KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Centrum - Aanloopgebied
Artikel 5 Centrum - Kernwinkelgebied
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
Artikel 7 Detailhandel
Artikel 8 Gemengd
Artikel 9 Groen
Artikel 10 Kantoor
Artikel 11 Maatschappelijk
Artikel 12 Natuur - Cultuur
Artikel 13 Recreatie - Passantenhaven
Artikel 14 Recreatie - Volkstuin
Artikel 15 Tuin
Artikel 16 Tuin - Stadstuin
Artikel 17 Verkeer
Artikel 18 Water
Artikel 19 Wonen
Artikel 20 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 21 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 23 Algemene Bouwregels
Artikel 24 Algemene Gebruiksregels
Artikel 25 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 26 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 28 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
Artikel 30 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Binnenstad Doesburg

Bestemmingsplan - Gemeente Doesburg

Onherroepelijk op 13-04-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Binnenstad Doesburg' van de gemeente Doesburg;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.0221.BPL09002HBI-VA02 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 plankaart:

de analoge en/of digitale verbeelding van de bestemmingen bij dit bestemmingsplan;

1.4 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee

het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het

hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.5 aan huis gebonden bedrijf:

een bedrijf, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt;

1.6 aan huis gebonden beroep:

een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.7 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.8 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.10 bed & boterham:

een kleinschalige vorm van logiesaccommodatie, waarbij één of meerdere gastenkamers aanwezig zijn en waarbij de gastenkamers geen eigen kookgelegenheid hebben en waarbij er een gemeenschappelijke ruimte is waar de gasten een door de ondernemer bereide maaltijd (ontbijt) kunnen nuttigen;

1.11 bedrijfs-/ dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden

van) één persoon, wiens huisvesting daarin gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.12 begane grondbouwlaag:

de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder;

1.13 beschermd stadsgezicht:

een gebied dat op grond van artikel 35 van de Monumentenwet als zodanig is aangewezen;

1.14 Besluit externe veiligheid inrichtingen:

besluit van 27 mei 2004, Stb. 250, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer;

1.15 bestaand:

  • bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouw- of omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.16 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.17 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.19 bijgebouw:

een gebouw, dat ten dienste staat van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw al dan niet aan het hoofdgebouw gebonden, zoals een berging, hobbyruimte, dierenverblijf of garagebox en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.20 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd; zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder (ruimte onder peil) en zolder (ruimten onder de kap);

1.23 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.24 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.25 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.26 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.27 bouwwijze:

de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, waarbij:

  1. a. onder twee-aan-een wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw deel uitmaakt van een blok van maximaal twee direct aaneengebouwde hoofdgebouwen (twee-onder-één-kap);
  2. b. onder vrijstaand wordt verstaan een woning, waarvan het hoofdgebouw niet aan een op een aangrenzend bouwperceel gelegen gebouw is aangebouwd;
  3. c. onder aaneengebouwd wordt verstaan een hoofdgebouw, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdgebouwen en/of andere functies, waarvan het hoofdgebouw aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd;
  4. d. onder gestapeld wordt een gebouw verstaan, dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;

1.28 café:

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteiten het verstrekken van kleinere etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

1.29 carport:

een overdekte stallingsruimte die dient als stallingsplaats voor een motorvoertuig, die geen eigen wanden of deuren heeft en waarvan de begrenzing wordt gevormd door gebouwen en/of ondersteuningen van het dak;

1.30 cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;

1.31 dakterras:

een beloopbaar plat dak van een gebouw ingericht als terras/zitgelegenheid voorzien van een afscheiding;

1.32 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waarbij een showroom en/of verkoopruimte ter plaatse aanwezig is; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;

1.33 dienstverlening:

dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals kapsalon, schoonheidssalon, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;

1.34 discotheek/bar-dancing:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van (overwegend mechanische) muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt;

1.35 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.36 geluidsgevoelige gebouwen en terreinen:

gebouwen welke gebruikt worden voor bewoning of daartoe bestemd zijn danwel andere geluidsgevoelige gebouwen en terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.37 geluidzoneringsplichtige inrichting:

bedrijven welke vallen onder artikel 2.4. van Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;

1.38 gok- / speelhal:

gelegenheid waar op grote schaal gokautomaten worden geëxploiteerd;

1.39 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

1.40 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel, door zijn bestemming, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.41 hotel/motel:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of de verhuur van een zaalruimte voor feesten en partijen;

1.42 horecabedrijf:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik

ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de verschillende horecacategorieën zijn opgenomen in de bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten;

1.43 kantoor:

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en

werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;

1.44 kap:

ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 15° en ten hoogste 75°;

1.45 kelder:

een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 1 m boven de gemiddelde, bestaande hoogte van het aan het gebouw grenzende terrein;

1.46 kleinschalige horecavoorziening:

een horecavoorziening, die uitsluitend tot hoofddoel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken en versnaperingen;

1.47 maatschappelijk:

voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs met bijbehorende sport- en gymnastieklokalen, (kinder)dagopvang, opvoeding en volksgezondheid;

1.48 niet-zelfstandig kantoor:

een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft;

1.49 ondergronds:

onder peil;

1.50 ondergeschikte bouwdelen:

ondergeschikte delen aan een gebouw zoals, trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen;

1.51 ondersteunende horeca:

een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;

1.52 overkapping:

bouwwerken met één dakvlak en maximaal één gesloten wand;

1.53 pergola:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een open constructie van twee of meer palen, die onderling met elkaar verbonden zijn;

1.54 permanente bewoning c.q. hoofdwoonverblijf:

gebruik van een woning, recreatiewoning of andere woonruimte door eenzelfde

persoon of eenzelfde huishouden op een wijze die ingevolge het bepaalde

in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

noopt tot inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente Doesburg;

1.55 risicovolle inrichting:

een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.56 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.57 uitbouw:

een als vergroting van het hoofdgebouw gebouwd gebouw, hetwelk door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en daar in architectonisch opzicht ondergeschikt aan is, maar in functioneel opzicht wel deel uitmaakt van dat hoofdgebouw;

1.58 verkoopvloeroppervlakte:

de oppervlakte van een ruimte, die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het vervaardigen/ bewerken van producten;

1.59 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw; gebouwen welke met meer dan één zijde naar de weg gekeerd zijn hebben meerdere voorgevels;

1.60 voorgevelrooilijn:

de lijn die gelijk loopt aan voorgevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan;

1.61 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

Wet van 6 november 2008 (Stb. 496), houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied van de fysieke leefomgeving (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit plan.

1.62 Wet geluidhinder:

Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit bestemmingsplan;

1.63 Wet ruimtelijke ordening:

Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan;

1.64 wijziging:

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.65 winkelvloeroppervlak:

de oppervlakte van een ruimte, die uitsluitend gebruikt wordt voor het verkopen van producten, niet zijnde de ruimte voor opslag of het vervaardigen/ bewerken van producten;

1.66 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één of meer personen;

1.67 woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

1.68 zaalaccommodatie:

een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage:

het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd;

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen en met uitzondering van ondergrondse bouwwerken;

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.7 de oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;

2.8 peil:

  1. a. ter plaatste een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. indien in het water wordt gewerkt: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
  3. c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, met inachtneming van het volgende;
    1. 1. bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de categorieën 1 en 2 uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten als opgenomen in de bijlage, met dien verstande dat ter plaatse van de volgende aanduidingen eveneens de bij de aanduiding behorende bedrijvigheid is toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ijzergieterij' is een ijzergieterij toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betoncentrale' is een betoncentrale toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf' is een jacht- en scheepswerf toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne' is een brandweerkazerne toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is opslag toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' is een garagebedrijf toegestaan;
      • ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garage/transportbedrijf is een garage- annex transportbedrijf toegestaan;
  2. b. bedrijfswoning, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. nutsvoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
  4. d. detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf' ook de verkoop van reserve-onderdelen met toebehoren is toegestaan;
  5. e. niet-zelfstandige kantoren;
  6. f. buitenopslag, met dien verstande dat:
    1. 1. buitenopslag uitsluitend is toegestaan achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
    2. 2. de hoogte van buitenopslag mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ijzergieterij' de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
    3. 3. de buitenopslag van al dan niet afgebouwde schepen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf' niet wordt aangemerkt als buitenopslag;
  7. g. parkeren, met dien verstande dat op eigen terrein voldoende parkeergelegenheid aanwezig dient te zijn voor zowel personeel als bezoekers;
  8. h. aanlegsteigers;
  9. i. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals paden, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Centrum - Aanloopgebied

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Aanloopgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dienstverlening;
  2. b. kantoor;
  3. c. maatschappelijk, met inachtneming van het volgende:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gemeentehuis' is uitsluitend een gemeentehuis toegestaan met de overige centrumfuncties als ondergeschikte nevenactiviteit;
  4. d. musea;
  5. e. galeries, ateliers en expositieruimten;
  6. f. een bed & boterham, waarbij het aantal gastenkamers:
    1. 1. niet meer mag bedragen dan 2;
    2. 2. met dien verstande dat waar een bed & boterham al aanwezig is, het aantal gastenkamers op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan als maximum geldt;
  7. g. wonen, met inachtneming van het volgende;
    1. 1. op de verdieping(en) boven de begane grondbouwlaag is maximaal één woning toegestaan;
    2. 2. op de begane grondbouwlaag is maximaal één woning toegestaan;
    3. 3. met uitzondering van hoofdgebouwen waar ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan in afwijking van het bepaalde in sub 1 en 2 reeds meerdere woningen aanwezig zijn;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horeca 1a en detailhandel' is horeca uit horecacategorie 1a en detailhandel toegestaan, tot een maximale vloeroppervlakte van 50 m², met dien verstande dat:
    1. 1. indien de bestaande vloeroppervlakte al meer bedraagt, de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
    2. 2. bestaande detailhandel buiten het aanduidingsvlak is toegestaan in de bestaande oppervlakte;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - horeca 2 en detailhandel' is horeca uit horecacategorie 1 en 2 en detailhandel toegestaan, tot een maximale vloeroppervlakte van 50 m², met dien verstande dat:
    1. 1. indien de bestaande vloeroppervlakte al meer bedraagt, de bestaande oppervlakte als maximum geldt;
    2. 2. bestaande detailhandel buiten het aanduidingsvlak is toegestaan in de bestaande oppervlakte;
  10. j. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is uitsluitend een café / restaurant / bierhuis toegestaan, waarbij de horecafuncties ook zijn toegestaan in de kelder en op de verdieping; ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de overige centrumfuncties toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit;
  11. k. ondergeschikte detailhandel;
  12. l. bovenstaande centrumfuncties zijn uitsluitend toegestaan in gebouwen en op de begane grond, met dien verstande dat ondergeschikte functies op de verdieping of in de kelder zijn toegestaan als niet-zelfstandig onderdeel van de functie op de begane grond;
    1. 1. in afwijking van het voorgaande geldt voor een hotel, pension en/of een bed en boterham dat deze functie ook is toegestaan op de verdieping(en);
    2. 2. in afwijking van het voorgaande geldt dat wonen zowel op de begane grond als op de verdieping(en) is toegestaan;
  13. m. ondersteunende horeca is binnen de centrumfuncties toegestaan tot maximaal 25 % van de omvang van de hoofdfunctie, met dien verstande dat de gebruikte vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m²;
  14. n. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Centrum - Kernwinkelgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - Kernwinkelgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven,
    1. 1. uitsluitend uit categorie 1 of 2 van de bij deze regels gevoegde Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. cultuur en ontspanning;
  3. c. detailhandel, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandel en horeca uitgesloten' detailhandel niet is toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
  4. d. dienstverlening;
  5. e. galeries, ateliers en expositieruimten;
  6. f. horeca, met inachtneming van het volgende;
    1. 1. horeca is uitsluitend in de horeca-categorieën 1 t/m 3 van de als bijlage toegevoegde Staat van Horeca-activiteiten toegestaan;
    2. 2. de maximaal toegestane vloeroppervlakte voor horecabedrijven uit horecacategorie 3 bedraagt 500 m²;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandel en horeca uitgesloten' is geen horeca toegestaan, met uitzondering van ondersteunende horeca;
  7. g. kantoor;
  8. h. maatschappelijk;
  9. i. musea;
  10. j. een bed & boterham, waarbij het aantal gastenkamers:
    1. 1. niet meer mag bedragen dan 2;
    2. 2. met dien verstande dat waar een bed & boterham al aanwezig is, het aantal gastenkamers op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan als maximum geldt;
  11. k. wonen, uitsluitend op de verdieping, met dien verstande dat:
    1. 1. bestaande woningen op de begane grond zijn toegestaan; na een functieverandering mag de woonfunctie niet opnieuw worden uitgeoefend;
    2. 2. binnen een hoofdgebouw maximaal één woning is toegestaan, met uitzondering van hoofdgebouwen waar ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds meerdere woningen aanwezig zijn;
  12. l. bovenstaande centrumfuncties, met uitzondering van wonen, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond, met dien verstande dat ondergeschikte functies op de verdieping of in de kelder zijn toegestaan als niet-zelfstandig onderdeel van de functie op de begane grond;
    1. 1. in afwijking van het voorgaande geldt voor een hotel, pension en/of een bed en boterham dat deze functie ook is toegestaan op de verdieping(en);
  13. m. ondersteunende horeca is binnen de centrumfuncties toegestaan tot maximaal 25 % van de omvang van de hoofdfunctie, met dien verstande dat de gebruikte vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m²;
  14. n. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Cultuur En Ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een museum;
  2. b. een mosterdmuseum met de bijbehorende mosterdfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - mosterdmuseum';
  3. c. ondersteunende horeca, tot maximaal 25 % van de omvang van de hoofdfunctie, met dien verstande dat de gebruikte vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m²;
  4. d. detailhandel, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten;
  5. e. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Detailhandel

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel in antiek;
  2. b. een kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 8 Gemengd

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca in de vorm van een jongerencentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
  2. b. kantoor;
  3. c. maatschappelijk;
  4. d. verkeer;
  5. e. groen;
  6. f. natuur;
  7. g. ondersteunende horeca is binnen de overige functies toegestaan tot maximaal 25 % van de omvang van de hoofdfunctie, met dien verstande dat de gebruikte vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m²;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  1. a. de situering en afmetingen van bouwwerken;
  2. b. de kapvorm van gebouwen;
  3. c. de bebouwingsdichtheid;

indien zulks noodzakelijk is:

  1. 1. in verband met de gewenste parkachtige opzet van het plangebied;
  2. 2. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  3. 3. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
  4. 4. ter bevordering van verkeers-, sociale en brandveiligheid.

8.4 Specifieke gebruiksregels

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 9 Groen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. speelvoorzieningen;
  3. c. parken en plantsoenen;
  4. d. voet- en fietspaden;
  5. e. beeldende kunstwerken;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. in- en uitritten;
  8. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  9. i. stadswallen;
  10. j. bescherming en instandhouding van waardevolle bomen;
  11. k. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Kantoor

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. maatschappelijke voorzieningen, met inachtneming van het volgende:
    1. 1. maatschappelijke voorzieningen zijn uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de centrumfuncties zoals genoemd in 4.1 toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit;
  3. c. wonen, met dien verstande dat:
    1. 1. wonen uitsluitend op de verdieping(en) boven de begane grondbouwlaag is toegestaan;
    2. 2. binnen een hoofdgebouw maximaal één woning is toegestaan, met uitzondering van hoofdgebouwen waar ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan reeds meerdere woningen aanwezig zijn;
  4. d. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke doeleinden, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' uitsluitend een begraafplaats is toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling' uitsluitend een woon-/ zorgcentrum is toegestaan;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'onderwijs' uitsluitend een school is toegestaan;
    4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'religie' uitsluitend een religieuze instelling is toegestaan;
  2. b. culturele activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - culturele activiteiten';
  3. c. een bedrijfswoning, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' is horeca in de horecacategorieën 1 en 2 van de als bijlage opgenomen Staat van Horeca-activiteiten toegestaan;
  5. e. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.3 Specifieke gebruiksregels

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 12 Natuur - Cultuur

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Cultuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden, de verbetering van het milieu en de natuurlijke levensgemeenschappen;
  2. b. water, waterberging en waterinfiltratie;
  3. c. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 13 Recreatie - Passantenhaven

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Passantenhaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een passantenhaven;
  2. b. een havengebouw;
  3. c. water;
  4. d. aanlegsteigers;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Recreatie - Volkstuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;
  2. b. erfontsluitingswegen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. paden en andere verhardingen;
  5. e. water en waterinfiltratie;
  6. f. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen.

14.2 Bouwregels

14.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 15 Tuin

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;
  2. b. erfontsluitingswegen;
  3. c. parkeervoorzieningen, uitsluitend op de erfontsluitingsweg;
  4. d. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Tuin - Stadstuin

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - Stadstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen;
  2. b. groenvoorzieningen;
  3. c. voet- en fietspaden;
  4. d. bescherming en instandhouding van waardevolle bomen;
  5. e. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Verkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen;
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. pleinen;
  4. d. verblijfsgebieden;
  5. e. garageboxen;
  6. f. terrassen, uitsluitend aan de naar de openbare weg gekeerde zijde van een horecabedrijf;
  7. g. standplaatsen voor marktstallen;
  8. h. parkeervoorzieningen;
  9. i. groenvoorzieningen;
  10. j. beeldende kunstwerken;
  11. k. tuinen;
  12. l. sport- en speelvoorzieningen;
  13. m. nutsvoorzieningen;
  14. n. bescherming en instandhouding van waardevolle bomen;
  15. o. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met bijbehorende voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 18 Water

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterpartijen en waterlopen;
  3. c. bruggen;
  4. d. vijvers;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. steigers, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  7. g. bescherming en instandhouding van ecologische voorzieningen en natuurwaarden;
  8. h. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen ten dienste van het water.

18.2 Bouwregels

18.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaats en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in verband met het waarborgen van de waterbergende functie van gronden.

18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis gebonden beroepen;
  3. c. galeries en ateliers;
  4. d. een bed & boterham, waarbij het aantal gastenkamers:
    1. 1. niet meer mag bedragen dan 2;
    2. 2. met dien verstande dat waar een bed & boterham al aanwezig is, het aantal gastenkamers op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan als maximum geldt;
  5. e. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', en met een maximale vloeroppervlakte van 150 m²;
  6. f. kantoor en dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - kantoor en dienstverlening';
  7. g. horeca en dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - horeca en dienstverlening', met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale vloeroppervlakte ten behoeve van horeca niet meer mag bedragen dan 100 m²;
    2. 2. uitsluitend horeca uit horeca-categorieën 1 en 2 van de als bijlage toegevoegde Staat van Horeca-activiteiten is toegestaan;
    3. 3. de maximale vloeroppervlakte ten behoeve van dienstverlening niet meer mag bedragen dan 500 m²;
  8. h. horeca uit de horeca-categorieën 1 t/m 3 van de als bijlage toegevoegde Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - 1' en 'specifieke vorm van wonen - 2', met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 2' de horeca-activiteiten uitsluitend zijn toegestaan in de bouwlagen boven het parkeerdek;
  9. i. horeca, detailhandel, kantoren en dienstverlening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 3', met dien verstande dat:
    1. 1. bovengenoemde functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grondbouwlaag; in afwijking van het voorgaande geldt voor een hotel, pension en/of een bed en boterham dat deze functie ook is toegestaan op de verdieping(en);
    2. 2. uitsluitend horeca uit horeca-categorieën 1 en 2 van de als bijlage toegevoegde Staat van Horeca-activiteiten is toegestaan;
    3. 3. uitsluitend aan het (water)toerisme gelieerde detailhandel is toegestaan;
  10. j. nutsvoorzieningen;
  11. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  12. l. bescherming en instandhouding van waardevolle bomen;
  13. m. het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, toegangspaden en verhardingen.

19.2 Bouwregels

19.3 Afwijken van de bouwregels

19.4 Specifieke gebruiksregels

19.5 Afwijken van de gebruiksregels

19.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 20 Wonen - Woonwagenstandplaats

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonwagenstandplaatsen, met dien verstande dat het aantal woonwagenstandplaatsen niet meer dan 5 mag bedragen;
  2. b. aan huis gebonden beroepen;
  3. c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, toegangspaden en verhardingen.

20.2 Bouwregels

20.3 Specifieke gebruiksregels

20.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 21 Waterstaat - Waterkering

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. het treffen van voorzieningen ten behoeve van het kwantitatieve waterbeheer;
  2. b. behoud, bescherming en het vervullen van een waterkerende functie, onder meer door middel van de aanleg en instandhouding van een dijklichaam.

21.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in 21.1 zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 2 m.

21.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) mits het belang van de watergangen, retentievoorzieningen en de rivierdijk in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt de beheerder van de waterkering gehoord.

21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 22 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 23 Algemene Bouwregels

23.1 Afwijkingenregeling

Voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die zijn of kunnen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning ingevolge de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt het volgende:

  1. a. indien en voorzover de bestaande maatvoering, afstanden en/of oppervlaktes van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de voorgeschreven maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum;
  2. b. indien de bestaande situering afwijkt van deze regels, is ook de bestaande situering toegestaan.

23.2 Bouwvlakoverschrijding ondergeschikte bouwdelen

Overschrijding van het bouwvlak en bestemmingsvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, mits het een overschrijding betreft van maximaal 0,5 m.

23.3 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen (kelders) gelden de volgende regels:

  1. a. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan, met dien verstande dat bestaande ondergrondse parkeergarages ook buiten het bouwvlak zijn toegestaan;
  2. b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in maximaal één bouwlaag ondergronds.

23.4 Nadere eisen beschermd stadsgezicht

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  1. a. de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. b. de vorm van de kap van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  3. c. de afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

één en ander in verband met behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht van Doesburg.

Alvorens nadere eisen te stellen winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Monumentencommissie omtrent de vraag of er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht.

Artikel 24 Algemene Gebruiksregels

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  1. a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen, met uitzondering van de bestaande geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. Bevi-inrichtingen;
  3. c. groothandelsbedrijven;
  4. d. opslag-, stort- en/of lozingsplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken goederen, grond, stoffen en materialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  5. e. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, voor zover het betreft bijgebouwen;
  6. f. dakterrassen, behoudens bestaande dakterrassen;
  7. g. een seksinrichting;
  8. h. een gok- en/of speelhal.

Artikel 25 Algemene Aanduidingsregels

25.1 Geluidzone - Industrie

25.2 Veiligheidszone - Vuurwerk

Artikel 26 Algemene Afwijkingsregels

26.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan teneinde het oprichten van antennes alsmede masten ten behoeve van waarschuwingssystemen met een grotere bouwhoogte dan ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde, toe te staan, voor zover deze grotere bouwhoogte noodzakelijk is in verband met het beoogde gebruik, en mits dit met het oog op het ruimtelijk beeld aanvaardbaar is.

26.2 Dakterras

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan ten behoeve van een dakterras op de bovenkant van een gebouw, mits voldaan wordt aan het volgende:

  1. a. een dakterras is uitsluitend toegestaan ter vergroting van het woongenot;
  2. b. het dakterras mag niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en vanuit een aan de overzijde van deze weg gelegen pand;
  3. c. het dakterras is niet toegestaan binnen een afstand van 2 m van de erfgrens of binnen 2 m van de naar de openbare weg gekeerde gevel van het onderliggende gebouw;
  4. d. het dakterras sluit direct aan tegen de achtergevel van de woning waartoe deze behoort;
  5. e. de bouwhoogte van het terras ligt op maximaal 4,5 m;
  6. f. het dakterras ligt binnen de bouwcontouren van het onderliggende gebouw;
  7. g. het dakterras is voorzien van een afscheiding met een constructiehoogte van maximaal 1,2 m, waarbij de afscheiding aan de achterzijde visueel open dient te zijn;
  8. h. het dakterras is uitlsuitend toegestaan op het platdak van de onderliggende bouwlaag indien aan de hand van een constructieberekening is aangetoond dat dit platdak voldoende draagkrachtig is om als dakterras gebruikt te kunnen worden;
  9. i. de privacy van omwonenden mag niet onevenredig worden aangetast.

Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels

27.1 Wijzigingsbevoegdheid geluidzone - industrie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde (een gedeelte van) de 'geluidzone - industrie' te verwijderen en de bijbehorende regels en begrippen op dit punt aan te passen indien de geluidhinder veroorzakende activiteit wordt beeindigd, danwel indien door het nemen van technische maatregelen of uit veranderde wetgeving blijkt dat de geluidzone kan worden verkleind.

27.2 Wijzigingsbevoegdheid veiligheidszone - vuurwerk

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde (een gedeelte van) de 'veiligheidszone - vuurwerk' te verwijderen en de bijbehorende regels en begrippen op dit punt aan te passen indien uit nader onderzoek is gebleken dat de risicovolle inrichting buiten werking is gesteld, danwel indien uit technische maatregelen of gewijzigde wetgeving is gebleken dat de veiligheidszone kan worden verkleind, danwel opgeheven.

27.3 Wijzigingsbevoegdheid betoncentrale

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - betoncentrale' de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer en/of 'Recreatie' en/of Horeca, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de werkzaamheden van de betoncentrale zijn beëindigd;
  2. b. uit milieuoogpunt geen bezwaren bestaan voor de bovenstaande bestemmingen;
  3. c. de activiteiten geen belemmering vormen voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
  4. d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 28 Overige Regels

28.1 Omgevingsvergunning waardevolle bomen

28.2 Archeologie

Het bestemmingsplan 'Archeologie' zoals vastgesteld door de gemeenteraad

d.d. 29 oktober 2009 blijft van toepassing voor wat betreft het bepaalde in het bestemmingsplan 'Archeologie' in artikel 3 Waarde - Archeologie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 29 Overgangsrecht

29.1 Overgangsrecht bouwwerken

29.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 30 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Binnenstad Doesburg.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten