op de kaart gegeven bestemming Verkeer ter weerszijden van de weg met ten hoogste 25 m mag worden verbreed.

31.2

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van de bestemming van de gronden met tevens de bestemming Waarde - EHS in de bestemming Natuur, mits:

  1. a. in een inrichtings- en beheersvisie de ecologische verbindingszone is uitgewerkt;
  2. b. advies is verkregen van een onafhankelijke deskundige op het gebied van natuur en landschap;
  3. c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  4. d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

31.3

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het wijzigen van de in het plan opgenomen bestemmingen, met uitzondering van de bestemmingen Agrarisch – Hoogteverschillen, natuur, openheid, Bos, Groen en Natuur, in de bestemming Wonen ten behoeve van de uitoefening van de wijzigingsbevoegdheid als opgenomen in artikel 4.6.4 met inachtneming van de in dit artikel opgenomen voorwaarden.

Artikel 32 Algemene Procedureregels

32.1 ontheffing

Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing is de volgende procedure van toepassing:

  1. a. een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 2 weken op het gemeentehuis ter inzage;
  2. b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;
  3. c. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
  4. d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

32.2 wijziging

Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:

  1. a. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;
  2. b. met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;
  3. c. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
  4. d. met betrekking tot de externe veiligheid een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;
  5. e. beschermde planten- en diersoorten en biotopen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

Artikel 33 Algemene Van Toepassing Verklaring

Het "bestemmingsplan Archeologie" zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 29 oktober 2009 met plan-ID NL.IMRO.0221.BPL09003HBY-OH01 blijft van toepassing op het plangebied van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel

Artikel 34 Overgangsrecht

34.1 overgangsrecht bouwwerken

34.2 overgangsrecht gebruik

Artikel 35 Slotbepaling

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Doesburg.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 juli 2010.

De griffier, De voorzitter,

……………… ………………

Bijlage 1 : Intensieve Veehouderijen

Bijlage 1 : Intensieve veehouderijen

Bijlage 2 : Nevenactiviteiten

Bijlage 2 : Nevenactiviteiten

Bijlage 3 : Oppervlakte Bebouwing Binnen Bestemming Agrarisch Met Waarden - Hoogteverschillen, Natuur, Openheid

Bijlage 3 : Oppervlakte bebouwing binnen bestemming Agrarisch met waarden - Hoogteverschillen, natuur, openheid

Bijlage 4 : Typen Bedrijvigheid

Bijlage 4 : Typen bedrijvigheid

Bijlage 5 : Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 5 : Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 : Beleidskader

Bijlage 1 : Beleidskader

Bijlage 2 : Verstorings- En Verslechteringstoets Buitendijks Kamperen

Bijlage 2 : Verstorings- en verslechteringstoets buitendijks kamperen